Kultenlandsch Overzicht. ADVERTENTIEN. j£L. -A. C- Ronden horloge met dito ketting, benevens eeo paar gouden manohetknoopen, een en ander vergezeld van een album met de namen van hen, die tot het geschenk hadden bijgedragen. De heer H. W. G. Koniug sprak bij de overhan diging van het cadeau het volgende, dat als opdracht het album opent Aan den WelEd Heer J. Mulder eervol ontslagen stationschef der Nederl. Rijnspoor weg-Maatschappij te Gouda. De ondergeteekende, inwoners van Gouda, met leedwezen vernomen* hebbende, dat U wegens ge vorderden leeftijd eervol ontslag gevraagd en ver kregen hebt, hebben zich gedrongen gevoeld U, bij uw vertrek uit de Gemeente, eeu hartelijk Vaarwel! toe te roepen eu U ter herinnering bijgaande blijken van erkentelijkheid en waardeering aan te bieden. Gedurende bijna 27 jaren hebt U steeds met ijver, met Dauwgezetheid uw plicht vervuld en altijd, waar het niet ten nadeele van den dienst was, het reizend publiek met voorkomendheid en welwillend heid behandeld. Otschoou Gouda een zeer druk station is, is het te danken aau uwe groote oplettendheid en uw streng toezicht, dat nooit de dienst gestoord of eenig on geval is voorgekomen, dat aan U geweten kan worden. Hierop vooral kunt U roem dragen en dau ook met tevredenheid terugzien op die reeks van jaren, die U als chef van het station, zoowel in bet belang van het algemeen als in dat van ons, steeds zoo vol van ijver werkzaam zgt geweest. Ontvang, waarde Heer Mulder, voor alles onzen dank, dat bet u iu de toekomst wel moge gaan, is onze hartelijke wensch. Uw leven ging stil voorbij van genieten was geen sprake, waar Gij U geheel wijddet aan uwen dienst. De rust, waarnaar U verlangd hebt, komt U ten volle toe, zij is welverdiend. Mogen u nog vele jaren gegeven zgn en U in den avond van uw leven nog menig gelukkig oogenblik geschonken worden. Dat de heer Mulder door dit nieuwe blijk van hoogachting opnieuw hoogst gevoelig was aangedaan spreekt van zelf, eenige hartelijke woorden toonden wat er iu zijn gemoed omging. Eu hiermede wa9 de plechtigheid geëindigd. Wij eindigen het verslag daarvan met de hoop uit te spreken dat het den heer Mulder in Leiden, zijn nieuwe woonplaats, goed moge gaan en dat hem daar eenige gelukkige jaren mogen wachten. Hij geniete zooveel mogelijk van de eervolle rust, die hij zoo ten volle verdiend heeft Als eeu bewijs van bijzondere tevrredenheid over de hulp, bij de herstelling der orde tijdens de on geregeldheden te Schoonhoven bewezen, heeft de gemeenteraad aldaar besloten, aau den commandee renden officier te Gouda voor het detachement in fanterie over te maken eene gratificatie van 50; aan den commandant der Instructie-Coampgnie 25 en aan de rijksveldwacht en politie 75. (N. R. Ct.) Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 30 Juni 1884. In deze zitting is verworpen met 27 tegen 22 stem men artikel 1 van het wetsontwerp op het begraven van militairen voor staatsrekening en is eveneeDS verworpen met 31 tegen 20 steramen artikel 1 van het ontwerp, waarbij het verzet der rekenkamer tegen de geldigheid van het Koninklijk besluit, dat vrij- 8telling van zegelrecht voorschreef, ongegrond werd yerklaard. Aaugenomen zijn eenige andere ontwerpen. Naar het Utrechtsch Dagblad verneemt, zijn de voorloopige overwegingen ten aanzien der voogdijwet reeds zóóver gevorderd, dat het wetsoniwerp binnen betrekkelijk zeer korten tijd bij de Staten-Generaal zal inkomen. H. M. de Koningin moet daarbij zijn aangewezen al9 voogdes, terwijl als de „aanzienlijke Nederlanders", welke haar in den Raad van voogdij zouden ter zijde staan, zullen worden voorgedragen jhr. Mr. G. C. J. van Reencn, vise-president vau den Raad van State, mr. C, Th. graaf van Lynden van Sandenburg, oud minister, en I. A. W. baron Schimmelpenninck van der Üye. Tot opvolger van Prins Alexander als grootmeester- nationaal der vrijmetselaren schijut, volgens den Hangschea correspondent der Midd. Ctvrij zeker bestemd te zijn de heer P. J. G. van Diggelen, rechter te Zwolle, die nu reeds de hoogste waardig heid na die vau wijlen den prins vervulde en zeer hoog staat aangeschreven bij de verschillende loges. Naar wij vernemen, zijn de statuten der Vereeniging var. kleinhandelaren in sterken dauk Vergunning bij kou. besluit goedgekenrd, en is aan die corporatie rechtspersoonlijkheid verleend. D« heer J. van Minnen, uit Sneek, een der studeuteo van de *g. „Vrjje Universiteit" te Ara sterdam, is met de Transvaalsche Deputatie naar Afrika vertrokken, om teu huize vau den President de betrekking te verruilen van „dagboekhouder". (D.) Te Rotterdam werd gisterenavond door de Rott. Afd. van het Ned. Tooneel het nieuwe stuk van Jan C. de Vos, lk heb een stuk geschrevenblijspel in drie bedrijven, vertoond. Het had veel succes. Schrij ver en acteurs werden herhaalde raaien terugge roepen. Het stuk bevat verscheidene satirieke opmerkingen over tooneelspelers, directeurs, de critiek eu het too- ueel zelf. Het tweede bedrijf stelt voor eene repetitie op het tooneel. De schrijver liet hier het publiek wel wat veel achter de schermen zien en stelde zijne col lega's iu een niet beel gunstig daglicht. Amst In Sempervirens vestigt de heer Leonard A. Springer, de bekende tuinbouw-architect, de aandacht op eene treurroos, die te Edam in den tuiu van den heer Sweraer thans iu vollen bloei staat. De heer Springer noemt die plant eeto pronkjuweel, zooals er zeker geen tweede zal bestaan. De 29-jarige boom heeft eene kroon van 3.50 Middellijn, en is met duizende lichtrose bloemen bezaaid. Reeds voor negen jaren maakte de heer Kruseman. lid der firma Sachter eu Co., van deze roos melding, Een bezoek is zij overwaard, eu voor manuen van het vak hoogst belangwekkend. Van andere zijde wordt melding gemaakt van eene bijzonder fraaie stamroos, gekweekt door den hovenier H. Schmarck, te Godesberg bij Bonn. Die boom is 12 jaren oud eu niet minder dau zeven meter hoog. Thans staat de boom iu bloei, en vormt eene hooge pyromide vau duizenden prachtige witte rozen. Omtrent woekeraars in de Binnenlauden schrijft het Soerab. Hbl. Wij kunnen verzekeren, dat iemand met 1000 naar Toempang is getogen; dat hij daarmee 4 jaren beeft gewerkt door geld voorschieten aan inlanders tegen woekerrente: (lat hij vau de opbrengst al dien tgd heeft geleefdeu dat hij toen met 14,000 galden in zijn zak naar ziju vaderland is vertrokken. En het standje werd overgedaan, eu het bedrijf wordt, zooals op.s verzekerd werd, voortgezet tot op dezen dag. 1,,,. Uit het verslag over het ontwerp tot goedkeuring van eenige artikelen der handelsovereenkomst met Frankrijk blijkt, dat sommige leden de houding betreurden die de vorige regeering na de verwer ping van het tweede verdrag met Frankrijk had aangenomen. Zij meenden, dat toen onverwijld tot verhooging van de wguaccijns had moeten worden overgegaan, waardoor grooter voordeelen voor Ne derland hadden kunnen worden bedongen. Deze leden betwisten dat de Nederlandsche handel eu scheepvaart door de verwerping var. het tractaat met Frankrijk groote schade zou hebben geleden. Audere beweerden dat handel en scheepvaart door de verwerping dier verdrogen waren benadeeld. Alleen aan het belang dat Frankrijk hechtte aan het weren van den nadruk had men het te danken dat er nu eenige voordeelen waren bedongen, en men achtte het zeer bezwarend, dat de nadruk voor 10 jaar was gebonden, terwijl Frankrgk het recht had elk jaar de handelsovereenkomst op te zeggen. Sommige leden zagen in het sluiten van handelstractaten eene dwaasheid, waartoe zij niet weuschlten mede te werken. Anderen hadden gaarne gezien, dat Nederland evenals Engeland, eenvoudig op den voet der mee9t beguustigde natie werd behan deld. De meeste leden zagen in de thans gesloten han delsovereenkomst een modus vivendi, waarin zij meenden te kunnen berusten. Aau den tegenwoordigen toestand moest een einde komen en hoewel deze overeenkomst nog veel t* wenschen overliet, scheen het moeielijk te beslissen of betere voorwaarden te bedenken waren geweest en kwam eene verwerping ook weder van dit ontwerp niet gewensoht voor, hoezeer men het mocht betreuren dat vele takkeD van nijverheid niet zullen verkrijgen, hetgeen zij gewenscht hadden. Desniettemin moest men aan anderen de voordeelen gunnen, die deze overeenkomst hnn belooftleden, die een tractaat voor langer duur, of op andere grondslagen hadden gewenscht sloten zich aan de voorstanders aan, nu er toch eenig voordeel was verkregen. Men droug aan op bekendmaking van de met Duitschland gesloten overeenkomst betreffende den letterkundigen eigendom. Sedert enkele dagen is door de goede zorgen van den kolonel H. E. J. Heymans, bij de 4 bataljons van het te Breda in bezetting liggende 6e regiment infanterie, eene nieuwe wijze van het gebruiken van het eten ingevoerd, die we,inig of niets te wenschen overlaat. Het eteo toch wordt nu opgeschept in zeer doelmatig ingerichte, sterke en nette blikken ketels, en wel in eiken ketel voor 10 man. Tussohen het eten en den deksel, die het geheel afsluit, bevindt zich een bak, verdeeld in tien sectoren, ieder bestemd om ééne portie vleesoh te bevatten. Behalve dat alzoo het opscheppen tienmaal vlugger gaat dan voorheen, waardoor tijd gewonnen, en het eten niet meer bijna koud genuttigd wordt, heeft nu ook dat onoogelijke visschen uit die nare ketel tjes niet meer plaats, Wanneer toch de bedoelde groote ketels in de slaapkamers gebracht zijn, vinden de manschappen op elke tafel tien borden met daarbij behoorende lepels gereed staan eu begint de tafelchef, in den regel een korporaal, het eten te verdeelen onder zijne mede-tufelgenooten. Zoo ziet men dan nu de manschappen ordelgk, netjes eu op de meest gewenschte wijze hun maal tijden gebruiken, eu wie meu ook over de nieuwe manier ondervraagt, een ieder is er in de hoogste mate mede ingenomen. De onkosten tot het aanschaffen van een en ander werden bestreden uit bet cantiuefonds, zoodat feitelgk de soldaten zelven de geheele verbetering betaald hebben. (R. Ct.) Een niet onaardige quaestie had dezer dagen een Engelsche rechter te beslissen of namelijk een on derwijzer heeft recht een leerling te dwingen tot ver richten vau huiswerk. Het geval bad zich voor gedaan, dat een onderwijzer een kind drie kwartier had laten schoolblijven, omdat het geen huiswerk had gemaakt, niettegenstaande de moeder schriftelijk had verklaard, dat haar kind geen lessen mocht leereo. Zij daagde den onderwijzer nu voor den rech ter bewerende dat hij zich aan ongeoorloofde ge vangenhouding had schuldig gemaakt. Haar advo caat betoogde, dat geen enkele wetsbepaling een on derwijzer recht geeft om eeu kind op te sluiten wegens verzuim van huiswerk. Wel werd bem ge repliceerd, dat het onderwijs zonder voorbereiding moeielijk vruchten kon dragen: maar toen wees de pleiter op de wet en de reglementen, die alleen de schooluren vaststellen en niet gewagen vau eeu tijd van voorbereiding. Voor kinderen van gegoeden was het iets anders, maar onvermogeuden te dwingen, hun kinderen schrijf behoeften en licht te verschaffen voor huiswerk, dat ging te minder aan, omdat die kinderen dan be lemmerd werden om op eenige andere wijze zich bezig te houden. De uitspraak luidde, dat de onderwijzer zich in derdaad aan ongeoorloofde gevangenhouding bad schuldig gemaakt. Men was totnogtoe de opinie toegedaan, dat de werkstakingen tot de uitvindingen der latere tijden behooren, maar het is thans gebleken, dat zij reed» van zeer ouden datum zgn. Bij eene opgraving in Griekenland toch werd eeae inscriptie gevonden, die vermanende woorden bevat, welke de hooge overheid tot de strike-makende bakkers richtte. Er wordt daarin een beroep gedaan op het gezond verstand der werkstakers, terwijl aan hen, die weder tot den arbeid overgaan, volkomen kwijtschelding van straf wordt toegezegd, en de onruststokers met atraffeu worden bedreigd. De Tijd bevat het volgende stuk, dat zeker verdiend gelezen te worden. Zondag-namiddag zag ik weder een knaap voor dood uit de Korte Prinsengracht ophalen. Al te dikwijls verneemt men dat kinderen, en ook volwassen personeu, verdrinken, hetgeen te meer te bejammeren is, daar iedereen het in zgn ipacbt heeft, ook zonder te kunnen zwemmen, zich drijvende te houden tot dat er redding opdaagt, als meu maar weet en er aan denkt hoe men doen moet. Daarom prente toen zich het volgende diep in het geheugen of schrijve het over. Als men in het water is geplompt, daalt men tot een meerdere of mindere diepte, maar terstond rijst men weder en komt met het hoofd boven water. Onder dit rijzeu, dat men kan bespoedigen door met de vlakke handen en de vingers uaneeugesloten het water naar beneden te drukken, herinnere men zich dat men niet behoeft te verdrinken, en dit zelf 1° zijn macht heeft; men trachte zijn schrik te overmees teren en bedaard te zijn, en houde den mond ge sloten. Als men nu weer boven is gekomen, make men geen heftige bewegingen, want juist door deze schoramelingfeu eu het spartelen raakt men telkens weer met den mond onder water; men steke vooral geen armen of beenen boven het water uit, want al Wit daarboven uitsteekt, drukt, evenals een last, die op'het lichaam wurdt*geplaatst, het weder naar beneden eu do» ons zinken. Maar men werpe zich zachtjes en bedaard op den rug, de armen uitgestrekt, de vingers aaneenge sloten en met de vlakke handen, alles onder tcater, op he water lustende, het hoofd flink achterover, want alleen de mond en het aangezicht behoeven boven water te blijven. Men haalt diep adem, om zooveel lucht mogelijk binnen te krijgen, waardoor meu het lichaam voelt rijzen. De ingeademde lucht ademe meu niet eensklaps weder uit, want bierdoor zou een schomme ling ontstaan, waardoor het water eeu oogenblik over den mond heeustroomtmen houde iu tegendeel den adem zooveel mogelijk in eu late dien door den eeo weinig geopenden mond zoo langzaam mogelijk ont snappen, waarna men opnieuw diep ademhaalt. Op deze wijze kan men, op den rug liggende en bet ge heele lichaam onbewegelijk houdende, blijven drijven zoo lang tot er redding komt. Wauueer het donker is, of niemaud het ongeval gezien heeft, kan men „hulp!" roepen, mits men zorge hierbij den adem niet opeens te laten ontsnappen, maar dien zooveel mogelijk in te houden, en na elk woord weer diep adem te buien.- Mocht men dooreen onvoorzichtige beweging, of door het bovenstaande niet goed iu acht te nemen, een oogenblik met deu mond onder water raken, dan sluite men hem terstond dicht, en men drijft weer boveu, evenals een met lucht gevulde blaas, zonder te kunnen zinken. Terwijl meu nu zoo geheel bedaard ligt te drijven, zou men door een kleine beweging met de handen of met het onderste gedeelte der beenen, of met beiden tegelijk, terwijl het overige gedeelte des lichaara9 onbewegelijk blijft, het water in de richting van de voeteu naar het hoofd zachtjes naar zich toe kunnen halen, waardoor men langzaam voor uitdrijft. En alzoo zou men, wauueer eeu zacht oploopende waterkant, het strand, een schuitje, een houtvlot in de nabijheid is, dit kunnen bereiken pn zich-zelven redden. Zou het niet uoodig zijn, dat het gemeentebestuur de dagbladen en de onderwijzers op de scholen deze of dergelijke onderrichting vau tijd tot tijd, vooral bij het begin van den zomer, herbaalden, opdat iedereen wete eu er aan denke hoe iu tijd van nood zich te redden? Vóór de Duitsche rijksdag gesloten werd, was er Donderdag nog eene belaugrijke zitting. Be langrijk omdat Bismarck er het woord voerde over de koloniale politiek van Duitschland, al kan hetgeen hij zeide bloot als eene voortzetting beschouwd worden van zijne verklaringen in begroot ingscom- missie in den aanvang dezer week. Wellicht was den rijkskanselier na al de verschillende beschouwingen io de pers de gelegenheid niet onwelkom, om eens onomwonden de richting zijner koloniale politiek en de verhouding der regeering tegenover Frankrijk uiteen te zetten. Die gelegenheid werd hem ge schonken door de behandeling vau een handelsverdrag met het koninkrijk Korea. De beraadslaging daarover was spoedig afgeloopen, doch daaruit ontspon zich een woordenstrijd over het ontwerp betreffende de overzeesche scheepvaartverbinding, en strijd die zijn oorsprong vond iu de opmerking van den heer V. Maltzahn, dat volgens het genoemde ontwerp ook een neveniijn naar Korea zal aangelegd worden, en die in warmte toenam naarmate meerdere voorvechters io het strijdperk traden. Bismarck tooude weder een krachtig eu taktvol redenaar te zijn, met onver zwakte geestkracht een debat van uren bebeerschend, en in vele opzichten geheel opgewassen tegen mannen als Richter, Bamberger eu Rickert. Wat hij over de Duitsche koloniale politiek zeide was voor weini gen nieuw, maar, gelijk wij opmerkten, niet ou- gaarne drukte hij nog eens den 9tempel op het vroeger gesprokene. Duitschland's koloniale politiek is (voorloopig althans) een kalme: de regeering neemt alleen als regel aan om Duitsche nederzet tingen iu „onbeheerde landen" te erkennen, zooals kort geleden geschiede met de nederzetting van de Hamburgsche firma Luderitz in Angra Pequeua. In antwoord aan den heer Richter betoogde de rijkskanselier, dat de voorgestelde subsidie van stoomvaartlijnen niet de landverhuizing zul bevorderen wanneer zij, die nu het land willen verlaten, be schermend uitvoerrecht hadden, zouden zij niet in het land blijven. Een uitval van den heer Bam berger gaf htm daarop aanleiding om te gewagen van de goede verhouding met Frankrijk. Het is wel waar, dat men lang heeft geloofd aan een tweeden oorlog met Frankrijk, waartoe geneigdheid bestor.dmaar men zal moeteu getuigen, dat Bis marck 't heeft weten tegen te gaan. Trouwens sedert veertien jaren heeft Frankrgk onder verschil lende regeeringen zijn vertrouwen op Duitschland gehandhaafd, en de betrekkingen van Duitschland met de Fransche regeering zijn van zoo vertrouwe- lijken en vrieudschappelijken aard, als die met eeoig ander land. Dit verklaarde de diplomaat tot lijn genoegen, en zeker op een geschikt oogenblik, nu vele Fransche chauvinisten niet nalaten verschil lende quaesties, o. a. eene Nederlandsche troouop- volgingsquaestie, op te werpen ten einde iu dien iorm bun haat tegen Duitschland te luchten. Het centrum hield zich Donderdag zeer kalmde heer Windlhorst sprak nagenoeg niet, en liet bet aan de vrijzinnige partij over om de zaken met den kanse lier af te doen. Zoo werd een der laatste dagen der zitting geheel gewijd aan de bevestiging der nationale Duitsche zaak. Mocht men iu Louden na de ondervinding, met Angra Pequeua opgedaan, nog niet geweteu bebbeu wat Bisinarck onder zijne koloniale politiek verstaat, dan zal meu nu niet langer in de onwe tendheid verkeereo. En heeft men z ch te Parijs in het begiu dezer week ongerust gemaakt over een enkel woordje van grooten Europeeschen diplomaat, dan is er nu na de vreedzame verklaring van Donderdag reden om niet meer somber te kijken. Aldus zet Bismarck nog eens de puntjes op de i, vóór hij vacantie gaat houdeu. De Rijksdag is thans gesloten. Behalve de ar- beidersongelukverzekeringswet is ook de wet op de naamlooze vennootschappen afgehandeld. De stoom vaartsubsidie zal iu de herfstziuing weder aau de orde komen eu de openbare meening wordt intus- schen bewerkt om een gunstige stemming te ver krijgen. De beschuldiging van Rambergen in de begrootingscoraraissie over particuliere speculaties in verband met dit subsidie schijnt voorbarig te zijn het geldt hier den aankoop door een Berlijnsch consortium vau het huis Bariug te Londeu vau de acties van de Zuidzee-plantage-maatscbappij. De zaak was echter, naar meu uit Hamburg meldt, reeds beklonken lang vóór er sprake was van het subsidie voor de stoomscheepvaart. De nieuwe Pruisische Staatsraad zal niet voor half October worden bijeengeroepen. Het clericale blad, het Wort, heeft eenige stukken over de Luxemburgsche erfopvolging medegedeeld, die het vau eene „acbtenswanrJige zijde" had ont vangen. Naar aanleiding daarvan is het blad na eene vrij ingewikkelde redeneering tot de conclusie gekomen, dat het familieverdrag van 1783 door den oorlog vao 1866 is omvergestooten, zoodat hertog Adolf van Nassau geen recht meer op den Luxemburgschen troon heeft. Iu antwoord hierop zegt de Luxemburger Zeitung „Ofschoon wij bet eenigermate oneerbiedig vinden, op dit oogenblik io eene polemiek te treden óver de mogelijkheden, die zich in de zaak der Neder landsche troonopvolging kunnen voordoen, zien wij toch in de uittartingen van bet Wort eene reden om onze meeniug of liever ons gevoel, in deze zaak met een enkel woord kenbaar te maken. „Ingeval onze tegenwoordige Kouing-Groothertog, dien God nog lang in het leven moge spareu, zonder rechtstreeksere mannelijke erven kwam te overlijden, dan zou, ingevolge de verdragen, de kroon van het Groothertogdom overgaan op den onttroonden hertog van Nassau. Het erfrecht van dezen agnaat is in het Loodensche tractaat van 1867 duor de groote mogendheden erkend. „Het Luxemburgsche land heeft nu reeds eene lange reeks vau jaren onder de vrijzinnige en rechtvaardige regeeriug der vorsten uit het Huis vau Oranje gelukkig geleefd. Voor de Nederlan ders is uit deze persoonlijke unie ook zelfs niet het geriugste nadeel voortgesproten, ofschoon de Nederlandsche staatsmannen er steeds op bedacht waren om den band dier unie los te scheuren. „Wat Luxemburg betreft, bet heeft geen aanleiding om de ontbinding der tot nu toe bestaande betrek king te wenschen. Wanneer er dus middelen konden worden gevonden om de peraoneele unie met Ne derland ook voor de toekomst te handhaven, dan zouden wij zulk eene oplossing met blijdschap begroeten. „Tot zulk eene oplossing kunnen fchter onzes inziens dagbladartikelen niets bijdragen, en wij zullen ons in de quaestie dan ook niet inlaten met eene polemiek, die wij ontijdig en zelfs ge vaarlijk achten. De factoren, die in deze zaak zullen hebben te beslissen, kunnen niet in het miuste onzeker zijn omtrent de stemming der open bare meenir.g." In het Britscbe Huogerhuis heeft de regeering verklaard dat zij voornemens is aan het Parlement te verzoeken, dat het zoo spoedig mogelijk nanneme het ten vorigen jaren aangeboden onjwerp, waarbij aan de regeeriug volraaoht verleend wordt 'in geval van het heerschen van de cholera- en andere epi demieën. Zg gaf tevens te kennen, dat te Toulon niet de Aziatische cholera is verschenen; maar dat de cholerine, waardoor velen daar aangetast worden, het gevolg is van oureinheid en vnu de onvoldoenae sanitaire voorschriften. Op grond hiervan zal de Regeering dan ook nfèt overgaan tot het afvaurdi- gen van een commisaris derwaarts. Lord Carnarvo protesteerde, namens de oppositie, tegen dit besluit. In de Italiaansche Kamer was dien dag insgelijks de cholera ter sprake. Een der leden verlangde dat aan alle over Viutirailin uit Frankrijk komende reizigers een driedaagsch oponthoud worde voorge schreven, ten einde te worden onderzocht. De Italiaansche Kamer nam met 158 tegen 73 stemmen de verlenging voor een jaar van het scheep- vaart-tractaat tusschen Frankrijk en Italië aan. De afgevaardigde Crispi viel met heftigheid de buitenlaod9che politiek aan van het Kabinet. De Miuister Mancini zeide in zijn antwoord, dat hij het Parlement en het land tot rechters maakte over Crispi's overdrijvingen. Mancini verzekerde voorts, dat Frankrijk afziet van het vermeerderen der in voerrechten op granen, en zich bepaalt tot een geringe vermeerdering van die op het vee. Aan den heer Johann Sverdrup, thans voorzitter der Tweede Kamer van het Noorweegsche parlement, eu wiens repnblikeiusch-opportuuistische gevoelens bekend zijn, is het gelukt een kabinet samen te stellen. Hij zelf bela9t zich met de functiën van premier en is tevens Minister van Marine het departement vau oorlog komt onder beheer van den heer Daaerk de portefeuille van justitie is aau den heer SörensseD, en die van binnenlandscbe zaken aao den heer Arctander toevertrouwd als minister van financiën treedt op de heer Haug- laod prof. Blix heeft de leiding van het depar tement vau eeredienst, en de heer Richter is Noorweegsch minister zetelende te Stockholm. Burgerlijke Stand. GEBOREN29 Juni. Johanna Elizabeth, ouders J. J. Linderg en YV. Zwanenbnrg. OVERLEDEN 29 Juni C. Peek, 1 j. 4 m. F. P. de Jong, 2 m. A. M. Cats, 62 j. 30. J. I,onweren- burg, 1 j. 4 m. Moordrecht GEBOREN. Arie, ouders A. Tuinder en G. Hazen. OVERLEDEN. Rijntje de Rooij huisvrouw van A. N. Ham, 47 j. Adriana Koolwijk, 8 m. Gouderak GEBOREN. Trijntje Klaziua, ouders F. van Eijk en G. van den Berg. OVERLEDEN G. Boer 3 ra. Stolwijk GEBOREN. Grietje, onder* P. Verwaal en J. Loeve. f Pieter, ouders J. Stoat en M. Slingerland. Neeltje Maria] ouders J. de Jong en C. Bak. Pet er,"ouders H.fi>A. Kok en J. van Broekhuizen. OVERLEDEN H. Verburg, 18 j. - M. van der Wal 15 w. Haastrecht GEBOREN. Johanna Cornelia, ouders C. Straver cn M. Overes. - Johanna Cornelia, oaders A. van der Linden en A. Accooij. VliSt GEBOREN Neeltje Maria, ouders D. de Jong en N. Snoek. Reeuwijk. GEBOREN Trijntje, oaders P. Hoeksel en A. vaji Dalken. Klaas, oaders J. van der Woltf en J. Schouten. Bertha, ouders W. Vermeulen en L. van Waardhuizen. Neeltje, ouders P. Boere en N. Verbeek. Elizabeth, oaders C. van der Starre eu A. E. van Triet. Adrianus, ouders J. Vermeulen en N. van Kooten. OVERLEDEN H. Baars 65 j. G. M. Droog, 5 m. GEHUWD M. Kooijman en A Scheer. Zevenhuizen: GEBOREN Klaas, ouders J. Pols en H. van Vliet. 40-JARIGE VAN V. BERLIJN EN L. van WAAS. Gouda3 Juli 1884. Tot diepe droefheid van mij en mijne Kinderen overleed heden na een langdurig lijden, zacht en kalm, in den ouderdom van 63jaren, mijn innig geliefde Echtgenoot, de Heer A. M. CATS. Zij die den overledene gekend heb ben, zullen beselfen wat ik en de mijne door deze slag verloren hebben. De zaken der over ledene zullen door mijn Zoon I. A. OATS ver der worden voortgezet. Wed. A. M. CATS. Gouda, 30 Juni 1884, Wilt ge KERSEN of AARDBEIJEN ai welke vruchten ook inmaken neem dan

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1884 | | pagina 2