DIENSTBODE COGENWA-TEfi. Buitenlandsch Overzicht. Nationale Militie. Kleinhandel in Sterken Drank. ADVERTENTIÈN. INGEZONDEN. Iets naar aanleiding- van het Hoofdartikel in de Goud fiche Courant, no. 3016 g-eti- teld: Pensioen vaji Gemeente- Ambtenaren. POSTERIJEN. TWEEDE KENNISGEVING. Voor Ingezetenon wordt gehouden Art. ie. De inschrijving geschiedt: Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingesohreven: Voorts strekt tot informatie van de Belanghebbenden: dat ieder gehouden is te zorgen dat hii bij do inschrijving Wijk en Nom- mer zijner woning juist kan opgeven. MARKTBERICHT EN. Burgerlijke Stand. Gouda: Stolwijk: Haastrecht Reeuwijfc Dr. Chantomolanus Tegen JICHT RHUMATIEK no. 1801 komt een opmerkelijk opstel voor onder den titel: Vergoeding voor reis- en verblijfkosten. De schrijver is van oordeel dat in den tegenwoordigen benarden toestand van 't Lands financiën, de betrekke lijke dit onderwerp genomen Koninklijke besluiten herziening vereischen. Het Kon. besluit van 15 De cember' 1849 (Staatsblad no. 62rangschikt de bestaande ambtenaren, voor de berekening der vergoeding, in vijf klassen, en bepaalt de vergoeding voor reiskosten in de vijf klassen respectievelijk op ƒ0.75, ƒ0.60, 0.45, 0.30 en 0.25 per uur afstand, aangewezen bij den officieelen afstandswijzer; de verblijfkosten per dag resp. op 8, 6, 4, 2.50 en 2 of de helft der laatste bedragen, wanneer de reis heen en terug op denzelfden dag is geschied. Volgens het Weekblad houden zg, die in de hoo- gere klassen zijn gemngschikt, het meest over. Een retourbiljet voor de reis per spoorweg in de eerste klasse kost van Den Haag naar Amsterdam heen en terug 8,80, terwijl de vergoeding aan hem die in de eerste klasse van het tarief is gerangschikt 16,87' bedraagt. Ook de vergoeding van verblijfkosten is wel niet in dezelfde mate als die voor reiskosten en ook niet in alle gevallen, zeer dikwijls veel te* hoog. Bovendien is het veischil der vergoeding, zoewel voor reis- als verblijfkosten - naar het oordeel van het fTeekblad - veel grooter dat het geval moest zijn met het oog op het verschil in maatschappelijke ver houding tusschen de ambtenaren. De Chineeacbe gezant Tseng brengt de Kerstmis in Engeland door, bewijs dat de inneming van Sontay noch oorlogsverklaring, noch afbreken der diplomatieke betrekkingen ten gevolge heeft, maar ook dat er geen onderhandelingen over den vrede op 't oogenblik wordep gevoerd. Van Engelauds bemiddeling wordt nog altijd ge sproken, maar zij vindt steeds weinig geloofFerry is van het begin af tegen die bemiddeling geweest en ook de openbare meeuing in Frankrijk is haar niet gunstigmen vertrouwt blijkbaar Engeland niet en heeft daarvoor goede redenen. Het telegraphisch bericht, dat sir Charles Dilke (die, op zijne reis naar het Zuiden van Frankrijk, een poos te Parijs vertoelds) met den Fransohen Premier een onderhoud heeft gehad, wordt in eene dépêche uit Parijs aan de K, Z. tegengesproken. Geljjk men weet werd zjjn komst in de Fransche hoofdstad in verband gebracht met een voorstel tot bemiddeling vnn Engeland in het geschil tueschen Frankrijk en China. De Parjjsche correspondent van de K. Z. verzekert echter, dal sir Charles Dilke den heer Ferry niet heeft gesproken, en buitendien ook niet met eene staatkundige zending belast wat. Aan de Times wordt uit Hongkong geseind, dat een aanval der Fransche troepen op Bao-Ninb onver wijld verwacht wordt. De Fmnsche Minister Hériason heeft nog niet zijn ontslag gevraagd. Men verzekert echer dat dit slechts een qnaestie is van tijd en dat zijn .collega Cocbery met hem zal vertrekken; voor Hériason noemt men Paul Bgrt, die met Koophandel zich zou ver genoegen sedert de kans op Onderwijs verkeken is. Men weet, dat de nederlaag vau Hérisson fn de Kamer de schuld was van Paul Bert, wiens motie over het Amerikaanscbe varkensvleesch werd aangenomen. De Senaat besloot Maandag met 143 tegen 114 stemmen, om heden ,een begin te maken met de behandeling der Staatsbegrooting.*. De Duitschers zjjn heel bly dat huu Kroonprins weer terug is. De Kroonprins begaf zich na zjjn aan komst spoedig naar den Keizer; een talrjjke volks-me- nigte wachtte hem op en begroette hem met geestdrift. Van offieieuse zijde wordt meegedeeld, dat het bericht vau de Germania over bet in te dienen wets ontwerp betreffende kerkelijke zaken geheel onjuist is; er wordt voor 't oogenblik aan. zoo iets ntbt, gedacht; er wordt echter niet bijgevoegd waaraau dan wel gedacht wordt. In een particulier telegram van de Franhf. Zeil. wordt verklaard, dat allet wat de bladen medege deeld hebben betreffeude een te verwachten bezoek var.den keizer van Oostenrjjk-Hcngarije, te Kome, ten eenenroale ongegrond is. Geenerlei onderhande lingen hierover worden gevoerd, en het bezoek van den Duitschen Kroonprins heeft op deze zaak vol strekt geen invloed, daar de etiqeette-bezwaren voor Frans Jozef, als katholiek verst, blijven bestaan. Telkens wanneer i* den Baad eene pensioensaan- vraag behandeld werd, wees ik op het wensoheljjke, dat de hoegrootheid van het peneioen mocht kunnen worden vaetgesteld naar vatte regelen, opdat noch vóór- noch tegen-ingenomenbeid met den aanvrager tot onbillijkheid of tot 'ontevredenheid van andere gepensioneerden zou leiden. Die meening vond meer en meer steun, en eindelijk zóóveel, dat met groote meerderheid besloten werd het Dagelijksoh Bestuur uit te noodigen eene Verordening op dat atuk te ontwerpen. Aan dat verzoek werd, zoo als gewoon lijk, welwillend voldaan. Doeh niet in den geest, dien men zich voorgesteld had. Het Ontwerp ving aan met een recht toe te kennen op pensioen. Dat was niet bedoeld. Men wilde alleen vaate regelen van hoegrootheid, wanneer de Baad eerst besloten had aan een bepaald persoon pensioen toe te kennen. Niemand had er zelfs met een woord van gerept een recht toe te willen kennen op pensioen, een beginsel te willen vaststellen zoo bezwarend voor de gemeentelijke finantien. Van daar dan ook zóó groote tegenstand, dat met bijna algemeene stemmen be sloten werd het Dageljjksch Bestuur te verzoeken het Ontwerp terug te* nemen en zoodanig te wjjzigen dal juist het tegenovergestelde werd aangenomen «Niemand heeft reoht op pensioen." Daarop verscheen een nieuw Ontwerp, waaruit de bestaande Veror dening van 9 Nov. 1877 geboren is, en welke laatste o. a, deze bepalingen bevat «de Gemeente-Ambtenaren hebben geen recht op pensioen." Art. 1. «de Gemeenteraad beslist op elke aanvraag om pensioen." Art. 6. «de pensioenen vervallen door wederopzegging." Art. 16. De twee eerste bepalingen zeggen zoo duideljjk mogelijk, dat de Baad geheel vrjj is, en iedere aan vraag moet beoordeelen. Wat moet nu de leiddraad zijn bij die beoordeeling? Op die vraag geeft de derde bepaling een af doend antwoord. wDe pensioenen vervallen door wederopzegging." J)at Art, 16 kwam niet voorin het Ontwerp. Het werd door mjj voorgesteld en toe gelicht als volgt: «de ambtenaren hebben geen recht op pensioen,' maar het kan hun worden verleend. Wanneer zal dat geschieden? Als het bljjkt dat zjj daaraan behoefte hebben. Maar nu is het zeer goed denkbaar, dat iemand op het oogenblik groote behoefte heeft aan een pensioen, doch later ruimer middelen tot zjjn dispositie krjjgt en het dan alzoo niet meer noodig heeft. Het komt mjj voor dat het dan niet meer dan billijk ia, dat in zulk geval het pensioen vervalt, TPagr maks werd door U, Mijnheer de Voorzitter, er op gewezen en volko men gerecht, dat erken ik dat het geval zioh zou kunnen voordoen dat' iemand op het oogenblik geen behoefte heeft aan pensioen, maar later in minder gnnstige finantieële omstandigheden komt te ver- keeren, zoodat hij dan wel degelijk pensioen noodig heeft, welnu ook het omgekeerde is het geval." (Ver slag 1877 no. 27) Niemand betwistte het beginsel door mij als grond van de bepaling gesteld, dat alleen behoefte het geven of doen voortduren van een pensioen (waarvoor niets bijgedragen wat) kan regtvaardigen. Ook nog onlangs (Verslag 1888 no. 1) gaf de Voorzitter van den Baad te kennen altijd datzelfde stelseltoegedaan tê zijn geweest, namelijk «dat aan oud-ambtenaren der Gemeente geen pensi- oen moest worden toegekend als zjj het niet be paald noodig hadden", doch dat hij nn, tengevolge van het Haaratellen d«r Verordening, meende dat aan alle ambtenaren, die zich dat niet door slecht gedrag onwaardig maakten, een pensioen moest worden verleend. Dat ik mij met die laatste opvatting niet ver- eeuigen kon, heb ik toen reeds gezegd. Dat zg mjj, na het lezen der beraadslagingen over de Veror dening, geheel onhoudbaar voorkomt, heb ik ternau wernood hier bjj te voegen. Waarlijk de woorden van de Verordening, in Verband met de geschiede nis, zijn te duidelijk om nog twijfel bjj mij over te laten, en de daarstelling op zich zelve van eene. Verordening als de onze raag er wel geheel on schuldig aan worden geacht, wanneer zij mocht worden toegepast in e«n geest, die de hare niet is. Heeft de meerderheid van den Baad, dia het pen sioen in- die vergadering toekende, daarmee te ken nen gegeven, dat zg het met de meening eens is om altjjd pensioen te moeten geven, ook waar niet de minste behoefte daaraan bestaat? Ik zou dat, uit de stemming niet durven opmaken. Niemand vau de vóóretemmers, buiten den Voorzitter, heeft van zijne stem rekenschap gegeven. Men kan er vóór zijn geweest, omdat men niet overtnigd was van het oanoodige in catu, efl zóó opgevat, kan nen dan ook eg eonseqnent zijn gebleven, die de Verordening hebben helpen itf het leven roepen en speciaal Art. 16 hebben gewild. De schrijver van het hoofdartikel, ofschoon erken nende dat de Verordening is daargesteld geheel in mijii' geest, keurt echter eene toepassing, die volgens mij daarmtde niet overecqkopnstig is, goed, en wil nog verder gaan, namelijk het recht op pensioen aan ieder eervol ontslagen ambtenaar uitdrukkelijk toeken nen, en wel op deze gronden «dat pensioen geen aalmoes is, die men aan noodlijdenden uitreikt uit medetjjden, maar eene billgke extra-belooning vaa een in dienst der Gemeente welbesteed levendat de ealariesen niet hoog genoeg zijn om wat over te leggen voor den ouden dag, en omdat het belaog der Gemeente medebrengt, dat haar ambtenaren zieh onbekommerd aan huu arbeid wijden, en niet uit vrees voor broodsgebrsk, langer aanbljjven dan voor den dieust wenschelijk ia.' Of dergelijke ik zou haast zeggen, wat hoog dravende redeneeriugen bij velen, die geen amb tenaar zgn, ingang zullen vinden, betwijfel ik zeer. Is een ambtenaar eeu ander dan een gewoon mensch? Ieder die een welbesteed leren achter zich heeft, die trouw en eerljjk, naar de hem' gegeven krachten, zijn beroep of betrekking waargenomen heeft, zoo lang hg dat kon doen, mag, doeh ook alleen waar eigen middelen ontbreken, billijke aanspraak maken op de ondersteuning vau anderen, in de eerste plaats van beu, iu wier dienst hij was, en ten wier behoeve hij zijue beate krachteu (al was het tegen loon) ver bruikt heeft. Zoodanige zedelijke verplichting tot ondersteuning, waar die noodig is, drukt niet alleen op een Gemeentebestuur, mnar' op ieder mensch. Waarom nu een ambtenaar meer aanapraak sou kunnen of mogen maken dan ieder aoder, begrijp ik niet. In tegendeel, wanneer men het lot vau ambtenaren met dat van niet-ambtanaren vergelijkt, dan ziet men dat bet eerste in den regel vóór heeft, boven dat van niet-ambteoaren, die hetzelfde werkdoen. De belooning van" «en ambtenaar ia niet minder dan bjj een partioulier; het werk niet zwaarder. Daarbij heeft de ambtenaar een groot voorrecht, namelijk dat van veel zekerder te zjjn van zjjne betrekking en van de geregelde betaling, omdat aterven van patroons, opbonden van zakeu, enz. enz. hem zjjne betrekking niet kan dóen verliezen. Welke billgke grond zou er aan te voeren zgn- dat van twee werk lieden, die even lang, even zwaar, tegen hetzelfde loon, gewerkt hebben, den» een ambtenaar, omdat hij in dienst van de Gemeste waa, den ander met ambtenaar, omdat hjj bjj een particulier in dienst was, den eersten te stellen boven, den tweeden, den eersten recht te willen geven óp pensioen, den tweeden diet Wanneer hem, die noch bijdroeg voor een pensi oen, noch pensioen bedong bjj zijne aanstelling, toch pensioen wordt verleend, dam'staat niet meer beta ling tegenover arbeid, maar is de praestatie slechts van ééne zijde, eene zuivere liberaliteit, die m. T. zeer terecht door den Voorzitter van den Baad in 1877 met het woord gunet werd betiteld. Men ia zeer geneigd de Gemeente verplichtin gen op te leggen, die men niet altjjd zoo nauw op zich zeiven toepaat, en het Gemeeutebeztuur is ook dikwjjls zelf zeer bereid verplichtingen op zich te Hemen, zonder daarbij te bedenken, dat wat men aan den een geeft, door den ander moet worden betaald. De algemeene beurs is er goed voor, en ondervindt dan ook niet zelden, dat medeljjden en royaliteit op haar gebied het eerst gewekt en volledigst in praktijk- worden gebracht. Men zou daarmede echter ook te ver kunnen gaan, en wel een# bepalingen kuunen maken of toepassen, die de draagkracht der belastingschuldigen te boren gaan, of in ieder geval beiden tot groote ontevredenheid ran hen, die van gelijken toeetaod en eep even welbesteed leven achter zioh hebbende, begonnen te begijjpen hoeveel jaarlijks door ben opgebracht moet woiden om den ander 'een beter leventje, dut zjj, zelve hebben, te doen leiden. Zeer toevallig kon men in dezelfde N. R. Courant waarin eén verilag van onze beraadslaging gegeren werd, lezen hoe men nu reeda te Leiden met dat recht op pensioen in de war zit. En daar wordt dat recht nog slechts verleend tegen eene jaar- lijksebe bijdrage. In zeven jaar tijd klom de uit- keering, zonder evenredige ontvangst, met 208 pCt., en wilde men nn de finantien niet al te veel be zwaren, dan moest de bjjdrage voor het vervolg van 1 pCt. tot 2'/s pCt. worden verhoogd. Moge dat voorbeeld de oogen openen van heil, die zoo maar eena gratis een recht op peneioen zótader, villen bepaald zien, of die de bestaande Verordening «ou den willen toepaesen altof dat recht réeds bestond. Gonda, 24 Deo. '83. Me. KIST*. Bovenstaand etuk vereitcht, wat het laatite ge deelte betreft, een antwoord van tome zijde, waartoe one thans evenwel de tijd ontbreekt. TPij hopen er later opt terug te komen. - Bed.) LIJST van BBIEVEN, .geadresseerd aan onbe kenden, gedurende de Ie helft der maand November 1883 uit Gouda verzonden en door tusechenkomet van het Postkantoor"terug te bekomen: W. Gronzelaar, Amsterdam. Leijendekker, Slie— drecht. E. van Gelder, Tilburg. Verzonden geweest naar DUITSCHLAND Mme Sohoneveld, Hannover. Jan J- Karesiee, Bobrort. Goudn, 22 December 1888. De Direotenr van het Postkantoor te Gouda, 8IMON8. INSCHRIJVING VOOR DE BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente Gouda, Gezien de wet van den 19den Augustus 1861 {Staatsblad no. 7 2), betrekkelijk de Nationale Militie. Herinneren bjj deze alle belanghebbenden aan huune verplichting, tot het doen van aangifte ter' inschrijving voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1884 "en brengen ter kennis de volgende bepalingen der genoemde Wet. Art. 15. Jaarljjks worden voor de Militie inge- eehreven alle manneljjke ingezetenen, die op den leten Januari van het jaar hun 19de jaar waren inge treden. lo. Hij wiens vader, of, ie deze overleden, wiens moeder,of, zjjn beide overleden, wiens voogd ingezeten ie, volgent de Wet van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44) 2o. Hij die geen oudere of voogd hebbende, gedurende de laatste aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande achttien maanden in Nederland verblijf hield; 8o. Hij, vau wiens ouders de langstlevende ioge- zeten was, al ia zjjn voogd geen ingezeten, mits hjj binnen het rijk verbljjf hondt. Voor ingezeten wordt niet gebonden de vreemde ling behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan de verpliehte krijgsdienst ia onderworpen, of waar ten aanzien der dienttplicbligbeid het be ginsel wederkeerigheid ie aangenomen. lo. Van een ongehuwde iu de Gemeente, waar de vader* of, ie deze overleden, de moeder, of zjjn beiden overleden, de voogd woont 2o. Van een gehnwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hjj woont; 8o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door deze i» aohtergelateo, of wiens voogd buiten e lande geiestigd ie id de Gemeente, waar hjj woont 4o, Van de buiten 'e lande wonende zoon van een Nederlander, die ter zake van 'e lande dienst in een vreemd land woont, in de Gemeente waar ïjjn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. lo. De in een vreemd Bjjk achtergebleven zoon van een ingezeten die geen Nederlander ie 2o. De in een vreemd Bjjk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, nl ia zijn voogd ingezeten 3o. De zoon van den Nederlander, die ter zake van 'e lands dienet in Rijke overzeetche bezittingen of koloniën woont. Art. 18. Elk die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven, ie verplicht zioh daartoe bjj Burgemeester en Wethouders aan te geven tnescbed den leten en 3leten Januari. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, is zjjn vader of, ie deze overleden, zjjne moeder, of zjjn beide overledeD, zjjn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. De wjjte, waarop van het doen van de aangifte bljjken ifioet, wordt door'One bepaald. Art. 20. Hjj, die eerst na het intreden van zjjn 19e jaar, doch voor het volbrengen van'zijn 20ete, ingezeten wordt, is verplicht zioh; zoodra dit plaats heeft, 'ter insohrjjving aan te geven bjj Burgemeester en Wethouders der Gemeente waar de inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden. Daarbij geldan de bepalingen der 2e en Se zin snede van art. 18. Zjjne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waartoe hjj volgens zijnen leeftjjd behoort. Burgemeester en Wethouders voorntaerad roepen dien tengevolge de ingezetenendie hun 18dejaar heb ben bereikt, dat zijn zij die in het jaar 1865 Zijn geboren, en overeenkomstig het voren staande in deze Gemeente tot aangifte verplicht zjjn, op, om zioh op de volgende dogen rSeoretarie aan te melden van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure en zich in de daarbij vermelde orde te doen inschrjjven, te weten: die hun geslachtsnaam begint met de Letter A. B. C. D. E. F. G, H. I. J. K. L, en M. tusschen den 2 en 15iJaduari 1884 en die hun geslachts naam begint met de Letter N. O. F. Q. E. S. T. U. V. W. X. Y. en Z. tusschen den 15 en 31 Januari 1884. dat het regieter van inschrijving op den 31sten Januari dea namiddags ten 4 ure voorloopig wordt gesloten en zij, die alsdan verzuimd hebben de voorgeechreven aangifte te doen, ingevolge art. 183 der Wet, vervallen in eene boete van 25. tot 100.— t~ dat ieder, die voor de Militie moet worden inge schreven, zich behoort te voorzien van een extract uit het geboorte-regieter hetwelk bij de aangifte moet worden medegebracht; dat dit extract aan hen, die binnen deze gemeente zijn geboren, op bunop aanvrage op het Bureau van den Burgelijken Stand gratis tal worden uitgereikt, terwijl zij, die elderi geboren zjjn, zich ter Gemeente secretarie kunnen aanmelden, teneinde genoemd extract van het Gemeentebettuur hunner geboorte plaat# te doen aanvragen, en Gouda, den 22 December 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris. BROUWER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gou^a, Gezien de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad) No. 97). Gelet op de bepalingen der Verordening op de in vordering van het Vergunningsrecht voor de uitoefening van den Kleinhandel in Sterken Drank in deze G?- meente. Herinneren de Kleinhandelaren in Sterken Drank aan hunne verplichting, om, indien zjj den termijn, waarvoor hen de vergunning tot verkoop van Sterken Drank in 't klein verleend ie, met één jaar verlengd «coachen te zien, daarvan bij Burgemeester en Wet houders kennis te geven, en Noodigen belanghebbenden uit deze kennisgeving, zoo spoedig mogelijk, schriftelijk io te zenden ter Flaatseljjke Secretarie. Gouda, den 27 December 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretarie, 'BROUWER. Gouda, 27 December 1883. De graanmarkt waa heden van zeer weinig be- teekenieprijzen nomiuaol ale voren. De beste Terwe 9.20 a 9.80; mindere en polder 8.60 4 f 9._. Rogge 6.25 a ƒ6.75. Gerst 5.50 4 6.25. Haver 3.75 a .4.40. Erwten en Boonen zonder handel. De veemarkt met gewonen aanvoer, handel in alles traag vette varjtena van 28 a 26 (Sa, varkens voor Londen 19 a 21 ct. per half kilo»., magere varkene en biggen traag, biggen 0.80' a. 1.20 per week. Kaas. Aangevoerd ,22 partjjen, eertte kwaliteit ƒ29.— a ƒ32.tweede kwaliteit ƒ26.- a 28.- Goeboter 1.80 a 1.40. Weiboter 1.10 k 1.20. GEBOREN 28 Dec. Wgnind Nnnniui, ouderi W. N. de Broijn en M. Hooggeboren. Iiidoor, ooderi M. I». Cst> en Z. Sanders. Jen, oudAs C. Vergeer en N. Seodroort. 28 Mergtretha Johenne, ooders P. Leefleng en M. Schip per.'Leslne Maria, onders M. Binnendijk an M.J. Riet veld. Gerardm Adrianns Stephanpa, ouders C. A. B. Bant- «iujter en S. A. H. M. Breokel. - 24 Neeltje, ouders G. van Wijngaarden en C. Boitelaar. - 85 Catharine Chr.ft.na, onders A. Keller en M. E. Danens. OVERLEDEN 24 Dec. C. Bulk, 8 m. D. Stevens, 69 j. Burgerlijke Stand van onderstaande gemeenten van 15 tot 21 Deoember 1883. Moordrecht GEBOREN: Gersrda Sebartina, ooders D. J. Cerlier en M. Vink. Alida Wilhelmint, oudere P. Kool en C. Koolmees. OVERLEDENA. Bnring, 7» j. S. van Hoevelaken, 4 m. GEBOREN: Aagje, ooders P. Stoppelenburg en J. Tuinen- borg. Barend, onders J. van der Wal en M Blonk. OVERLEDEN: G. van Spsngen, 88 j. GEHUWD: D. Verwaal so J. Treuren, OVERLEDEN M. J. san Znilen, 2 m. N. Kemp, 8 w. GEHUWD W. van Wijngaarden nit Papekop en P. van Grieken. GEBOREN Pieter Johannes, ooder» »J. van den Heuvel en M. van Rysdam. GEHUWD C. van Kempen en H. van Hoogdalen. Den 29sten Dec. 1883 hopen onze geliefde Onders LIEVE BINNENDIJK ADRIAN A van der HOEVEN, honne 25 'JARIGE ECHT- V ERE EU 1 GIN G te her denken. Hnnne dankbare Kinderen. Gehuwd WILLEM NICO LAAS ROLDANDS, Ie Luit. der Inf'e. Weduwnaar van wijlen Vronwe Th. J. Roest v. Limburg, EN JENNY FRIEDERIKE CAROLINE PETERS. I Hamburg, 27 f)ec. 1883. Een BURGERMEISJE, 17 jaar ond, van goede getuigen voorzien, zag zich gaarne tegen FEBRUARI a. s. geplaatst als in een klein gezin. Franco brieven onder let ter C. ter Boekdrukkerij van B. A. VERZIJL te Gouda. Tegen Februari wordt eene gevraagd. Adres aan het Bureau dezer Courant. versterkt, herstelt en behoudt het gezicht van allen, wier oogen door ingespannen bezigheden beginnen te verzwakken. Prjjs per flacon met gebruiksaanwijzing 60 cent. Verkrijgbaar in de onderstaande depots Wed. Bosman, Gonda. A. Prins, Zevenhuizén. Wed. G. Wilhelmus Woerd. Wed. N. Sanders, Leiden.' W. Ligthelm, Voorburg. A. Bos, Berkel. CEZONDHIIDSKLEEDINCST 'TEM! AILEJICHT RHUHATISCH^ I AANDOENINGEN. verkrijgbaar te Gouda, Wed. Bosman, Tiendeweg. 1 G. UsElSTIJtt,, BlauWstraat. Alphen, L. Varossiau Zn. Boskoop, 3. Goudkade. P. Looman Harmeien, W. G. Kurvers. Hazerewoude, 3. Gaarkeuken. Noorden, D. W. Bom. Oudewater, J, Lieïland. Waarder, Wed. Bouthoorn, Woubrugge, A. de Wilde. Bodegraven, B. G.F. Brinkel. Kamerik, van Eeuwen. Op voordeelige voorwaarden, worden. Dépots geplaatst, aan vraag aan het Hoofd-Dépöt bjj M. J. C. HAM te Utrecht 4

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1883 | | pagina 2