'IJ. hi ÏOH, 1883. N° 3848. BINNENLAND. la l' I; Vrijdag 24 November. JX ieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ,1 <5 r. 1 r. NG I J m, sder. der van 8 O m id Kapitaal Eek I ti '-r arbeidende fanneer de I I GOUDSCHE COURANT. ETTEN te some kan om de groei it uitvallen i 90 cents. In flacons 5 cents. DENRIJK, SK. eene Medaille «•el in 1880. 4^ 'talve flesschen t lülieng, Pariji. Flndsor U MO ',jne Clientele ND: BRUSSEL Flacon bevindt Coiffeur' 25. n flacons Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zittingen van 21 en 22 November. (Vóór den aanvang der openbare sitting van Dinsdag werd in de afdeelingen onderzocht bet wetsontwerp tot bekrachtiging van de overeenkomst met de Ned. Handelmaatschappij.) Tej 1 ure werden Dinsdag de openbare beraadslagin gen voortgezet over de Indische begrooiing over 1883, bij de afdeeling Finantiëo. De heer Keuchenius maakte bezwaar tegen een opdracht aan den heer Sprenger van Eyk van een speciale taak voor de administratieve hervorming omdat de Raad van Indië, toch reeds overkropt mdt werkzaamheden, zulk een kundig lid niet kan mis sen. Voorts drong hij nogmaals aan op herziening van de verordening op het patentrecht in ludië, in dier voege dat alle onrecht daaruit worde weg genomen. In verband hiermede wenscht hij verhoo- ging van bet patentrecht voor de Billiton-Maat- schappij, hetgeen door haar inkomsten volkomen is gerechtvaardigd, na aftrek althans van de hoogere beschermingskosten die de Maatschappij vergoedt. Hieraan knoopte spr. opnieuw vast zijn oordeel, dat met de verlenging van het contract 's lands belang is verwaarloosd, gebruikte hy het erger woo^l dat hem op de lippen ligt ia Indië, hy zou de kolonie worden uitgezet. De Minister van Koloniën beroept zich wat de opdracht van den beer Sprenger van Eyk betreft, op art. 36 R Reglement en doet opmerken, dat een finantieele reorganisatie, eenmaal door den heer van Kijk ontworpen z'ynde, 'nog verschillende phases zal doorloopen, die zoovele waarborgen voor deug delijke beslissing zijn. Wat het patentrecht betreft, de Min. acht de vraag over de billijkheid daarvan gesloten, maar meent toch te mogen zeggen dat voor Indië 2 pCt. van een bedrijfswinst niet te veel is. Wat de zaak van de Billiton-Maatsohappy betreft, de Min. moet het oordeel daarover nogmaals opschorten totdat de Commissie haar werk zal heb- "wen volbracht. Hiermede liep deze gedachten-wisseling af. Bij de pnder-afdeeling Verpachte middelen leverde de heer W. K. v. Dedem een critiek over de wyze waarop het opium-onderzoek is ingeeteld en van de queitionaire aan de Commissie van enquête ge- GOUDA, 23 November 1882. Daar hët reeds eenigen tijd geleden is (in de Goudeche Cl. van 29 October) dat de officieele ken nisgeving werd geplaatst van Burg, en Weth. dezer gemeente belr. de verkiezing ran Leden voor dé Kamer van Koophandel en Fabrieken, herinneren wij er op verzoek aan dal deze verkiezing plaats heeft Woensdag 29 November e. k. Zes leden moeten ge kozen worden 4 door de aftreding der hh. Dr. H. IJssel de Schepper, C. C. H. Prince, D. G. van Vreumingen en ontslag nemen bet overlijden steld. Ook sprak hij zijn afkeuring uit over de onvolledige bewaking van de kunst tegen den smok kelhandel. De Minister verklaarde dat het thans ingesteld onderzoek slecht» als voorbereidend moet worden beschouwd om het terrein als 't ware te ontginnen, waarvan een meer speciaal onderzoek nog zal moeten volgen, om deze ingewikkelde zaak tot klaarheid te brengen. In zake der vóór 1879 gepensioneerde officieren, die niet deelen in de later vastgestelde gunstiger peusioenbepalingen, zeide de Minister aan den heer Rutgers, dat hij nog geheel vrij is daarin, en dit belang ernstig en nauwgezet,zal onderzoeken. Aan den heer Miraudolle beloofde de Minister nadere inlichtingen omtrent de onttrekking van de woeste gronden aan de particuliere cultuur, opdat daaruit zou blijken de reden van de wanverhouding tusschen de uitgestrektheid der geëxploiteerde gron den en de opbrengst. De heer Tak besprak de aanstaande exploitatie der havenwerken te Tandjong-prink, welker groote ernst medebrengt, dat de eventueels concessie aan particu lieren voor Nederlands belangen gewaarborgd worden door tusschenkomst van de Wetgevende Macht. De Minister verklaarde met voorliefde t» zullen uitlokken het oordeel der Kamer, maar de inhoud der ooncessie-aanvraag moet beslissen of dat niet over bodig is volgens het Indisch staatsrecht. Tegen die laatste reserve rezen algemeen bezwaren, in zoover daaruit de mogelijkheid zou kupnen afge leid worden dat de Kamér voor eeu fait accompli werd geplaatst. De Minister verklaarde herhaaldelijk dat dit de bedoeling volstrekt niet is. Een voorstel over de haven-exploitatie kan in elk geval van den landvoogd worden verwacht. De discussie over bet spoorwegamendement werd be gonnen. In de zittiug van gisteren is de beraadslaging over de Indische begroeting voortgezet. De Mi», van Koloniën deelde mede dat hy, ter geruststelling niet voor zich zelf maar voor de Kamer, den G. G. gisteren dadelyk heeft getelegra feerd betrekkelijk het gesprokene over de Bataviasche havenwerken. De Minister lichtte voorts toe een verhooging van de onderafdeling ’81 (spoorwegpost) met ongeveer 2 ton die verleden jaar voor den bovenbouw van een stoomtramweg in Atjeh ongebruikt zyn ge bleven. Het gebit hier derhalve een eenvoudige overschrijving. Het amendementBaatert c. s. om den post voor de lijn SoérabayaBadjong (ad 514,000) achter wege te laten werd door den Minister bestreden. Dit amend, is geen bezuiniging; het achterwege laten van deze lijn waartoe vroeger reeds in prin cipe besloten was, zou de opbrengst van de hoofd lijn (8oerabaya—Malang) schaden en daar nu op de hoofdlyn 5 millioen wordt bespaard en voor spoorwegen toch geleend zal moeten worden, kan men waarlijk op 5 of 6 ton gouds voor de voort zetting van een spoorwegbouw niet zien. I Ook de heer Gennep bestreed het amendement in algemeenen/ finantieelen zin, omdat deze spoor- wegposi'-uifit 'als weelde op de openbare werken kan worden beschouwd, terwijl bovendien dat lijntje als het noodzakelyk complement van de Ooeterlynen moet beschouwd worden. De heer v. Kerkwyk sloot zich by de bestrijders van het amend, aan, omdat de spoorwegtak hoog noodig is voor de verbinding van Soérabaya met het water. Nadat de Minister het amend, nader bad bestreden zeggende dat de niet-aanleg van de lijn eer zal schaden dan baten, werd het amend, aangenomen met 38 tegen 35 stemmen. By de afdaling Oorlog besprak de heer Kool de formatie en de organisatie van het Ned. Ind. leger. Het sterkte-cyfer van het leger heeft) uitbreiding noodig, vooral in de tegenwoordige omstandigheden, waarin het noodig zou kunnen blijken dat het noodig is op vele plaatsen in Indië met gestrengheid te werk te gaan. De Atjeh-troepen behopren ook aangevuld te wor den uit een speciaal voor dat doel aan te leggen depot. Daardoor ral er aanzienlijke besparing wor- deft verkregen. met 54 Te» aanzien der beschuldiging (van de Nieuwe Rolt. Cl.) dal de officieren van het Ned. Ind. leger zich door materieel winstbejag zouden laten leiden tot het provoceeren van den oorlogstoestand in Atjeh, deed het den heer Kool pijn zulk een onderstelling zelfs te moeten bestrijden, omdat dit een gemis aan vaderlandsliefde zou verraden dat bij geen officier denkbaar is. Maar de beschuldiging is ook om het materieel» feit onzinnig omdat, in oorlogs toestand, bij de meest royale indemniteit, de toe stand voor de groote meerderheid der officieren (de gehuwde) nog veel nadeeliger is dan in vredestijd. De Min. van Koloniën verklaarde de beschouwingen van den heer Kool omtrent een legerformatie gaarne te zullen overwegen. De moeielijkheid van uit breiding ligt echter zoowel in de finantieele als in de personeele quaestie. De verhouding tusschen de Nederl. en de vreemde troepen zal zooveel mogelijk worden hersteld. De heer Keuchenius maakt eenige bezwaren tegen de regeling van de examens voor de officieren van den geneeskundigen dienst, maar de Minister verwees hem naar de wet van 1880. De heeren Bastert c. s. hebben op art. 113 een amend, voorgcsteld om dien, post te verminderen met f 127,000 (in verband met vermindering van 188,000 op Hoofdstuk I) welke som is uitge trokken voor de voortzetting der werken van de marinefabriek te Soérabaya. Die werken zyn, zeide de heer Bastert, nog niet aangevangen zoodatdeze post ontijdig is. Na langdurige discussie werd dit amendement aangenomen met 46 tegen 31 stemmen. Het geheele begrootingshoofdatuk II is aangenomen tegen 22 stommen. De afdeelingen her nieuwd zijnde hebben tot leden der centrale sectie gekozen de heeren Tak, Cremers, v. Delden, van Eek en Wübenga. v Wybenga. i Dezer dagen bracht de heer vau Haeften, refe rendaris bij Justitie, een bezoek aan de gevangenis ie Monfoort en confereerde met de commissie van administratie over een rechtsvervolging, die was aan gevraagd door de adjunc-directrice tegen de directrice, wegens het wederrechtelijk in bezit houden van een particuliere brief, welke zaak door den burgemeester was geïnstrueerd en waarover de stukken aan den officier van justitie waren gezonden, en daaronder ook de brief, die tot het geschil aanleiding had gegeven. Als een gevolg van een en ander, wel licht ook ten gevolge van de vele klachten, die over het beleid van de directrice, mejuffrouw Boon, waren gerezen, zal zij met 1 Januari a. s. Montfoort ver laten; (waarheen is op ’t oogenblik niet algemeen be kend, doch zal nader worden bericht,) welk minis terieel besluit meer wordt toegejuicht dan dat, om ook mevrouw Werdmuller van Elgg, de adjunct- direotrice, van hier weg te nemen en daarenboven haar abrupt de keus te geven tusschen een betrek king te Dordrecht op minder salaris of ontslag uit Rijks dienst. (U. D.) De sneeuw zoo schrijft men uit Apeldoorn aan het Bolt. NU. is der Koningin tot tijd verdrijf en wintervermaak, doeh zou dar i klasse de voorbode van gebrek zyn, wi Koning niet als een goed landheer den arbeid, die dezen zomer wachten kon, tot den winter had be waard en thans een tachtigtal arberders aan werk hielp in de Wiesselsohe heide, waar om een stuk heide, dat met dennen beplant zal worden, eenige duizenden gaten van drie meter diepte gegraven moeten worden, ten einde de herten te beletten, het jonge hout te vernielen. Het volk verdient een goed daggeld en wordt dagelijks voorzien ran soep en kommiesbrood, dit laatste op voorstel van de Koningin, die als een moeder vobr de armen zorgt. De gruwelen, door de Montenegrynen en Alba- neezen wederzyds gepleegd, zyn verschrikkelijk. Een I tiental weken geleden heeft een Montenegryn eene vrouw uit Gruda opgelicht; de inwoners van Gruda verzochten der overheid de misdadigers te straffen, doch daarvan kwam niets en de Albaneezeu besloten CQ ïcs s as O l l 5 co. kozen worden 4 door de aftreding wr 1 Cl In U A. van Reedt Dortland, 1 door het van den heerG. Langeraaren 1 door van den heer D. Lulius van Goor. De verkiezing heeft plaats van 123 ure. In de plaats van wijlen den heer A. C. Cosijn, collecteur der Siaats-Loterij, is benoemd mevr, de Wed. A. C. Cosijn alhier? Tot predikant te Gouderak is beroepen de beer W. E. Noordink te Hagestein. Benoemd tot Wethoyder der gemeente Stolwijk de heer N. Dogterom. By de te Zevenhuizen gehouden herstemming voor twee leden van den gemeenteraad tusschen de hh. C. v. d. Wilt en C. D. B. van Leeuwen, en tusschen de heeren WL. Preuijt en C. D. B. van Leeuwen, zijn gekozen de heeren C. v.d. Wilt en W. L. Preuijt. Tot onderwijzer aan de openbare school te Amster dam is benoemd de heer Ph. van der Vós te Nieu- werkerk aan den IJsel.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1882 | | pagina 1