Buitenlandeed Overzicht. iroXjTTiie. POSTÊBIJEtT. aan te stellen, die gedurende de aanstaande campagne belast zullen worden de wegers en agenten b|j bei ontvangen der beetwortelen te controleeren, ten einde de kwade praktijken-, die zoo meuigvnldig bij het in outvangst nemeu der bieteu plaats hebben, te weren. Dit besluit werd door een achttiental fa brikanten genomen. De controleurs zullen over het district worden geplaatst als volgt4 op het eiland Tolen, 5 op Zuid-Bereland, 1 op Noord-Beveland, 3 op Duiveland, 1 op Walcheren en 1 op St. Filipslaud. De 3e algemeene vergadering van de Vereeniging ter bevordering van het Onderwgs iu Handenarbeid werd Zateidag 11. in het Nutsgebouw te Arnhem gehoudeu onder voorzitterschap van, den heer Westendorp. Uit het jaarverslag bleek, dat het ledental lang zaam toeneemtde Vereeniging telt 87 gewone leden en 23 begunstigers. Uit de rekening van den Penningmeester bleek, dat de inkomsten $n uitgaven voor 1883/84 ba- lanceeren, door de welwillendheid van een belang stellend lid. Voor het volgend jaar .wordt een nadeelig saldo tegemoet gezien van 115, hetgeen echter verdwguen zal, als de 30 exemplaren van het Tijdschrift, nog ter dispositie der Vereeniging, worden geplaatst. Bovendien worden pogingen aan wend om een subsidie van het Nut te verkrijgen. De redactie van het Tijdschrift, hierna verslag doende, beklaagde zich over onvoldoenden steun voor de rubriek „praktische oefeningen", welke rubriek zg niet het minst nuttig acht. Om zich dien steun te verzekeren, acht zij het toekennen van honorarium voor de kopij noodzakelijk. Daarna bracht de comraisssie voor de Tentoon stelling verslag uit. Het getal der inzenders is 2J, hetgeen op eene groote belaugstelling wijst. Twee inzendingen (die van Amersfoort en Delft) zijn door meisjes gemaakt, ook is er een inzending van het Wees- en Armenhuis te Dordt. Een ontwerp-reglemeut voor de redactie van het Tijdschrift wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Tot leden van het Bestuur .werden herkozen de heeren Westedorp en Evekink, nadat een wijziging ia het 'Reglement was aangenomen, dat voortaan aftredende bestuursleden niet herkiesbaar zijn. Tot nieuw lid der redactie van het Tijdschrift werd gekozen de heer Hazelhorst van Delft. Na een bezoek aan de tentoonstelling werden de aau de orde gestelde punten besproken. Na afUop van de vergadering vefeenigde men zich aan een gemeenschappelgken maaltijd. In het weekblad de Manu/acturier geeft dr. L. C. Levoir eene wijze aan, waarop winkeliers het lastige beslaan der spiegelruiten voor hunne étalages kunnen voorkomen. Men schafle aan een dag en nacht doorbrandende cokes-kachel met zelfwerkende warmte-regulator. Behalve Üte besparing aan arbeid, noodig voor het afnemen der ruiten, zal dat tevens iu de manufactuurwinkels heel wat schade voorko men, ontstaan door inwerking van vocht, zoo als hat ontaarden van kleuren, het spikkelig worden van glacé-handschoenen enz. Die pokes-kachel moet dan zoo laag mogelgk aan de straatzijde in den winkel, ja liefst in den kelder geplaatst worden. Vlak er boven komt een inlaat voor de buitenlucht, afsluitbaar met een schuif. De kachel moet veel te groot nanr de grootte van het lokaal worden genomen. Naast de onschatbare voordeelen aan dit stelsel verbonden, staat slechts eene enkele schaduw zijde bet eischt nl. deskundige bewakiug. Deze is evenwel gemakkelijk te leeren. Het grootste geheim om de vensterruiten zonder waterbeslag te houden is om de buitenlucht om of over de kachel heen in hnis te doen stroomen, alle deuren op den weg naar gang of zolder van kleppen te voorzien, of door middel van lederen kussentjes te beletten geheel gesloten worden.j Beneden in den winkel zal de koude buitenlucht, hoe de valwinden ook dwarrelen, steeds langs de kachel naar binuen stroomen, haar weg Boeken door gangen en trap kokers naar den zolder. Om dus de doorzuiging te versterken, moet er steeds een klein raampje op zolder openstaan, zoo hoog mogelijk, en zoodanig tea opzichte vau den heerschenden wind geplaatst, dat deze er niet inwaaitdat is als b. v. de wind zuidwest is, alleen op het noordoosten een opening op den zolder te vinden is. Beslaan de ruiten dan toch, dan is de inlaatsopening of de warmtebron te klein. Ook denke men aan de leuser zjjn geeo slechte machines maar vele domme machinisten, de knappe machinisten weten de zieke pachines spoedig te genezen. grondwetsherziening voorloopig tot art. 198 te beperken, wel degelijk in verband staat met 's Konings min gunstigen gezondheidstoestand. Wel- is-waar heeft de badknur een goede werking gehad, maar Z. M. is toch nog lgdende en vooral met het oog op 's Konings hoogen leeftijd, zijn de geneesbeeren niet gerust. 't Ia wei jammer, dat de Regeering dit her- zieniugswetje niet tegelgkertgd met de Regent- schapswet aanhangig heeft künnen maken, want het is nu te vreezeu, dat deze wet een belemmering zal worden voor de andere parlementaire werkzaam heden. Op de aanneming moet een ontbinding volgen, en hoe zal het met de begrootingen gaan, indien er juist in de maanden October en No vember geen volksvertegenwoordiging is? In de Tweede Kamer Bcheen men oulangs van raeening, dat wijziging uitsluitend van art. 198 een zeer eenvoudige zaak is, die wel geen tegenstand zou vinden, maar ik voor mij ben niet zoo opti mistisch gestemd. Oumiddelgk doet zich de quaestie voorMoet het geheele artikel worden geschrapt of moet de bepaling dat er gedurende een regent schap in de erfopvolging geen veranderiug mag worden gebracht, behouden big ven Het laatste schijnt de meening van den minister Heemskerk, eu voor die meening is zeker veel te zeggen maar daar staat tegenover, dat naar het gevoelen van vele bevoegde beoordeelaars wijziging en verduide lijking van de bepalingen betreffende de erfopvolging juist thans boven alles noodzakelijk is. Het is dus nog niet eene zoo eenvoudige quaestie als het oppervlakkig wel l|jkt." Omtrent de verkooping der rgtuigen enz. van den Prins van Oranje, geeft de Haagsche corres pondent van het D. de volgende schets „Onwillekeurig ging me de hoed van 't hoofd bij het binnentreden in Prins Willem's woning j maar was het die grauwe nachtwaker, of de aanblik van de ramen waarachter allerlei rommel scheef en dwars door elkaar lag opgestapeld, of het gezicht van de bonte collectie rgtuigen, op de binnenplaats was eensklaps mgn respeat verdwenendaar leefden niet de schimmen onzer Oranje's daar liepen verscheiden koetsiers en ros- tüischcrs, oudroesten en uitdragers onbelemmerd rond, met tabak tusschen de tanden en petten op de hoofden, en met, hollandsche geestig heid beproefden sg of de portiereu nog wel open en dioht konden, het ijzer niet geroest, de verf nog bruikbaar was. ^Ab ik d'r da wapen op houe mag, dan geef 'k drie guldens meer; da haal 'k van 't zomer nog wel uit 1 zegt er een met eeu grijns, en zijn collega's lachen om het idee van veerrgtuig no. 123 (6 zitplaatsen) met een koninklijke kroon. „Wat denk je van deuze kast, Piet P" roept een ander, terwgl hg een fourgon uit het jaar 1812 of 1830 begluurt. „Zriö'n slee mag ik* ook wel", merkt er weer een ander op met een satyriek lacbjfe voorden desolaten toestand, waarin de arreslede verkeert, die wellicht eenmaal eene koningiu gereden be^ft. En een eind verder staan een deftig heer en een wagenslooper van de Lange- gracht, met hemelsbreed afwgkende gewaarwordingen, te kijken naar no., 223 (of een ander uo.), een poney-wagentje, zóó armoedig en vuil en versleten, dat men zich minstens verwonderen moest over den notaris, die het in den verkoop meenam. Een jachtwagen en de f blauwe coupé, waarmee Prins Alexander nog nu en dan was uitgeredeu, heel veel meer fatsoenlijks, laat staan vorstelijks, was er niet in die „compleete equipage", daar voor de geheele wereld uitgestald. De deur van de hooge Gotische zaal stond open; daar» binnen weergalmde een verward gedruisch, te midden van grauwe rookwalmen. „Drie gulden vgf-en-twintig vgftig vijf-en-zeventig vier gulden Niemand meer dan vier gulden dreunde de afslager, terwgl eeu knecht met een hoofdstel langs de balie liep. „Geen zaken te maken!" riep ginds een koopmannetje tegen een collega. Op de- tafel sprong een kerel en schreeuwde „èu een kwartjeEn rondom betastte eu begluurde eene rookende, spuwende en dringende menigte in Koning Willem's Gothisohe zaal de hoofdstellen eu dekens, zweepen en leidsels, kettingen en onde kachelpijpen, en hetgeen verder ten verkoop werd aangeboden. En in een hoek lagen een dozijn naambordjes, die boven de boxea der vorstelgke paarden haddeh gehangen s Varia, en en bittere ironie op het tooneel in 't rondTriomphe en Jan. „Wie meer dan twee gulden riep de afslager, en de knecht liet de koninklijke kroon op het dekkleed schitteren in het gekleurde licht, dat door de Gotbiiche ramen op bet vulgfcir tooneel viel. Ik keerde mij om eu trad naar buiten, op het trapbordes. En daar lag eensklaps voor mij het koninklgk paleis, met zjjne nieuwbakken omge ving, en in stevigen draf reed Prins Willem I, de bronzen Oranje, heen en keerde den rug toe aan het schachtertooneel achter hem." Men schrijft aan de Leidsche Courant: De hooi bouw, die hoofdzakelijk geëiudigd is, zou ^nergens te wenschen overlaten, als het sterke broeien van het hooi niet veroorzaakt had dat een menigte bergen moest worden uitgegooid of in brand is geraakt, met verlies van het door zooveel arbeid verkregen vee voeder. Niet de boeren, die de groote warmte in Juli te baat bebbeo genomen en, beducht dat regen hen zou overvallen, zieh gehaast hebben den berg te vullen, zgn er zoo ongelukkig afgekomen, want het hooi was droog genoeg, maar zij, die in Juni gehooid hebben, toen eeu deel van de maand met het koude, don kere weer het gemaaide gras nog te groen bleef, hebben het slecht getroffen. In zulk eene maand, bij de eerste snede, is het gras zwaar en krAchiig, derhalve des te spoediger aan broeien onderhevig, als het niet „tot in zgn hart toe" droog kan worden geborgen. Bg de groote schade, die thans zoo menig landbou wer heeft beloopen, is het hooigewin echter ruim geuoeg om zich voor gebrek te vrijwaren. De graanoogst is thans in vollen gang en wordt met een gunstigen uitslag bekroond, dank zg het zonnige weder dat het binnenhalen beèpoedigt. Aan allerlei soort "van groenten is bijna overvloed eu de late aardappelen staan zeer goed. Schuiten vol met kom kommers, augurken eu sngboonen, die vervoerd wor den, getuigen dat het deze veldgewassen niet aan zomerwarmte ontbroken heeft. Gras is er weinig en op hooggelegen stukken is het op, waarbij de koeien, die het in de weide kwaad hebben van de bijna verschroeiende hitte, erg door de vliegen worden geplaagd. Een regenvlaag zou alweer bui tengewoon nut doen en allerwege verfrissching geven; maar de regen is bij dit vaste weer nog ver af. Die een buitenplaats bezit zoekt verkoeling m de schaduw van bet geboomte, en die zulk een voor recht niet heeft of van verandering houdt, tracht aan het zeestrand onder te komen en van werkelijke of voorgewende vermoeienissen uit te rusten ineen zalig niets doen, zonder daarbij te verzuimen met algemeene stem den lof te verkondigen van zulk een heerlijken zomer. Een eigenaardige weddenschap is voor eenigen tijd tusschen twee beambten van een Duitsche Han delsbank aangegaan. Een hunner heeft namelijk op zich genomen, voor den In Oct. a. s. tienduizend tien-penning-stukken met het jaartal 1873 bijeen te zullen hebben. Wint bij de weddenschap, dan pntvangt hij van de tegenpartij 5000 Mk., zoo niet, dan heeft hij dit bedrag te betalen. De moeilijkheid mn deze geldstukjes samen te brengen is niet gerrog, omdat in 1878 het eerst tienpenningstukken gemaakt werden en toen zelfs iu veel kleiner aantal, dan in latere jaren. Zijner zijds brengt de tegenpartij alles in beweging om zooveel tieupenningslukken als mogelgk ia te ver- zameieu. Hoe moeilgk het overigens valt, grootere hoeveelheden van dit muntstukje bgeen te brengen, kan hieruit blijken, dat men aan een der grootste kasvereenigingen, waar aanhoudend geld gestort wordt, op de 1000 tienpenningstukken er niet meer dan 20 van het jaar1 1873 ontving. Naar het L. D. verneemt, zullen a. s. Maandag, den I8der. Augustus, vau de Nederlaudsche expeditie tot onderzoek van de Zuid-Westkust van Afrika, per stoomschip de Afrikaan der Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap, van Rotterdam vertrekken de heer P. J. vau der Keilen, voor de zoölogie, van het Museum vau Natuurlijke Historie, eu de heer L. J. Godefroy, van het Ethnographisoh Museum, beiden te Leiden. Zg aanvaarden de reis alsdan met de bagage allereerst naar Banana, aan de mon ding van den Congo, om daar te wachten op het hoofd en den ontwerper dezer expeditie, den heer D. D. Veth, die eerst den 30aten Aug. d. a. v. van Amsterdam met de paarden of liever paardjes, welke velen in de straten wel dikwijls zullen opge merkt hebben, naar Hamburg gaat, om vervolgens per stoomschip eveneens Bauana te bereiken. Na zijne aankomst aldaar gaat men gezamenlijk, meteen mailschip naar Mossameöes, eene Portugeesehe be zitting en de aanlegplaats van de Portugeesohe mail booten. Van daar uit wordt de eigenlijke onder zoekingstocht ondernomen, volgens het reisplan door den heer Veth in het Aardrgkskundig Genootschap indertgd medegedeeld. De Noordsche bladen vermelfen een treurig onge val, dat eenige dage^t gelede Jin de nabijheid van Tónsberg plaats had. VierJ^ames en drie heeren waren met een licht zeilscheepje uitgegaau om te visschen en zonden des namiddags huiswaarts kee- ren, na nog een tochtje buiten <fe Vallöbooht ge daan te hebben. De wiud was zacht eu de zee kalm. Op het oogenblik echter, dat men wilde wenden, viel de wind plotseling in het zeil In de Haagsche correspondentie van de Zutph. Ct. komt het volgende voor „Uit vertrouwbare bron verneem ik, dat de toezegging van den minister Deemskerk om de naar den kant waar de meeaten zaten. Het scheepje kreeg zooveel water in, dat men bet onmogelijk leeg kon hoozen en verdween weldra iu de diepte. Twee der heeren stonden bekend als flinke zwemmers en zij hielden zich dan ook wel boven water en trachten hunne lotgenooien te redden, maar met geen ander gevolg, dan dat zg het slachtoffer van hunne mensehlievende pogin gen werden. Eene der dames, de zuster van een der verongelukte heeren, bereikte al zwemmende na ongeveer 3 uren een eilandje, waar zij geheel uitgeput door eene alleen wonende weduwe werd opgenomen, die baar den Volgenden morgen naar hare oudera roeide. De Amsterdammer wijdt een waardeerend artikel aan de maatschappij tot Nut van 't Algemeen, naar aanleiding der viering van haar eeuwfeest. Zij brengt hulde aan die maatschappij, die op zoo menig gebied voorganger eu baanbreker is geweest en nog steeds blijk geeft bare oogen geopend te hebben voor de behoeften van het algemeen. Nu de scholeu meer en meer naar hare voorschriften zijn ingericht geworden, het lager onderwijs minder te wenschen overlaat, is haar krachtig streven voör een goed deel op andere zaken gericht. Nu toont de maatschappij, dat zij het behoorlijk onderrichte volk ook wenscht te veredelen door den smaak te verfijnen en het in aanraking te brengen met de zedelijke en stoffelijke voordeelen der schoonheid. In de laatste jaren doet zij wat in haar vermogen is, om Flora in de achterbuurten tot een huisvriend te maken, wgdde zg haar krachten aan de bevor dering der kunstindustrie, en bood zelfs haar hulp om de tooneeUpeelkunst te verheffen. Hoeveel valt er in deze richting niet nog te arbeiden En dan, waar zij het oog slaat op de materieele behoeften der lagere volksklasse, op de plaatsen waar, op de wijze hoe de handwerksman wordt gevormd, -»- men denke slechts aan de vraag omtrent het leerlingwezen, waaraan zij zich reeds gelegen liet liggen, en aan tal van andere qoaesties, die met de zoogenaamde sociale quaestie ten nauwste samenhangen hoe veel vindt baar hand niet te floen Wie zou er aan kunnen twijfelen, dat gansche reeksen van handelingen door haar nog kunneu worden ondernomen tot voorbereiding tevens van meer voldoende wetgeving. Waarlijk de weg, dien de maatschappij te volgen beeft, zal, onder de uitmuntende leiding, waarin zij zicb zoo lang reeds verbeugen mocht, wel te vinden zijndaar i« veel goeds, dat zij reeds begon, nog voort te zetten en nog oneindig veel meer goeds, dan zij reeds tot stand gebracht heeft, wacht op baar initiatief. De Atnst. besluit met op te wekken tot onder steuning van het Nut. Steun is deze maatschappij ten volle waard. Zij verdient een eeuwfeest, en bljjft zij even jeugdig en frisoh als zg tot heden zich betoonde, een tweede eeuwfeest wordt haar door iederen vriend van vooruitgang van harte toege- wenscht. Te Klausenburg in Zevenbergen moet een jongen, die veel van zoet snoepgoed hield, twee stukken dynamiet dat veel op raaïskoek gelgkk Reb ben opgegeten. Dit geschiedde 19 Jnli. Deze dynamietsnoeper loopt nog frisch en gezond rond, doch de geheele buurt gaat hem schuw uit den weg, verbeidende het oogenblik der losbarsting! De heerschende mode om alles uit het buitenland te hebben en de voortbrengselen van ons eigen land gering te achten is een van de kwalen waaraan ons huidig geslacht lijdende is. Dat onze ngverheid niet bij- die van het buitenland in vele gevallen be hoeft achter te staan en menigmaal men bg zulke buitenlandsche bestellingen zich zplf benadeelt, bewgst de volgende mededeeling van het Rotterd. Nieuwsblad „Voor eenigen tgd was dour eeu Nederlander ee haard te Parg's aangekocht voor 120, doch zonder ijpen. Toen de koopfer de pijpen daarvoor bestelde |j zgn gewonen Nederlaudschen fabrikant, die in middels dezen haard beschouwde, zei deze„dat is een haard van mijn fabrikaat, welke door mij wordt geleverd, zóó uit het magazgn, 4voor 80." De zaak werd opgelost door het wegschuiven van een Ijzeren plaatje, waarop een koperen te voorschijn kwam met den naam van den bedoelden fabrikant." ,De man had dus. een mooien koop gedaan. Een uit Nederland naar rargs en van daar weder naar hier vervoerden, das misschien nog wel eenigszins beschadigden haard, bezat h|j voor 50 pCt. meer dan hij hem hier had kunnen koopen De temperatuur is Maandag te Londen hooger ge- weest, dan sedert twintig jaren (zoo verzekert men) het 'geval was. In de City rees het l^wik tot 93° F. iu de schaduw te Greenwich* tot 94.20 (in de zon 150.80), en in* het Kristallen Paleis tot 97.6° in de schaduw. Een onweder in den nacht kdelde de llucht slechts luttel af. Verscheidene personen bezweken aan zonnesteek. Op de marine-werf te Chatham moest het volk den arbeid aan de pantserschepen zoo goed als staken. Men gaf den lieden gortwater te drinken vermengd met een weinig zwavelzuur. Uit Charleroi wordt eeu mgnramp gemeld welke de Borinages weder in verslagenheid dompelt. Het ongeluk had plaats iu den mijnput „St-M&rie" ter hoogte vau Couillet gelegen. Vrijdagavond was de nachtploeg in den put afgedaald, bestaande uit on geveer 110 werklieden, van welke een gedeelte op een verdieping van 619 meter werkte. Zaterdagoch tend te 5.20 maakten dezen zieh gereed om den put te verlaten, doch vooraf zij hadden in den loop vau den nacht negenendertig dynamietpatronen laten springen stak men het vuur aan de veer tigste patroon. Een hevige ontploffing van mijugas volgde en zes personen werden gedood terwijl 19 anderen min of meer ernstige kwetsuren bekwamen. Zoodra de tijding tot de bevolking doordrong, stoomde men vau alle kanten toe iu raüeloozeu angstwant de eerste mare luidde, dat er miusteus 60 dooden waren. De smart der ongelukkige bloedverwanten, die met de wanhoop in het hart nabij de heillooze plek op nadere berichten wachtten, was pijnlijk om aan te zien. Bij iederen naam, die afgeroepen en met „present" beantwoord werd, stegen vreugdekre ten uit de menigte opmen drong vooruit en om helsde elkander. Werd daarentegen een gekwetste naar bovengehaald, dan hoorde men niets dan ge snik en geween. Onmiddelijk naar het gasthuis overgebracht, ontvingen de gewonden de eerste zor gen van de zusters van liefde. Vier of vijf der ge kwetsten zijn vermoedelijk thans reeds bezweken. Eindelijk heeft het congres te Veraailles eenig practisch resultaat opgeleverd. Na een geheele week zitting gehonden te hebben zonder iets ernstigs uit te voeren, ja wat^rger is, zieh belachelijk te hebben gemaakt in de oogen der beschaafde wereld, werd gisteren artikel 1 vau het ontwerp tot her ziening der grondwet aangenomen eu daarna art. 2 behandeld. Daarin werd verboden een wijziging van den republikeinschen regeringsvorm voor te stellen en worden^'de prinsen van vroegere regee- reude familiën in Frgnkrijk uitgesloten van het presidentschap" der republiek. Dit artikel gaf aanleiding tot ernstig verzet van de rechterzijde. Er lag* "zeker veel waars in de beweriug -van een barer ledeh, ddt het congres in dat opzicht een ijdel werk deed. Het Frankrijk van heden ia niet het Frankrijk van gisteren en dat van morgen kan ook veel met het bestaande verschillen. Wanneer Btraks de tegenstanders der republiek de macht in banden krijgen het volk weten te bewegen om een koning of eeu keiaer te kiezen, dan belpt eene bepaling in de grondwet ook niet. Maar toch getuigt het van den ernst der tegenwoordige voorstanders van de republiek om zooveel mogelijk haar vastheid van bestaan te verschaffen en haar zooveel dit iu hun vermogen is te beschermen tegen hare vijanden, die dan niet met een slag haar kunnen vernietigen. De minister Ferry verklaarde dan ook dat men niet kwam met een verzoek om de eeuwigheid der republiek te proclameereu maar om te beves tigen dat zij leeft en bet recht heeft zich te verdedigen. In het belaug barer waardigheid en nog meer in dat van hare veiligheid moest haar bestaan worden verzekerd. Dat monseigneur Freppel, do onvermoeide strijder voor zijn kerk, nog een lans brak voor de monar chie laat zich "begrijpen, en evenzeer dat dit niet geschiedde zonder protest. Frankrijk, zeide de bisschop, eenmaal wilde terügkeeren tot het vorstenhuis, waaraan het zijne glorie en eenheid heeft te danken, zou het zich door zulk eene be paling niet laten verhinderen.' En toeu men vroeg welk vorstenhuis hij bedoelde, noemde hij het eenige Fransche vorstenhuis dat vertegenwoordigd wordt door den graaf van Parijs, en zeide hij dat men den 4n Mei 1889 op 4e eeuwigheidsverkla ring zal kunneu antwoorden met het herstel der monarchie. Voorloopig heeft natuur!|jk het oongres zich toch niet laten verhinderen om te doen wat zij kon om zulk een herstel tegen te houden. Met 603 tegen 165 stemmen werd de eerste paragraaf van het bewuste artikel aangenomen en met 597 tegen 153 de tweede alinea, die de prinseu van vroegere Fransche vorstenhuizen belet president te worden. Niettegenstaande Frankrijk de militaire operatiën tegen China hervat beeft, zijn vooralsnog de twee mogendheden niet in Oorlog met elkander, en bl|jven velen van meening dat z|j niet in oorlog met elkan der zullen geraket), ril. dat een vormelijke oorlogs verklaring niet te verwachten ia. Zoolang het Fransche eskader zicb bepalen zat tot het bombardeeren eu bemachtigen vau .havens, die door' het banaal of door een breede zeestraat van hei vasteland gescheiden zijn, zal van Cbineesche zijde die verklaring niet komen. De Chineezen zijn niet in het bezit van een vioot; bovendien zijn zij niet op den krijg voorbe reid, nog minder wenschen zij dien. De wapen handel staat niet in groote achting bij henzij zijn veeleer geletterden dan soldaten. Bekwame dwars drijvers, spitsvondige haarklovers, munten zij uit in de knust de feiten op listige wijze te ontduiken. De Parijsche publicist (Perry), die zoo redeneert, ver wacht evenmin dat China vrede met Frankrijk zal sluiten, zoolang de Frauschen nog op een afstand blijven. Keluug is te ver verwijderd van de hoofd stad, en Amoy is van het vasteland gescheiden. Maar wordt Foochow bezet, dan zou de toestand anders worden, en misschien het zenden van een F ransel, expeditiecorps noodig maken, om die stad tegen de aanvallers te verdedigen. Met Kelung is dit niet het geval. Het eiland Formosa (ons Nederlanders be kend door de grootmoedige daad van Antonius Hambroek) moge groot zijn, doch de Chineezen kun nen het niet tot een ceutrnm van weerstand maken, in het binnenste des eilands zonden zij een groot aantal vijanden aantreffen en geen steun vinden. Wat Amoy betreft, dit beschouwt hij voor Frankrijk als een aanwinst gelijk aau die voor Engeland, toen het zich van Hongkong meester maakte. Beide ha vens verkeereu in eep exoeptionneelen toestand, en Amoy zou weldra Hongkong in bloei eu welvaart evenaren. Maar met dit alles zou in den staat van zaken geen verandering komen geen vrede, geen oorlog tusschen Frankrijk en China, maar een diplo matieke breuk geen traciaten meer, want deze zijn verzwakt of worden niet meer erkend de veiligheid der Franschen iu het Cbineesche li ijs blijft in ge vaar, enz. Op grond van eeu en ander acht de figaro het noodig dat admiraal Courbet de vloot-operatiën voortzette en uitbreide, tenzij China zich onderwerpe, In Engeland hebben de conservatieven het noodig geoordeeld weder een manifestatie tegen de regeeriug en hare Egyptische politiek te doeo. Als plaats daartoe was Manchester gekozen en in den tuin Pomona aldaar waren zij jl. Zaterdag in buitenge woon groot aantal verschenen. Op monsterachtige aanplakbiljetten stonden de woorden .Engeland en Egypte Twintigduizend menschenlevens opgeofferd!» De aauwezigen verdeelden zich iu groepen, elk een$ meeting op zichzelve, voerde een der leden het woord Lord Salisbury, sir Kichard Cross, lord Kaudolph Churchill, sir M. Hicks Beach en de heer Chaplin behoorden tof de redenaars. Vooral de eerstge noemde onderscheidde zich door scherpe aanvallen. Hij zeide ten slotte, dat de Lords verlangen dat het volk zich bij hen aanslnite in hun verzet tegen een ministerie, dat den moed niet heeft zijne han delingen aan hef oordeel der natie, door middel van het algemeen stemrecht, te onderwerpen. De resolutie, die aangenomen werd vóór dat de ver gadering uiteenging, houdt in de verzekering dat het Hoogerhnis krachtig ondersteund zal worden in zijn verlangen naar een volledig ontwerp van kieshervorming. In Denemarken, te Skodsberg, had de vorige week eene manifestatie plasts die een bewys wordt genoemd dat de republikeinsche begrippen in dat land toe nemen. De linkerzijde van het parlement had het initiatief genomen tot eene bijeenkomst, mtt het doel sym pathie te betuigen voor het nieuwe Noorweegsche kabinet-Sverdrup. Vele leden van den rijksraad en vertegenwoordigers der democratische vereenigingen waren opgekomen en bet woord werd gevoerd door den heer Berg, voorzitter van het Folketing. Reeds voor twee jaren is er sprake geweest vaneen „Skan- danavische Deraocrative Federatie", welke de Denen, Zweden eri Noren onder éen gezag zou vereenigen, Gevonden en aan het Bureau van Politie gede poneerd Een gouden Ring, een gouden Medallon, een Onderstuk vau een gouden Oorbel met roode Steen, een Portemonnaie met hl(% cent, een pak rood en zwart Sajet, een Kinderportemonnaie met 11 centen, een fantasie Broche, een Kinderzakje met Zakdoek en 11centen, een wit Zakdoekje, een halve gouden Rgder, een Portemonnaie met I7l/a cent, een bruine kralen Halsketting met goud, een bruiu katoeue Parapluie en een goud Oorbelletje. LIJST van BRÏËVEN verzonden gedurende de 2de helfji der maand Juni 1884, geadresseerd aan onbe kenden zijn door tussohenkorast wyp bet Postkan toor weder terug te bekomen: C. Hoekeu, AmsterdamB. de Groot, Kraliugen W. der Laan, Stolwijk. 'Van het Hulpkantoor WADDINGSVEEN": B. Boens, 's Gravenhage.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1884 | | pagina 2