Buitenlandeed Overzicht.
iroXjTTiie.
POSTÊBIJEtT.
aan te stellen, die gedurende de aanstaande campagne
belast zullen worden de wegers en agenten b|j bei
ontvangen der beetwortelen te controleeren, ten einde
de kwade praktijken-, die zoo meuigvnldig bij het
in outvangst nemeu der bieteu plaats hebben, te
weren. Dit besluit werd door een achttiental fa
brikanten genomen. De controleurs zullen over het
district worden geplaatst als volgt4 op het eiland
Tolen, 5 op Zuid-Bereland, 1 op Noord-Beveland,
3 op Duiveland, 1 op Walcheren en 1 op St.
Filipslaud.
De 3e algemeene vergadering van de Vereeniging
ter bevordering van het Onderwgs iu Handenarbeid
werd Zateidag 11. in het Nutsgebouw te Arnhem
gehoudeu onder voorzitterschap van, den heer
Westendorp.
Uit het jaarverslag bleek, dat het ledental lang
zaam toeneemtde Vereeniging telt 87 gewone leden
en 23 begunstigers.
Uit de rekening van den Penningmeester bleek,
dat de inkomsten $n uitgaven voor 1883/84 ba-
lanceeren, door de welwillendheid van een belang
stellend lid. Voor het volgend jaar .wordt een
nadeelig saldo tegemoet gezien van 115, hetgeen
echter verdwguen zal, als de 30 exemplaren van
het Tijdschrift, nog ter dispositie der Vereeniging,
worden geplaatst. Bovendien worden pogingen aan
wend om een subsidie van het Nut te verkrijgen.
De redactie van het Tijdschrift, hierna verslag
doende, beklaagde zich over onvoldoenden steun
voor de rubriek „praktische oefeningen", welke rubriek
zg niet het minst nuttig acht. Om zich dien steun
te verzekeren, acht zij het toekennen van honorarium
voor de kopij noodzakelijk.
Daarna bracht de comraisssie voor de Tentoon
stelling verslag uit. Het getal der inzenders is 2J,
hetgeen op eene groote belaugstelling wijst. Twee
inzendingen (die van Amersfoort en Delft) zijn door
meisjes gemaakt, ook is er een inzending van het
Wees- en Armenhuis te Dordt.
Een ontwerp-reglemeut voor de redactie van het
Tijdschrift wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Tot leden van het Bestuur .werden herkozen de
heeren Westedorp en Evekink, nadat een wijziging
ia het 'Reglement was aangenomen, dat voortaan
aftredende bestuursleden niet herkiesbaar zijn.
Tot nieuw lid der redactie van het Tijdschrift
werd gekozen de heer Hazelhorst van Delft.
Na een bezoek aan de tentoonstelling werden de
aau de orde gestelde punten besproken. Na afUop
van de vergadering vefeenigde men zich aan een
gemeenschappelgken maaltijd.
In het weekblad de Manu/acturier geeft dr. L.
C. Levoir eene wijze aan, waarop winkeliers het
lastige beslaan der spiegelruiten voor hunne étalages
kunnen voorkomen. Men schafle aan een dag en
nacht doorbrandende cokes-kachel met zelfwerkende
warmte-regulator. Behalve Üte besparing aan arbeid,
noodig voor het afnemen der ruiten, zal dat tevens
iu de manufactuurwinkels heel wat schade voorko
men, ontstaan door inwerking van vocht, zoo
als hat ontaarden van kleuren, het spikkelig worden
van glacé-handschoenen enz. Die pokes-kachel moet
dan zoo laag mogelgk aan de straatzijde in den
winkel, ja liefst in den kelder geplaatst worden.
Vlak er boven komt een inlaat voor de buitenlucht,
afsluitbaar met een schuif. De kachel moet veel
te groot nanr de grootte van het lokaal worden
genomen. Naast de onschatbare voordeelen aan dit
stelsel verbonden, staat slechts eene enkele schaduw
zijde bet eischt nl. deskundige bewakiug. Deze
is evenwel gemakkelijk te leeren.
Het grootste geheim om de vensterruiten zonder
waterbeslag te houden is om de buitenlucht om of
over de kachel heen in hnis te doen stroomen, alle
deuren op den weg naar gang of zolder van kleppen
te voorzien, of door middel van lederen kussentjes
te beletten geheel gesloten worden.j Beneden in den
winkel zal de koude buitenlucht, hoe de valwinden
ook dwarrelen, steeds langs de kachel naar binuen
stroomen, haar weg Boeken door gangen en trap
kokers naar den zolder. Om dus de doorzuiging
te versterken, moet er steeds een klein raampje op
zolder openstaan, zoo hoog mogelijk, en zoodanig
tea opzichte vau den heerschenden wind geplaatst,
dat deze er niet inwaaitdat is als b. v. de wind
zuidwest is, alleen op het noordoosten een opening
op den zolder te vinden is. Beslaan de ruiten dan
toch, dan is de inlaatsopening of de warmtebron
te klein.
Ook denke men aan de leuser zjjn geeo slechte
machines maar vele domme machinisten, de knappe
machinisten weten de zieke pachines spoedig te
genezen.
grondwetsherziening voorloopig tot art. 198 te
beperken, wel degelijk in verband staat met
's Konings min gunstigen gezondheidstoestand. Wel-
is-waar heeft de badknur een goede werking gehad,
maar Z. M. is toch nog lgdende en vooral met
het oog op 's Konings hoogen leeftijd, zijn de
geneesbeeren niet gerust.
't Ia wei jammer, dat de Regeering dit her-
zieniugswetje niet tegelgkertgd met de Regent-
schapswet aanhangig heeft künnen maken, want het
is nu te vreezeu, dat deze wet een belemmering
zal worden voor de andere parlementaire werkzaam
heden. Op de aanneming moet een ontbinding
volgen, en hoe zal het met de begrootingen gaan,
indien er juist in de maanden October en No
vember geen volksvertegenwoordiging is?
In de Tweede Kamer Bcheen men oulangs van
raeening, dat wijziging uitsluitend van art. 198
een zeer eenvoudige zaak is, die wel geen tegenstand
zou vinden, maar ik voor mij ben niet zoo opti
mistisch gestemd. Oumiddelgk doet zich de quaestie
voorMoet het geheele artikel worden geschrapt
of moet de bepaling dat er gedurende een regent
schap in de erfopvolging geen veranderiug mag
worden gebracht, behouden big ven Het laatste
schijnt de meening van den minister Heemskerk,
eu voor die meening is zeker veel te zeggen maar
daar staat tegenover, dat naar het gevoelen van
vele bevoegde beoordeelaars wijziging en verduide
lijking van de bepalingen betreffende de erfopvolging
juist thans boven alles noodzakelijk is. Het is dus
nog niet eene zoo eenvoudige quaestie als het
oppervlakkig wel l|jkt."
Omtrent de verkooping der rgtuigen enz. van
den Prins van Oranje, geeft de Haagsche corres
pondent van het D. de volgende schets
„Onwillekeurig ging me de hoed van 't hoofd
bij het binnentreden in Prins Willem's woning j
maar was het die grauwe nachtwaker, of de
aanblik van de ramen waarachter allerlei rommel
scheef en dwars door elkaar lag opgestapeld, of
het gezicht van de bonte collectie rgtuigen,
op de binnenplaats was eensklaps mgn respeat
verdwenendaar leefden niet de schimmen onzer
Oranje's daar liepen verscheiden koetsiers en ros-
tüischcrs, oudroesten en uitdragers onbelemmerd
rond, met tabak tusschen de tanden en petten
op de hoofden, en met, hollandsche geestig
heid beproefden sg of de portiereu nog wel open
en dioht konden, het ijzer niet geroest, de verf
nog bruikbaar was. ^Ab ik d'r da wapen op houe
mag, dan geef 'k drie guldens meer; da haal 'k
van 't zomer nog wel uit 1 zegt er een met eeu
grijns, en zijn collega's lachen om het idee van
veerrgtuig no. 123 (6 zitplaatsen) met een
koninklijke kroon. „Wat denk je van deuze kast,
Piet P" roept een ander, terwgl hg een fourgon uit
het jaar 1812 of 1830 begluurt. „Zriö'n slee mag
ik* ook wel", merkt er weer een ander op met een
satyriek lacbjfe voorden desolaten toestand, waarin
de arreslede verkeert, die wellicht eenmaal eene
koningiu gereden be^ft. En een eind verder staan
een deftig heer en een wagenslooper van de Lange-
gracht, met hemelsbreed afwgkende gewaarwordingen,
te kijken naar no., 223 (of een ander uo.), een
poney-wagentje, zóó armoedig en vuil en versleten,
dat men zich minstens verwonderen moest over den
notaris, die het in den verkoop meenam.
Een jachtwagen en de f blauwe coupé, waarmee
Prins Alexander nog nu en dan was uitgeredeu,
heel veel meer fatsoenlijks, laat staan vorstelijks,
was er niet in die „compleete equipage", daar voor
de geheele wereld uitgestald.
De deur van de hooge Gotische zaal stond open;
daar» binnen weergalmde een verward gedruisch, te
midden van grauwe rookwalmen. „Drie gulden
vgf-en-twintig vgftig vijf-en-zeventig
vier gulden Niemand meer dan vier gulden
dreunde de afslager, terwgl eeu knecht met een
hoofdstel langs de balie liep. „Geen zaken te maken!"
riep ginds een koopmannetje tegen een collega.
Op de- tafel sprong een kerel en schreeuwde „èu
een kwartjeEn rondom betastte eu begluurde
eene rookende, spuwende en dringende menigte in
Koning Willem's Gothisohe zaal de hoofdstellen eu
dekens, zweepen en leidsels, kettingen en onde
kachelpijpen, en hetgeen verder ten verkoop werd
aangeboden.
En in een hoek lagen een dozijn naambordjes,
die boven de boxea der vorstelgke paarden haddeh
gehangen s Varia, en en bittere ironie op
het tooneel in 't rondTriomphe en Jan.
„Wie meer dan twee gulden riep de afslager,
en de knecht liet de koninklijke kroon op het
dekkleed schitteren in het gekleurde licht, dat
door de Gotbiiche ramen op bet vulgfcir tooneel
viel. Ik keerde mij om eu trad naar buiten, op
het trapbordes. En daar lag eensklaps voor mij
het koninklgk paleis, met zjjne nieuwbakken omge
ving, en in stevigen draf reed Prins Willem I,
de bronzen Oranje, heen en keerde den rug toe
aan het schachtertooneel achter hem."
Men schrijft aan de Leidsche Courant: De hooi
bouw, die hoofdzakelijk geëiudigd is, zou ^nergens te
wenschen overlaten, als het sterke broeien van het
hooi niet veroorzaakt had dat een menigte bergen
moest worden uitgegooid of in brand is geraakt, met
verlies van het door zooveel arbeid verkregen vee
voeder. Niet de boeren, die de groote warmte in
Juli te baat bebbeo genomen en, beducht dat regen
hen zou overvallen, zieh gehaast hebben den berg te
vullen, zgn er zoo ongelukkig afgekomen, want het
hooi was droog genoeg, maar zij, die in Juni gehooid
hebben, toen eeu deel van de maand met het koude, don
kere weer het gemaaide gras nog te groen bleef, hebben
het slecht getroffen. In zulk eene maand, bij de eerste
snede, is het gras zwaar en krAchiig, derhalve des
te spoediger aan broeien onderhevig, als het niet
„tot in zgn hart toe" droog kan worden geborgen.
Bg de groote schade, die thans zoo menig landbou
wer heeft beloopen, is het hooigewin echter ruim
geuoeg om zich voor gebrek te vrijwaren. De
graanoogst is thans in vollen gang en wordt met
een gunstigen uitslag bekroond, dank zg het zonnige
weder dat het binnenhalen beèpoedigt. Aan allerlei
soort "van groenten is bijna overvloed eu de late
aardappelen staan zeer goed. Schuiten vol met kom
kommers, augurken eu sngboonen, die vervoerd wor
den, getuigen dat het deze veldgewassen niet aan
zomerwarmte ontbroken heeft. Gras is er weinig
en op hooggelegen stukken is het op, waarbij
de koeien, die het in de weide kwaad hebben van
de bijna verschroeiende hitte, erg door de vliegen
worden geplaagd. Een regenvlaag zou alweer bui
tengewoon nut doen en allerwege verfrissching geven;
maar de regen is bij dit vaste weer nog ver af.
Die een buitenplaats bezit zoekt verkoeling m de
schaduw van bet geboomte, en die zulk een voor
recht niet heeft of van verandering houdt, tracht
aan het zeestrand onder te komen en van werkelijke
of voorgewende vermoeienissen uit te rusten ineen
zalig niets doen, zonder daarbij te verzuimen met
algemeene stem den lof te verkondigen van zulk een
heerlijken zomer.
Een eigenaardige weddenschap is voor eenigen
tijd tusschen twee beambten van een Duitsche Han
delsbank aangegaan. Een hunner heeft namelijk op
zich genomen, voor den In Oct. a. s. tienduizend
tien-penning-stukken met het jaartal 1873 bijeen
te zullen hebben. Wint bij de weddenschap, dan
pntvangt hij van de tegenpartij 5000 Mk., zoo niet,
dan heeft hij dit bedrag te betalen.
De moeilijkheid mn deze geldstukjes samen te
brengen is niet gerrog, omdat in 1878 het eerst
tienpenningstukken gemaakt werden en toen zelfs
iu veel kleiner aantal, dan in latere jaren. Zijner
zijds brengt de tegenpartij alles in beweging om
zooveel tieupenningslukken als mogelgk ia te ver-
zameieu. Hoe moeilgk het overigens valt, grootere
hoeveelheden van dit muntstukje bgeen te brengen,
kan hieruit blijken, dat men aan een der grootste
kasvereenigingen, waar aanhoudend geld gestort wordt,
op de 1000 tienpenningstukken er niet meer dan
20 van het jaar1 1873 ontving.
Naar het L. D. verneemt, zullen a. s. Maandag,
den I8der. Augustus, vau de Nederlaudsche expeditie
tot onderzoek van de Zuid-Westkust van Afrika, per
stoomschip de Afrikaan der Nieuwe Afrikaansche
Handelsvennootschap, van Rotterdam vertrekken de
heer P. J. vau der Keilen, voor de zoölogie, van
het Museum vau Natuurlijke Historie, eu de heer
L. J. Godefroy, van het Ethnographisoh Museum,
beiden te Leiden. Zg aanvaarden de reis alsdan
met de bagage allereerst naar Banana, aan de mon
ding van den Congo, om daar te wachten op het
hoofd en den ontwerper dezer expeditie, den heer
D. D. Veth, die eerst den 30aten Aug. d. a. v.
van Amsterdam met de paarden of liever paardjes,
welke velen in de straten wel dikwijls zullen opge
merkt hebben, naar Hamburg gaat, om vervolgens
per stoomschip eveneens Bauana te bereiken. Na
zijne aankomst aldaar gaat men gezamenlijk, meteen
mailschip naar Mossameöes, eene Portugeesehe be
zitting en de aanlegplaats van de Portugeesohe mail
booten. Van daar uit wordt de eigenlijke onder
zoekingstocht ondernomen, volgens het reisplan door
den heer Veth in het Aardrgkskundig Genootschap
indertgd medegedeeld.
De Noordsche bladen vermelfen een treurig onge
val, dat eenige dage^t gelede Jin de nabijheid van
Tónsberg plaats had. VierJ^ames en drie heeren
waren met een licht zeilscheepje uitgegaau om te
visschen en zonden des namiddags huiswaarts kee-
ren, na nog een tochtje buiten <fe Vallöbooht ge
daan te hebben. De wiud was zacht eu de zee
kalm. Op het oogenblik echter, dat men wilde
wenden, viel de wind plotseling in het zeil
In de Haagsche correspondentie van de Zutph. Ct.
komt het volgende voor
„Uit vertrouwbare bron verneem ik, dat de
toezegging van den minister Deemskerk om de
naar den kant waar de meeaten zaten. Het
scheepje kreeg zooveel water in, dat men
bet onmogelijk leeg kon hoozen en verdween
weldra iu de diepte. Twee der heeren stonden
bekend als flinke zwemmers en zij hielden zich dan
ook wel boven water en trachten hunne lotgenooien
te redden, maar met geen ander gevolg, dan dat
zg het slachtoffer van hunne mensehlievende pogin
gen werden. Eene der dames, de zuster van een
der verongelukte heeren, bereikte al zwemmende na
ongeveer 3 uren een eilandje, waar zij geheel
uitgeput door eene alleen wonende weduwe werd
opgenomen, die baar den Volgenden morgen naar
hare oudera roeide.
De Amsterdammer wijdt een waardeerend artikel
aan de maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
naar aanleiding der viering van haar eeuwfeest.
Zij brengt hulde aan die maatschappij, die op zoo
menig gebied voorganger eu baanbreker is geweest
en nog steeds blijk geeft bare oogen geopend te
hebben voor de behoeften van het algemeen. Nu
de scholeu meer en meer naar hare voorschriften
zijn ingericht geworden, het lager onderwijs minder
te wenschen overlaat, is haar krachtig streven voör
een goed deel op andere zaken gericht. Nu toont
de maatschappij, dat zij het behoorlijk onderrichte
volk ook wenscht te veredelen door den smaak te
verfijnen en het in aanraking te brengen met de
zedelijke en stoffelijke voordeelen der schoonheid.
In de laatste jaren doet zij wat in haar vermogen
is, om Flora in de achterbuurten tot een huisvriend
te maken, wgdde zg haar krachten aan de bevor
dering der kunstindustrie, en bood zelfs haar hulp
om de tooneeUpeelkunst te verheffen.
Hoeveel valt er in deze richting niet nog te
arbeiden En dan, waar zij het oog slaat op de
materieele behoeften der lagere volksklasse, op de
plaatsen waar, op de wijze hoe de handwerksman
wordt gevormd, -»- men denke slechts aan de
vraag omtrent het leerlingwezen, waaraan zij zich
reeds gelegen liet liggen, en aan tal van andere
qoaesties, die met de zoogenaamde sociale quaestie
ten nauwste samenhangen hoe veel vindt baar hand
niet te floen Wie zou er aan kunnen twijfelen,
dat gansche reeksen van handelingen door haar
nog kunneu worden ondernomen tot voorbereiding
tevens van meer voldoende wetgeving.
Waarlijk de weg, dien de maatschappij te volgen
beeft, zal, onder de uitmuntende leiding, waarin zij
zicb zoo lang reeds verbeugen mocht, wel te vinden
zijndaar i« veel goeds, dat zij reeds begon, nog
voort te zetten en nog oneindig veel meer goeds,
dan zij reeds tot stand gebracht heeft, wacht op
baar initiatief.
De Atnst. besluit met op te wekken tot onder
steuning van het Nut. Steun is deze maatschappij
ten volle waard. Zij verdient een eeuwfeest, en
bljjft zij even jeugdig en frisoh als zg tot heden
zich betoonde, een tweede eeuwfeest wordt haar door
iederen vriend van vooruitgang van harte toege-
wenscht.
Te Klausenburg in Zevenbergen moet een jongen,
die veel van zoet snoepgoed hield, twee stukken
dynamiet dat veel op raaïskoek gelgkk Reb
ben opgegeten. Dit geschiedde 19 Jnli. Deze
dynamietsnoeper loopt nog frisch en gezond rond,
doch de geheele buurt gaat hem schuw uit den
weg, verbeidende het oogenblik der losbarsting!
De heerschende mode om alles uit het buitenland
te hebben en de voortbrengselen van ons eigen land
gering te achten is een van de kwalen waaraan ons
huidig geslacht lijdende is. Dat onze ngverheid
niet bij- die van het buitenland in vele gevallen be
hoeft achter te staan en menigmaal men bg zulke
buitenlandsche bestellingen zich zplf benadeelt, bewgst
de volgende mededeeling van het Rotterd. Nieuwsblad
„Voor eenigen tgd was dour eeu Nederlander ee
haard te Parg's aangekocht voor 120, doch zonder
ijpen. Toen de koopfer de pijpen daarvoor bestelde
|j zgn gewonen Nederlaudschen fabrikant, die in
middels dezen haard beschouwde, zei deze„dat is
een haard van mijn fabrikaat, welke door mij wordt
geleverd, zóó uit het magazgn, 4voor 80." De
zaak werd opgelost door het wegschuiven van een
Ijzeren plaatje, waarop een koperen te voorschijn
kwam met den naam van den bedoelden fabrikant."
,De man had dus. een mooien koop gedaan. Een
uit Nederland naar rargs en van daar weder naar
hier vervoerden, das misschien nog wel eenigszins
beschadigden haard, bezat h|j voor 50 pCt. meer
dan hij hem hier had kunnen koopen
De temperatuur is Maandag te Londen hooger ge-
weest, dan sedert twintig jaren (zoo verzekert men)
het 'geval was. In de City rees het l^wik tot 93° F.
iu de schaduw te Greenwich* tot 94.20 (in de zon
150.80), en in* het Kristallen Paleis tot 97.6° in de
schaduw. Een onweder in den nacht kdelde de llucht
slechts luttel af. Verscheidene personen bezweken
aan zonnesteek. Op de marine-werf te Chatham moest
het volk den arbeid aan de pantserschepen zoo goed
als staken. Men gaf den lieden gortwater te drinken
vermengd met een weinig zwavelzuur.
Uit Charleroi wordt eeu mgnramp gemeld welke
de Borinages weder in verslagenheid dompelt. Het
ongeluk had plaats iu den mijnput „St-M&rie" ter
hoogte vau Couillet gelegen. Vrijdagavond was de
nachtploeg in den put afgedaald, bestaande uit on
geveer 110 werklieden, van welke een gedeelte op
een verdieping van 619 meter werkte. Zaterdagoch
tend te 5.20 maakten dezen zieh gereed om den
put te verlaten, doch vooraf zij hadden in den
loop vau den nacht negenendertig dynamietpatronen
laten springen stak men het vuur aan de veer
tigste patroon. Een hevige ontploffing van mijugas
volgde en zes personen werden gedood terwijl 19
anderen min of meer ernstige kwetsuren bekwamen.
Zoodra de tijding tot de bevolking doordrong, stoomde
men vau alle kanten toe iu raüeloozeu angstwant
de eerste mare luidde, dat er miusteus 60 dooden
waren. De smart der ongelukkige bloedverwanten,
die met de wanhoop in het hart nabij de heillooze
plek op nadere berichten wachtten, was pijnlijk om
aan te zien. Bij iederen naam, die afgeroepen en
met „present" beantwoord werd, stegen vreugdekre
ten uit de menigte opmen drong vooruit en om
helsde elkander. Werd daarentegen een gekwetste
naar bovengehaald, dan hoorde men niets dan ge
snik en geween. Onmiddelijk naar het gasthuis
overgebracht, ontvingen de gewonden de eerste zor
gen van de zusters van liefde. Vier of vijf der ge
kwetsten zijn vermoedelijk thans reeds bezweken.
Eindelijk heeft het congres te Veraailles eenig
practisch resultaat opgeleverd. Na een geheele
week zitting gehonden te hebben zonder iets ernstigs
uit te voeren, ja wat^rger is, zieh belachelijk te
hebben gemaakt in de oogen der beschaafde wereld,
werd gisteren artikel 1 vau het ontwerp tot her
ziening der grondwet aangenomen eu daarna art.
2 behandeld. Daarin werd verboden een wijziging
van den republikeinschen regeringsvorm voor te
stellen en worden^'de prinsen van vroegere regee-
reude familiën in Frgnkrijk uitgesloten van het
presidentschap" der republiek.
Dit artikel gaf aanleiding tot ernstig verzet van
de rechterzijde. Er lag* "zeker veel waars in de
beweriug -van een barer ledeh, ddt het congres in
dat opzicht een ijdel werk deed.
Het Frankrijk van heden ia niet het Frankrijk
van gisteren en dat van morgen kan ook veel met
het bestaande verschillen. Wanneer Btraks de
tegenstanders der republiek de macht in banden
krijgen het volk weten te bewegen om een koning
of eeu keiaer te kiezen, dan belpt eene bepaling
in de grondwet ook niet. Maar toch getuigt het
van den ernst der tegenwoordige voorstanders van
de republiek om zooveel mogelijk haar vastheid
van bestaan te verschaffen en haar zooveel dit iu
hun vermogen is te beschermen tegen hare vijanden,
die dan niet met een slag haar kunnen vernietigen.
De minister Ferry verklaarde dan ook dat men
niet kwam met een verzoek om de eeuwigheid
der republiek te proclameereu maar om te beves
tigen dat zij leeft en bet recht heeft zich te
verdedigen. In het belaug barer waardigheid en
nog meer in dat van hare veiligheid moest haar
bestaan worden verzekerd.
Dat monseigneur Freppel, do onvermoeide strijder
voor zijn kerk, nog een lans brak voor de monar
chie laat zich "begrijpen, en evenzeer dat dit niet
geschiedde zonder protest. Frankrijk, zeide
de bisschop, eenmaal wilde terügkeeren tot het
vorstenhuis, waaraan het zijne glorie en eenheid
heeft te danken, zou het zich door zulk eene be
paling niet laten verhinderen.' En toeu men vroeg
welk vorstenhuis hij bedoelde, noemde hij het
eenige Fransche vorstenhuis dat vertegenwoordigd
wordt door den graaf van Parijs, en zeide hij dat
men den 4n Mei 1889 op 4e eeuwigheidsverkla
ring zal kunneu antwoorden met het herstel der
monarchie.
Voorloopig heeft natuur!|jk het oongres zich
toch niet laten verhinderen om te doen wat zij
kon om zulk een herstel tegen te houden. Met
603 tegen 165 stemmen werd de eerste paragraaf
van het bewuste artikel aangenomen en met 597
tegen 153 de tweede alinea, die de prinseu van
vroegere Fransche vorstenhuizen belet president
te worden.
Niettegenstaande Frankrijk de militaire operatiën
tegen China hervat beeft, zijn vooralsnog de twee
mogendheden niet in Oorlog met elkander, en bl|jven
velen van meening dat z|j niet in oorlog met elkan
der zullen geraket), ril. dat een vormelijke oorlogs
verklaring niet te verwachten ia. Zoolang het Fransche
eskader zicb bepalen zat tot het bombardeeren eu
bemachtigen vau .havens, die door' het banaal of
door een breede zeestraat van hei vasteland gescheiden
zijn, zal van Cbineesche zijde die verklaring niet
komen. De Chineezen zijn niet in het bezit van
een vioot; bovendien zijn zij niet op den krijg voorbe
reid, nog minder wenschen zij dien. De wapen
handel staat niet in groote achting bij henzij zijn
veeleer geletterden dan soldaten. Bekwame dwars
drijvers, spitsvondige haarklovers, munten zij uit in
de knust de feiten op listige wijze te ontduiken. De
Parijsche publicist (Perry), die zoo redeneert, ver
wacht evenmin dat China vrede met Frankrijk zal
sluiten, zoolang de Frauschen nog op een afstand
blijven. Keluug is te ver verwijderd van de hoofd
stad, en Amoy is van het vasteland gescheiden. Maar
wordt Foochow bezet, dan zou de toestand anders
worden, en misschien het zenden van een F ransel,
expeditiecorps noodig maken, om die stad tegen de
aanvallers te verdedigen. Met Kelung is dit niet het
geval. Het eiland Formosa (ons Nederlanders be
kend door de grootmoedige daad van Antonius
Hambroek) moge groot zijn, doch de Chineezen kun
nen het niet tot een ceutrnm van weerstand maken,
in het binnenste des eilands zonden zij een groot
aantal vijanden aantreffen en geen steun vinden.
Wat Amoy betreft, dit beschouwt hij voor Frankrijk
als een aanwinst gelijk aau die voor Engeland, toen
het zich van Hongkong meester maakte. Beide ha
vens verkeereu in eep exoeptionneelen toestand, en
Amoy zou weldra Hongkong in bloei eu welvaart
evenaren. Maar met dit alles zou in den staat van
zaken geen verandering komen geen vrede, geen
oorlog tusschen Frankrijk en China, maar een diplo
matieke breuk geen traciaten meer, want deze zijn
verzwakt of worden niet meer erkend de veiligheid
der Franschen iu het Cbineesche li ijs blijft in ge
vaar, enz. Op grond van eeu en ander acht de figaro
het noodig dat admiraal Courbet de vloot-operatiën
voortzette en uitbreide, tenzij China zich onderwerpe,
In Engeland hebben de conservatieven het noodig
geoordeeld weder een manifestatie tegen de regeeriug
en hare Egyptische politiek te doeo. Als plaats
daartoe was Manchester gekozen en in den tuin
Pomona aldaar waren zij jl. Zaterdag in buitenge
woon groot aantal verschenen. Op monsterachtige
aanplakbiljetten stonden de woorden .Engeland en
Egypte Twintigduizend menschenlevens opgeofferd!»
De aauwezigen verdeelden zich iu groepen, elk een$
meeting op zichzelve, voerde een der leden het woord
Lord Salisbury, sir Kichard Cross, lord Kaudolph
Churchill, sir M. Hicks Beach en de heer Chaplin
behoorden tof de redenaars. Vooral de eerstge
noemde onderscheidde zich door scherpe aanvallen.
Hij zeide ten slotte, dat de Lords verlangen dat
het volk zich bij hen aanslnite in hun verzet tegen
een ministerie, dat den moed niet heeft zijne han
delingen aan hef oordeel der natie, door middel
van het algemeen stemrecht, te onderwerpen. De
resolutie, die aangenomen werd vóór dat de ver
gadering uiteenging, houdt in de verzekering dat
het Hoogerhnis krachtig ondersteund zal worden
in zijn verlangen naar een volledig ontwerp van
kieshervorming.
In Denemarken, te Skodsberg, had de vorige week
eene manifestatie plasts die een bewys wordt genoemd
dat de republikeinsche begrippen in dat land toe
nemen.
De linkerzijde van het parlement had het initiatief
genomen tot eene bijeenkomst, mtt het doel sym
pathie te betuigen voor het nieuwe Noorweegsche
kabinet-Sverdrup. Vele leden van den rijksraad en
vertegenwoordigers der democratische vereenigingen
waren opgekomen en bet woord werd gevoerd door
den heer Berg, voorzitter van het Folketing. Reeds
voor twee jaren is er sprake geweest vaneen „Skan-
danavische Deraocrative Federatie", welke de Denen,
Zweden eri Noren onder éen gezag zou vereenigen,
Gevonden en aan het Bureau van Politie gede
poneerd Een gouden Ring, een gouden Medallon,
een Onderstuk vau een gouden Oorbel met roode
Steen, een Portemonnaie met hl(% cent, een pak rood
en zwart Sajet, een Kinderportemonnaie met 11
centen, een fantasie Broche, een Kinderzakje met
Zakdoek en 11centen, een wit Zakdoekje, een halve
gouden Rgder, een Portemonnaie met I7l/a cent,
een bruine kralen Halsketting met goud, een bruiu
katoeue Parapluie en een goud Oorbelletje.
LIJST van BRÏËVEN verzonden gedurende de 2de
helfji der maand Juni 1884, geadresseerd aan onbe
kenden zijn door tussohenkorast wyp bet Postkan
toor weder terug te bekomen:
C. Hoekeu, AmsterdamB. de Groot, Kraliugen
W. der Laan, Stolwijk.
'Van het Hulpkantoor WADDINGSVEEN":
B. Boens, 's Gravenhage.