'De Effectenbeurs. Buitenlandsch Overzicht. te vormen, om daardoor de zoo noodige eenheid in de uitvoering te verkregen. Ten einde tijdverlies te voorkomen, werd reeds direct overgegaan tot vorming van eene plaatselijke commissie, die te Amsterdam werkzaam zal zijn en waartoe behalve de ter vergadering aanwezigen, nog een aantal ingezetenen worden uitgenoodigd. Het permanente bureau van dit oomité is ge vestigd bij de Nederlandsche Handelmaatschappij te Amsterdam. Ook te Batavia is reeds eene commissie van inge zetenen werkzaam, die van versohillende zijden aan zienlijken stenn beeft ontvangen. Urouweus de nood schijnt zeer groot te zijn; blij kens gisteren ontvangen telegram toch, zijn alleen te Tjeringin 10,000 raenschen omgekomen. Men verneemt dat het voornemen bestaat, op Vrij dag 14 dezer, op het tentoonstellingsterrein te Am sterdam een fancy fair te houden, ten bate van de nageblevenen der slachtoffers bij de ramp op Indië. Het tentoonstellingsbestuur zou dien dag de helft der ontvangsten aan entrées voor het doel afstaan. In den avond van dien dag is het afscheidscon cert van Bilse. Men kan dan een talrijk publiek verwachten, ook wanneer de avondprijs hooger wordt gesteld dan gewoonlijk, ten einde het bedrag voor de uitkeericg voor Indië zoo groot mogelijk te doen zijn. Het uitvoerend Comité voor de Internationale Landbouw-Tentoonstelling in 1884 te Amsterdam heeft besloten die Tentoonstelling te doen aanvangen op Maandag 25 Augustus in plaats van Maandag 28 Juli, waarmede aan het verlangen van verschil lende particulieren en landbouwvereenigingen is voldaan. Daar het terrein voor de Tentoonstelling bestemd eerst door de Koloniale Tentoonstelling moet zijn ontruimd, krijgt het Comité niet vóór 1 Mei de vrije beschikking over dien grond. Een vroegere datum zooals door sommigen werd gewenscht is dus eene onmogelijkheid. In orerleg met den Burge meester der Hoofdstad zal thans de Tentoonstelling een maand later gehouden worden. Blijkens een bij 't Hand. ontvangen particulier te legram uit Kopenhagen, hoopte de gezagvoerder der Dympkna tegen het einde van October aldaar aan te komeu. Voorts wordt in eene depêche gemeld, dat de Varna reeds in December lek was geweest. Iu 't Septembernummer van de Vragen de» Tijd» heeft de heer J. R. de Kruijf een artikel gewjjd aan de Amsterdamsche tentoonstelling. Hoevele grièven er ook te berde gebracht zijn, de heer De Kruijff geeft als zijn persoonlijke mee ning te kennen, „dat de internationale, koloniale en uitvoerhandeltentoonstelling een weldaad is voor Ne derland." Een weldaad in vele opzichten. In de eerste plaats, omdat elke internationale tentoonstelling een weldaad is voor Het land waar ze gehouden wordt, wijl ieder een zonder groote opoffering van tyd of geld ze kan bestudeeren, maar vooral omdat deze tentoon stelling in het bijzonder ons in staat stelt door de eigen producten van land en volk de verBieringskunst te leeren kennen van het Oosten; een kennis die wij juist noodig hebben en die voor óns van het grootste belang ia. Meer iu den breede doet daarop Je sehrijver uit komen op welke wijze wjj voordeel kunnen trekken van de Oostersche versieringskunst; waarheen wij ons te wenden hebben; waar wij leiding hebben te zoeken, en hoe zal moeten worden gehandeld om kunstin- dustriesoholen op Java en elders op te riohten en van goede onderwijzers te voorzien. De eerste der staatkundige brieven van mr. S. van Houten, waarvan wjj in ons vorig nr. de uit gaaf aankondigden, heeft de strekking tot een betere politieke parljjverdeeling aan te sporen. Men noemt de richting van den heer van Houten geavanceerd en in de zoogenaamde liberale partij zijn zijn denk beelden in de minderheid; toch lijdt het z. i. geen twijfel, ot zijn volgers zijn eenvoudig de liberalen, die, op den bodem der beginselen van 1848 voort bouwende, hun program hebben gewijzigd naar de eischen des tyds, rekening houdende met de ver anderde toestanden binnen- en buitenslands en met den vooruitgang in de kennis der maatschappelijke vraagstukken, terwijl bet gros der liberalen, dat stil is bljjven staan, eigenlijk den naam van conserva tieven verdient. Eenzelfde scheuring ziet men in elke onzer politieke partijen, waaruit blijkt, boe onge zond onze party formatie is. Beter ware het daarom voor de ware liberalen aansluiting te zoeken bij de linkervleugels van andere partijen, dan ouder ge woonte gemeene zaak te blijven maken met die liberalen, die de ware conservatieven zijn. Zooals het thans gaat, verbleekt meer en meer de klenr der liberale vlag, en juichende, dat er geen con servatieve partij meer bestaat, zal men staan aan het sterfbed der liberale party. Veel nader dan conservatieven, die bereid pijn zich den naam van liberaal te laten aanleunen, staat menige geloovige protestant of katholiek by de radioalen. De fout der antirevolutionairen is, plat zij zich te veel door de aristocraten laten leiden, maar ónder hen, als onder de katholieken, die in 1848 tot het verkrij gen van liberale hervormingen medewerkten, is de vrijzinnige geest nog niet uilgestorven. De conser vatieven en half-conservatieyen zijn voor allen ge- vaarlyk omdat zjj in meerdere of mindere mate den Staat tot keurmeester willen jmaken van de godsdien stig- wjjsgeerige begrippen der burgerij. De kiesquaestie, die thans alles beheerseht, kan naar des schrijvers inzicht een loetssteen en een aanleiding voor beter partijvorming worden. De schoolkinderkolonies hebben in ons vaderland, waar zjj dit jaar voor het eerst zijn ingevoerd (zooals in een vorig nr. gemeld is), de beste uitkomsten opgeleverd. Dit Duitsohland waar de zaak nog meer in 't groot wordt gedreven, komen eveneens de gun stigste berichten. Onlangs is el «inspectie" gehouden, dat wil zeggen, eene Commissie verscheen onver wacht in de verschillende kolonies en verraste de kin deren zoowel als hunne verplegers. De hoofdkolonie is Pförten' in den Lausitz, waar vier maanden lang een kleine hónderd kinderen hunne vacantiedagen doorbrengen, tiet zyn allen meisjes. Eene Ongehuwde dame, wier ruigte woning in een groo- teu tuin ligt, herbergt er voordurend 40. De overigen zijn bij andereu ingekwartierd.! De kinderen zyn bet middelpunt, waarom zich, den ganschen zomer, het leven en werken der inwoners van Pförten beweegt. Eene Commissie, uit de aanzienlijkste ingezetenen oefent er het oppertoezicht uit. Het slotpark, het woud, het meer, alles dient om den kinderen het le ven goed en aangenaam te maken. Tegen 1884 wil de gemeenteiaad voor de kleinen een badhuis bouwen. Pförten is bet ideaal eener kolpnie." Te Matzdorf zyn 37 knapen by een heereboer, Schwartz geheeteu, niet mindpr voortreffelijk onder dak gebracht. Het oude ridderslot, dat voor woon huis dient, geeft ruimte iu overvloed, een bosóh is in de buurt, en de groote boerderij biedt al wat een knaap uit de stad maar wenschen kan. Elders wor den 20 meisjes verzorgd, elders weder een veertigtal kinderen van arme wevers, die anders in de bedompte achterbuurt van Berlijn zouden gebleven zijn, en nu volop genieten van (vat gezonde philantropie bun bereid heeft en welwillende buitenmenschen hun gaarne en overvloedig schenken. Het ia niet anngebaam, wanneer men als burge meester in een raadsvergadering wordt toegesproken, als met den burgemeesrer van Pntten (op de Veluwe) in de vergadering van 8 Februari jl. is geschied (zie ons nommer van 19 Maart); als men zich daar hoort toevoegen, dat de gemeente-administratie een knoeiboel is en de contröle daarom buitengewoon slecht was, dat men zijn plicht als hulpofficier van jnstitie heeft verzuimd dat men maar als secretaris moest aftreden enz. Niet minder onaangenaam is het, als op de open bare terechtzitting van het Hof, waar de ontvanger det gemeente Putten wegens verduistering van gel den terechtstaat, de burgemeester om de onnauw keurige contröle aan een kruisvuur van vragen bloot staat en uit den mond van een der raadsheeren de vraag moet hooren„en bent u nu nog burgemees ter?» (Zie Arnhemtehe Courant van 17 Aug.) Aangenamer echter is het, een ware pleister op die wonden, als men zijn verdiensten zoo gewaar deerd ziet, dat men getooid wordt met een eike kroontje, zooals mede met dezen burgemeester is ge schied. (Zie Vaderland van 27 Aug.) (Vod.) Aan de beroemde Quêpes van Alphonse Karr ont leent het Handeltblad de volgende regelen, die, hoe oud reeds, nog wel eens in herinnering mogen worden gebracht. Dat de vrouw en de dochter van den werkman er gaarne goed gekieed uitzien, begrjjp ik heel goed, dat is een zeer natuurlijke wensch, wanneer bet name lijk haar te doen iB om er lief uit te zien en niet om vertoon van rijkdom te maken. l^ten ze toch met diepe minachting neerzien op het dragen van villsohe juweelen en nagemaakt bont; laten ze zich kleeden overeenkomstig haar stand en vermogen en het andere overlaten' aan hare natuurlijke bekoorlijk heden, hare oogen, hare tanden, hare frischheid, zedigheid en schoonheid. Want behalve de ellende, waartoe dat schijnvertoon van weelde noodwendig moet leiden, durft de eerijjke maar onvermogende werkman zijn vrouw en dochters ,niet meer brengen naar plaatsen van geoorloofde uit spanning, waar Uif,Wan ongepaste bejegening zouden bloot staan, nu e«n kostbare kleeding een noodza kelijk vereisebte schijnt te wezen. En wat is daarvan het gevolg? Dat hij ze tehuis laat, als hij buiten staat is haar dien opschik te verschaffen en er van wandelen, dansen, trouwen niets meer inkomt, maar hjj alleen naar de kroeg gaat. En de Zondag, die aan huiselijke rust en genot moest gewijd zijn, wordt door de vrouwen in treurigheid, door de mannen in ongebondenheid doorgebracht. Maar ik spreek hier volstrekt niet alleen van de arbeidende klasse; ik heb wel degelijk ook den ambte naar en zyn vrouw en den rentenier met zyn echt- genoote op het oog. Allen zyn bezig ziohzelven te bedriegen. Het is een carnaval van de treurigste en kostbaarste soort 1 Yan dezen leugen, waaraan iedereen zich schuldig maakt, zyn slechts twee gevolgen denkbaaröf men benjjdt u, zoodra hel U' gelakt voor zeer ryk door te gaan, öf men drijft den spot met u, als u dit niet gelukt. Daar gaat een vrouw voorby; op tien pas afstands gezien, heeft zy geheel het voorkomen van eene ry'ke dame. Een prachtige mof van hermelyn, een sluier van Engelsche kant, armbanden en ringen over de handschoenen heen. Op drie pas afstands blijkt het een zottin te wezen, die vertooning maakt met een maskerade-pk, want het hermelijn is van een kat afkomstig, de gouden sieraden by den koperslager gekocht en haar kanten voile is al even weinig waard. Dat is nu een vrouw van een ambtenaar met 1000 gulden inkomen; wie haar niet van aabjj hebben gezien en dupe geworden zijn van haar hermelijo, goud en kant, zeggen natuurljjk„haar man moet een dief zijn of zy deugt niet. Met 1000 gulden inkomeu kan men zich onmogelijk zoo kleeden I Ik ben blij dat ik haar man niet ben." Maar laat diezelfde vrouw des zomers een katoenen, en des winters een wollen kleedje aantrekken, een eenvoudig hoedje ilrageo, netjes zyn op haar en boord jes, en men men zal van baar zeggen: „Kijk, dat is een aardig wjjfje, dat is zeker de vrouw van een ambtenaar, die een 1000 gulden verdient; vast een zedig, goed huismoedertje, zoo niets coquet I" Ea men zal haar man zoo'n vrouwtje benyden. Die kooplieden, die zoo luide klagen, dat zij geen fortuin maken, weten zeker niet, dat het geheim hunner voorgangers om dat wèl te doen, voorname lijk hierin bestond, dat deze vrij wat minder ver teerden "dan zij. De heer A, verteert jaarlijks 5000 gulden, dus kan de heer B., die zooveel booger staat dan A., het oumogelyk met minder dan 7 000 gulden doen, en zoo gaat hel voort, en ruïneeren zij zich zeiven en anderen. Van buiten weelde, van binnen ellende en aan het einde schande en ondergang. De meest dwaze gelijkheid van allen de eenigw welke' tot nog toe verkregen is is de gelijkheid in uitgaven en verteringen. Ik heb het uitzicht op een grasperk. Daarop be vindt zich een witte geit, die met een touw aan een paaltje gebonden is en niets anders te doen heeft dan binnen den kring, dien het touw haar toelaat te doorloopen, het gras af te scheren. Een paar maal daags verzet men dat paaltje om haar altijd weer versch gras te geven. Zoo dikwijls ik nu naar die geit kijk, maak ik altyd weder dezelfde op merking. Het touw, waaraan zy vast zit, is vrjj lang, zoa dat ze gerust een paar uur lang zich aan het dichte en frissche gras dik zou kunnen eten. Maar altjjd weer begint zy met uit alle macht aan het touw te trekken en aan het uiterste punt, dat zjj kaD bereiken, te eten; daartoe werpt zij zioh op de reeds lang kaal geworden knieën, baigt zich zoover mogelijk voorover en zoekt met de punt harer tong de sprietjes naar zich te halen, welke buiten haar bereik zijn; en dat met zooveel iuspanning, dat het touw om haar hals haar bijna smoort en geweldige hoestbuien bezorgt. Eerst als de uiterste -and, waar ze bjj kan komen, ia afgevreten, schijnt ze te kunnen besluiten om het voedsel, dat meer binnen haar be reik ligt, te gaan nuttigen. Toch wordt er nog van tijd tot tyd een ruk aan het touw gedaan en een moeielyke poging beproefd om het zoo vurig be geerde onbereikbare machtig te worden. Het gras, waarin zjj om zoo te zeggen midden in staat, laat zjjn onaangeroerd, hoe verleidelijk 't er ook uitziet; daarvan eet zij eerst, nadat het paaltje verplaatst is, en dat plekje daardoor aan deu uiter sten rand van den kring, waarin zjj zioh mag bewe gen, is gekomen. Wjj doen allen volkomen hetzelfde in ons leven. Ieder onzer heeft zijn paaltje, zjjn touw en zjjn af gebakend perk. Bjjna altyd zou er midden in dat perk gemakkelijk voedsel te vinden zijn voor lichaam, geest en hart. Elk grasveld heeft ten minste zjjn madelieven. Doch wjj verspillen liever onze krachten, en velen hun knieën, om te komen bij dat gene, wat er buiten ligt. Men zou niet zeggen, dat dit reeds voor vjjf-en- dertig jaren werd gesohreven. Le Monde marche! zoo riep jaren geleden Eugène Pelletan, op triom feerenden toon den grooten De Lamartine toe en wy zeggen het hem van harte na„de wereld gaat voor uit 1 ja maar langzaam, uiterst langzaam." De Nowje Vremja behelst eene merkwaardige bij drage te; beoordeeling van de Russische toestanden. Een rijk grondbezitter Oestiooff wilde gaarne dp eigen kosten een spoorweg aanleggen ter bevordering van het verkeer met het station Sossnofka der ljjn SarassofKosslof. Hij vervoegde zich tot den Mi nister van Openbare Werken om vergunning, maar kreeg van dezen een weigerend antwoord, „omdat men nog geen wet had, die den aanleg van dergelijke lijnen op eigen kosten en op eigen grondgebied toestond." Oestinoff kon daartegen aanvoeren wat hij wilde san het besluit van den Minister viel niet te tornen. Evenwel kreeg hij den raad mede, dat hij een petitie zon opmaken en den bnreaucratischen weg opsturen, ten einde de afkondiging van een speciale wet te verkrijgen, waarbij hetgeen hij voorhad geoorloofd trerd verklaard. Per trein naar huis terugkeerende, maakte Oestinoff kennis met twee ingenieurs, ver- baalde zjjn wedervaren en vroeg om raad. „Leg den weg zonder autorisatie aar,", luidde het ant- sootd. Die wenk werd gevolgd, en een jaar later was de lijn klaar. Oestinoff begaf zich alsdan voor de derde maal tot den Minister, die hem vrij koel toevoegde„Ik heb u niet vergeten; maar 't is nog te vroeg de wet is nog niet gereed." „Maar de spoorweg is dat wel, Excellentie bracht de grondeigenaar bedaard in het midden. Die mede- deeling deed Obrinsky schier in onmacht vallen, en toornig voer bjj tegen den vermetelen grondei genaar uit. Uwe Excellentie make zich niet boos," deed Oestinoff kalm opmerken. „De spoorweg heeft mjj ongeveer een half millioen roebels gekost; doch als het Uwe Excellentie behaagt, zal ik de ljjn on middellijk laten opbreken," Gedurende eenigen tijd wist de Minister niet, waar hem het hoofd stond. Hoe zich met eere uit die zaak te redden? Na rjjp beraad werd eindelijk aan Oestinoff de vergunning gegeven om eeu reeds vol tooiden spoorweg aan te leggen en 24 aren daarna werd de ljjn plechtig geopend De nakomelingschap Zal verwonderd staan over dien spoed, als zjj, in de archieven van het Ministerie van Openbaar Verkeer snuffelende, bestoven documenten vindt, welke dit ongelooflijke feit constateeren. De volgende maand zal te Parjjs de markier de P., kapitein der dragonders, trouwen met de prin ses-weduwe van San Astolfo, een huwelijk waarover men zich een weinig verwondert. In 1879 heeft de prinses een der vreeselykste ongelukken getroffen die men zich verbeelden kan. Zij was weduwe en had twee kinderen, twee kna pen van negen en acht jaar. De oudste stierf in weinige uren aan keelziekte. De prinses was wanhopig. In de kathedraal van Pisa, met witte draperieën behangen, aan alle kan ten versierd met de wapens der San Astoio's, werd een praalbed gereed gemaakt en het ljjk van het kind daarop gelegd. De prinses week niet van haar dooden zoon, ofschoon het eene zennwtoestel het andere volgde. Op den morgen dat het Ijjkje in de kist zon ge legd worden, een uur vóór de begrafenis was de prinses weggedragen en het lijk bleef eenigen tjjd alleen. Het tweede knaapje trad toen de kamer binnen zyn moeder, door smart verbijsterd, had hem dien morgen zelfs niet gekust. Een zonderling denkbeeld kwam bjj den kleinen prins op. Hjj meende dat, daar het afscheid van het ljjk van zijn broertje zjjne moeder zoo radeloos maakte, deze scheiding niet mooht plaats hebben. Hjj wist geen ander middel, dan bet lijk van zjjne broeder te verbergen, diens plaats in te nemen en zich in de kist te laten leggen. Hij deed het, met ongeloofelyken moed en berus ting. De broeders schenen tweelingen, de verwis seling werd niet bemerkt, de katafalk werd over de kist geplaatst en deze naar da kerk gedragen. Aan het einde der plechtigheid, toen de laatste accoorden van het orgel wegstierven, meende men een gesmoord gereutel onder de katafalk te hooren. Men geloofde een oogenblik dat de prins kon ontwaken uit eene verdooving, die men voor den dood gehouden had; de kleeden werden weggerukt en men snelde te hulp. Het was te laat; de kleine kon nog doen begrjjpen wat zjjn doel was geweest. Hjj stierf en werd geljjk met zjjn broeder begraven. De Italiaanaohe bladen meldden destjjds dat de rinses, voor wier verstand men vreesde, in een looster zou gaan. Zjj heeft zich getroost en men ziet nu haar tweede huweljjk aankondigen. Eenige Parijsche bladen hebben geprotesteerd tegen de grondwetschennis naar hunne meening door de Fransche Regeering gepleegd, door tegen Annam oor log te voeren zonder de machtiging daartoe van het Parlement, en hft tractaat van Hué kan hen niet ontwapenen in hunnen strijd tegen het Kabinet, want zij beroepen zich op de verklaring, door den minister Chaliemel-Lacour in de Kamer afgelegd dat die oorlog niet zou gevoerd worden. De Siècle drjjft den spot met bedoelde bladen. Hoewel er kennende dat admiraal Courbet niet het recht had de forten van Mué te bombardeeren, zonder dat een oorlogsverklaring ware voorafgegaan en zonder dat het Parlement zijne toestemming had gegeven, stelt de Siècle „aan ieder waren patriot", aan ieder die met militaire zaken een weinig bekend is, in volle oprechtheid de vraag„wie zou aan de Re geering den raad hebben durven geven de forten van Hué niet te bombardeeren dan na de Annamiten veertien dagen of een maand vooraf gewaarschuwd te hebben Admiraal Courbet heeft misschien ver keerd gehandeld gedurende drie dagen Annam te beoorlogen; hjj heeft misschien de grondwet geschon-, den, maar bij heeft het bloed onzer soldaten ge spaard en het herstel van rust en vrede weldra voor Tonkin verzekerd. Ons dunkt "dat dit tegen grondwetschennis rnim opweegt." Aan de Daily Newt wordt geseind, dat de oorlogs partij te Peking bij voortduring groote bedrijvigheid aan den dag legt en nog slechts in toom wordt ge houden door de koningin-weduwe, die de onzijdigheid begunstigt. Verder wordt gemeld, dat slechts twee mandarijnen vredelievend gezind, maar acht oorlog zuchtig zjjn. Gisteren is de graaf van Chambord te Gnritz begraven. De plechtigheid is niet door den graaf van Parjjs en de overige prinsen van Orlcaus bijgewoond. De weduwe weigerde namelijk den voorrang bjj de begrafenis aan den politieken erfgenaam van het hnis van Frankrijk, den graaf van Parjjs en wilde dat don Carlos en de andere neven van Chambord die eer genoten. Een twiat over een schaduwachtige quaestie van etiquétte aan het graf, voltooit op harmonische wijze de levensgeschiedenis van den achtenswaardigec graaf van Chambord,'die de Fransche kroon weigerde ter wille van de handhaving van een witte vlag, die nooit de koninklijke standaard van Frankrijk geweest is. De graaf van Chambord wilde niet regeeren; het Fransche volk wilde niet door hem geregeerd worden, en zjjn leven was enkel een zwjjgend protest ter gunste van het beginsel dat de vorsteu niet zjjn voor het volk, maar het volk voor de vorsten is, zoodat een natie niet het reoht heeft zijn eigen koning te kiezen. Grooter dienst kon men zektr aan de Orleansen niet bewijzen. Zjj behoeven nU niet openlyk de pretendeotenrol te spelen, knnnen in Frankrijk rustig van hun colossaal vermogen bijjren leven en de Graaf van Parys behoudt zijne rechten op den eventneelen koningstroon, zonder de lastige en dwaashoofdige volgelingen der witte vlag te vriend te moeten houden. Het hoofdorgaan van de Orlcanisten vindt 't ver keerd, dat er te Parijs biljetten zjjn aangeplakt voor Lodewjjk Philips dea II; er kan eerst dan een koning zjjn, wanneer de natie zich vóór de monarchie heeft verklaard, zegt de „Soleil"; zoolang de nationale wil niet heeft gesproken, bestaat er een erfgenaam van den troon, maar geen koning." De graaf van Parijs heeft intusschen het Orleaoistische wapenschild verruild met dat van het huis van Frankrjjk. Hoewel het testament van den graaf van Chambord vooralsnog geheim moet bljjven, wil de Weener oorrespondent van de Frankfurter Zeitung toch een der bepalingen er van weten. Hjj meldt dat Cham bord gelast beeft dat zyn ljjk nooit naar Frankryk mag gebracht worden, ook al kwam een der Bour bons er weer op den troon. „Zij hebben mjj bjj rnyn leven niet in hun midden gewild; na mijn dood hebben zjj my niet noodig te bezitten," zou de beschikking luiden. Sommige Duitsche bladen meenen, dat er te Salz burg door Bismarck en Kalnoky over de gevolgen van deu dood van den graaf van Chambord gesproken is; men zou o. a. de vraag hebben geopperd, of men aan den graaf van Parjjs dezelfde gastvrijheid zou verleenen, wanneer hjj uit Frankrjjk werd verdreven, als aan den graaf van Chambord; er bestond in dat opzicht een groot verschil, omdat de graaf van Cham bord een eerlijk man was, de graaf van Parjjs eohter een handige intrigant. Men ziet uit dit oordeel, hoe weinig men in Duitsohland met den graaf van Parijs is ingenomen, of liever hoe men de herstelling van de monarohie in Frankrijk vreest en daarmee een nieuwen oorlog. Verder meent men dat er te Salz burg onderhandeld is over de formeele verlenging van hst DuitschOostenryksch verbond, een gevolg van het voortdurend wantrouwen in Rusland en Frankrijk. XXX. Amsterdam 3 Septemder 1883. De geschiedenis der laatste veertien dagen in enkele woorden samen willende vatten, zou men kunnen zeggen dat de toestand achteruitgaande is. Behalve binnenlandsche waarden, wier omzet gering was, waren bjjna alle fondsen, Staatsfondsen, zoowel als Sporen flauw en gedrukt. De eersten verflauwden door de vrees van nieuwe vijandelijkheden tusschen Frankrjjk en Duitsohland en vooral de te Berljjn in de eerste plaats te verhandelen fondsen, onder vonden daarvan de gevolgen; ook Londen was ont stemd door 't bericht dat eerst met Januari '85 de Mexicaansche conpon zal worden betaald. Ame- rikaausche Sporen eindelijk geraakten wel den 23e en volgende dagen in betere stemming, daar zich een buitengewone kooplust openbaarde, maar in de vorige week maakte deze plaats voor opruiming tot zeer gedaalde koersen. Rio's oefenden den groot sten invloed uit en bleven dalende. Zaterdag was het in alle hoeken bijzonder stil. Binnenlandsche waarden. Staats-, provinciale' en gemeentefondeen. Slechts drieën en '78 varieer den noemenswaard door »/8 a »/8 te stijgen. Ook in de Amst. leeningen was eenige variatie, '79 ver loor 8/,, doch 3t/8pCt. profiteerde '/8 en Noordzee kanaal I pCt. Fremieleeningen. Sedert mijn vorige zijn in deze rubriek opgenomen de certificaten van aandeelen der Amst. Kanaal-mij., groot 50.— die 100 pCt. staan; zooals men weet geren deze loten geen rente, maar hebben jaarljjks premietrekkingen plaats. Amst. loten 105 a 109, Rott. 99'/j, gemeentecrediet 94s/4, Paleieloten 116. Spoorwegleeningen. Boxtelwaarden blijven gewild en stijgende. Aand. 5/s, obl. 2, gestemp. do. 2l/s, 2e Hyp. l'/4 hooger. Aand. Ind. Spoor verbeterden l'/j, Haarl.-Zandv. en 4pCt. obl. Rynspoor 1 pCt. flauwer. Centraalwaarden '/4 lager. Tramway leeningen. Behalve Samarang, die 4 en Zuider-, die l pCt. profiteerde, zijn slechts meer of min belangrijke verliezen te vermelden. Gooische ging 4, Rott. 2, N. Ind. l>/a achteruit. Induttrieele en financieele waarden. Aand. Haven- Stoomb. zijn nog steeds aan het dalen; dej achter uitgang bedraagt nu weer H"/t, ook gingen achter uit Kol. Bk. 1, Ned. Bk. 3, Java 3, Nederl. 2. De verhoogingen zjjn niet zeer belangrijk, Int. Cred. en Hv.- Rott. l'/s, Panopt. 5 en pref. Zeeland l'/4 beter. Europeesche waarden. Staatifondien. Fransche 3pCt's gingen ruim 1 achteruit. Hongaren verloren niet veel, behalve '81 die ruim 1 pCt. prijs gaven. Lamaison-Italianen eveneens. Zoowel papieren- als zilvermetallieken minder. Russen waren meeren- deels lagerHamb. eert. l'/j, '50, '60 l>/4, 6e serie, '77, '73, '67/'69, Oosterleeningen '/9 a s/4. Ponden waren iets beter. Spanjaarden voor l'/4 buitenl. 1, voor do. perpetneelen '/I{ flauwer. Turken enJEgypte fractioneel lager. Fremieleeningen. Ook hier zijn de verliezen het talrijkst en het aanzienlijkst. Zoo verloren Antw. 2, Hongaarsche 2'/j, Stuhlw. l'/8, Oostenr. '54 1, Boden-cr. 4. Oostenr, '60, '64 en crediet-inst. resp. '/s, l'/r, I hooger, Madrid '/4 hooger, Turken s/16 flauwer. Spoorwegleeningen. Dezelfde gedrukte stemming nemen wjj ook hier waar. Aand. Theiss.sp. 1, obl. do. l'/t, Gisela-lyn 1, Gr. Russ.mjj. 2, obl. Brest. Graj., Jel. Orel, Los. Sew„ allen in guldens, 1 a l'/4 lager. Jel. Griazi l'/4 hooger. Financieele en induttrieele waarden. De variatiën zyn niet noemenswaard. Aherikaansche waarden. Staat»/ond»en. De variatiën in N. Am. en Brazilianen zyn onbelang rijk. Mexicanen gaven om de boven vermelde reden Is/* s '/is pvijw- Columbianen zyn 1, Ecuador '/ie> Peruaaeu en Venezuela's '/4 lager. Spoorwegleeningen. Zie hier de belangrijkste ver liezen pref. Buffalo's 6, obl. do. 21/t, Canada South. 3, Canadian's 21/,, Rio-cert. 6, obl. ls/4> geconsolideerden 8, le Hyp. des Moines 5'f9, Florida obl. B l'/j, Nashv. eert. l'/9,|le pref S. LouisS.F. 2, 2e l'/4, Mioh. centr. 5, Erie 2, pref. do. 3, Da- dota l'/j, Wabish 2. Er zjjn eohter ook verbeterin gen, zoo als voor Chesap. Ohio 1, Chic. Mad. Ext. 2'/s, do. Menom. 2, do. N. W. Un. Is/*, do. Winona 3, do. Burlington 4, le hyp. Nashv. 1, 2e '/s, Sink, fund. l'/4, Manitoba's 35/4 Tl De gecons. obl. der St. Pahl Minnesota Manitoba- sp. zjjn thans ook in de noteering opgenomen a 102. Braz. Spwl. 1 pCt. flauwer. 2e Serie Ver. Am. Spwf. '/s, do. Hyp. lpCt. flauwer. Induttrieele waarden. Cert. Colorado "/I8, do. Louisiana '/a lager. Maxwell's zjjn belangrijk ge stegen op het bericht dat de president-directeur Sherwin is afgetreden en opgevolgd door Mattson. Het avans der shares is 23/8, der ine. bnds. '/8. Prolongatie—rente .- 3'/j pCt. T. P.S. Voor Staatsfondsen bleef de beurs ongun stig gestemd. Zoowel Parjjs en Londen als Berljjn zonden flauwe noteeringen. Mexicanen vooral wer den zeer getroffen, hoewel het bericht omtrent de uitgestelde conponbetating weersproken werd oude sloten 25>/|, jonge 148/8; de nabeurs sloot iets wil- liger, nl. 258/8, 14"/18, Spanjaarden en Russen a 1 flauwer.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1883 | | pagina 2