ING
1IJ
tels,
NQ 2769.
r.
BINNENLAND.
1
Woensdag 24 Mel.
Nieuws- en
iwen
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
:en,
uren en
itelarij
OR.
4
FDORP.
n Riga
t F. 41.
s-
'Jp
antoor
ortuiju
van
de Eerste
den Rand.
nsch Wel-
int aan den
1882, des
lokaal aan
den Deur-
aanvrage
i Grenen
sche, Riga,
Jnizenwaal
IEPAREE-
•rs.
rikaansche
rs, Spar-
goudsche courant.
dat hunne
voor Gouda
verkrijgbaar
NORT1ER
>at.
ik mij,
tar,
ECHT,
en.
;Ct.p.h.fl. j
eebe breedvoerige discussie gevoerd, waarbij de be
zwaren tegen den weg langt de Bleekerss ingei en ook
die tegen de Boelekade op nieuw werden in het licht
gesteld.
Het bovengenoemds voorttel van dr. van ïterson
werd ten slotte verworpen met 8 tegen 6 stemmen.
Voor stemden de hh. Samsom, Oud ijk, Hoogenboom,
Hemting, van ïterson en St ra ver. i
Daarop werd in stemming gebracht het voorstel
van B. en Wom den tram te doen rijden langs
de Boelekade.
Vóór stemden de hh. Post Drost, Straver, de
Rotte, Hoogenboom, Fortuyn Droogleever, Noothoven
van Goor en de Voorzitter.
tbgbn stemden de hh. Kist, Lu ij ten, Oudyk,
ïterson, Hemsing, Samsom en van St raat en.
Alzoo verklaarden zich 7 stemmen vóór en 7 tegen
bet voorstel, zoodat de stemmen staakten en de
beslissing aangehouden is tot de volgende vergadering.
De behandeling der overige artikelen der con*
cessie-voorwaarden wordt daarop, op voorstel van den
Voorzitter, ook aangehouden.
De behandeling der coooessie-aanvraag derTJsel-
stoomtramweg-Maatschappij voor een lyu Gouda-
Utrecht werd eveneens aangehouden en w*el op ver
zoet van hh. Directeuren dier Maatschappij, die
vooraf nog eene conferentie met Burg, en Weth.
wenschelijk achtten.
De Raad benoemde beden tot: Lid in de Com
missie van Administratie det Bank van Leening den
heer W. Post Drost.
Voorts tot Libryemeester den heer Dr. F. H. G.
van ïterson, tot Lid der Getondheids-Commissie den
heer P. Goede waagen.
Zondagmiddag is er in bet Oude-Mannenhuis
aMwor ecu begin van hoand ontstaan, en wel fn
een der kamertjes der verpleegden. Terwijl de
bevolking yan bet gesticht in de eetzaal was, be
merkte toevallig een der dienstboden eene brand
lucht in bedoeld vertrekje en bij onderzoek bleek het, i
dat de dekens van het bed in brand stonden. Men
vermoedt dat de bewoner even te voren op
het kamertje had gerookt, waardoor een vonk op
het bed was terechtgekomen. Gelukkig kwam men
er nu af met een grooten schrik en een kleine
schade, terwijl bij een latere ontdekking de gevolgen
niet te overzien waren geweesf.
Zaterdag is te 's-Hage ten huize van den heer
van .Lynden weder een ministerraad gehouden. Vol
gens gerucht zouden de Ministers besloten hebben
aan den naderen wensch des Konings te voldoen,
om tot Zr. Ms. terugkomst uit het buitenland bet
bewind te blyven voeren.
De heer van Eysinga president van
Kamer is in de residentie aangekomen.
wente
4’/a
4'/.
ng voldaan,
lats hebben
Kb. J. FOR-
t te Gooda.
GOUDA, 23 Mei 18&2.
In de hedenmiddag gehouden vergadering van den
Gemeenteraad (die door 14 leden werd bygewooud,
terwyl de hh. Prince en Kranenburg afwezig wareu)
deelde de Voorzitter mede, dat was ingekomen de
volgende brief van den Wethouder G. Prince
Gouda, 23 Mei 1882.
Myne Heeren
Hoe innig gelukkig ik mij ook gevoel, dat door
Uw raadsbesluit van 12 dezer mijne geboortestad
voor een groote ramp is bewaard gebleven, zoo
acht ik my toch verplicht ter oorzake van mijn
hoogen leeftijd, die rust en kalmte vordert, voor
myn betrekking als raadslid te moeten bedanken,
zooals ik dan ook doe bij deze.
-Ruim vier jareu mocht ik alaWethouder uw door
my zeer gewaardeerd vertrouwen genieten, welke
eer mij steeds in dankbare herinnering zal blijven.
Ook kan ik niet nalaten mijn oprechten dank te
betuigen aan onzen geachien Burgemeester en mijn
geachten Collega van Goor voor de welwillendheid,
die zij mij steeds in zulk eene hooge mate hebben be
toond; het is daarom, dat ik met een weemoedig gevoel
van hen afscheid neem, met den wensch dat het
hun nog vele jareu gegeven zal zijn in het belang
van Gouda werkzaam te mogen wezen, terwijl ik
mij inr hunne geachte vriendschap blijf aanbevelen.
Ik eindig met den welgemeeuden en hartelyken
wensch dat de zoo goedgezinde en vreedzame Goud-
sohe burgerij voor rampen (van welken aard of «trek
king ook) voor het vervolg moge behoed blyveo.
G. PRINCE.
P.S. De door my aangeboden sommen, waaraan
geen enkel burger iets heeft bijgedragen of zal
bijdragen, zyu steeds ter beschikking van bet Ge
meentebestuur.
Aan den Gemeenteraad van Gouda.
Onmiddelijk i:a de voorlezing dezer missive vraagt
de heer Fortuyn Droogleever het woord en geeft de
vergadering in overweging den heer Prince te ver
zoeken op zyn besluit terug te komen, daar hoe
natuurlyk het moge zyn, dat dc heer Prince zich
over de verdachtmaking, waaraan
vergadering heeft blootgestaan, het
zyn dat hij als raadslid aftrad.
Verscheidene raadsleden deelden het gevoelen van
den heer Fortuyn Droogleever. De heer dr. van
Te Haastrecht is, met het oog op de vervulling
der aanstaande vacature, het predikantstraktement
gebracht op 1450, plus vrijdom van de 3 eerste
grondslagen der personeele belasting.
Het Centraalbestuur van het Alg. Ned. Werklie
denverbond heeft aan de afdeelingen, ter behandeling
op de Pinkstervergadering, een ontwerp-adres ge
zonden, aan de Tweede Kamer te richten over de
ingediende wet op de kinderarbeid.
Het bestuur betreurt daarin, dat niet tevens de
arbeid van vrouwen is beperkt en geregeld, maar
sluit zich verder aan bij de hoofd bepalingen van
het ontwerp, ofschoon die beperkter zijn dan
wat de Kerstmisvergadering van 1877 had verlangd:
volstrekt verbod voor kinderen beneden 14 jaar,
ïterson meent, dat het postscriptum van den brief
van den heer Prince den weg wijst, welken de raad
heeft in te slaan. Hij is van oordeel, dat als de
raad thans een soort votum van vertrouwen jegens
den heer Prince uitbrengt, deze algeheele satisfac
tie kan hebben eu op zyn besluit terugkomen. De
heer van ïterson is van gevoelen, dat alle leden
van den raad zich vóór een dergelijk votum kun
nen verklaren, daar men in het debat wel eens
gepassioneerd iéts zegt, wel eens eene uitdrukking
bezigt, die niet zoo geheel in de bedoeling legt.
De heer dr. Luyten is er eveneens voor, dal de
Raad Burg, en Weth. uitnood ige den heer Prince
het leedwezen te betuigen der vergadering eu hem
te verzoeken op zyn besluit terug te komen.
De Voorzitter, mr. van Bergen IJzendoorn zegt
niet tot een dergelyk besluit te kunnen medewer
ken. Hoezeer ook hij er prijs op stelt dat de heer
Prince zyn betrekking blijft bekleedeu, zoo acht
hij een dergelijk besluit niet raadzaam en wel: om
dat de Gemeentewet voorschrijft, dal de Leden van
den Raad ten allen tyde huu ontslag kunnen nemen,
dat door hen wordt ingezonden aan den Raad.
De Voorzitter brengt daarop het voorstel in stem-
miug, hetwelk wordt aangenomen met 18 legen 1
stem, die van den Voorzitter.
Daarop was aan de orde: de conccssie-aanvraag
▼an den heer A. Kaptijn voor «en stoomtramweg
Gouda-Schoonhoven.
Zooals onze lezers zich herinneren hadden vroeger
de stemmen gestaakt over een voorstel van dr. van
ïterson om den tram te doen rydeu over den Blee-
kerssingel, met de bepaling dat des noods enkele
boomen, die in den weg stonden, konden vallen.
Over de richting vau den tram werd ook thans
De vergadering van onderwijzers uit het arron
dissement Gouda, Zaterdag jl. onder voorzitterschap
van den heer dr. Terpstra gehouden, werd bygewoond
door den districts-sohoölopziener mr. A. M. de Cock,
den oud-schoolopzieuer M. C. Men sing en door een
dertigtal leden. Bij de opening werd door den
Voorzitter een woord van hulde gebracht aan de
nagedachtenis van twee leden, de heerpn W. Reu hl
en N. van Buuren, die voor eenigen tijjd ten grave
waren gebracht, waarna aan drie nieuwe leden een
woord van welkom werd toegeroepen.' De notulen
werden goedgekeurd en de heeren H. W. Kramers en
J. C. Emeis respectievelijk tot secretaris en penning
meester benoemd.
Hierop kwam de bibliotheek ter sprake cn deelde
de schoolopziener mede, dat van rijkswege jaarlyks eene
som van 75 beschikbaar wordt gesteld tot het aan-
koopen van boekwerken. De heer J. Gonda zal als
bibliothecaris eiken Zaterdag van 121 ure vaceeren
tot het afgeven van boeken onder de door hem
voorgedragen bepalingen, die in de notulen zullen
worden opgenomen. Nadat hierover door sommige
leden inlichtingen waren gevraagd en bekomen, ver
kreeg de heer R. Leopold het woord om de vraag
in te leidenZ/Is het mogelijk en wenschelijk al
wat machinaal is uil het onderwijs te verbannen?"
Spreker zeide in hoofdzaak het volgende
Als algemeene waarheid stel ik voorop, dat de
gulden tijd van ’t machinale voorbij is; dat de „regel*-
methode heeft uitgediend; dat de concrete vorm
tegenwoordig aan de abstracties voorafgaat.
Getrouw aan dit beginsel zal men dan ook het
taal-onderwije niet aanvangen met het inpompen
van dorre taalregels, het geven van definities van'
de rededeclen, hst werktuigelyk vervoegen en ver
buigen.
Toch moet men niet overdry ven en alles wat
eenigezins machinaal is verwerpen; eenvoudige regels
voor de spelling eé de geslachten b. v. zal men den
leerliogen niet onthouden.
Op ’t gebied van *t rekenen die oefening bij
uitnemendheid in ordelijk en nauwkeurig denken
is het werktuigelijke al heel weinig np zijne plaats
machinaal optellen, aftrekken enz. met eindelooze
getallen, zoowel als ’t machinaal van buitenleeren
van de tafel van vermenigvuldiging vindt zeket
weinig verdedigers meer. Om *t vlug en nauwkeurig
cyfereu niet uit het oog te verliezen is bet echter
wenschelijk van tijd tot tijd in de lagere klassen
het beredeneerd rekenen af te wisselen met min of
meer machinale bewerkingen met grootere getallen.
Bij de geschiedenis zal men ook niet geheel *t
werktuigelijke kunnen ontberen, daar men toch eenige
chronologie moet hebben als eene lijst, waarin de
gebeurtenissen passen.
I Wat de aardrijkskunde betreft, dit vak bestaat
tegenwoordig, vooral sedert deze wetenschap verge
lijkend is geworden, wel niet meer schier uitslui
tend in *t geven van namen en bijzonderheden, maar
toch zal aardrijkskunde zonder namen niet denk
baar zijn ook hier moet gememoriseerd worden,
iets werktuigelijks blijft ook hier over. Spreker meende
met hel aangevoerde te kunnen volstaan om tot de
conclusie te komen
Het streven van den onderwyzer moet zyn het
machinale in het onderwijs tot een minimum te
herleiden, niet om het geheel daaruit te verbannen.
Daarop gaf de inleider als toegift de lezing van
een paar bladzijden, betreffende dat onderwerp, uit
„Moderne heksen", van Jan Holland, bladzyden die
schoone denkbeelden bevatten, ofschoon het machinale
er wel wat te veel op den voorgrond wordt gesteld.
Uit het belangrijk debat, dat hierop volgde en
waaraan verscheidene leden deelnamen, bleek dat de
meesten het hierin eens waren, dat het machinale
niet geheel uit de school is te banuen.
Een paar sprekers beweerden echter dat niets ma
chinaal behoeft te geschieden en dat het kind niets
machinaals verricht, omdat al wat het doet een ge
volg van ontwikkeling en de mensch geen machine
is. Anderen meenden echter dat wij het onderwijs
werktuigelyk noemen, wanneer aan het kind daar
door iets wordt geleerd zonder dat het rekenschap
kan geven van het „hoe" en „waarom*.
Met meerderheid van stemmeu werd de door den
Heer de Cock gestelde conclusie aangenomen om
het eerste gedeelte der vraag ontkennend, het tweede
bevestigend te beantwoorden.
Na afloop der debatten schaarden al de leden
zich om den disch waar menig hartelijk woord ge
sproken, menig vroolijk lied gezongen werd.
Door de heeren Posthumus en Kramers werd ook
de onlangs geconstitueerde afd. van het Ned. Oud.
Genootschap ter tafel gebracht, hetgeen ten gevolge bad
dat het aantal leden dezer jonge vereeniging tot
veertig klom.
sch
enz.
>orten van®
ADESys-S
i methode,»
P
op zyn besluit terug te
gekrenkt gevoelt
hij in de vorige
te betreuren zou