HULP
H
Woensdag 14 Jani.
Nq 2778.
1882.
ij
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
)OM
f.
Gameentebelang.
BINNENLAND.
H
'E
Co.
eren,
F
Krater
GOUDSCHE COURANT
a 1.20
■1
ronder het
r ziekelijke
ïnd frisch.
toereikende
Naar men verneemt zullen de beide kamers der
Staten-Generaal eerlang worden bijeengeroepen, tot af
doening van eeuige onderweipen van dringenden aard.
ikt na kort
zonder ze
f 0.80.
jen doozen
mgsmiddel.
3N8, MA-
IEN, enz.
ring.
orden alle
verechillig
skiën zyn
ladelijk in
►est middel
iroeten en
m Korsten,
beden der
erd
l>.
JVeenen.
voor elke
lere ziekte
andvleesch.
ij aanbou-
tdrukkelyk
Idel te ver-
welke van
Is zijn ge
tier op de
F. E. van
Jo. (blauwe
Snabilié,
i Schiedam
oordyk; te
en H. H.
ren bij S.
u en Zoon;
[em Labry
Bovengenoemde kiesvereeniging vergaderde Zater
dagavond onder praesidium
IJssel de Schepper, die, na
en lezing der notulen
Heden houdt de geneeskundige raad van Gelderland
en Utrecht te Arnhem zijne zomervergadering. Onder
de punten op de agenda is ook opgenomen: de on-
rechtvaardigheid onzer Vaccinatie wet, in te leiden door
Dr. S. R. Hermanides.
eskundigen.
Medailles
De heer 8. reiziger in goud- en zilverwerken
te Rotterdam, van plan zijnde gisteren avond naar
Woerden te reizen, had het ongeluk op den Kleiweg
alhier uit te glijden, waarbij ,hij zijn been brak.
De noodige geneeskundige hulp werd verleend door
den heer M. Spruyt, waarop de patient des avonds
per vigelante naar Rotterdam is vervoerd.
>n zekerst
olie kiezen.
De gemeenteraad te Reeuwijk heeft de jaarwedde
van het hoofd der openbare school aldaar vastgesteld
op 900 met vrye woning.
Aanstaanden Zondag zal te ’s-Hage de vergadering
plaaüi hebben der afgevaardigden van de vrijmetse
laarsloges van het Nederlandsch Groot-Oosten, ter
verkiezing van een Grootmeester-uatiouaal in de plaats
van wijlen Z. K. H. prins Frederik.
In de provincie Zuid—Holland zijn van 4 tot 10
Juni jl. de volgende gevallen van pokken voor
gekomen: Barwoutswaarder 1, Gouda 2, Rotterdam
en te Woerden 7, waarvan 4 in een buis.
het bestuur dier afdeeling, de
“‘‘-"Jtm, afeende de vergade-
cwJjF aan de namelooze
d^fc'joden in Ruland ten
4e Russische regeering
ïlën, die plaats hadden,
In de aanwezigheid van zoo velen
verschillenden godsdienst te dezer bijeenkomst,
“j een protest tegen deze schandelijkheden.
--.crJcht van de lotwisselingen der Alliance
in het afgeloopen jaar, constateerde hy dat bet voort
durend ’l streven is van het Verbond om beschaving,
ontwikkeling en vooruitgang te bevorderen. Het
heeft daartoe onder meer 39 lagere scholen in het
verre Oosten opgericht, die door 6000 a 7000 leer
lingen worden bezocht, en het onderhoudt voorts eene
Landbouwschool en eene Ambachtsschool te Jaffa,
Als spreker trad vervolgens op de heer dr. A. 8.
Frank, rabbijn te Keulen. Het woord vol gloed,
kracht en leven van den welsprekenden man, had de
Jodenvervolging in Rusland ten onderwerp.
Van de inschrijvers voor 773,500 op den West-
indischen maildienst hebben zich sommige teruggetrok
ken tot een bedrag van 147,000; blijft 626,500.
Echter hebben zich nieuwe inschryvers aangeroeid
GOUDA, 13 Juni 1882.
Het raadslid D. C. Samsom heeft een open brief
geschreven en verzonden aan zijne stadgenooten,
naar aanleiding van hetgeen er is ingebracht tegen
het door hem gesprokene op de raadszitting van
12 Mei 11. Hij geeft te kennen van al de woorden
door hem toen gesproken, geen woord terug te
nemen. Daar du brief alom in deze gemeente
verspreid is, mag het overbodig worden geacht den
inhoud uitvoeriger mede te deelen.
Volgens den plattegrond zullen de terreinen der
Internationale koloniale en uitvoerhandel-tentooustel-
ling, in 1883 te Amsterdam te houden, kolossaal en
indrukwekkend tevens zijn. Hel eigenlyke tentoon
stellingsgebouw toch zal eene lengte hebben van niet
minder dan 300 M., of ruim twee en een halfmaal
zoo lang zijn als bet in aanbouw zyude Rijksmu-
seum aan de Stadhouderskade te Amsterdam breed is.
Behalve dit gebouw is er nog een nevengebouw, uit
sluitend voor de Nederlandsche tentoonstelling bestemd,
waarvan de oppervlakte nagenoeg met die van het
Rijksmuseum geliik staat.
Verder bevat het ruime terrein, dat deze gebouwen
omgeeft, en dat tot een park aangelegd moet worden,
gebouwen voor schoone kunsten, landbouwkundige
en andere werktuigen, materialen enz. Voorts een
concertgebouw, panorama, verschillende paviljoenen
voorden Koning, de jury, de tentoonstellingscommissie
enz., en eindelyk, behalve een restauratie en koffie
huis en een muziektempel door electrisch licht ver
licht, Hollandsche, Duilsche, Engelsche en Fransche
restauraties en eeu aquarium.
Behalve deze genoemde inrichtingen zijn hier en
daar nog een aantal gebouwtjes van kleiner afmeting
over het terrein verspreid, voor afzonderlijke com
mission, inzenders etcwelke gebouwtjes aan het
geheel een zeer behagelijk aanzien zullen geven.
tot een bedrag van 123,500, zoodat thans van het i
maatschappelijk kapitaal 750,000, is geplaatst.
Deze laatste omstandigheid vooral (het toetreden i
van nieuwe belangstellenden), doet de ontwerpers be-
sluiten tot het oprichten eener naamlooze vennootschap
op bet primitief ontworpen cijfer van 1,200,000,
waarvan 750,000 bereids zijn geuomen.
Zij blijven tevens werkzaam met het aanvullen van
het ontbrekende door het plaatsen van aandeelen en
zullen slechts dan overgaau tot het sluiten eener obli-
gatieleeuing, als dit ten slotte noodzakelijk mocht zijn.
Nu zekerheid bestaal dat de inaandelijksche West-
ludische Maildienst ouder Nederlandsche vlag tot
stand komt, verwachten zij dat vele hunner laodge-
nooten, die zich tot nog toe onzijdig hielden, thans
zullen toetreden.
De beruchte Schenk te Amsterdam is wederom ach
ter slot geraakt om de volgende redenen
Daar hij ah geldschieter bekend is, vervoegde zich
onlangs een juffrouw, woonachtig in de Kerkstraat
aldaar, aan zijne woning, met het verzoek om vijf
entwintig gulden ter leen te ontvangen. Na de
gebruikelijke vraag om onderpand, zou Schenk den
volgenden dag bij de juffrouw aan huis kpmen, om
over de zaak te spreken en tevens om eeus te zien
hoe het er bij haar uitzag. Schenk kwam en kreeg
voorloopig als onderpand eenige bauk-van-leening-
briefjes, zonder dut de juffrouw echter geld ontving.
Dat zou zij daags daarna ontvangen. Tot zoozeer was
nu alles afgesproken, doch gereed om te vertrekken,
keerde Schenk nog even terag en vroeg of de juffrouw
schrijven kon, waarop een bevestigend antwoord
volgde.
Dat scheen Schenk in twyfel te trekken, en wel
zóó, dat hij de juffrouw vroeg om haar naaiu te schrij
ven, haar tevens papier gevende. De juffrouw schreef
baar naam, Schenk nam bet papiertje mede, doch
toen hij den volgenden dag terugkwam en de juffrouw
hem om de vyf-en-twintig- gulden vroeg, werd haar
allee duidelijk; vooral toen hij haar toevoegde, dat
bij haar bet geld reeds bad gegeven en het bewijs
in handen had. En Werkelijk was dit het geval, want
Scheuk had boven de door baar gestelde bandte
kening de schuldbekentenis maar zelf ingevuld.
Men zal zich herinneren, dat Scheuk ook de geld- j
schieter was van den ongeiukkigen Veldmijten, thans
van den heer Dr. H.
opening dtr vergadering
_._o van de vorige, het doel
in herinnering bracht, waarmede men hier bijeenge
roepen washet stellen van twee candidaten ter
voorziening in de vacaturen in den gemeenteraad,
ten gevolge van bet overlijden van den heer G. A.
Muller en het ontslag-nemen van den heer G. Prince
waarna spr. als Vobrzitter der vereeniging mede
namens alle leden van het Bestuur de verklaring
Door een vry groot aantal letterkundigen en ver
eerden is dezer dagen te ’s-Hage eene vergadering
gehouden ter bespreking van de vraag, op welke
wijze men aan de begaafde schrijfster mevr. A. L.
G. BosboomToussaint hulde zou kunnen brengen
bij gelegenheid van haar 70ste verjaardag, den 16den
September a. s. Na ampele bespreking werd besloten,
haar een buste in marmer en een album aan te bie
den. Een commissie, bestaande uit de heeren: dr.
Jan Ten Brink, president; A. A. Vorsterman van
Oyen, secretaris; Henri J. Steenberg, penningmeester;
mr. C. Vosmeer en A. Werumeus Buning, werd met
de uitvoering van dit plan belast. {Vad.)
De Nederlandsche afdeeling van het Algemeen Is-
raëlietisch Verbond hield gisteren te Rotterdam hare
jaarlijksehe algemeene vergadering.
De voorzitter van I
heer A. Daniels, uit Amsterdam,
ring met een kort woord, ge’
ellende waaraan een deel van
prooi is, zonder dat door
iets is gedaan om de gruwel
te voorkomen,
van i
zag hy
In een overzicht
I afkgde, dat het Bestuur het levendig betreurde dat
de heer G. Prince zijn ontslag als raadslid bad ge
nomen en in het bijzonder de bekende redenen, die
hem daartoe hadden bewogen. De vereeniging had
alle reden om op hoogen prijs te stellen den ijver
en de belangeloosheid, waarmede de heer Prince
gedurende zoovele jaren de belangen van de gemeente
heeft voorgestaan en het is daarom dat zijn ontslag
zeer moet worden betreurd en niet het minst de
oorzaak, die daartoe aanleiding gaf.
Daarop werden de aanwezigen in de gelegenheid
gejteld personen op de candidaten-lijst te brengen,
waarop achtereenvolgens werden geplaatst ’de hh.
C. C. H. Prince, voorgesteld door den heer C. W.
van de Velde, Mr. J. H. van Mierop door den
heer J. F. M. Temmirck, H. Jager door den heer
H. W. F. Bonte en H. W. G. Koning door den heer
C. W. van dt Velde.
Vervolgens wordt overgegaan tot de bespreking
der verschillende personen.
De heer C. W. van de Velde spreekt allereerst
een woord tot aanbeveling van den heer C. C. H.
Prince, dien hij in alle opzichten den man vindt,
juist op zijn plaats in den gemeenteraad. Hij is
iemand van een helder begrip en bescheiden opinie
en wat aangaat liefde voor de stad Gouda, zal
hij zeker een waardig opvolger van zijn vader mogen
worden geacht. Was het op deze gronden, dat spr.
hem meende te mogen aanbevelen, er was nog iets,
dat bij in het midden wenschte te brengen. Spr.
had gaarne den heer G. Prince op de candidaten-
lijst gezien, zelf had hij hem daarop niet willen
plaatsen, integendeel, stond bij er op, spr. zou tegen
die candidatuur hebben gesproken en wel omdat
genoemde heer op beslisten toon had bekend gemaakt
geen candidatuur te willen aanvaarden. Spr. had den
Voorzitter daar straks hooren gewagen van „be
kende redenen*, waarom de heer Prince ontslag had
genomen en spr. gelooft te mogen aan nemen, dat
de Voorzitter daarmede bedoelde de onaangename
bejegening, die genoemde heer van het raadslid
Samsom had ondervonden. Was dat zoo, dan meende
spr. daartegen te moeten opkomen want nergens had
de heer Prince zich daaromtrent uitgelaten en spr.
zoekt die reden alleen in zijn hoogen leeftijd,
j waardoor hij alle recht had op rust, spr. wil niet
- - - (ontkennen, dat bet gebeurde wellicht een heel klein
overleden, die het postkantoor te Amsterdam bestal. 8;00tje aai) tyn besluit gegeven heeft en dat hij het
anders wellicht nog wel een paar maanden had uit
gesteld, maar de hoofd-reden van zijn ontslag is het
niet. Spr. staat thans de candidatu r van den zoon
van het aftredend raadslid voor, met wieu hij meent
gerust voor den dag te kunnen komen. In deze
vergadering kent men den heer C. C. H. Prince
voldoende om verdere aanbeveling overbodig |e achten.
Verlangt een der aanwezigen echter eenige nadere
inlichtingen, spr. is gaarne bereid ze te geven.
De Voorzitter zegt, dat de vorige spr. zeer juist
heeft aangemerkt, dat men geen bepaald recht had
om de reden van het ontslag van den heer Priuce
te zoeken in het gebeurde met den beer Samsom,
daar hij zich in dit opzicht niet duidelyk beeft ver
klaard.
Eu tóch meent spr. zou eeu candidatuur-G. Prince
iu deze vergadering grooten steun hebben gevonden
en het Bestuur zou daartoe z. i. gaarne hebben
medegewerkt, zoo de heer Prince niet uitdrukkelijk
had verklaard by advertentie in verschillende bladen,
dat hij bepaald niet wenschte in aanmerking te
komen. Nu dit zoo was, zou zeker eene candidatuur
van zyn zoon velen hoogst aangenaam zyn.
De heer J. F. M. Temminck beveelt daarop de can
didatuur van Mr. J. H. van Mierop aan, dien
hij altijd heeft hooren noemen als een zeer gezien
en geacht man waarop de heer A. L. van Uven
zegt, dat als zijn geheugen hem niet bedriegt de beer
van Mierop reeds vroeger door eene andere kiesver
eeniging candidaat is gesteld of althans zou gesteld
zijn, ware het niet dat hij voor de candidatuur had
bedankt. Is de heer van Mierop niet bereid een
raadszetel in te nemen, dan zou het natuurlijk een
vergeefsch werk zijn hem te stellen, waarom spr.
vraagt of de heer Temminck ook weet, of de heer
van Mierop zich eene eventueele candidatuur zou laten
welgevallen, welke vraag de heer Temminck ontken
nend beantwoordt.
De heer J. Post van der Burg vraagt daarop of
hetgeen de heer Temminck zeide ter aanbeveling
van Mr. van Mierop voldoen .’e mag worden geacht
hem door „Gemeentebelang* caudidaat te doen stellen.