®®a
bode
1Z9,
ede getuigen
lienet zonder
BINNENLAND.
Woensdag 11 Juli.
N° 2946.
1883.
,er LOTEN
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
r
ERT,
'arljs.
iwerij,
LTEB,
ren 193.
ADIS,
Bier,
tract-gehalte
HER.
K.
EKTE,
klinken,’’
CHE
en
CHT,
r, GOUDA.
IT3,
ig
ite
genezen
i is eerst
tzing.
DORT,
r-begeleiding.
ILLIGEN.
0.50.
GOUDSCHE COURANT
4
1
van
een
loop
buiten.
IIMAS,
I dat door mij
1°. Augustus
aan het Bu-
GEÜRIG8TE
Vollen
en H.
u s t u s eene
Onutreken,
e t h o d e.
m vervoegen.
Kassier.
CENTS
overal
verkrijg
baar
of (leze zou bij velen sympathie ondervinden en ge
kozen wordende als lid van den raad, zou hij zeker
als zoodanig een goed figuur maken.
Daarop werd tot stemming overgegaan, waarbij
de hh. W. J. Fortuijn Droogleever, G. A. Oudijk,
W. Brandt van Straaten en C. Messemaker ieder 11
stemmen en de heer H. G. Hoef hamer 10 st. op
zich vereenigde, zoodat genoemde heeren tot de Can
didaten der Kiesvereeniging zijn geproclameerd.
Het groot Oost-Indisch ambtenaars-examen is
o. a. met gunstig gevolg afgtlegd door den heer
K. N. Binnendijk.
Onze stadgenoote, mejuffr. Jaliane de Leeuw, die
ten vorigen jare examen deed als Israel, hulponder-
wyzeres, is Zondag II. door de Algemeene Commissie
van Examinatoren te Amsterdam met goed gevolg
geëxamineerd en toegei at eirWi Israel. Godsdienst-
hoofdonderwijzeres.
Mejuffr. de Leeuw, die hare studiën deed onder
van den heer L. M. Bood, leeraar bij de
i van 17
;tter U. aan
inde! .1. H.
JM ZOON
nden
Als lid der jury voor de derde afdeeling der
Internationale Tentoonstelling, onderafdeeling schil
derden, is ook uitgenoodigd mejuffrouw Therèse
Schwartze.
Deze welverdiende onderscheiding eert niet alleen
haar, maar eveneens den Minister van binnenlandsche
zaken, liet is een bewys, dat bij volkomen beseft
wat in eene ontwikkelde maatschappy aan
GOUDA, 10 Juli 1883.
Aan het ten overstaan van Curatoren gehouden
admissie-examen voor het progymnasium ie deelge
nomen door 8 candidate!!, waarvan 7 tot de lessen
in de le klasse zijn toegelaten, nl. A. van Aelst, B.
J. IJssel de Schepper, G. R. J. IJssel de Schepper,
C. de Vletter, J. A. Vriesman, L. J. Vriesman en
J. Wernink,
De tentoonstelling te Amsterdam werd Zondag
door 20,000 betalende personen bezocht, welk getal
met de vrijkaarten en met hen die, door de steeds
openstaande deur achter den restaurant Bon Marché
zonder betalen binnenkwamen^ zonder overdriving
op 30,000 mag gesteld worde*.
De kweekelingen van hetblinden-instituutte Amster
dam zijn voor vyf weken naar hunne ouders en betrek
kingen vertrokken, zoodat de inrichting tot 15 Aug.
gesloten is. De verschillende spoorweg- en stoomboot-
maatschappyen hebben den behoeftigen onder hen op
de meest welwillende wyze vry vervoer toegestuan
met hunne onmisbare geleiders en voor hunne bagage,
een weldaad welke niet alleen door de ouders en ver
zorgers der blinden, maar ook door het bestuur op
den hoogsten prijs wordt gesteld. In den afgeloopen
■cursus werd 44 maal des Woensdags gelegenheid
gegeven om het onderwys bij te wonen, en daarvan
werd door 1560 personen gebruik gemaakt, waarvan
40 zich als leden lieten inschreven.
Het getal kweekelingen bedroeg 63, waarvan 34
jongens en 29 meisjes. Twee jongens, Frederik De
Boer, van Medemblik, en Frederik Jan Dunnewind,
van Haerst (Zwollerkerspel) werden na volbrachte
studie eervol ontslagen. De eerste is tot een bekwaam
organist en pianostemmer, de laatste tot degelijk man
denmaker, stoelenmatter en rieulechter gevormd, en
wanneer de maatschappij zich hunner aantrekt, kun
nen zij hun brood ruimschoots verdienen.
Ziekten en zelfs ernstige ongesteldheden kwamen
volstrekt niet voor, noch onder de kweekelingen,
noch onder het onderwijzend personeel. Naarmate
men meer met den degelijken arbeid der blinden
bekend wordt, begint ook ’t werk voor hen ruimer
te komen. Er werden dit jaar vijfmaal meer stoelen
gevlochten en oneindig meer mandenwerk afge
leverd dan voor 10 jaar het geval was. De voor
werpen door ’t instituut naar de tentoonstelling
gezonden, trekken er zeer de aandacht, en vele aan
zienlijke vreemdelingen bezochten de inrichting met
veel voldoening gedurende den nu afgeloopen cursus.
De Haagsche kout van de Prov. Gron. Cl. ver
haalt, dal bij ’t bouwen van het prachtige kasteel
van den heer Van der Oudermeulen, te Wasseneer,
de eigenaar aan het werkvolk, dat een zeer hoog
daggeld verdiende, voorstelde, iedere week een gulden
te laten staan, welk geld hij op de voordeeligste
wijze voor hen beleggen zou, om het hun na ver-
':-p van drie jaar uit te keeren. Ondanks dit aan
lokkend voorstel waren er slechts twee, zegge twee,
die er genoegen mede namen. Dezer dagen nu waren
de drie jaar verstreken en kreeg het tweetal kapi
taal met interest op interest terug, en bovendien
leiding
Israel, gemeente alhier, heeft de ouderdom
jaren nog niet ten volle bereikt.
In de heden gehouden vergadering der Provin
ciale Staten van Zuid-Holland zijn de aftredende
leden der Eerste Kamer, de hh. J. van
hoven, Jhr. F. G. E. Merkes van Gendt
Muller Sz., als zoodanig herkozen.
ieder een bankje van 200 toe. Of de andere
werklui spijt zullen gehad hebben vau hunne wei
gering om door gemakkelijke besparing, een aardig
sommetje bijeen te krijgen
Heeft de directeur, van een zwemschool het recht
op drukke dagen over de kamertjes van hen, die
zich in ’t water bevinden, zonder vragen te beschik
ken, en andere, den zwemmer onbekende personen,
zich daarin te laten ontkleeden
Natuurlijk niet, zal men zeggen, en zeggen ook
wij. Die kamer, waarin iemands kleêren met moge
lijke waarden, de handdoek, waarmede hij zich straks
de huid zal afdrogen; enz., enz., zijn geborgen, is
als het ware een gebuurd tijdelijk eigendom, en in
vele inrichtingen kan de bader zyn hokje dan ook
afsluiten. Die opvatting trouwens strookt volkomen
met het intiem karakter eerer zwemschool.
De directeur van de zwemschool Rijnzigt te Lei
den evenwel denkt er anders over en heeft zelfs aan
een geabonneerde het lidmaatschap durven opzeggen,
omdat deze, toen de moderne deeliugsmethode door
den directeur ook op zijn tijdelijk verblijf werd toe
gepast, daartegen ten sterkste in verzet kwam.
(N. a. d. D.)
Prof. P. Harting schrijft in het Album der Na
tuur het volgende over den kindermoord
zwaan in het Vondelpark te Amsterdam
In het begin van Juni wss een groot aantal
wandelaars in het Vondelpark getuige van een treur
spel van zeer bijzonderen aard.
Het mannetje van een zwanenpaar, dat aldaar
verblijf houdt, greep een der jongen bij den nek,
sleepte bet tegen wil en dank naar den vyver en
hield den kop van bet arme dier onder water met
de blijkbare bedoeling om een moord te plegen.
Zelfs nam hij den poot te baat om het tegenspar
telen van het jong te overwinnen. De tuinman
schoot met een haak gewapend toe, om den ontaar
den vader te verdrijven, maar te vergeefs. De
moeder stond met de overige jongen den moord
bedaard aan te zien, zonder eene enkele poging aan
te wenden om haar kind te redden.
Nu is het van algemeene bekendheid, dat in de
dierenwereld zeer dikwijls gevallen voorkomen van
moord door den vader op zijn kroost gepleegd. Van
den zwaan had ik echter betere gedachten. Van de
huwelijkstrouw der zwanen worden dikwijls treffende
voorbeelden verteld. Van de ‘zorg der ouders voor
de jongen heb ik in hetzelfde park mede proeven
opgemerkt, en nog heden zag ik, waarschynlijk in
dezelfde familie, de moeder zwemmen met een paar
jongen onder hare gekortwiekte vleugelen.
Misschien hadden de ouden aan het jong eenig
gebrek opgemqrkt, dat den vader op zoo Spartaansche
wijze deed handelen.
Opmerkelijk vind ik bovendien het overleg, waar
mede het doodvonnis voltrokken werd.
In elk geval strookt het gebeurde slecht met het
dichterlijke karakter, dat men den zwaan gewoonlijk
toekent.
Bij gelegenheid der prijsuitdeeling aan de genees
kundige school te Londen, heeft men eenige bijzon
derheden vernomen omtrent de nieuwe inrichting
voor vrouwelijke artsen. Er zyn daar 40 dames
die de lessen volgen, en ien (behoeve van haar
onderhoud en hare studiën is door schenkingen en
inschrijvingen bijeengebracht eene som, die ongeveer
3000 pond sterling jaarlijksche rente vertegenwoordigt.
De ervaringen der laatste jaren hebben bewezen,
dat vrouwen volkomen geschikt zijn voor de uitoefe
ning van het beroep van arts, en dat men bij voor
keur de hulp van vrouwelijke artsen inroept voor
het behandelen van kinderen en van zieken barer
eigen kunne. (Huisvrouw).
De heer D. Ruyter is heden vyf-en-twintig jaar
Secretaris van de hier gevestigde Spaarbank van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Met hoeveel toewijding hij gedurende dien tijd
ten nutte dier zaak is werkzaam geweest is alom
bekend, zijne accuratesse en ijver verdienden steeds
alle waardeeriog en dat de zoo heilzame en nuttige
inrichting aan zijne goede zorgen veel, zeer veel te
danken heeft moet op dezen dag met erkentelyk-
heid worden geconstateerd. HH. Commissarissen ga
ven den beer Ruyter bij deze gelegenheid een stoffe-
lyk blijk hunner waardeering en het is voorzeker
aller wenscb, dathij nog langen tijd ten nutte
der Spaarbank zal werkzaam blyven.
De kiesvereeniging nGemeentebelang" hield Zater
dagavond eene vergadering tot het stellen van 5
Candidaten voor het Lidmaatschap van den Gemeen
teraad, onder praesidium van den heer G. J. Steens
Zijnen, die, nadat de hotulen der vorige vergade
ring waren voorgelezen en onveranderd goedgekeurd,
in herinnering bracht dat aan de beun van aftre
ding waren de raadsleden W. J. Fortuijn Droog-
Jeever, W. Brandt van Straaten, G. A. Oudijk en
Jhr. M. C. F. J. de Rotte, van welke laatstge
noemde had kennis gegeven niet meer in aanmer
king te willen komen, terwijl nog in eene vacature
moest worden voorzien ten gevolge van de ontslag
name van mr. H. J. Kranenburg.
Daarop werden de aanwezigen in de gelegenheid
gesteld Candidaten voor te stellen.
De heer F. Grendel stelde voor de hh. W. J.
Fortuijn Droogleever en G. A. Oudyk; de heer H.
G. Hoef hamer: de hh. W. Brandt van Straaten
en C. Messemaker; de heer A. L. van Uvenden
heer G. J. Steens Zijnen de heer G. J. Steens Zynen:
den heer H. G. Hoef hamer.
De beer Steens Zynen verklaarde in geen geval eene
Candidatuur te kunnen accepteeren, waarop dr. A.
Romeyn nog als Candidaat voorstelde: dr. H. IJssel
de Schepper. Ook laatstgenoemde verklaarde, of
schoon zeer vereerd door het noemen van zijn naam,
ónmogelijk eene Candidatuur te kunnen asnnemen,
waarop werd overgegaan tot de aanbeveling der ge
noemde Candidaten.
De heer Grendel meende dat de hh. Fortuyn
Droogleever en Oudyk alleszins eene herkiezing waard
waren, de eerste wegens ztfn jarenlange toewijding
aaa bet algemeen belang, de laatste wegens zijn
erkende onafhankelijkheid, terwijl hij door zijne
bouwkundige kennis in de gelegenheid was het
Dagelijksch Bestuur nuttige inlichtingen te verschaffen.
De heer Hoef hamer beval den heer van Straaten
opnieuw als raadslid aan, daar hij steeds getoond
had zich op de hoogte te willen stellen van de
quaesties, die aan de orde waren.
Voorts achtte spr. de verkiezing van den heer Mes
semaker wenschelijk. Wij allen aldus zeide spr.
kennen den heer Messemaker, wij allen weten boe
hij zich als raadslid indertijd gedragen heeft en
waardeeren hem als een rechtschapen, eerlyk, flink
man, die ten volle een plaats in den raad verdient.
De heer Steens Zijnen zeide daarop het minder
gepast te achten zijn Candidaat, den heer Hoef-
hamer, breedvoerig te verdedigen, daar deze op de
vergadering tegenwoordig was, maar dit wilde
hy zeggen dat de heer Hoef hamer, gedurende de
26 jaar dat spr. hem kende, steeds geloond had
een man te zyn, die open en rond voor zyu gevoelen
mtkwam en wiens Candidatuur als oud-Gouwenaar
zeker veel kans van slagen zou hebben.
De heer A. Kok ondersteunde de Candidatuur van
den heer Hoef hamer ten sterkste, spr. twijfelde niet