Buttenlandsch Overzicht.
Laatste Berichten.
ADVERTENTIËN.
POLITIE.
Burgerlijke Stand.
waarden, waarop de Nederiandsche inzendingen even
tueel zallen worden toegelaten, ten spoedigste onder
de oogen te brengen van hen, wier belangen daarbij
betrokken zijn.
«Aan de Redactiën van vereohillende dagbladen
rollen wij bet verzoek richten, deze cireulaire ip
hnnne kolomtoen te willen opnemen.
„Wij hebben de eer uwe Coraité'a de verzekering
van onze hoogachting aan te bieden.
Het Comité van Uitroeiing root de Internationale
Koloniale en Uitvoerhandel-Tentoonstelling te
Amsterdam in 1883.
D. Corpus, President.
S. de Clercq, Gedelegeerd Lid,
J. Kappeyne Van de Cappello, Secret.
Blijkens het verslag over 1881 van het Vrouwen-
logement „Te Huis», aan de Prinsegracht te Am
sterdam, bestaat deze inrichting thans 26 jaren en
mocht zij in het laatste jaar aan 606 logeerende,
gedurende te zanten 11.012 logeerdagen, huisvesting
versohaffen. Het meerendeel der bezoeksters waren
dienstboden, die 60 cent in de 24 uren of 16 et.
per nacht betaalden; iu de 2e eh 3e klasse werden
echter ook enkele juffrouwen en dames opgenomen,
tegen 76 et. of ƒ1.26 het etmaal. Er werden
334 aanvragen om dienstboden lot het bestuur
gericht; 47 werden er door zijn tusschenkomst
geplaatst. De inrichting ontving aan oontributiën
2216,32, aan legaten 1300, aan logeergelden
5677. De geheele rekening loopt over 9550.18.
Op ruim 200 plaatsen in ons vaderland telt de
inrichting correspondenten; gaarne zou zg haar werk
zaamheden zoo uilbreiden, dat zij in alle steden en
dorpen oorrespondenten bezat, die vrouwen en
meisjes naar het „Te Huis» verwijzen konden,
dit immers zegt het verslag, is de eenige
dergelijke inricht'ng in de hoofdstad, waar zij,
die tjjdelgk buiten dienst zijn, een hospitaal verlaten
hebben of door andere omstandigheden van een
onderdak verstoken zijn, een goed onderkomen kun
nen vinden.
De naamlooze vennootschap; „Nederlandsohe Maat
schappij van Kaas-en Roomboterfabrieken», te Am
sterdam, waarvan de statuten bij Kon. besluit zijn
goedgekeurd, heeft ten doel het koopen en ver-
koopen van melk, bet maken van roomboter en
kaas en den handel in die producten. De ven
nootschap wordt aangegaan voor den tijd van 50
jaren, aanvangende 1 Juli 1882.
Het kapitaal wordt bepaald op 600.000, ver
deelt in aandeelen van 1000. De aandeelen zijn
in blanco en worden ten volle gefourneerd.
Van voornoemd kapitaal wordt voorloopig uitge
geven een eerste serie, groot 150.000. Deze is
door de oprichters genomen.
Voor de eersle maal wordt benoemd als directeur
de heer T. J. Waller te Anna-Paulowna, en als
commissarissen de heeren J. R. Wüste te Sand-
poort, A. L. de Sturler en J. Rinkes Borger te Leiden.
De Algemeene Synode heeft verschillende zittingen
gewijd aan de behandeling van het voorstel aan
gaande de toekenning van een zelfstandig bestaan
aan een genoegzaam aantal leden eener gemeente,
die verklaren dit voor de bevrediging van hunne
christelijk godsdienstige behoeften noodig te hebben.
Een uitvoerig rapport was daarover uitgebracht
door de heeren Verhoeff, Jans, van Heel, Houwing,
Roodhuijzen (Utrecht). De meerderheid adviseerde
tot aanneming behoudens ondergeschikte wijzigingen.
De minderheid had daartegen bezwaren, zoowel van
principieelen als formeelen aard.
De Synode nam met 15 tegen 4 stemmen aan,
dat het voorstel, hetwelk aanvulling van het regle
ment op de erkenning van nieuwe gemeenten be
doelde, overeenstemde in geest en strekking met het
Algemeen Reglement. Zij was echter met 12 tegen
7 stemmen van oordeel, dat wijziging van het Al
gemeen Reglement aan de vaststelling van de aan
vulling moest voorafgaan. De Synode van 1881
was bij de voorloopige aanneming van meening dat
dit niet noodig was. De meerderheid besliste thans
anders. Zij was overtuigd geworden, dat het woord
„gemeente" in het Algemeen Reglement slechts in
plaatselijken zin voorkwam en het gebruik van (lat
woord in een bijzonder reglement als „vereeniging
van gelijkgezinden op godsdienstig gebied" buiten
sloot, zonder dat deze beteekenis daarin uitdrukke
lijk was opgenomen. Verschillende amendementen
zijn ingediend tot aanvulling tan het Algemeen Re
glement in dezen zin. Alle voorstellen tot wijziging
van art. 38 godsdienstonderwijs zijn afgewezen. Hoe
gaarne ook de meerderheid ware tegemoetgekomen
aan de bezwaren der minderheid tegen het verbod
om af te wijzen bij het doen van belijdenis wegens
verschil van geloofsovertuiging, meende zij dat niet
te mogen, zoolang niet uitdrukkelijk het beginsel,
in die woorden neergelegd, op andere wijze was
gehandhaafd.
Afgewezen werd ook het vooratèl om de kerkeraden
te machtigen geen ouderlingen af te vaardigen bij
het afleggen van belijdenis en de predikanten te
vergunnen met de aanneming voort ie gaan, zoowel
indiep de kerkeraad niet afvaardigde als wanneer de
ouderlingen wegbleven. Men meende de wanorde en
het plichtverzuim niet te mogen reglementeeren, even
min als aan de kerk een brevet van onvermogen
te mogen uitreiken om haar reglementen te hand
haven.
Door eenige veehouders in de gemeente Baarde-
radeel is het volgend adres aan den Koning gericht
SIRE!
Geren met den meest verschuldigden eerbied te
kennen, ondergeteekenden, veehouders in Baarderadeel
(Friesland), tevens bestuurders vart een in die gemeente
bestaand waarborg-genootschap, ter vergoeding van
verlies van rundereu aan de besmettelijke longziekte
enz., met een verwaarborgd kapitaal van omstreeks
500,000
dat zij Uwe Mpjestait tn Harer Mgjesteits Regee
ring ten hoogste erkentelijk zijn voor de doortastende
maatregelen, indertijd tegen de veepest en tegen de
longziekte in dit gewest èn in andere provinciën
des Rijks genbmen, in overeenstemming met hetgeen
toen door ondergeteekenden herhaaldelijk bij Uwer
Majesteits Regeering in onderscheidene adressen werd
verzpcht
dat desniettegeuBtnande de longziekte iu Zuid-Hol
land, in het zoogenaamd Spoeli'ngdistrict, bestaande
uit de gemeenten Overschie, Ketbel, Delfshaven,
Schiedam, Sohiebroek, Hilligersberg enz., is blijven
beslaan, den gevolg van de doör Uwe Majesteit
vastgestelde bepalingen Staateblno. 128 van 1878
en no. 2 van 1879), waarbij als beginsel is aange
nomen, om de longziekte in dat district hoofdzake
lijk door middel van de inenting te bestrijden en
geheel meester te worden
dat ondergeteekenden, vroeger, verscheidene jaren
lang, de inenting op huu vee toegepast hebbende,
dat middel hebben leeren kennen als wel bevorder
lijk om in eene geheele besmette streek het verlies van
vee ten deele te voorkomen en te verminderen, maar
geenszins om de longziekte volkomen uit te roeien;
dat hunne verkregen ondervinding bevestigd wordt
door de maatregelen, welke nu sinds de laatste vier
jaren in het Spoelingdistrict worden toegepast
dat de longziekte tooh steeds in dat distriet, trots
de herhaalde inentingen, blijft bestaan
dat immers uit de betrekkelijke verslagen (Landb.
Ct. no. 48 van 1882) blijkt, dat in dat district
in 1881 zgn ges to (Ven tengevolge der inenting 272
runderen, terwijl 262 stuks, als aangetast door de
longziekte, werden afgemaakt;
dat die ziekte, in'weerwil van den afgesloten kring,
nu en dan overslaat naar gemeeuten, aan of in de
nabijheid van dat district gelegen
dat het Rijk, ingevolge van het aangenomen
stelsel, niet vrij is en ongetwijfeld ook niet bevrijd
worden zal van de besmettelijke longziekte, zoodat
dan ook de in Engeland daartoe aangewezen autori
teit om die reden steeds den invoer van vee uit
Nederland blijft weigeren en deze alleen toelaat onder
voorwaarde, dat het vee binnen 24 uur na aankomst
aldaar worde geslacht
dat hieruit volgt, dat het vee, voor de slachtbank
bestemd, onder zeer r.adeelige voorwaarden mag
worden aangevoerdterwijl er bij deze bepaling van
den invoer van fokvee geen sprake kan zijn
dat dit verbod van invoer voor ondergeteekenden
in het bijzonder, en voor den landbouwenden en
veehoudenden stand 'in ons Vaderland in het alge
meen, hoogst belangrijke nadeelen heeft berokkend
en bij voortduring berokkenen zal, terwijl de handel
door dit verbod tevens aanzienlijke winsten derft
dat, wel is waar, eene uitroeiing van de longziekte
in het Spoeliugdistrict door afmaking van het aan
getaste en verdachte vee, van den Staat offers zal
vorderen, doch dat deze op verre na niet in ver
houding kunnen stann tot de zoo belangrijke nadee
len, die Neerlauds kwijnende landbouw, veeteelt en
handel ondervinden en steeds zullen blijven lijden
van de in Engeland bestaande verbodsbepalingen
dat zij zich daarom veroorloven te komen tot
Uwe Majesteit, met de eerbiedige, dooh dringende
bede, dat het haar moge behagen, geene verdere
proefnemingen te laten doen met het door de onder
vinding gewraakte stelsel van inenting, maar om, met
intrekking van Uwer Majesteits voren aangehaalde
besluiten, het blijkens de ondervinding éénig proef
houdend middel tegen de longziekte, dat van af
making, zoowel van de verdaohte als van de zieke
runderen, in het algemeen belang van den Neder-
landschen landbouw, veeteelt en handel, ten spoedigste
in het Spoeliugdistrict door hare Regeering te doen
toepassen.
(Get.)Meinte Sehnurmans, D. J. KupCrns, Joh.
T. de Vries, Jan R. Heeringa, Teeke Ei Heeg, L.
IJ. Kingmn, B. S. Kundersma, G. S. van der Hem,
M. IJ. Peekemai
Aan het koloniaal verslag van 1882, voor zoover
Curasao betreft, ontleenen wij het volgende:
De bevolking op de verschillenden eilanden der
kolonie Curasao bedroeg einde 1881 43,465 waarvan
24,506 alleen op het eiland Curasao.
Het aantal scholen op het eiland Curagao bleef
hetzelfde; het aantal sohoolgaande kinderen bedroeg
2577, tegen 2503 in 1880. Over schoolverzuim op
de landsscholen valt 'nog steeds te klagen. De vier
op Bonaire aanwezige scholen werden in 1881 be
zocht door 464 leerlingen. Op Arubn werd een bij
zondere sohool geopend, waar 14 leerlingen onder
wijs ontvingen, terwijl 105 de landsschool en 100 de
school der Eerw. Zusters van Liefdadigheid bezochten;
op St. Mnrtin (Ned. ged.) bezochten 201 kinderen
de landsscholen; pp St. Eustatius 170 kinderen, ter
wijl op Saba 26Ó kinderen kosteloos onderwijs ge
noten.
Het muntwezen op Curapao verkeert sedert lang in
gebrekkigeu toestand, hoofdzakelijk toe te schrijven aan
het gemis van stapelproducten en de uitgebreide
handelsbetrekkingen met naburige Staten, wier munten
ver boven haar innerlijke waarde in de kolonie cir-
culeeren. De Regeering is ernstig bedacht op het
nemen van maatregelen, die in den toestand van het
Curapaosohe muntwezen verbetering kunnen brengen.
De ontginning der phosphorzure kalklagen werd
in 1881 voortgezet. Er werden 19,731 M8. uitge
voerd. Aan de goud-exploitatie op Aruba werd in
1881 slechts zeer weinig gedaan. De gezaghebber
zegt dat alle deskundigen, die de mijnen gezien en
onderzocht hebben, eenparig gelooven dat zij goed
zijn en bg behoorlijke bewerking goede resultaten
moeten opleveren. Aan Aruba werden door 11 sche
pen, metende 7708,82 M8. phosphorzure kalk uitge
voerd, in de eerste zes manndeu van 1882 door 23
schepen van dezelfde „Aruba-Phosphor-Maatschappjj,»
metende 14176,16 M8.
De buitengewone droogte was oorzaak dat de oogst
van veldvruchten op Curspao en Bonaire in 1881
niet slaagde; zij werkte ook nadeeling op de vlas-
coltuur, waaraan op Bonaire veel uitbreiding is ge
geven. Die cultuur is io een uitmuntenden staat
op Aruba, waar de maïsoogst ruim was. De suiker
rietcultuur op St. Martin verkreeg in 1881 eenige
uitbreiding en leverde betere uitkomsten op. Op
St. Eustatius was de oogst van yammen en zoete
aardappelen gunstig; van laatstgenoemden en van maïs
verwachtte men bij den aanvang van dit jaar op
Saba een goeden oogst. De zoutoogst op St. Martin
was in 1881 voordeellg, en de vooruitzichten voor
1882 waren goed. Ook op Bonaire was de zoutoogst
zeer guDslig.
De handel van Ourapao nam in 1881 niet toe;
de waarde van den invoer bedroeg 918,900 minder
dan in het vorige jaar. De haven van Curapao werd
aangedaan door 1183 schepen, of 19 minder daa
in 1880. Daaronder bevonden zich 9 van Amster
dam en 1 van Delfshaven. 20 schoeners en 4 bar
ken vormden de koopvaardijvloot van Curapao. Op
Bonaire werden ingeklaard 459, waarvan 355 neder
landsohe; op Aruba 237, waarvan 127 nederlandsche;
het eiland St Martin werd bezocht door 227, waarvan
147 Ned, de reede van St. Eustatius door 302 vaar
tuigen, waarvan 214 Ned.; de reede van Saba door
107, waarvan 49 Ned.
Iu een correspondentie van de N. R. Ct. wordt
door den schrijver aangedrongen op de sluiting van
een tractaat lussehen Curapao en Venezuela. „In-
dieu er,» zegt hij, „zoo spoedig mogetijk tot dit doel
onderhandelingen wordeu aangeknoopt, zal dit zeer
in het belang onzer kolonie zijn. In de eerste plaats
is het noodig, te bewerken dat de wet tot hefflng der
30 pot differenlieele rechten worde ingetrokken. Die
wet drukt zdd zwaar op onzen handel, dat deze met
ondergang wordt bedreigd. Versoheiden pakhuizen,
die vroeger zoo vol waren, dat nauwelijks alles ko»
worden geborgen, staan nu ledig. En kooplieden,
die hier eertijds de grootste zaken deden, verlaten
ons eilaud, om zioh elders te vestigen. Indien er
een günstig tractaat met Venezuela wordt gesloten,
zal hier een juiohtoon onder de kooplieden opgaan,
en kunnen zij tot hun vroegeren voorspoed terug-
keereo."
De heeren mr. R. A. Kerokhoven en J. A. Bien-
tjes geven kennis, dat in de door hen 2 Septem
ber n. s. te Baarn, in het Amalla-hotel, om elf uuf
's voormiddags, belegde vergadering in overweging
zullen gegeven worden de volgende voorstellen:
A. De aanwezigen vormen een genootaohap onder
,den naam van Algemeene Olyrapia-vereeniging, waar
van het doel zal zijn: Het herstel van evenwicht
itussohen geest- en lichaamsoefening bij de opvoeding
der jeugd in Nederland door middel van a. ver
meerdering en verbetering van gelegenheid tot gym
nastische oefeuing, tot kraoht en vlugheid bevor
derende spelen en wedstrijden, oog en haud oefenenden
arbeid, 1 erzame wandeltochten en andere soortgelijke,
spierkracht ontwikkelende en zintuig scherpende oe
feningen; 5. verbetering der onderwijsmethoden, ge
paard met besnoeiingen en concentratie van onder
wijsprogramma's en leerstof; c. vermindering van den
tijd, dia thans zittend in de school wordt doorgebracht;
d. beperking der examens tot bet onvermijdelijk nood
zakelijke.
B. Door de vereeniging wordt eene commissie
benoemd tot da redaotie van twee prijsvragen en tot
bet vaststellen van de wjjze, waarop beoordeeld en
gekeurd, welke prijsvragen zullen moeten strekken tot
het verkrijgeu van een antwoord op de vraag.I;
wat of onder de bestaande wetgeving, in Nederland
gedaan kan worden tot het zooveel mogelijk berei
ken van het in voorstel A. aangewezen doel, en
tot toepassing der daarbij voorgestelde middelen; vraag
II: het samenstellen van een ontwerp van wet op
het middelbaar- en gymnasiaal onderwijs, in over
eenstemming met het beginsel van evenwicht tusscben
geest- eu lichaamsoefening, en met aanwijzing tevens
der wijzigingen, die in de wetten op het hooger en
lager onderwijs noodig zgu, om ze in een goed
verband te brengen met dit ontwerp.
NB. Rapport tal door deze commissie uitgebracht
worden in een vergadering der „Algemeene Olympia-
vereeniging» in de maand December e. k.
C. De vereeniging richte een dringend verzoek
tot hen, die belang stellen in eene groudige voor
bereiding der noodzakelijke verbetering onzer onder-
wijs-wetten, om door vrijwillige bijdragen het bestuur
der Olympia-vereeniging in staat te stellen om voor
de beantwoording dezer prijsvragen premiën uit te
loven, eeuigazina in verhouding staande tot het ge
wicht van het onderwerp, de wetenschap en de studie,
die voor eene grondige beantwoording noodig zullen
ego; premiën b. v. vau minstens i000 voor iedere
prijsvraag.
In de tweede ziiting der Juriaten-vereeniging
werd Zaterdag de vraag behandeld
„Welke hoofdbeginselen behoorcu bg een nieuwe
regeling der vennootschappen en commandite (zoowel
de gewone als die op aandeelen) in de wet te
worden neêrgelegd
Praeadriezen waren hierover uitgebracht door de
heeren mr. A. Heemskerk, rechter te Zierikzee, en
W. Binger, advocaat te Amsterdam.
Na toelichting van zijn praeadvies door den heer
Binger, voerden de heeren J. A. Fruin, J. A. levy,
C. A. Cosman, G. Belinfaute, A. Heemskerk en de
voorzitter het woord, waarna de volgende punten
door het hoofdbestuur voorgesteld, aan stemming
werden onderworpeu.
lo. Moet de commanditair, gelijk thans in onze
wet is aangenomen, als vennoot worden beschouwd,
of als eenvoudig participant-geldschieter in eens
anders zaak, gelijk b. v. de stille vennoot in het
A. D. H. W. P
2o. Zgn wellicht beide beginselen nevens elkan
der aan te bevelen, gelijk in dat Wetboek?
3o. Zijn bg de eerste beschouwing (die van ven
nootschappelijke betrekking) de bepalingen van ons
W. v. K. voldoende of wel behoort te worden be
paald Dat de akte van vennootschap althans extracts-
gewijze moet worden ingeschreven en gepubliceerd P
Dat daarbij worde vermeld a. de naam des com
manditairs? b. het bedrag zijner oommanditaire deel
neming
4o. Behoort het verbod van art. 20 lid 1 W.v.
K. te worden gehandhaafd En op de poeualitrit
van het tegenwoordige art. 21P
So. Behoort de bepaliog van art. 20 lid 2, dat
de commanditaire vennoot aan het beheer geen deel
mag nemen, te worden gehandhaafd P Zoo ja, op
straffe van algeheele solidariteit, of op die van ge
deeltelijke, gelijk bepaald in het nieuwe art. 28 C.
de Comm. P
6o. Behoort dit beginsel nader te worden om
schreven door een bepaling a. dat daden van toe
zicht en controle niet onder beheer vallen P b, dat
door den comm. vennoot gehandeld kan worden
krachtens volmacht des behoorenden veunoots P c. dat
de comm. vennoot zich bg de acte kan voorbehouden,
toestemming te verleeuen tot zekere handelingen,
daarbij uitdrukkelijk omschreven P
7o. Behoort de bepaling van art. 1683 B. W.
onveranderd ook voor commanditaire vennootschappen
te gelden
8o. Moeten oomm. vennootschappen met aandeelen
uitdrukkelijk worden toegelaten P
9o. Behoort bepaald te worden, dut bg deze soort
van vennootschappen het commanditair kapitaal vol
gestort moet zijn, alvorens iu werking te treden P
Dio. Moet in allen gevalle (dus ook bjj verwer
ping van dat beginsel ten opzichte der gewone comm.
vennootschap) bij deze vennootschappen volledige pu
bliciteit van het commanditair kapitaal worden voor
geschreven P
Daarna wtrd de vergadering gesloten.
t' Is bijna ongelooflijk na de aanhoudende stort
regens en toch is er in België een stad Ver-
viers die op 'toogenblik gebrek aan water heeft.
Ziehier de oorzaken van dit ongevalSedert eenigen
tijd bemerkte men, dat er eene opening moest zgn
in de waterleiding, aan het Cafe ie la Montague,
onder den spoorweg links van den nieuwen duiker,
in de kolom van Ensival. Op dit punt wordt de
waterleiding in twee gescheiden, waarvan de eene
richtingkolom van Ensival en de anderekolom
van" Dison wordt genoemd.
Uit de opening waarvan men het bestaan had
ontdekt, vlueideeene tamelijk groote hoeveelheid water,
welke den spoorweg overstroomde. Sedert een tien
tal dagen werken verscheidene werklieden, zonder
ophouden, dag en nacht, om de opening te zoeken.
Dat was een lastig en gevaarlijk werk, want men
moest een tunnel onder den spoorweg graven, in
een grond, die gedurig instortte.
Eensklaps, op eene lengte van 7 meters gekomen,
zouden zij de opening bereiken, toen eene ontplof
fing als een kanonschot zich deed hoorenin een
oogenblik was de tunnel met aarde gevuld, en door
een wonderlijk geluk ontsnapten de drie werklieden,
welke er juist wareu uitgegaan, aan der. dood.
Het was de kolom van Dison, die geborsten was.
Dit ongeval, veel erger dan bet eerste, veroorzaakte
eene algemeene overstrooming. Het water bg stroo-
mrn uitgeworpen, verspreidde zich in de straten en
weldra stonden al de kelders ouder water.
Dit nieuw ongeval, behalve dat de stad geheel
van water beroofd is, zal slechts langzaam en met
moeite kunneu hersteld worden. Wat de openiug
in de kolom van Ensival betreft, men hoopt dat
deze Maandag zal kunnen hersteld zijn.
Men schat op 3000 het getal der werklieden
welke te Verviers en omstreken zonder werk zijn,
tengevolge van het gebrek aan water. Ongelukkig
zal die gedwongen werkstaking nog verscheidene
dagen moeten duren.
Albert Millaud drijft op een vermakelijke manier
den spot met Tirard. Opgevoed iu een uurwerkers-
familie, vau zgu jeugd af gewoon met remontoirs en
chouometers om te gaan, gevoelde Tirard zich niet
thuis in het Ministerie van Financiën. Hjj verlangde
naar pendules en uurwerken en in z|jn gesprekken
gebruikte hg telkens termen aan zgn vroeger vak
ontleend. Tirard vermagerde zichtbaar, maar se
dert eenige dagen ziet bg er weer fleuriger uit
en Millaud weet boe dat komt. Men vond op een
zekeren morgen in het Ministerie een vreemden hoed;
nieroaud wist wien die behoorde. De onder-Secretaris
van Financiën, Labuze, vroeg den concierge hoe die
hoed daar kwam. Deze antwoordde, dat het de
hoed was van den man die om de acht dagen te
middernacht de 300 pendules'twam opwinden. Deze
man, voegde de concierge er bg, was op zonder
linge wij ie gekleed en gedroeg zich nog zonder
linger; hij kuste soms de pendules en stortte tranen
van vreugde als ze sloegen, Laubuze nam den
hoed mede naar boven. Tirard ontmoette hem en
riep: „Kijk, daar heb je mijn hoed I» Laubuze
begreep alles. „Wat, gij windt onze pendules op
mijnheer de Minister!" «Stil, verraad mij niet!»
smeekte Tirard. Op dat oogenblik sloegen de 300
pendules van het Ministerie allen tegelgk. Tirard
riep stralend van vreugde uit: „Dat is mijn werk!"
en Labuze kuste hem op het voorhoofd.
speeld heeft, al van zeer weinig inzicht en geestkracht
blijk; ten tweede gelooven wij, dat de algemeene
belangen van Europa bij Egypte minder gevaar loo-
pen door het optreden van Eugeland, dan door het
bijzondere streven der Franschen. Er is stellig geen
mogendheid, welke over den loop van zaken in
Egypte meer ontstemd moet zijn, dan juist Frankrijk."
Door landverhuizing is de bevolking van Zweden
in het tienjarig tijdvak van 1871 tot 1880 met
niet minder dan 150.269 personen verminderd,
hetgeen een Verlies van bgna 3'/* pCt. op de ge
heele bevolking uitmaakt. Van de landverhuizers
behoorde verreweg het grootste getal tpt het jongere
en krachtigste gedeelte der bevolking. Niet minder
dan 43 pCt. waren in den leeftijd van 2030 en
14 pCt. in dien van 3040 jaar. Tusechen tien
en twintig jaar waren 19 pCt. Daarbij is op te
merken, dat de eerstgenoemde klasse slechts 16 pCt.
van de geheele bevolking des lands uitmaakt. Iets
meer dan één pCt. van de landverhuizers was boven
de 60 jaar en negeu pCt. behoorde tot de klasse
van 50.60 jaar. Bedenkt men nu dat in de
eerste helft van dit jaar 34,100 personen het land
verlieten, dan blijkt dat de landverhuizing in
Zweden sterk toeneemt.
GEVONDEN en aan het Bureau van Politie ge
deponeerd een onderstuk van een Kinder-Oorbelletje
vau bloedkoraal met goud en een zilveren naaldenkoker.
Steeds met goed gevolg bekroond, door velen zelfs
als hun levensredder geprezen zyu de Zwitsersche
Pillen van Bich. Brandt het «are middel tegen Maag-
Darm- Lever- en Galaandoeningen «elke verstopping,
opgeblazenheid, hoofdpijnen, duizeligheid, afmatting,
ten gevolg hebben. De Zwitserscbe pillen van Rich.
Brandt zijn, benevens uit voerige prospectussen ver
krijgbaar te Gouda bij den Apotheker Hoethamer.
a 70 ets. de doos.
Oorlogsnieuws van belang is er uit Egypte niet.
Blijkens eene Reuters-dépêche uit Konstantinopel
begaf Saïd-pacha zich naar Xberapia, om aan lord
Dufferin mede te deelen, dat de ministerraad be
sloten had de proclamatie uit te vaardigen, waarin
Arubl-pacha door den Sultan voor oproerling ver
klaard wordt, en de militaire conventie overeenkomstig
het voorstel var> lord Dufferin aan te nemen.
Het officieus orgaan der Oosteuryksche regeering,
het Fremdenblatt van Weeueo, komt in een zyuer
laatste nrs. op tegen df stemmen, welke nu en
dan in de Europesche pers opgaan, om Engeland's
hoyding tegenover Egypte in verdenking te bregen
en over de toekomst van bet Suez-kannal bezorgd
te maken. Na betoogd te hebben dat hiervoor geen
groudige reden bestaat, laat het blad zich over de
stelling der overige mogendheden ten opzichte van
de gebeurtenissen in Egypte aldus uit: /,Door toe
te laten, dat Engeland alleen en op eigen ge
vaar in Egypte tusschenbeide komt, doen de
mogendheden geen afftand van haar recht, om by
de eind regeling een beslissend woord mede te spreken.
Zulk een afstand werd ook nimmer van den kant
der Eugelsohe regeeriug verwacht; integeudeel gaf
zy herhaaldelijk en op afdoende wijze de verzekering,
dat haar militair optreden geenszins op de toekomstige
regeling der Egyptische aangelegenheden vooruitliep.
Tot dusver bestaat er geene reden ora de oprechtheid
dezer verzekering te wantrouwen. De spottende toon
der Parijsche dagbladen over de volkomen onmacht
van Europa kunnen wij daarlaten. Vooreerst geeft
de- rol, welke Frankrijk in de Egyptische crisis ge-
London, 28 Augustus. Van Wolseley is uit
Ismaïlia eene dépêche onder dagteekening van Zondag
ontvangen, waarin hij zegt, dat het resultaat der
gevechten van Douderdag en Vrijdag veel belangrijker
is dan hij zelf wist. Zaterdag heeft de vijand m
wanorde de vlucht naar Zagazig genomen, met achter
lating van het kamp, wapens, ammunitie en allerlei
soort van proviaud. Mahmoed-Bey, de voornaamste
militaire raadsman van Arabi, is gevangen genomen
en bevindt zich in bet lump van Wolseley.
Londen, 28 Augustus. De Pall-Matl-Gazctte is
gemachtigd, het berich tegen te spreken, volgens het
welk Wolseley versterking zou hebben aangevraagd.
Ismailia, 28 Aug. Wolseley heeft thans een
korps van 11,000 man, met 2770 paarden en 27
stukken geschut, gereed om slag te leveren.
CORRESPONDENTIE.
Het stokje vso «een getrouw lexer" wordt in een volgend
nr. geplaatst. Redactie
GEBOREN 25 Ang. Willem Frans, ouders G. J. Enden
burg en A. van der Starre. «- Willem, ouders T. J. Dyk-,
man en S. Herman. 26. Arnoldos Antonius, ouders J. Her
tog en A M. Rotmeijer. Karei Petrus, oudfrs C. T. Tholens
en C. van Vuuren Cornelis, ouders C. Vermtuleu en P.
de Vrij. Anna Francina, ouders C l.spoutre en A. Meij-
boom. 27 Cornelis, ouders H. Neef eu C. C. Appel.
28 Aloise, ouders A. de Busschere en M. Dijkman.Mijntje,
onders G. Zeverboom en M. Reebeen. Lobbert Andries,
ouder M. Neuts en M. Vos.
OVERLEDEN: 25 Aug. B. J van der Valk, 55 j. - 26.
C. van Eeuwen, 65 j. J. Kooien, 80 j. 11 m. 27 H. M.
Schrave, 11 m. K. Rynhart, 11 j. K. Worst, 2w,-
28. L. Bakker, 1 j. 9 m.
Getrouwd
R. ROZE8TRATEN
EN
A. C. A. VAN BUEL.
Augustus 1882.
Heden overleed mijn dierbare, onver
getelijke Echtgenoot CORNELIS van EED
WEN, in den ouderdom van ruim 65 jaren.
God Bterke mij in dit voor rajj zoo zwaar
verlies.
Wed. C. van EEUWEN-
Gouda26 Aug. 1882. van Gaalen
i