Buttenlandsch Overzicht. Laatste Berichten. ADVERTENTIËN. POLITIE. Burgerlijke Stand. waarden, waarop de Nederiandsche inzendingen even tueel zallen worden toegelaten, ten spoedigste onder de oogen te brengen van hen, wier belangen daarbij betrokken zijn. «Aan de Redactiën van vereohillende dagbladen rollen wij bet verzoek richten, deze cireulaire ip hnnne kolomtoen te willen opnemen. „Wij hebben de eer uwe Coraité'a de verzekering van onze hoogachting aan te bieden. Het Comité van Uitroeiing root de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel-Tentoonstelling te Amsterdam in 1883. D. Corpus, President. S. de Clercq, Gedelegeerd Lid, J. Kappeyne Van de Cappello, Secret. Blijkens het verslag over 1881 van het Vrouwen- logement „Te Huis», aan de Prinsegracht te Am sterdam, bestaat deze inrichting thans 26 jaren en mocht zij in het laatste jaar aan 606 logeerende, gedurende te zanten 11.012 logeerdagen, huisvesting versohaffen. Het meerendeel der bezoeksters waren dienstboden, die 60 cent in de 24 uren of 16 et. per nacht betaalden; iu de 2e eh 3e klasse werden echter ook enkele juffrouwen en dames opgenomen, tegen 76 et. of ƒ1.26 het etmaal. Er werden 334 aanvragen om dienstboden lot het bestuur gericht; 47 werden er door zijn tusschenkomst geplaatst. De inrichting ontving aan oontributiën 2216,32, aan legaten 1300, aan logeergelden 5677. De geheele rekening loopt over 9550.18. Op ruim 200 plaatsen in ons vaderland telt de inrichting correspondenten; gaarne zou zg haar werk zaamheden zoo uilbreiden, dat zij in alle steden en dorpen oorrespondenten bezat, die vrouwen en meisjes naar het „Te Huis» verwijzen konden, dit immers zegt het verslag, is de eenige dergelijke inricht'ng in de hoofdstad, waar zij, die tjjdelgk buiten dienst zijn, een hospitaal verlaten hebben of door andere omstandigheden van een onderdak verstoken zijn, een goed onderkomen kun nen vinden. De naamlooze vennootschap; „Nederlandsohe Maat schappij van Kaas-en Roomboterfabrieken», te Am sterdam, waarvan de statuten bij Kon. besluit zijn goedgekeurd, heeft ten doel het koopen en ver- koopen van melk, bet maken van roomboter en kaas en den handel in die producten. De ven nootschap wordt aangegaan voor den tijd van 50 jaren, aanvangende 1 Juli 1882. Het kapitaal wordt bepaald op 600.000, ver deelt in aandeelen van 1000. De aandeelen zijn in blanco en worden ten volle gefourneerd. Van voornoemd kapitaal wordt voorloopig uitge geven een eerste serie, groot 150.000. Deze is door de oprichters genomen. Voor de eersle maal wordt benoemd als directeur de heer T. J. Waller te Anna-Paulowna, en als commissarissen de heeren J. R. Wüste te Sand- poort, A. L. de Sturler en J. Rinkes Borger te Leiden. De Algemeene Synode heeft verschillende zittingen gewijd aan de behandeling van het voorstel aan gaande de toekenning van een zelfstandig bestaan aan een genoegzaam aantal leden eener gemeente, die verklaren dit voor de bevrediging van hunne christelijk godsdienstige behoeften noodig te hebben. Een uitvoerig rapport was daarover uitgebracht door de heeren Verhoeff, Jans, van Heel, Houwing, Roodhuijzen (Utrecht). De meerderheid adviseerde tot aanneming behoudens ondergeschikte wijzigingen. De minderheid had daartegen bezwaren, zoowel van principieelen als formeelen aard. De Synode nam met 15 tegen 4 stemmen aan, dat het voorstel, hetwelk aanvulling van het regle ment op de erkenning van nieuwe gemeenten be doelde, overeenstemde in geest en strekking met het Algemeen Reglement. Zij was echter met 12 tegen 7 stemmen van oordeel, dat wijziging van het Al gemeen Reglement aan de vaststelling van de aan vulling moest voorafgaan. De Synode van 1881 was bij de voorloopige aanneming van meening dat dit niet noodig was. De meerderheid besliste thans anders. Zij was overtuigd geworden, dat het woord „gemeente" in het Algemeen Reglement slechts in plaatselijken zin voorkwam en het gebruik van (lat woord in een bijzonder reglement als „vereeniging van gelijkgezinden op godsdienstig gebied" buiten sloot, zonder dat deze beteekenis daarin uitdrukke lijk was opgenomen. Verschillende amendementen zijn ingediend tot aanvulling tan het Algemeen Re glement in dezen zin. Alle voorstellen tot wijziging van art. 38 godsdienstonderwijs zijn afgewezen. Hoe gaarne ook de meerderheid ware tegemoetgekomen aan de bezwaren der minderheid tegen het verbod om af te wijzen bij het doen van belijdenis wegens verschil van geloofsovertuiging, meende zij dat niet te mogen, zoolang niet uitdrukkelijk het beginsel, in die woorden neergelegd, op andere wijze was gehandhaafd. Afgewezen werd ook het vooratèl om de kerkeraden te machtigen geen ouderlingen af te vaardigen bij het afleggen van belijdenis en de predikanten te vergunnen met de aanneming voort ie gaan, zoowel indiep de kerkeraad niet afvaardigde als wanneer de ouderlingen wegbleven. Men meende de wanorde en het plichtverzuim niet te mogen reglementeeren, even min als aan de kerk een brevet van onvermogen te mogen uitreiken om haar reglementen te hand haven. Door eenige veehouders in de gemeente Baarde- radeel is het volgend adres aan den Koning gericht SIRE! Geren met den meest verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, veehouders in Baarderadeel (Friesland), tevens bestuurders vart een in die gemeente bestaand waarborg-genootschap, ter vergoeding van verlies van rundereu aan de besmettelijke longziekte enz., met een verwaarborgd kapitaal van omstreeks 500,000 dat zij Uwe Mpjestait tn Harer Mgjesteits Regee ring ten hoogste erkentelijk zijn voor de doortastende maatregelen, indertijd tegen de veepest en tegen de longziekte in dit gewest èn in andere provinciën des Rijks genbmen, in overeenstemming met hetgeen toen door ondergeteekenden herhaaldelijk bij Uwer Majesteits Regeering in onderscheidene adressen werd verzpcht dat desniettegeuBtnande de longziekte iu Zuid-Hol land, in het zoogenaamd Spoeli'ngdistrict, bestaande uit de gemeenten Overschie, Ketbel, Delfshaven, Schiedam, Sohiebroek, Hilligersberg enz., is blijven beslaan, den gevolg van de doör Uwe Majesteit vastgestelde bepalingen Staateblno. 128 van 1878 en no. 2 van 1879), waarbij als beginsel is aange nomen, om de longziekte in dat district hoofdzake lijk door middel van de inenting te bestrijden en geheel meester te worden dat ondergeteekenden, vroeger, verscheidene jaren lang, de inenting op huu vee toegepast hebbende, dat middel hebben leeren kennen als wel bevorder lijk om in eene geheele besmette streek het verlies van vee ten deele te voorkomen en te verminderen, maar geenszins om de longziekte volkomen uit te roeien; dat hunne verkregen ondervinding bevestigd wordt door de maatregelen, welke nu sinds de laatste vier jaren in het Spoelingdistrict worden toegepast dat de longziekte tooh steeds in dat distriet, trots de herhaalde inentingen, blijft bestaan dat immers uit de betrekkelijke verslagen (Landb. Ct. no. 48 van 1882) blijkt, dat in dat district in 1881 zgn ges to (Ven tengevolge der inenting 272 runderen, terwijl 262 stuks, als aangetast door de longziekte, werden afgemaakt; dat die ziekte, in'weerwil van den afgesloten kring, nu en dan overslaat naar gemeeuten, aan of in de nabijheid van dat district gelegen dat het Rijk, ingevolge van het aangenomen stelsel, niet vrij is en ongetwijfeld ook niet bevrijd worden zal van de besmettelijke longziekte, zoodat dan ook de in Engeland daartoe aangewezen autori teit om die reden steeds den invoer van vee uit Nederland blijft weigeren en deze alleen toelaat onder voorwaarde, dat het vee binnen 24 uur na aankomst aldaar worde geslacht dat hieruit volgt, dat het vee, voor de slachtbank bestemd, onder zeer r.adeelige voorwaarden mag worden aangevoerdterwijl er bij deze bepaling van den invoer van fokvee geen sprake kan zijn dat dit verbod van invoer voor ondergeteekenden in het bijzonder, en voor den landbouwenden en veehoudenden stand 'in ons Vaderland in het alge meen, hoogst belangrijke nadeelen heeft berokkend en bij voortduring berokkenen zal, terwijl de handel door dit verbod tevens aanzienlijke winsten derft dat, wel is waar, eene uitroeiing van de longziekte in het Spoeliugdistrict door afmaking van het aan getaste en verdachte vee, van den Staat offers zal vorderen, doch dat deze op verre na niet in ver houding kunnen stann tot de zoo belangrijke nadee len, die Neerlauds kwijnende landbouw, veeteelt en handel ondervinden en steeds zullen blijven lijden van de in Engeland bestaande verbodsbepalingen dat zij zich daarom veroorloven te komen tot Uwe Majesteit, met de eerbiedige, dooh dringende bede, dat het haar moge behagen, geene verdere proefnemingen te laten doen met het door de onder vinding gewraakte stelsel van inenting, maar om, met intrekking van Uwer Majesteits voren aangehaalde besluiten, het blijkens de ondervinding éénig proef houdend middel tegen de longziekte, dat van af making, zoowel van de verdaohte als van de zieke runderen, in het algemeen belang van den Neder- landschen landbouw, veeteelt en handel, ten spoedigste in het Spoeliugdistrict door hare Regeering te doen toepassen. (Get.)Meinte Sehnurmans, D. J. KupCrns, Joh. T. de Vries, Jan R. Heeringa, Teeke Ei Heeg, L. IJ. Kingmn, B. S. Kundersma, G. S. van der Hem, M. IJ. Peekemai Aan het koloniaal verslag van 1882, voor zoover Curasao betreft, ontleenen wij het volgende: De bevolking op de verschillenden eilanden der kolonie Curasao bedroeg einde 1881 43,465 waarvan 24,506 alleen op het eiland Curasao. Het aantal scholen op het eiland Curagao bleef hetzelfde; het aantal sohoolgaande kinderen bedroeg 2577, tegen 2503 in 1880. Over schoolverzuim op de landsscholen valt 'nog steeds te klagen. De vier op Bonaire aanwezige scholen werden in 1881 be zocht door 464 leerlingen. Op Arubn werd een bij zondere sohool geopend, waar 14 leerlingen onder wijs ontvingen, terwijl 105 de landsschool en 100 de school der Eerw. Zusters van Liefdadigheid bezochten; op St. Mnrtin (Ned. ged.) bezochten 201 kinderen de landsscholen; pp St. Eustatius 170 kinderen, ter wijl op Saba 26Ó kinderen kosteloos onderwijs ge noten. Het muntwezen op Curapao verkeert sedert lang in gebrekkigeu toestand, hoofdzakelijk toe te schrijven aan het gemis van stapelproducten en de uitgebreide handelsbetrekkingen met naburige Staten, wier munten ver boven haar innerlijke waarde in de kolonie cir- culeeren. De Regeering is ernstig bedacht op het nemen van maatregelen, die in den toestand van het Curapaosohe muntwezen verbetering kunnen brengen. De ontginning der phosphorzure kalklagen werd in 1881 voortgezet. Er werden 19,731 M8. uitge voerd. Aan de goud-exploitatie op Aruba werd in 1881 slechts zeer weinig gedaan. De gezaghebber zegt dat alle deskundigen, die de mijnen gezien en onderzocht hebben, eenparig gelooven dat zij goed zijn en bg behoorlijke bewerking goede resultaten moeten opleveren. Aan Aruba werden door 11 sche pen, metende 7708,82 M8. phosphorzure kalk uitge voerd, in de eerste zes manndeu van 1882 door 23 schepen van dezelfde „Aruba-Phosphor-Maatschappjj,» metende 14176,16 M8. De buitengewone droogte was oorzaak dat de oogst van veldvruchten op Curspao en Bonaire in 1881 niet slaagde; zij werkte ook nadeeling op de vlas- coltuur, waaraan op Bonaire veel uitbreiding is ge geven. Die cultuur is io een uitmuntenden staat op Aruba, waar de maïsoogst ruim was. De suiker rietcultuur op St. Martin verkreeg in 1881 eenige uitbreiding en leverde betere uitkomsten op. Op St. Eustatius was de oogst van yammen en zoete aardappelen gunstig; van laatstgenoemden en van maïs verwachtte men bij den aanvang van dit jaar op Saba een goeden oogst. De zoutoogst op St. Martin was in 1881 voordeellg, en de vooruitzichten voor 1882 waren goed. Ook op Bonaire was de zoutoogst zeer guDslig. De handel van Ourapao nam in 1881 niet toe; de waarde van den invoer bedroeg 918,900 minder dan in het vorige jaar. De haven van Curapao werd aangedaan door 1183 schepen, of 19 minder daa in 1880. Daaronder bevonden zich 9 van Amster dam en 1 van Delfshaven. 20 schoeners en 4 bar ken vormden de koopvaardijvloot van Curapao. Op Bonaire werden ingeklaard 459, waarvan 355 neder landsohe; op Aruba 237, waarvan 127 nederlandsche; het eiland St Martin werd bezocht door 227, waarvan 147 Ned, de reede van St. Eustatius door 302 vaar tuigen, waarvan 214 Ned.; de reede van Saba door 107, waarvan 49 Ned. Iu een correspondentie van de N. R. Ct. wordt door den schrijver aangedrongen op de sluiting van een tractaat lussehen Curapao en Venezuela. „In- dieu er,» zegt hij, „zoo spoedig mogetijk tot dit doel onderhandelingen wordeu aangeknoopt, zal dit zeer in het belang onzer kolonie zijn. In de eerste plaats is het noodig, te bewerken dat de wet tot hefflng der 30 pot differenlieele rechten worde ingetrokken. Die wet drukt zdd zwaar op onzen handel, dat deze met ondergang wordt bedreigd. Versoheiden pakhuizen, die vroeger zoo vol waren, dat nauwelijks alles ko» worden geborgen, staan nu ledig. En kooplieden, die hier eertijds de grootste zaken deden, verlaten ons eilaud, om zioh elders te vestigen. Indien er een günstig tractaat met Venezuela wordt gesloten, zal hier een juiohtoon onder de kooplieden opgaan, en kunnen zij tot hun vroegeren voorspoed terug- keereo." De heeren mr. R. A. Kerokhoven en J. A. Bien- tjes geven kennis, dat in de door hen 2 Septem ber n. s. te Baarn, in het Amalla-hotel, om elf uuf 's voormiddags, belegde vergadering in overweging zullen gegeven worden de volgende voorstellen: A. De aanwezigen vormen een genootaohap onder ,den naam van Algemeene Olyrapia-vereeniging, waar van het doel zal zijn: Het herstel van evenwicht itussohen geest- en lichaamsoefening bij de opvoeding der jeugd in Nederland door middel van a. ver meerdering en verbetering van gelegenheid tot gym nastische oefeuing, tot kraoht en vlugheid bevor derende spelen en wedstrijden, oog en haud oefenenden arbeid, 1 erzame wandeltochten en andere soortgelijke, spierkracht ontwikkelende en zintuig scherpende oe feningen; 5. verbetering der onderwijsmethoden, ge paard met besnoeiingen en concentratie van onder wijsprogramma's en leerstof; c. vermindering van den tijd, dia thans zittend in de school wordt doorgebracht; d. beperking der examens tot bet onvermijdelijk nood zakelijke. B. Door de vereeniging wordt eene commissie benoemd tot da redaotie van twee prijsvragen en tot bet vaststellen van de wjjze, waarop beoordeeld en gekeurd, welke prijsvragen zullen moeten strekken tot het verkrijgeu van een antwoord op de vraag.I; wat of onder de bestaande wetgeving, in Nederland gedaan kan worden tot het zooveel mogelijk berei ken van het in voorstel A. aangewezen doel, en tot toepassing der daarbij voorgestelde middelen; vraag II: het samenstellen van een ontwerp van wet op het middelbaar- en gymnasiaal onderwijs, in over eenstemming met het beginsel van evenwicht tusscben geest- eu lichaamsoefening, en met aanwijzing tevens der wijzigingen, die in de wetten op het hooger en lager onderwijs noodig zgu, om ze in een goed verband te brengen met dit ontwerp. NB. Rapport tal door deze commissie uitgebracht worden in een vergadering der „Algemeene Olympia- vereeniging» in de maand December e. k. C. De vereeniging richte een dringend verzoek tot hen, die belang stellen in eene groudige voor bereiding der noodzakelijke verbetering onzer onder- wijs-wetten, om door vrijwillige bijdragen het bestuur der Olympia-vereeniging in staat te stellen om voor de beantwoording dezer prijsvragen premiën uit te loven, eeuigazina in verhouding staande tot het ge wicht van het onderwerp, de wetenschap en de studie, die voor eene grondige beantwoording noodig zullen ego; premiën b. v. vau minstens i000 voor iedere prijsvraag. In de tweede ziiting der Juriaten-vereeniging werd Zaterdag de vraag behandeld „Welke hoofdbeginselen behoorcu bg een nieuwe regeling der vennootschappen en commandite (zoowel de gewone als die op aandeelen) in de wet te worden neêrgelegd Praeadriezen waren hierover uitgebracht door de heeren mr. A. Heemskerk, rechter te Zierikzee, en W. Binger, advocaat te Amsterdam. Na toelichting van zijn praeadvies door den heer Binger, voerden de heeren J. A. Fruin, J. A. levy, C. A. Cosman, G. Belinfaute, A. Heemskerk en de voorzitter het woord, waarna de volgende punten door het hoofdbestuur voorgesteld, aan stemming werden onderworpeu. lo. Moet de commanditair, gelijk thans in onze wet is aangenomen, als vennoot worden beschouwd, of als eenvoudig participant-geldschieter in eens anders zaak, gelijk b. v. de stille vennoot in het A. D. H. W. P 2o. Zgn wellicht beide beginselen nevens elkan der aan te bevelen, gelijk in dat Wetboek? 3o. Zijn bg de eerste beschouwing (die van ven nootschappelijke betrekking) de bepalingen van ons W. v. K. voldoende of wel behoort te worden be paald Dat de akte van vennootschap althans extracts- gewijze moet worden ingeschreven en gepubliceerd P Dat daarbij worde vermeld a. de naam des com manditairs? b. het bedrag zijner oommanditaire deel neming 4o. Behoort het verbod van art. 20 lid 1 W.v. K. te worden gehandhaafd En op de poeualitrit van het tegenwoordige art. 21P So. Behoort de bepaliog van art. 20 lid 2, dat de commanditaire vennoot aan het beheer geen deel mag nemen, te worden gehandhaafd P Zoo ja, op straffe van algeheele solidariteit, of op die van ge deeltelijke, gelijk bepaald in het nieuwe art. 28 C. de Comm. P 6o. Behoort dit beginsel nader te worden om schreven door een bepaling a. dat daden van toe zicht en controle niet onder beheer vallen P b, dat door den comm. vennoot gehandeld kan worden krachtens volmacht des behoorenden veunoots P c. dat de comm. vennoot zich bg de acte kan voorbehouden, toestemming te verleeuen tot zekere handelingen, daarbij uitdrukkelijk omschreven P 7o. Behoort de bepaling van art. 1683 B. W. onveranderd ook voor commanditaire vennootschappen te gelden 8o. Moeten oomm. vennootschappen met aandeelen uitdrukkelijk worden toegelaten P 9o. Behoort bepaald te worden, dut bg deze soort van vennootschappen het commanditair kapitaal vol gestort moet zijn, alvorens iu werking te treden P Dio. Moet in allen gevalle (dus ook bjj verwer ping van dat beginsel ten opzichte der gewone comm. vennootschap) bij deze vennootschappen volledige pu bliciteit van het commanditair kapitaal worden voor geschreven P Daarna wtrd de vergadering gesloten. t' Is bijna ongelooflijk na de aanhoudende stort regens en toch is er in België een stad Ver- viers die op 'toogenblik gebrek aan water heeft. Ziehier de oorzaken van dit ongevalSedert eenigen tijd bemerkte men, dat er eene opening moest zgn in de waterleiding, aan het Cafe ie la Montague, onder den spoorweg links van den nieuwen duiker, in de kolom van Ensival. Op dit punt wordt de waterleiding in twee gescheiden, waarvan de eene richtingkolom van Ensival en de anderekolom van" Dison wordt genoemd. Uit de opening waarvan men het bestaan had ontdekt, vlueideeene tamelijk groote hoeveelheid water, welke den spoorweg overstroomde. Sedert een tien tal dagen werken verscheidene werklieden, zonder ophouden, dag en nacht, om de opening te zoeken. Dat was een lastig en gevaarlijk werk, want men moest een tunnel onder den spoorweg graven, in een grond, die gedurig instortte. Eensklaps, op eene lengte van 7 meters gekomen, zouden zij de opening bereiken, toen eene ontplof fing als een kanonschot zich deed hoorenin een oogenblik was de tunnel met aarde gevuld, en door een wonderlijk geluk ontsnapten de drie werklieden, welke er juist wareu uitgegaan, aan der. dood. Het was de kolom van Dison, die geborsten was. Dit ongeval, veel erger dan bet eerste, veroorzaakte eene algemeene overstrooming. Het water bg stroo- mrn uitgeworpen, verspreidde zich in de straten en weldra stonden al de kelders ouder water. Dit nieuw ongeval, behalve dat de stad geheel van water beroofd is, zal slechts langzaam en met moeite kunneu hersteld worden. Wat de openiug in de kolom van Ensival betreft, men hoopt dat deze Maandag zal kunnen hersteld zijn. Men schat op 3000 het getal der werklieden welke te Verviers en omstreken zonder werk zijn, tengevolge van het gebrek aan water. Ongelukkig zal die gedwongen werkstaking nog verscheidene dagen moeten duren. Albert Millaud drijft op een vermakelijke manier den spot met Tirard. Opgevoed iu een uurwerkers- familie, vau zgu jeugd af gewoon met remontoirs en chouometers om te gaan, gevoelde Tirard zich niet thuis in het Ministerie van Financiën. Hjj verlangde naar pendules en uurwerken en in z|jn gesprekken gebruikte hg telkens termen aan zgn vroeger vak ontleend. Tirard vermagerde zichtbaar, maar se dert eenige dagen ziet bg er weer fleuriger uit en Millaud weet boe dat komt. Men vond op een zekeren morgen in het Ministerie een vreemden hoed; nieroaud wist wien die behoorde. De onder-Secretaris van Financiën, Labuze, vroeg den concierge hoe die hoed daar kwam. Deze antwoordde, dat het de hoed was van den man die om de acht dagen te middernacht de 300 pendules'twam opwinden. Deze man, voegde de concierge er bg, was op zonder linge wij ie gekleed en gedroeg zich nog zonder linger; hij kuste soms de pendules en stortte tranen van vreugde als ze sloegen, Laubuze nam den hoed mede naar boven. Tirard ontmoette hem en riep: „Kijk, daar heb je mijn hoed I» Laubuze begreep alles. „Wat, gij windt onze pendules op mijnheer de Minister!" «Stil, verraad mij niet!» smeekte Tirard. Op dat oogenblik sloegen de 300 pendules van het Ministerie allen tegelgk. Tirard riep stralend van vreugde uit: „Dat is mijn werk!" en Labuze kuste hem op het voorhoofd. speeld heeft, al van zeer weinig inzicht en geestkracht blijk; ten tweede gelooven wij, dat de algemeene belangen van Europa bij Egypte minder gevaar loo- pen door het optreden van Eugeland, dan door het bijzondere streven der Franschen. Er is stellig geen mogendheid, welke over den loop van zaken in Egypte meer ontstemd moet zijn, dan juist Frankrijk." Door landverhuizing is de bevolking van Zweden in het tienjarig tijdvak van 1871 tot 1880 met niet minder dan 150.269 personen verminderd, hetgeen een Verlies van bgna 3'/* pCt. op de ge heele bevolking uitmaakt. Van de landverhuizers behoorde verreweg het grootste getal tpt het jongere en krachtigste gedeelte der bevolking. Niet minder dan 43 pCt. waren in den leeftijd van 2030 en 14 pCt. in dien van 3040 jaar. Tusechen tien en twintig jaar waren 19 pCt. Daarbij is op te merken, dat de eerstgenoemde klasse slechts 16 pCt. van de geheele bevolking des lands uitmaakt. Iets meer dan één pCt. van de landverhuizers was boven de 60 jaar en negeu pCt. behoorde tot de klasse van 50.60 jaar. Bedenkt men nu dat in de eerste helft van dit jaar 34,100 personen het land verlieten, dan blijkt dat de landverhuizing in Zweden sterk toeneemt. GEVONDEN en aan het Bureau van Politie ge deponeerd een onderstuk van een Kinder-Oorbelletje vau bloedkoraal met goud en een zilveren naaldenkoker. Steeds met goed gevolg bekroond, door velen zelfs als hun levensredder geprezen zyu de Zwitsersche Pillen van Bich. Brandt het «are middel tegen Maag- Darm- Lever- en Galaandoeningen «elke verstopping, opgeblazenheid, hoofdpijnen, duizeligheid, afmatting, ten gevolg hebben. De Zwitserscbe pillen van Rich. Brandt zijn, benevens uit voerige prospectussen ver krijgbaar te Gouda bij den Apotheker Hoethamer. a 70 ets. de doos. Oorlogsnieuws van belang is er uit Egypte niet. Blijkens eene Reuters-dépêche uit Konstantinopel begaf Saïd-pacha zich naar Xberapia, om aan lord Dufferin mede te deelen, dat de ministerraad be sloten had de proclamatie uit te vaardigen, waarin Arubl-pacha door den Sultan voor oproerling ver klaard wordt, en de militaire conventie overeenkomstig het voorstel var> lord Dufferin aan te nemen. Het officieus orgaan der Oosteuryksche regeering, het Fremdenblatt van Weeueo, komt in een zyuer laatste nrs. op tegen df stemmen, welke nu en dan in de Europesche pers opgaan, om Engeland's hoyding tegenover Egypte in verdenking te bregen en over de toekomst van bet Suez-kannal bezorgd te maken. Na betoogd te hebben dat hiervoor geen groudige reden bestaat, laat het blad zich over de stelling der overige mogendheden ten opzichte van de gebeurtenissen in Egypte aldus uit: /,Door toe te laten, dat Engeland alleen en op eigen ge vaar in Egypte tusschenbeide komt, doen de mogendheden geen afftand van haar recht, om by de eind regeling een beslissend woord mede te spreken. Zulk een afstand werd ook nimmer van den kant der Eugelsohe regeeriug verwacht; integeudeel gaf zy herhaaldelijk en op afdoende wijze de verzekering, dat haar militair optreden geenszins op de toekomstige regeling der Egyptische aangelegenheden vooruitliep. Tot dusver bestaat er geene reden ora de oprechtheid dezer verzekering te wantrouwen. De spottende toon der Parijsche dagbladen over de volkomen onmacht van Europa kunnen wij daarlaten. Vooreerst geeft de- rol, welke Frankrijk in de Egyptische crisis ge- London, 28 Augustus. Van Wolseley is uit Ismaïlia eene dépêche onder dagteekening van Zondag ontvangen, waarin hij zegt, dat het resultaat der gevechten van Douderdag en Vrijdag veel belangrijker is dan hij zelf wist. Zaterdag heeft de vijand m wanorde de vlucht naar Zagazig genomen, met achter lating van het kamp, wapens, ammunitie en allerlei soort van proviaud. Mahmoed-Bey, de voornaamste militaire raadsman van Arabi, is gevangen genomen en bevindt zich in bet lump van Wolseley. Londen, 28 Augustus. De Pall-Matl-Gazctte is gemachtigd, het berich tegen te spreken, volgens het welk Wolseley versterking zou hebben aangevraagd. Ismailia, 28 Aug. Wolseley heeft thans een korps van 11,000 man, met 2770 paarden en 27 stukken geschut, gereed om slag te leveren. CORRESPONDENTIE. Het stokje vso «een getrouw lexer" wordt in een volgend nr. geplaatst. Redactie GEBOREN 25 Ang. Willem Frans, ouders G. J. Enden burg en A. van der Starre. «- Willem, ouders T. J. Dyk-, man en S. Herman. 26. Arnoldos Antonius, ouders J. Her tog en A M. Rotmeijer. Karei Petrus, oudfrs C. T. Tholens en C. van Vuuren Cornelis, ouders C. Vermtuleu en P. de Vrij. Anna Francina, ouders C l.spoutre en A. Meij- boom. 27 Cornelis, ouders H. Neef eu C. C. Appel. 28 Aloise, ouders A. de Busschere en M. Dijkman.Mijntje, onders G. Zeverboom en M. Reebeen. Lobbert Andries, ouder M. Neuts en M. Vos. OVERLEDEN: 25 Aug. B. J van der Valk, 55 j. - 26. C. van Eeuwen, 65 j. J. Kooien, 80 j. 11 m. 27 H. M. Schrave, 11 m. K. Rynhart, 11 j. K. Worst, 2w,- 28. L. Bakker, 1 j. 9 m. Getrouwd R. ROZE8TRATEN EN A. C. A. VAN BUEL. Augustus 1882. Heden overleed mijn dierbare, onver getelijke Echtgenoot CORNELIS van EED WEN, in den ouderdom van ruim 65 jaren. God Bterke mij in dit voor rajj zoo zwaar verlies. Wed. C. van EEUWEN- Gouda26 Aug. 1882. van Gaalen i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1882 | | pagina 2