s,
)0I
1.
ET.
n 1883.
BINNENLAND.
Vrijdag 5 October.
N°« 8983.
1883.
ING
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I.
ra&TAALtóCfiX
ij.
1.
rden
bre
i-
ielijkü!
Jr. Lowet
lang zoe-
trwafer
lijke mid-
•dert bin-
en Baard
uitvallen
)-
GOUDSCHE COURANT
luizen
i.
da en
ebben,
Gouda.
en eigendom op
hans voor een
>or niemand be-
algemeen aan-
Maar daaruit
id dat werk in
a vervormen of
ihrikaat gebrui-
n den schrijver
>f behoor-
nd er aan
anders huis te gaan verbouwen en restau-
i tot eigen gebruik zonder de rechten van
iigenaar gekend en die op de een of andere
afgekocht te hebben. Zal men een hoed
n 100 kilo
ten tuccei.
uitvinder
de Keyser
oerzonden
ledrag in
>r gefran-
ken voorhanden is, waarvoor men niets behoeft
te betalen dan in enkele gevallen eenige kos
ten van overzetten. Die nu een echt JJeder-
landsch tooneelstuk schrjjft, doet het voor de
eer, uit liefhebber^, uit belangstelling in vader-
landsche kunst, maar een vak waaraan men
zich wijden kan is het niet. Er is geen droog
brood mede te verdienen.
De heer mr. W. C. Boraius, sedert 1871 lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, is Maandag II.
overleden.
Ds. A. P. G. Jorissen, predikant bij de Rernon-
strantsohe gemeente te Rotterdam herdacht gisteren
zijne 25jarige betrekking als predikant. Talrijk wa
ren de bewjjien van hoogachting en genegenheid,
die hem van onderscheidene zijden ten deel vielen.
Door eene deputatie uit de Remoustrantsche ge
meente werd hem namens haar een geschenk aangebo
den. Evenzoo deed de gemeente te Schoonhoven,
bij welke hij het leeraarsambt waarneemt, hare ge-
lukwenschen gepaard gaan met aanbieding van een
cadeau. Nevens dit een en ander werd ook door
Commissiën uit den Remonstrautschen Kerkeraad,
enz., zoowel nis door zeef vele andere vrienden en
Ijjk te hebben betaald,
een t
reeren tot eigen gebruik zonder de rechten van
den eigenaar gekend en die op de een of andere
wjjs afgekocht te hebben. Zal men een hoed
maken van een anders vilt, zonder den eigenaar
der grondstof betaald te hebben Immers neen.
Het model van den hoed is des fabrikants
eigendom, maar hij mag dat niet aanbrengen,
voor hjj den eigenaar der grondstof betaald
heeft.
Nu gelooven wjj wel dat de ontworpen con
ventie niet in het voordeel zal zijn van Neder
land de vertaalrechten zullen verhaald moeten
worden op den kooper der vertaling. Maar de
afschaffing van den nadruk was ook niet in
ons belang; toch is men er toe overgegaan
omdat nadruk eigenlijk diefstal is. Zoo behoort
die andere stroopery in beschaafde landen niet
langer geduld te wordenis jaren lange straf
feloosheid van letterkundige piraterie een reden
om ze te wettigen
Het publiek zal er weinig door Ijjden. Goede
werken zullen ten allen tjjde vertaald worden
en aftrek vindende uitgevers zullen wat klei
ner winst behalen en het publiek eene kleine
verhooging van prijs betalenziedaar alles.
Werken, waarvoor niet zooveel debiet te vin
den is, dat de schrijver zjjn loon krijgen kan
evengoed als de vertaler, zjjn het vertalen niet
waard.
Wellicht zou het in het belang onzer oor
spronkelijke schrijvers zjjn, als het uitgeven
van vertalingen met meer moeite en kosten
gepaard ging. De vraag naar Nederlandsche
werken zou misschien grooter worden en het
honorarium onzer schrijvers rjjzen. Het is
thans veel gemakkeljjker een werk te laten
vertalen, wanneer den schrjjver niets behoeft
betaald te worden dan oorspronkelijke werken
uit te geven, waarvan men de kopij eerst moet
koopeil D‘X trnrir rlromo.
tische schrijvers. Het schrijven
stukken in onze eigen taal teg<
honorarium is onmogelijk, omdat er uit het
GOUDA, 4 October 1883*
Dè Minister van Binnenl. Zaken beeft bepaald, dat
de verkiezing, noodig geworden doordien mr. M.
Bichon van IJselmonde ontslag heeft genomen als lid
u-4 i-J—n_i_
plaats hebben op Dinsdag 30 Oct. en herstemming
blpven zö daarin altijd vrjj.f^. De Astez^J™^
zoo noodig op Dinsdag 13 Nor.
De Standaard wijdt de volgende regelen aan het
aftredende kamerlid Mr. M. Bichon van IJselmonde:
Redenen van gezondheid noopten Bichon om voor
de Kamer te bedanken.
Wie zal in zijn plaats komen vraagt het koele
marktpubliek.
Maar ons komt die vraag eerst later.
Ons, antirevolutionairen, gaat met Bichon de laatst
overgebleven der ouden van dagen weg; de laatste
oude getrouwe uit de vroegere periode van onze wors
teling, toen er nog geen club, en nog geen program
was, en slechts enkele mannen van positie als ten-
tinellei ptrdutt in de Kamer onze wacht betrokken.
Onder die enkelen hoorde jarenlang ook Bichon,
tot de districtuchaar zijn district verknipte en Dordl
hem uitwierp.
Toch duurde deze ballingschap niet lang.
Want nauwelyks haalde onze partij weer adem, of
naar aller wensch werd de uitgeworpen van Dordt
voor Gouda weer als candidaat gesteld, en met in
drukwekkende meerderheid gekozen.
Bichon was in de Kamer geen vocaal.
Hij laat er geen heugenis achter van groote ex
ploiter
En dat desniettemin ons volk hem trouw bleef
lag dan ook uitsluitend aan de trouw, waarmee hij
aan onze beginselen vasthield.
Bichon was nooit conservatief, maar uit overtui
ging antirevolutionair.
Zij hem daarom bij zyn aftreden van het politieke
tooneel door ons antirevolutionaire volk dank en hulde
geboden voor de toewijding, waarvan hjj deze reeks
van jaren blijk gaf, en moge het Gode behagen, hem
in stiller verkeer zijn kuchten nog zooverre te her
stellen, dat in kleiner kring nog lang weldadigheid
en zegenende invloed van hem uitga.
In den avond van Dinsdag is alhier aangehouden
de persoon van Willem Condstanse, een oude bekende
der Justitie, die verdacht wordt zich te hebben
schuldig gemaakt aan diefstal bij nacht in een bewoond
huis door middel van inklimmiug, bij den smid van
Embden in het Plantsoen alhier.
De ontvreemde voorwerpen zyn in beslag genomen f
en zullen morgen met den Verdachte wordem,overge-
bracht naar Rotterdam.
I werp tegenwoordig waren. Men antwoordde:
1°. wat er ook nieuws in eene vertaling moge
zjjn, de schrjjver blijft de schepper, de eerste
grondlegger van het boek; tegenover zijne schep
ping staat van de zjjde des vertalers slechts om
werking, aanpassing, verandering van vorm.
2°. De wederkeerigheid van het vertaalrecht
strekt ook ten bate der Nederlanders, want ten
allen tijde zjjn er onder hen sehryvers geweest,
die vertaald verdienden te worden en vertaald
zyn. 3°. Het belang der schrjjvers om door
eene vertaling meer bekend te worden, kan
gerust aan de beoordeeling van hen zelven
worden overgelaten; achten zjj het voordeeliger
de vertaling hunner boeken mogeljjk temaken
zonder daarvoor betaling te Ontvangen, dan
l’j
van het vertalen zyn een uiigeversrekening,
die de uitgevers zelven wel zullen uitmaken
evenals die van kostbaarder papier of duurdere
banden.
Ons komt bet voor, dat de voorstanders van
het vertaalrecht van den schrijver gelijk hebben.
Elke schrjjver heeft het recht» vi
de vrucht van zijn geest, hit
zeker aantal jaren, dit wordt do
twist en dit recht is dan ook
genomen en wettelijk erkend,
volgt, onzes inziens, dat nietnta
zjjn geheel als kunstproduct mai
als grondstof voor een nieuw fa
ken zonder de toestemming dpi
verkregen te hebben en die grond:
Ons vaderland, dit marbuitengewoon door
vreemdelingen bezocht en bereisd tengevolge
ven de Amsterdamsche tentoonstelling, heeft
ook gedeelteljjk in verband daarmede, de eer
gehad de vergaderplaats te zyn van onderscheiden
congressen en andere jaarljjksche bjjeenkomsten.
Allerlei onderwerpen zijn er behandeld in velerlei
talen, te veel zelfs om ze op te noemen. Ieder
onzer zal sommige vraagpunten met bijzondere
aandacht hebben gevolgd en daarbij nieuwe
stof tot denken hebben opgedaan of een oude
quaestie leeren zien uit een nieuw oogpunt.
Onze aandacht werd in de vorige week, ge
trokken door een der vragen, die ter sprake
kwamen op het internationale letterkundige
congres, dat te geljjk vergaderde met het aan
letterkunde en kunst gewyde derde tentoonstel-
lingscongres. Niet een der hoofdschotels van
die bijeenkomst, de vraag nameljjk of onteige
ning ten algemeenen nutte ook kan worden
toegepast op werken van den geest, maar eene
andere quaestie, die in ’81 te Bern reeds was
beslist en alleen ter loops te Amsterdam ter
sprake kwam: het recht van een schrijver om
schadeloos gesteld te worden voor elke vertaling
van zjjn arbeid. Deze zaak is vooral voor ons
van groot belang, daar nergens ter wereld zoo
veel vertalingen uit bjjna alle talen, maar in
de eerste plaats uit die der drie omliggende
volken, de pers verlaten dan bjj ons te lande.
Op tooneelgebied inzonderheid is vertalen aan
de orde van den dag. Voor buitenlandsche
auteurs is het dus een vraag van groot gewicht,
of wij zullen voortgaan met het vertalen hunner
werken zonder toestemming verkregen te heb
ben van den schrjjver. Het Berner congres
heeft tot beginsel aangenomen, dat het vertaal
recht behoort tot den letterkundigen eigendom
en de Zwitsersche bondsraad heeft op zich ge
nomen eene conferentie in het leven te roepen
van de verschillende staten ter behandeling van
het voorloopig ontwerp, aldaar opgemaakt en
waarvan bovengenoemd beginsel een deel uit
maakt. Binnen een niet te lang tijdsverloop
kan men dus verwachten, dat deze quaestie in
ernst wordt aan de orde gesteld.
Te Amsterdam is Mr. Lévy in eene geestige
rede opgekomen tegen art. 5 der ontworpen
conventie, waarin bepaald wordt, dat de schrij
vers in de verschillende, tot de conventie toe
getreden landen, het uitsluitend recht van ver
taling hunner werken bezitten, zoolang hun
eigendomsrecht op hnnne oorspronkelijke werken
voortduurt. Zijne argumenten waren 1°. het
vertaalde werk is opnieuw gedacht en in eene
andere taal opnieuw uitgedrukt, zoodat de ver
taling niet is het uitsluitend eigendom van den
oorspronkelijken auteur; 2". Nederland bezit
sedert 1817 vrijheid van vertaling en als wjj
daarvan afstand doen, is de winst geheel ten
voordeele der vreemdelingen, daar ons taalge
bied te beperkt is om met de groote vreemde
landen te wedijveren. 3°. Het belang der
schrjjvers brengt algemeene bekendheid hunner
werken mede, ook door vertaling, en nu de
kosten, die daarop vallen, in verhouding tot
het debiet, ten onzent reeds zoo hoog zjjn, zal
het gevolg zjjn, dat er veel minder vertaald
wordt, indien er nog een vergoeding bjjkomt.
4°. Die vermindering in het vertalen van vreemde
werken is in strjjd met het algemeen belang,
omdat men een groot deel des volks belet ken
nis te nemen van hetgeen groote mannen bui
tenslands schrjjven.
Zonder tegenspraak bleven natuurlijk deze
beweringen niet in eene vergadering, waarin
de vaders van het meermalen genoemde ont-
werken zou misschien grooter
thans veel gemakkeljjker
betaaid te worden dan oorspronkelijke werken
t
Dit geldt inzonderheid voor drama-
1 i van tooneel-
eigen taal tegen behoorlijk
mogeljjk, omat
buitenland altjjd een voldoende voorraad stuk-