EL.
'I
Vrijdag 10 Augustos.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken»
>ING
ELS
1883.
O
REN.
)ls
N° 2959.
BINNENLAND.
eiten
t
i.
i
3
te
[AN.
idde!
Dhe
«gen,
tstaan
pjjn, Kies-
i de leden,
IgsB
I iü*
O M.
I m
Jl
GOUDSCHE COURANT
s
M-
IAN.
aü Zn.
(SLOOT.
ADE.
N.
URVER8.
irkeuken.
)M.
AND.
IN,
SNNING.
Wilde,
er.
attent te
1 d w o 1-
n bruine
le bereid
>r Den-
ran
Cf.
deze gelegenheid herwaarts gekomen waren, hadden
zich vereenigd om den jubilarinen, die zij nog, eren
als rroeger, met den naam ran rader en moeder be*
groetten, hunne hulde te kamen brengen.
Het waren alle oud-verpleegdeu, die niet vergeten
konden wat zij aan rader en moeder te danken hadden.
Namens allen bracht de heer H. A. Toen aan de
feestvierenden hulde en betuigde hun in kern achtige
en zeer goed gekozen bewoordingen nogmaals dank
voor wat vader en moeder voor hen gedaan hadden
en geweest waren. Uit naam van een 60tal voor
malige verpleegden bood hij hun een kostbaar ge
schenk aan, bestaande uit een sierlijk bewerkte
linnenkast.
Dat vader van Altena ook nu byna geen woorden kon
vinden om zijn gewaarwordingen uit te drukken,
behoeft zeker niet gezegd to worden. Het was voor
hem én zijne echtgenoote streelend op te merken hoe
hunne zorgen en toewijding gewaardeerd werden door
menschen, die* tot ryper leeftijd gekomen, nu nog
meer inzien wat zij aan vader en moeder verschul
digd zijn.
Na afloop dezer receptie volgden weer andere.
Verschillende corporaties en personen kwamen om
hunne hulde te brengen. In de eerste plaats moeten
hieronder genoemd worden bh. Regenten van het
gesticht, die bij monde van den heer L. P. Hoogen-
dyk (de voorzitter, de heer C. Knaap, was door on
gesteldheid verhinderd hierby tegenwoordig te zijn)
den heer v. A. en zyne echtgenoote gelukwensebten
en hun een sloffelyk blijk van achting en waardee-
ring aanboden, benevens een bartelijken brief, waarin
deze gevoelens op ondubbelzinnige wijze waren uit
gedrukt.
Eveneens mochten zij van de dames Regentessen
besluit van 4 Juli 1883 waarbij in 2 de invoer
van boomen en planten (bewürzehe Gewaohse) uit lan
den, die niet tot de druifluisconventie zijn toegetreden,
in Duitschland verboden is.
Aangezien Nederland tot nog toe niet tot de con
ventie behoort, is dat verbod voor onze gemeente een
zware slag, daar verreweg het grootste gedeelte der
boomen en andere gewassen, die hier geteeld en ge
kweekt worden, naar Duitschland gaat.
Naar men verneemt zijn er belangrijke wijzigingen
gebracht in de statuten van de Officier»- Weduwen
en Weezenkas.
De wed uwen-pensioenen zullen namelyk met 25
percent worden verhoogd. Het getal leden der Direc
tie wordt van drie op zeven gebracht, waarvan zes
te benoemen uit candidaten die door de officieren
zullen worden gekozen.
In een nader artikel ten betooge, dat alles ge
daan behoort te worden tot wering van het gevaar,
dat de cholera hier te lande insluipe en dat even
tueel bij haar ontstaan alles gereed moet zijn tot
haar bestrijding, vlecht de N. Rott. Ct. de volgende
mededeeling in:
"Met belangstelling vernamen wij daarom dat dr.
Egeling een bezoek heeft gebracht aan Maassluis,
om de oprichting van een quarantaine-hospitaal met
toebehooren op een gunstig gelegen plaats buiten
Maassluis voor te bereiden, terwijl wij hopen dat
ook te IJmuiden dergelijke inrichting zal verrijzen,
en dat aan het verzoek van Zeeland’s geneeskundigen
inspecteur dr. Dozy tot oprichting van barakken en
ontsmettingsovens in de Zeeuwsche havens gevolg
zal worden gegeven."
•’«••j1' ««1-ken Nor ,anUidio< „n berieW, rt.l rioh ihw
bij dr. Mezger onder behandeling bevindt een luite
nant der infanterie, die te Atjeh 3 kogelwonden en
23 klewanghouwen ontvangen beeft, deelt men aan
bet U. D. de volgende bijzonderheden mede omtrent
den zwaar verminkten officier, den 25-jarigen 2den
luitenant Luske:
«Nu ongeveer een 6 a 8 tal maanden geleden
rukte een vrij sterke patrouille van uit Toengkoep
tegen de Atjehscbe //kwaadwilligen" op, welke pa
trouille dusdanig met den vijand slaags geraakte,
dat zij, deerlijk gehavend, spoedig weder in de bed
ring terug was.
//WDe luitenant Luske en zooveel soldaten", zoo
luidde het rapport van de terugkeerenden, „waren
gesneuveld en de lijken hadden zij niet kunnen mede
voeren".
„Een nieuwe patrouille toog daarop naar het ge
vechtsterrein, om de lijken op te halen, en zie! die
patrouille vindt o. a., naast het lijk van den door
hem verslagen Atjeher, den luit. Luske, geheel be
wusteloos door bloedverlies, doch nochtans ademende.
„In de benting gebracht, verklaarde de offic. v.
gez. Kuhr., dat Luske, janog leefde, maar hoogst
waarschijnlijk den avond niet meer halen zou.
„Zyn lichaam was nl. zoo getjingtjangd (gehakt),
dat een ieder er zich over verbaasde, dat een mensch,
met zooveel wonden, waaronder 3 kogelschoten, nog
leven kon.
„De luitenant Luske haalde tot een ieders ver
wondering intusschen niet alleen den avond van dien
dag, docheenige maanden later zelfs dr.
Mezger te Amsterdam, die den op krukken voort-
strompelenden officier nu verder zal zien te helpen."
Men schrijft aan de Leidsche Ct.
De zomer heeft teleurgesteld; althans van een ou-
derwetschen zomer, zooals hij zich in Juni liet
aanzien, komt ook dit jaar niets. Juli heeft veel
donker weer en regen voortgebracht met een door
gaans te lage temperatuur en onbestendigheid. In
Juni bloeide de roos kortstondig en zij ontbladerde
door de felle zonnewarmte; maar de wijnstok ont
wikkelde en bet fyne ooft beloofde rijpe vrucht.
Thans heeft men overvloed van heerlijke rozen, ont
loken bij vochtigheid, geen tonnegloed duchtend;
doch de vruchten van den wynstok blijven bij gemis
aan zomerwarmte te klein, gelijk de moerbezie niet
ryp kan worden geplukt, waartoe het reeds lang tijd
Om rijpe druiven in October te snijden, behoort
g.
ontvangen.
De beer ds Haverkamp Begemann kwam hen na
mens den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente com-
plimenteeren, terwijl eveneens uit naam van den
kerkeraad der Evang. Luth. Gemeente alhier eene
deputatie met den heer predikant aan ’t hoofd hare
opwachting maakte en den jubilarissen hnlde bracht
en dank betuigde voor de zorgen besteed aan de
verpleegden, die tot de Luth. Gemeente behooren.
Zoo ging het tot laat in den namiddag. Het
eene bezoek volgde het andere op, tal van vrienden
en bekenden kwam om den Heer v. A. en zyn waar
dige echtgenoote van hunne belangstelling te doen
blijken.
En wie des avonds een kijkje in de feestzaal en
op de ruime plaats van ’t gesticht had kunnen nemen,
bad zich kunnen overtuigen welke geest er in het
weeshuis te Gouda heerscht, en bad zich zeker ge
drongen gevoeld den vader en de moeder van zulk
een talryk gezin een woord van hulde toe te spreken
voor de goede orde en den gepasten toon, die er bij
al de vroolijkheid en opgewektheid heerschte.
De kinderen werden onthaald en vierden feest
in den echten en ruimsten zin van het woord en
het zou ons zeer verwonderen als deze 4e Augustus
niet dikwyls en nog na langen tijd door allen, zoo
wel door vader en moeder, als de kinderen en de
overige getuigen met opgewektheid en dankbaarheid
zal herdacht en besproken worden.
De gemeente Gouda wenscht zeker met ons van
ganscher harte dat dit waardige echtpaar nog lang
voor het Goudsche weeshuis gespaard moge blyven.
Zaterdag II. hebben vyftien werklieden uit de
touwslagerij van den beer W. Tom Dz., te Moor
drecht, onder geleide van diens zoon, de Amsterdam-
sche tentoonstelling bezocht.
Voor de benoeming van hoofd der openbare lagere
school te Reeuwijk zyn genomineerd de heeren A.
Goudswaard te Leiden, J. H. Verkerk te Koudekerk,
W. la Roij te Amsterdam en D. J. Ruijter te Koog
a/d Zaan.
De heer K. J. W. Ottolander te Boskoop schrijft in
Semper Virens:
Tot mijn leedwezen moet ik ditmaal aan Semper
Virens het tegenovergestelde van een goede tijding
berichten, te weten;
Het Reichs-Gesetzblatt No. 13 bevat het keizerlijk was.
GOUDA, 9 Augustus 1883.
Wij maken onze lezers attent op achterstaande ad
vertentie der Goudsche Waterleiding-maatschappij.
Wij hebben daaruit met genoegen gezien, dat de Di
rectie de juistheid onzer opmerking in bet vorig
hoofdartikel erkent en onze uitlegging der concessie
voorwaarden tot de bare maakt.
Jammer blijft het, dat de Directie zich eerst ver
gist heeft. Dat de onjuiste kennisgeving in ons
nummer van jl. Vrijdag van haar afkomstig was is
buiten twijfel. Ten overvloede had een onzer mede
werkers zich persoonlijk bij de Directie overtuigd,
dat wij bare bedoeling goed hadden begrepeneerst
liter bleek ons, dat de concessie-voorwaardenNluders
luidden, waarop wij onze meening meenden te moe
ten zeggen in het artikel van ons vorig nummer.
Naar wij vernemen zal Zondag 12 Augustus a, s.,
des namiddags ten 1 ure, de overdracht aan de fa
milie plaats hebben van het, vanwege oud-leerlingen,
op het graf van den heer Kluitman geplaatste hul-
deblyk.
Zaterdag jl. werd in het Weeshuis alhier een feest
gevierd, dat bij allen, die er aan deelnamen of er
getuigen van waren nog lang een aangename herin
nering zal achterlaten.
’t Was op dien dag juist 25 jaren geleden, dat
de beer P. van Altena en zyne echtgenoote hunne
gewichtige betrekking van binnenvader en moeder
in bet gesticht aanvaardden. Hoe zij zich gedurende
die lange reeks van jaren van hunne verplichting ge
kweten hebben, behoeft bier niet- in het breede ver
meld te worden; het blykt, dunkt ons, genoegzaam
uit de belangstelling en waardeering, die zij van alle
zijden op dien dag ondervonden en uit de liefde en
achting, die hun wordt toegedragen door hen, die
in 't gesticht verpleegd worden of die vroeger onder
hunne leiding daarin opgevoed werden.
Door al de verpleegden was de 4e Aug. reeds
lang met blijdschap tegemoet gezien, want men wilde
dien dag tot een waren feestdag maken en het
is zoo geschied ook.
’s Morgens ten 9 ure betraden „vader en moeder"
de keurig versierde eetzaal, waar al de kinderen in
feestgewaad, geschaard stonden en twee kleine meisjes
bun pad met bloemen bestrooiden. Een krachtig
„Loof, loof den Heermijn ziel, enz. (Ps. 103
klonk hun uit 80 kindermonden tegen.
Hierna werd .door een der oudste jongens uit 't
gesticht een vers voorgedragen, waarin hij namens
al zyne pleegbroeders en zusters in warme en ge
voelvolle taal „vader en moeder” hulde bracht en
dank betuigde voor de liefde en de zorg, waarmede
zij gedurende die 25 jaren getracht hadden het ge
mis der ouderloozen te vergoeden. Als blyvend aan
denken bood hij namens allen aan vader en moeder
ieder een gouden bril aan in sierlyke schildpadden
etui met goud geëmailleerd en voorzien van hunne
naamcyfers.
Onder het voordragen van een lief toepasselijk
versje boden een paar der kleinste kinderen beiden
jubilarissen een fraaie bouquet aan.
Zichtbaar geroerd en bewogen bedankte de beer
van Altena ook uit naam van zijne echtgenoote met
een enkel woord (zijn gemoed was blijkbaar te vol
om veel te kunnen spreken) voor de bewyzen van
liefde en gehechtheid, die door de kinderen op dezen
dag opnieuw zoo duidelyk werden betoond en die
door hem en zyne echtgenoote nimmer zouden worden
vergeten.
Onder hei meer aandaebtig bezichtigen der keu
rige versiering, waaronder vooral eenige kernachtige
en toepasselijke opschriften de aandacht trokken, wer
den door de kinderen nog eenige toepasselyke bede
len gezongen en eindelijk deze plechtige ontvangst
besloten met het zingen van Psalm 134 4. „Dat
*8 Heeren zegen op U daal” enz.
Omstreeks 10 uur had er een andere plechtigheid
plaats, die niet minder aandoenlyk was. Ongeveer
SO personen van beiderlei geslacht, waaronder er
zelfs waren, die uit andere gemeenten opzettelijk voor