TO.
BINNENLAND.
N? 3011.
Zondag 9 December.
1883.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
.itair,
it geplaatst
’AKHUI8-
srs,
weAZIJN-
1’
St-NICOLAASVERRASSINGEN.
elijkü!
)r. Lowet
ang zoe-
rwater
lijke mid
delt bin-
en Baard
uitvallen
Popp,
Ml.
ii
Uitgever dézer Courant iederen Maandag
eenGRATIS-ADVERTENTIEBLAD wor
den uitgegeven, ’t welk zoowel binnen
als buiten de stad op eene doeltref
fende wijze zal worden verspreid en waarin
zonder prijsberekening worden opgenomen
die Advertentiën, welke in de vorige week
iu de GOUDSCHE COURANT zijn ge
plaatst
Vethr.
reau dezer
manne-
en euccee.
□teerde Sta-
ovember 11.
lat de pas-
eg ie GE-
arden en
lOen tot en
IMBERa.s.
mmunicatie
rkerk gedn-
kan plaats
tel of Ber-
>mber 1883.
ornoemd,
i Voorraad.
in het Bu-
hoop ik dat
beipoedigen.
aar,
'an AKEN.
J DEBS van
ari 1869.
te weder te
n 6 doosjei
A nat her in-
*de heilzame
den dat ik
n, het de
tegen rer-
egen herige
lefsch waren
goudsche courant.
uitvinder
ie Keyser
erzonden
edrag in
r gefran-
Hoogstraat,
anten Kolff,
e porcelein-
lilié. apoth.;
dam bij 0.
i Amsterdam
loth Co.;
f en Zoon
te Utreht,
Porton,
W I
GOUDA, 8 December 1883.
Benoemd tot bulpooderirjjser aan de school voor
C. N. O., alhier de hoer J. Gravesteyn.
Bij de herstemming voor een lid van den Gemeen
teraad te Zevenhuisen Insschen de Heeren A. Paul
Hs. en A. Broeder werd eers'genoemde gekozen met
38 stemmen. De heer Broeder bekwam 31 stemmen.
Nadat in het verloopen voorjaar de matelen in
de gemeente Berg-Ambaoht epidemisch geweest wa
ren, hebben lich nu weder in enkele huisgetinnen
gevallen vertoond.
By de Nederlandsche Rynspoorweg-maatschappij
heeft het vervoer vau rerhuieboedele van officieren
der land- en zeemacht, mits aangebracht met den
voor militair vervoer gebruikeljjken vracht brief, plaats
tegen halve vracht.
Tevens is door die maatschappij bepaald, dat alle
in uniform afionderlijk reilende officieren in de le
en 2e klasse, op vertoon van bun order, skchts
halve vracht te betalen hebben.
Een en ander is den In December jl. in wer
king getreden.
Man uil lich herinneren, dat deie faciliteiten door
de overige spourwegmaatechappijen reeds sedert ge-
ruimen tjjd werden toegestaan. (Loe)
Door Burgemeester en Wethouders van Utrecht ia
besliten de beplanting der stadsplantsoenen in bet
volgend jaar aan bloemisten op te dragen, die zouden
wensohen daarin vakken bloemen en sierplanten voor
hunne rekening te plaatsen.
Donderdag middag zjjn te Amsterdam voor het
front der troepen ran het le bataljon mariniers ge
degradeerd een sergeant-majoor, een fonrier en een
marinier late kl., als straf voor de wijle waarop ijj
zioh tegenover reoruten hebben gedragen. Zjj hebben
zich aan knoeierij het aannemen van geld enz.
sohuldig gemaakt.
Te Amsterdam is de heer Maju Kinsbergen over
leden in den leeftijd van bjjna 102 jaar. Hjj woonde
bjjde onwenteling onder Napoleon 1, het bombar-
arme
De zitting van de Tweede Kamer op 11.
Woensdag is merkwaardig geworden door een
tweetal verrassingen, welke op ons een minder
aangenamen indruk hebben gemaakt Wjj be
doelen de indiening van het ontwerp van 4
leden om de schoolwet te wjjzigen en de toe
zegging van een wijziging der drankwet door
den minister van justitie. Ia onze gedachten
voegen wjj deze beide zeer niteenloopende zaken
bijeen, omdat wjj er de sporen inzien van een
zelfde verschijnsel, dat wjj betreuren en aller-
verderfeljjkst achten. Het komt ons nameljjk
voor, dat er tegenwoordig ten onzent een al
gemeen en telkens waarneembaar streven is
om te reageeren tegen pas tot stand gekomen
wetten, wier werking nog niet in haar geheel
kan worden overzien; van elke moeilijkheid,
die zich voordoet in de toepassing van een
nieuw beginsel of bjj de uitvoering eener in
grijpende verandering maken de tegenstanders
gebruik om het nieuwe, nog niet eens in zijn
voegen vastgeworden gebouw omver te halen.
Dat men zoodoende mets degelijks tot stand
brengt, monnikenwerk doet en nationalen tjjd
en geld vermorst ligt voor de hand. Straks
toch als de tegenwoordige ontevredenen zelf
op hun beurt iets hebben geregeld naar hunne
'denkbeelden, zal de tegenpartij hun werk zeker
evenmin ontzien en onze wetgevers zullen een
illustratie geven op de bekende historie der
eerzame huisvrouw van Ulysses, die scbjjnbaar
vljjtig werkte, maar zorg droeg dat telkens
haar werk ongedaan gemaakt werd.
Onze wetgevende macht schjjnt veel te hebben
van een ouden zondaar, die in een oogenblik
van ernstig schuldgevoel het heilig voornemen
opvat om zich te beteren, maar die later, als
het op het uitvoeren aankomt van zjjn goede
plannen, bemerkt, dat zeggen en doen twee is.
De nieuwe levensweg biedt eigenaardige moei
lijkheden aanbjj moet breken met oude ge
woonten die hem een behoefte zjjn geworden;
oude vrienden moeten worden aan den djjk
gezet; een ander levensplan moet worden ge
maakt, terwjjl hjj vroeger violen zorgen liet;
dit alles wordt hem te machtig, zooveel
Ijjke kracht heeft hjj niet meer, onwillekeurig ver
zeilt hjj weder in 't oude spoor.
Daar is b.v. de drankwet. Door het wel
sprekende woord en de innige overtuiging van
den minister Modderman medegesleept, heeft
onze wetgever middelen beraamd om de gele
genheden tot drankgebruik te beperken, met
de goede bedoeling om ons volk zooveel mo-
gelijk af te houden van den verkeerden weg.
N atuurljjk zouden er particuliere belangen voor
moeten wjjken, maar zooveel mogeljjk werd
gezorgd, dat het bestaan der burgers, die bjj
de invoering der wet van den handel in sterken
drank leefden, niet in gevaar werd gebracht,
Er werd o. a. een termijn gesteld van 5jaren,
waarna het niet meer geoorloofd zou zjjn den
kleinhandel in spiritualiën te verbinden aan
eenige andere winkelnering. Maar nu nadert
de fatale termjjn: 1 Mei 1884. De belangheb
bende winkeliers hebben kalm gewacht tot dit
oogenblik in plaats van zich voor te bereiden
KB ff> ff ffff op den nieuwen toestand en heffen nu in koor
g'j ffM ff ffff Ma een klaaglgk gejammer, aan over hun brood,
dat hun uit den mondr.genomen wordt. De
Te beginnen met 1884 zal door den arme winkeliers ten platten lande, die zonder
- -- - I de dubbeltjes van de lorrelaars niet kunnen
leven, hebben zulk een geweld gemaakt, dat
regeering en vertegenwoordigers hun goede
voornemens waarschijnlijk geheel zullen verge
ten. Voor vjjf jaar wist men even goed als
nu, dat de thans gewraakte bepaling moeilijk
heden geven zou iu de uitvoering, maar toen
was men nog onder den indruk van het woord
van Mr. Modderman en had men het levendig
bewustzjjn, dat in den strijd tegen zulk eene
ingewortelde volkskwaal bet algemeen belang
den voorrang heeft boven dat van particulieren.
Thans schijnt meer de overweging te gelden,
dat de bedreigde plattelands-winkeliers kiezers
zjjn, gewoon aan andere jsneverdrinkende plat-
telandskiezers hun zoopje te reiken en daardoor
mannen van invloed bjj plattelandsverkiezingen
en het is aandoénlijk om te zien, hoe gevoelig
mannen van allerlei staatkundige kleur zjjn
voor de noodkreten dezer «nschuldig vermoorde
neringdoende huisvaders. jEr is alle reden voor
de verontwaardiging, waarmede de heer Bor~
sius vroeg, of dan de particuliere belangen der
drank ver koopers moeten gaan boven het alge-
meene belang. Maar het applaus, yvaarmede
de mededeeling des ministers, naar men zegt,
door de kamer begroet is,* voorspelt niet veel
goeds. Men deinst klaarblijkelijk terug voor
de gevolgen vau een in eea gelukkig oogenblik
genomen heldhaftig besluit,
En dan het voontel Mackay «.-* tot wijzi
ging der schoolwet. Wjj ‘hebben den tjjd nog
niet gehad het in bijzonderheden na te gaan,
maar zooveel is ons bjj oppervlakkige lezing
reeds gebleken, dat het niets is dan eenestoute
poging om het goede, dat door de wet van
1878 is tot stand gebracht weder ongedaan te
maken, waarbij men z*c^ bedient van de on
gunstige financieele omstandigheden, die thans
de kans geven om halfslachtige voorstanders
van het openbaar onderwjjs en bezuinigers quand
même aan zjjne zjjde te lokken. Want de
hoofdzaak is de aanval op art. 45., waarbij den
gemeenten 30pCt. restitutie hunner onkosten
voor onderwijs wordt gegeven. En geene an
dere overweging wordt aangevoerd dan bet
refrein dezer dagenvermindering van kosten.
Natuurljjk is het in den tegen woordigen stand
der zaak niet mogeljjk eenvoudig artikel 45 te
schrappen. Maar wat er voorgesteld wordt, is
toch eene aanrandig van het na veel strjjd in
de wet opgenomen beginsel, dat het onderwjjs
voor een groot deel nj'kszaak is, niet louter
een gemeentebelang, dat aan het goedvinden
van den raad alleen kan worden overgelaten.
In dien zin dns weder een reactie tegen eene
wet van nog jongen datum, welke nog niet
eens in volle werking gezien is. Wjj begrij
pen natuurlijk zeer goed, dat anti-revolutio-
nairen en katholieken dien weg op willenin
een groot deel des lands, vooral in de kleinere
plaatsen, kan er in hun geest meer gewerkt wor
den op gemeentebesturen en gemeenteraden dan
op de rjjksregeering en haar ambtenaren. Van de
zgde der voorstanders van ons volksonderwijs
kan er van instemming met dergelijk streven
geen sprake zjjn. De belangen van het onder
wjjs moeten onzes inziens meer gelden dan de
financiën. Wjj blijven bij onze reeds meerge-
uite meening: de eischen van eene goede volks
school moeten den doorslag geven en Neder
land is nog rijk genoeg om die te bekostigen.
Liever wat meer belasting, dan het verlagen
van het peil onzer volksbeschaving ter wille
van een paar millioenen. Van Delden c. s.
behooren onze leidsmannen te zjjn, niet Mac
kay c. s. Zullen echter alle zoogenaamde libe
ralen in de kamer er zoo over denken? Wg
hopen het, maar vreezen dat sommigen zich
zullen laten verleiden door de sirenenstem, die
verlokt met de voorspiegeling van verminderde
lasten voor het Rijk. Het is in de kamer zoo
moeilijk trouw te big ven aan zjjn goede voor
nemens, wanneer men daardoor gedwongen wordt
tot maatregelen, van welke men onderstellen
moet, dat zij bij de kiezers niet in goede aarde
zullen vallen. Wjj zjjn dus niet gerust omtrent
den afloop van dezen aanval op onze school
wet: er zijn maar weinig stemmen noodig om
den clericalen eene meerderheid te bezorgen en
de omstandigheden zjjn zeer ongunstig.
De lezer make uit het bovenstaande niet op,
dat wjj de wet van 78 en de financieele rege
ling van art. 45 onverbeterlijk achten. Indien
de ondervinding de onhoudbaarheid daarvan
had aangetoond en een onverdacht voorstander
van ons openbaar onderwjjs een voorstel deed
tot wjjzigiug, zouden wjj allen liberalen aanra
den dit in ernstige overweging te nemen. Maar
het voorstel Mackay c. s. kan niet worden af
gescheiden van de personen en de beginselen
der voorstellers; zij hebben wel een ontwerp
gemaakt, waarin alle partjjkenmerk met voor
dacht is vermeden, maar die de kaart van ’t
land kent, doorziet de bedoeling onmiddelljjk.
De bekende kunstgreep van 't nemen van de
>rge- geheele hand door 't aanvatten van een en-
ider kelen vinger. Ruiterljjk erkent dan ook de
Standaard dat de halfslachtigheid, waarvan de
aanval op art. 45 blijk geeft, haar leed doet en
alleen strekt om de kansen van aanneming te
verhoogen.
Wij kunnen gerust zeggen, dat wg onzen
kinderheilige niet dankbaar zjjn voor de sur
prises, welke hjj ons dit jaar aan den vooravond
van zjjn feest heeft toegedacht. Beide aange
vallen wetten hebben in hoofdzaak onze vol
komen sympathie. Begrjjpeljjk is het dus, dat
wjj ons bezorgd maken, als zoo gewichtige dee-
len er van op losse schroeven worden gesteld.