rs, bekroond (867. Me a. der NS ,e Zeist. larmede BINNENLAND. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, ING agen. &Co. orraad. voerd. igen. REGENTSCHAP en VOOGDIJ. Vrijdag 13 Juni. N? 3091. i. ts. Tr Dkkcksïs, in de GOUDSCHE COURANT. j Kunsten icteur der ■echt. Gouda. Leveren ELIEN perkend, xatief, maak en Cents, 12, erhnd aan- Agent A. gbaur voor 36. iweg D 62. GOUDA, 12 Juni 1884. De heer B. J. Swaan, predikant bij de Herv. gemeente alhier, is beroepen bij de gemeente te Leeuwarden. Tot Opperrabbijn voorde halve provincie Zuid-Hol- land (waaronder Gouda ressorteert) is benoemd met algemeene stemmen de heer Dr. Bernhard 'Ritter. Tot bekrachtiging van de benoeming wordt de goedkeuring des Konings vereiscbt. INKMAN omen schilderde nskerk te is der St. qgen.enz. jk levens- lebroeders eth, Gedurende verscheidene dagen reeds volgt geheel Nederland met belangstelling den loop der ernstige ziekte, Waaraan de Prins van Oranje lydende is. Ieder onzer denkt met weemoed aan de mogelijkheid, dat de laatste mannelijke afstammeling, behalve de Koning, van ons roemrijk vorstenhuis uit ons midden weggenomen wordt en is doordrongen van de groote belangen die voor onzen staat hierbij op het spel staan. Deze buitengewone belang stelling geldt minder den persoon van onzen kroonprins, dien wy weinig kennen en voor wien dus by de groote meerderheid der inge zetenen weinig bijzondere sympathie kan bestaan, dan wel den vertegenwoordiger van het vor stenhuis, dat reeds eeuwen lief en leed met ons deelde; de historie heeft hier te lande tusschen vorst en volk een band gelegd, hechter dan die, welke lonter berust op persoonlijke waardeering en gehechtheid. Oranje en Nederland kennen elkander; zij weten dat zjj op elkander kunnen rekenen en de moge lijkheid dat het vorstenhuis uitsterft en de kroon in een ander geslacht wordt overgebracht, geeft ons een gevoel van onzekerheid, dat ieder vaderlander onaangenaam aandoet. Daarbjj komt nog de sympathie, die allen onwillekeurig gevoelen voor den tragischen toestand van den koningszoon, die alleen in zyn paleis op het ziekbed nederligt, zonder naaste betrekkingen om hem heen, wier vriendeljjke toespraak zoo veel lydeu verzachten kan en steeds opbenrend werkt Gelukkig dat nog niet alle hoop op herstel vervlogen is en dat, hoe ernstig de ziekte zyn moge, de mogelijkheid blyft bestaan dat dit kostbaar leven wordt gespaard en in de toekomst nieuwe loten ontspruiten aan den alouden stam. Het is niet te veel gezegd, dat overal in den lande en bij alle partyen een gelukkigen afloop gewenscht wordt. Niet onnatuurlyk is het, dat in de tegen- ■oordige omstandigheden bij velen de vraag _rlp van zaken zal zyn, indien onverhoopt de kroonprins mocht komen te overlyden. In gewone tyden denkt men er niet aan de daarop betrekking hebbende bepa is het niet van belang ontbloot daaraan onze aandacht te wjjden. Vooreerst bljjkt uit art. 15 der grondwet ten duidelijkste dat, ingeval de Pnns van Oranje sterft en den Koning geei wordt geboren, de jeugdige Prir ring op te volgen. Maar daarenboven bevat geval deze Prinses tot den troon wordt gerce Koning I ons voor, dat er alle reden zyn zou om de koninginne-moeder met het regentschap te be lasten. De grondwet zwjjgt er van of vrouwen tot dit ambt benoembaar zyn, maar behelst ook geen verbod. Nu alle prinsen van den bloede ontbreken, gelooven wij, dat het belang des Rijks het meest gebaat zou zyn, als men de moeder der jeugdige Koningin Regentes maakte. En bij de benoeming van voogden znilen de Kamers kunnen waken voor over maat van vreemden invloed door de aanzien lijke Nederlanders in de meerderheid te doen blijven. Voor overdreven bezorgdheid voor Duitschlands macht bestaat geen reden, dunkt ons. Mocht de Prins van Oranje overlijden, dan zou dit te meer eene reden zyn om zoo spoedig mogeljjk voortgang te maken met de grond wetsherziening. Art. 198 toch der grondwet luidt aldus: >Geene verandering in de grond wet of in de erfopvolging mag gedurende een regentschap worden gemaakt.. Het zou on verantwoordelijk zyn in dergelyke omstandig heden daarmede lang te dralen. Maar' ook wanneer de Prins herstelt, dan is voortvarend heid in deze plicht. Terecht zegt de Middelb. Crt.: »De staatscommissie, die belast is geweest met het onderzoek van welke bepalingen der grondwet herziening noodzakeljjk en thans raadzaam is, schreef in haar verslag over de troonopvolging: >Er ie geen enkele reden om in de algemeene regelen van erfopvolging mate rieels veranderingen te brengen. Maar wel is het raadzaam, den vorm te verbeteren. De be staande bepalingen laten aan duidelijkheid en volledigheid veel te wenschen over en kunnen daardoor tot allerlei misvattingen aanleiding ge ven. Het zal wel overbodig zyn uiteen te zetten tot welke moeielykheden deze gebreken in buiten gewone omstandigheden aanleiding zouden kun nen geven.» Welnu, die buitengewone omstandigheden doen zich wellicht spoedig genoeg voor. De treurige ervaring der laatste jaren, door ons vorstenhuis opgedaan, had voor ons een les en eene waarschuwing moeten en kunnen zyn om met meer voortvarendheid een werk te volbren gen dat noodig is en ieder oogenblik steeds dringender om afdoening vraagt. Maar zooals met zoovele zaken hebben wy den tijd voorbij laten gaan elk verlies dat wij leden beschouw den wij niet als een wenk om ons te haasten. De politiek nam onzen ganschen tijd in beslag en nu nog zal er wie weet hoeveel tijd voor bijgaan vóór wij aan die herziening de hand slaan Het ziekbed van onzen troonopvolger kan ook in deze eene vingerwijzing zjjn.c Harteljjk hopen wij, dat het stel bepalingen, die wy onder de aandacht onzer lezers gebracht hebben, weder ongebruikt in het arsenaal der grondwet opgeborgen zullen kunnen worden. Tot dusver zjjn zy met eene enkele uitzonde ring zonder toepassing gebleven moge dit nog lang het geval zyn door het gelukkig herstel van den Prins! heilig te vervullen, my den gehechtheid aan de Grondwet en liefde i volk in te boezemen!» van »den Koning. geldt natuurlyk ook van »de Koningin., —4 en I bijzondere welvaart alle middelen :hikking stellen, gelijk Mocht deze benoeming verzuimd zyn tjjdens ./„„"L o o joor eene ¥er_ gadering, bestaande uit de leden van den Raad van State en de Ministers. Deze regee- ringsraad benoemt een voorzitter uit zyn midden, in wiens V handen de leden den eed of belofte vereenigde zitting der Kamers. Die Raad den Regent. --a J 3ioh de vraag op, wie in de tegenwoordige omstandig heden wel het eerst tot het regentschap ge roepen worden zou. Nederlandsche prinsen zyn er niet en reeds heeft de Middelb. Crt. hare vrees doen blyken voor Duitschen invloed, ludl-a een of meer der naaste familieleden, welke alle Duitsche prinsen zyn, tot voogdy i werden. Het komt w< opkomt, hoe de loop overlijden. In gewone tyden denkt lingen der grondwet op te sla^n, doch thans -eena aandacht te wyden. ten duidelijkste dat, ingeval de Pnns Oranje sterft en den Koning geen zoon meer wordt geboren, de jeugdige Prinses Wilhel mina bestemd is om haren vader in de regee ring op te volgen. Maar daarenboven bevat de grondwet de noodige voorschriften voor het geval deze Prinses tot den troon wordt geroe pen vóór zy meerderjarig is, d. i. den 18jarigen leeftjjd heeft bereikt. Onze koning, hoe krach tig van gestel ook, begint reeds op jaren te komen, zoodat het wel zou kunnen gebeuren dat hy de meerderjarigheid zyner dochter niet beleefde. Dan wordt door de grondwet op verschillende wijzen voorzien zoowel in de voogdy als in de uitoefening der koninklyke macht. De derde afdeeling (art. 34-39) regelt de voog dijschap. De voogdy wordt nitgeoefend door ^eenige leden van het koninklijk huis en eenige aanzienlijke Nederlanders, welke worden be noemd by eene wet, die tevens de voogdijschap regelt; over deze beraadslagen en besluiten de beide kamers in vereenigde zitting. Zij wordt nog by het leven van den Koning, voor het geval dér minderjarigheid zyns opvolgers, ge- indien maakt. Mocht dit niet zyn geschied, zoo welke alle Duitsche prir worden, is het doenlyk, eenige der naaste of regentschap geroepen bloedverwanten van den minderjarigen over de regeling der voogdy gehoord. Alvorens de voogdy te aanvaarden, legt elk der voogden, in eene vereenigde vergadering van de beide Kamers der Sfaten-Geueraal, in handen van den voorzitter, den volgenden eed of belofte af: Ik zweer (beloof) trouw aan den Koning ik zweer (beloof) al de plichten, welke de voogdy my oplegt, heilig te vervullen, en er bijzonder op te zullen toeleggen, om Koning g voor Zijn Wat hier gezegd wordt indien ons Prinsesje tot den troon geroepen werd. De vierde afdeeling onzer grondwet handelt over het regentschap. Onder regent verstaat men dengene, die belast wordt met de taak om de regeering waar te nemen gedurende de minderjarigheid van den Koning of de Koningin of voor het geval, dat het hoofd van den Staat buiten staat geraakt dit zelf te doen. De regent wordt benoemd by eene wet, op dezelfde wyze als boven omschreven is voor de voogdijschapdeze wet kan ook de opvolging regelen in het regentschap tot de meerderja righeid toe en behoort volgens art. 40 te worden gemaakt tjjdens het leven, van den Koning, voor het geval hij overleed, terwyl zyn opvol ger minderjarig is. Onder de werking der tegenwoordige grondwet is dat voorschrift reeds eenmaal'toegepast en wet in 1850. toen Prins Hendrik werd benoemd tot regent; in 1849 was Willem III Koning geworden en de toen malige Kroonprins was eerst 9 jaar. By het aanvaarden van het regentschap legt de Regent in eene vereenigde vergadering van de beide Kamers der Staten-Generaal in handen van den voorzitter den volgenden eed of be lofte af: »Ik zweer (beloof) trouw aan den Koning; ik zweer (beloof), dat ik in de waarneming van het koninklijk gezag, zoolang de Koning minderjarig is (zoolang de Koning buiten staat blyft de regeering waar te nemen), de grond wet steeds zal onderhouden en handhaven. >Ik zweer (beloof), dat ik de onafhankelijk heid en het grondgebied van den Staat met al mjjn vermogen zal verdedigen en bewaren dat ik de algemeene en bijzondere vrijheid, en de rechten van alle des Konings onderdanen, en van elk hunner zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de alge meene en bjjznndere welvaart alle middelen aanwenden, welke de wetten ter mijner be schikking stellen, gelyk een goed en getrouw regent is schuldig te doen.. Mocht deze benoeming verzuimd zjjn tjjdens het leven des Kqnings, dan wordt tydelyk het koninklyk gezag waargenomen d„ r Ministers. Deze reg< voorzitter uit zyn middi afleggen. Zelf legt de Voorzitter dien af in een i-J' v- n:~ roept de Staten-Generaal byeen tot benoeming van den Regent. Bij het lezen dezer bepalingen doet-zic'.. 2_ vrana on. wie in de tegenwoordige omsta lï

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1884 | | pagina 1