I
3EN,
BINNENLAND.
1
1883.
Woensdag 14 November.
N? 3000.
JNieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
[NG
'aatjes
te
gen,
maan
tyn, Kien
de leden,
?th,
De inzending van advertentiön kan geschieden tot Ata uur des namiddags van den dag der uitgave
ildel
de
om
te
op
3*
AD VERTENTIÊN
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN
worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
De gemeenteraad tan Mijnsheerenland, beeft aan
de heeren Van der Garde en Co. te Gouda concessie
verleend tot bet aanleggen en exploiteeren van eene
stoomtram door die gemeente.
\AAIJ-
t en ver
Kunsten
scteur der
echt.
GOUDSCHE COURANT.
e Utrecht
NKMAN
men
ichilderde
askerk te
s der St.
ngen,enz.
k levens-
ebroeders
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prjjs per drie maanden is 1.25
franco per post f 1.50.
Bij kon. besluit is benoemd tot burgemeester der
gemeente Benthuisen C. L. J. Boe, burg, en seen
van Zegwaar; en seen en ontv. van Zoetermeer.
te
AX.
au Zn.
sixxrr.
SOS.
UKVBRS.
trkeuken.
DM.
.AND.
IN,
BNNINO.
WlLDB.
-ZB.
attent te
sldwol-
»n bruine
de bereid
er Den-
Staten-Generaal. Twzedb Kambb. Ztting
van 12 November.
In deze zitting zijn door den heer Huber diens
geloofsbrieven ingezonden. De suppletoire begroe
ting van Binneolandsche Zaken werd aangenomen,
na de verwerping der verbooging van hel tractement
van den hoogleeraar in de graveerkunst aan 's Rijks
academie te Amsterdam. De Minister verzekerde
voorts dat buiten het spoelingdistrict sedert maan
den geen longziekte beerscht en de onjuiste berich
ten der buitenlandsche pers bij de buitenlandsche
regeeriugen ziju tegengesproken. Nog werd aange
nomen bet onteigeningsontwerp voor den locaalspoor-
weg Winterswjjk-Zevenaar, na aanneming van een
amendement der commissie van rapporteurs om de
oude speltuig voor plaatsnamen te behouden, tot na
eene latere wetlelijke voorziening; tevens is het ont-
eigeningsontwerp voor de verdieping van bet Scheur
aangenomen met 42 tegen 5 stemmen.
Mevrouw Christine Stoetz herdenkt Maandag 19
November haar vjjf-en-twintigjarige tooneelloopbaan.
De voorstelling zal bestaan in„Zyn meiqe komt will’
oorspronkelijk Indisch tooneelspel van mr. P. Broos-
hooft, gevolgd door,Een Be»ckertun)el“blijspel.
Het volgende adres is aan Zjjne Majesteit den Ko-
ning gezonden:
Sire/
Geeft met den meest verschnldigden eerbied te
kennen, bet Hoofdbestuur der Frieiche blaatte Aappij
van Landbouw:
dat sedert 1870 door de vele misgewassen der
granen en slechte oogsten benevens de groote con
currentie van buiten, de landbouwers in Nederland
zich met kracht hebben toegelegd op de veredeling
ran den veestapel;
dat, door de medewerking Uwer Majesteits regee-
ling, strekken om luiheid en ondeugd in de hand ring, wat betreft het toestaan van substdiên, de
- ;n Nedsrlaudsche Veestapel tengevolge het tentoonstellen
Dezer dagen is in onze stad eene circulaire
verspreid, waarbjj onzen stadgenooten kennis
wordt gegeven van de vestiging eener Kamer
van navraag naar behoettigen ten dienste der
bijzondere liefdadigheid, met uitnoodiging deze
zaak naar vermogen te steunen. In ons nummer
van 9 dezer is het schrjjven in zijn geheel
opgenomen, zoodat wjj mogen veronderstellen,
dat onze lezers daarvan kennis hebben geno
men en evenals wjj met ingenomenheid deze
poging hebben begroet om onze gemeente te
verrjjken met eene instelling, welke elders b.v.
te Enschedé bloeit en nuttig werkt.
Wjj veroorlooven ons het doel der Kamer
in enkele trekken nader uiteen te zetten om
te voorkomen, dat men zich er een verkeerde
voorstelling van make. Zooals de naam reeds
aanduidt, is het een gelegenheid tot na vraag,
niet een lichaam dat zich vooral ten doel stelt
armoede te voorkomen of te lenigen. Er wqrdt
veel gegeven; de Nederlandsche liefdadigheid
is bekend en ook in onze stad verloochent zich
die goede eigenschap niet. Maar men geeft
niet altjjd op de rechte wjjze en aan de rechte
personen. Meldt zich een arme aan, dan ge
ven velen uit goedhartigheid altjjd, zonder te
bedenken dat men zich eerst behoort te over
tuigen of de verzoeker verdient geholpen te
worden. Zoodoende komt een groot deel van
hetgeen geofferd wordt op het altaar der lief
dadigheid terecht in de kroeg of wordt op
andere minder gepaste wjjze besteed in strjjd
met de bedoeling des gevers. Anderen hebben
tot stelregel genomen om nooit aan onbekenden
aalmoezen uit te reiken en wjj gelooven, dat
dit minder kwaad kan dan maar aan ieder te
geven, die zich aanmeldt. Toch heeft dit ook
zjjne schaduwzijde; want allicht zjjn er onder
de afgewezenen,, wien men bjj nadere bekend
heid met hun persoon en omstandigheden gaarne
hulp verleend hebben zou. Beide klippen,
waarop de bijzondere liefdadigheid verzeilt, zjjn
een gevolg van de moeieljjkheid om in een
korten tjjd en op een gegeven oogeblik inlich
tingen te bekomen omtrent de personen, die
onze hulp inroepen. Men weet niet waar men
zich adresseeren moet, men heeft den tjjd niet,
enz., en om van de zaak af te zijn opent men
zjjn beurs of geeft eene harsche afwjjzing, op
het gevaar of van de kwaal te verergeren, welke
men bestrijden wil of meedoogenloos te zjjn
jegens werkelijke ellende. Dit nu wenscht de
Kamer van navraag te voorkomen. Als men
als lid tot haar is toegetreden, dan kan men
door middel van den Secretaris, die een bode
onder zich heeft, binnen betrekkeljjk korten
tjjd alle mogeljjke inlichtingen ontvangen aan
gaande de personen, die zich om bjjstand bjj
ons aanmelden, hun omstandigheden, karakter
en gedrag, de door hen genoten ondersteuning
der diaconie, als zjj die hebben, enz.
scheljjke eigenschap is, die niet afhangt van
kerkgeloof of godsdienstige richting, zoo plaatst
de Kamer zien ook boven alle verschil van
gezindte. Dit is uitdrukkelijk in de statuten
vermeld en de namen der onderteekenaars van
bovengenoemde circulaire strekken ten waar
borg, dat het met dit streven ernst is.
De Kamer is dus niet *ls de diaconiën een
lichaam, dat fondsen verzamelt en uit eigen
middelen armen onderstem^; neen, zij wenscht
volstrekt niet in concurrentie te treden met de
armbesturen of die overbodig te maken. Zjj
wil, in dienst der bijzondere liefdadigheid, doen
wat de diaconiën met den besten wil ter we
reld niet doen kunnen; wat de Kamer zich
voorstelt, gaat de krachten der diaconie te
boven.
Wel is de Kamer bereid als tusschenpersoon
op te treden om de gaven der particulieren te
doen strekken tot voorkoming van armoede en
hulp te verleenen aan die behoeftigen, welke niet
in de termen vallen der bedeeling door arm
besturen b. v. aan zoogenoemde fatsoenlijke
armen, aan gebrekkige en verwaarloosde kinde
ren ten einde die te maken tot bruikbare leden
der Maatschappij. Daar zjjgeene fondsen onder
haar beheer neemt, stelt de Kamer zich voor
lyeten in de stad te laten circuleeren voor elk
bepaald geval, dat zich voordoet en zjj beschouwt
ook als naar taak weldadige ingezetenen op der-
geljjke gevallen attent te maken. Dat in die
richting haar werkzaamheid vruchtdragend kan
zijn, bewjjzen de talrijke lijsten, die telkens in
de stad rondgaan; thans spant er zich nu deze
dan gene onzer meest geachte medeburgers
voor, maar bet behoefi' geen betoog, dat zulks
beter resultaten opleveren zal, wanneer eene
commissie als het bestuur der Kamer zich belast
met het inzamelen der bijdragen en het admi-
nistreeren en uitreiken daarvan aan de nood
lijdenden. Uit den aard der zaak komen de
gevallen, waar hulp inderdaad noodig is, ook
beter ter kennis van een dergeljjk bestuur,
dat zich met liefde en ingenomenheid aan zjjn
schoöne taak wgdt.
Na zoo in korte woorden een overzicht ge
geven te hebben van het doel, dat de Kamer
van navraag tracht te bereiken en van de
wjjze, waarop zjj zich voorstelt te werken, ge
looven wij, dat het niet noodig zal zjjn veel
te zeggen om dit goede werk der barmhartig
heid aan te bevelen bjj onze lezers. Twjjfel
aan den liefdadigen zin onzer stadgenooten
ware eene beleedigingtrouwens het vele goede,
dat in onze gemeente gedaan wordt, bewjjst
genoeg, dat het hart bjj ons ook op de rechte
plaats zit. Laten dus alle meergegoeden de
nieuwe instelling steunen door als lid toe te
treden en zich van hare tusschenkomst te be
dienen. Men is dan zeker dat de sommen, die
men afzondert om zjjn naasten wel te doen en
de armoede om ons heen te lenigen, goed wor
den besteed en niet, in strjjd met onze bedoe-
Geljjk liefde tot den naaste een echt men- werken. Ruim is ook in onzefltomeente met
GOUDA, 13 November 1883.
Naar wjj van goed ingelicbte zijde vernemen, zal
van wage de IJsel-Stoomtramweg-Maatscbappij mor
genochtend (Woensdag) ten half 6 ure een proefrit
door deze stad worden gehouden.
haar talrijke fabrieksbevolking en arbeidende
klasse het arbeidsveld der particuliere liefdadig
heid elke slecht bestede gift komt ten nadeele
der werkelijke armen; de poging der ondertee
kenaars van meergenoemde circulaire verdient
den steun en de medewerking van allewelden-
kenden.
I