Buitenlandse!) Overzicht. Nationale Militie. KEN XiSGE PING. TWEEDE KENNISGEVING- Voor Ingezetene Wordt gebonden: Art. 16. De inschrijving geschiedt: heArt, 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven Voorts strekt tot informatie van de belanghebbenden dat ieder gehouden is te zorgen dat hij by de insohry ving Wyk en Nommer zyner woning juist kan opgeven. POLITIE. Op voorstel van de Commissie werd de post tan bureelkosten voor den arr. schoolopziener door den Minister uit den betrekkelyken post gelicht. By art. 145 werd door de Comm v. Rapp. voor gesteld om de post van f 800 voor onderhoud van de nieuw verkregen ruïue te Strijen voorloopig weg te laten, de Minister nam dat over. De Minister had voorgesteld een subsidie van 8000 voor deelneming aan de Tentoonstelling van schoone Kunsten te Antwerpen. De heer van der Feltz achtte ook dezen zijdeling- schen steun riet noodig. Wy moeten niet voortdu rend tot dergtlyke exposition bijdragen en onze schil derschool behoeft onze bescherming niet. De Min. van Buiteul. Zaken voegde er een woord van aanbeveling by. Slechts op herhaalden aandrang van de Belgische regeering is door ons Gouverne ment het subsidie aangevraagd. De Minister beval, ook om internationale redeneu van beleefdheid, de aan neming van den post aan. De heer Correr Hooft bleef om financieele redenen den post bestrijden. De Minister verklaarde des uoods met 4000 genoegen te zullen nemen, indien hem slechts cenige geldelijke steun wordt verleend om een Commissie althans in hare te maken kosten te kunnen bijstaan. De aanvraag werd aangenomen met 54 tegen 20 stemmen. Hoofdstuk V werd daarop aangenomen. Marine werd zonder discussie aangenomen even als de Hoofdstukken Financiën, Oorlog, Waterstaat en Onvoorziene Uitgaven Bij de begrooting van Koloniëa verklaarde de Mi nister, op de vraag van den heer Keuchenius, dat wel is waar machtiging is gegeven tot gedeeltelijke verplaatsing van de algemeeue secretarie van Batavia naar Buitenzorg maar dat dit niet zal geschieden met meerdere kosten zonder dat de Kamer er vooraf in gekend is. Verder heeft de Kamer aangenomen het onlangs aangehouden wetsontwerp tot heffing van een brug geld over de rivier de Mark in Noordbrabant, nadat de heer van der Boreh v. Verwolde had doen opmer ken, dan ook de Burgemeester van Zevenbergen, als ingezetene, inlichtingen kan geven aan wien ook. Bij de behandeling der wet op de Middelen werd discussie gevoerd over de dringende wenschelykhfid tot dekking van het tekort door belastingen, waarbij eeh scherpe woordenwisseling tnsschen den heer van Delden eenerzyris en de heeren Rufgers en van Houten anderzijds gevoerd werd. De laatstgenoemde verweet dei. heer van Delden dat hy als Minister de Iudische Financien in de war gestuurd had. De heer Rutgers sommeerde hem een liberale motie voor te drageu. Dc Minister verklaarde zich diligent en wees op de aanhangige Tabaksacijns voorstellen die binnen eenige dagen den Raad van State zullen be reiken. Een herziening vau het Tarief, met behoud van het hoofdbeginsel, kan 2 3 millioen meer op brengen. Voorts wordt herziening wyi de Registratie- wet voorbereid. By de herziening vau de Bankwet zal het bestaand hoofdbeginsel 'bestendigd worden, meerdere winst voor den Staat zal bedongen worden. De ontvangst der Middelen van het loopeode jaar heeft zich hersteld. 1 De post Schatkistbiljetten werd,, op voorstel van den heer van Deldeu, als aansporingjot belasting versterking verworpen met 38 tegen 34 stemmen. De Kamer isv.d&fii'na op reces gescheiden. Iu de gisteren middag te Amsterdato gehóuden vergadrring van iudustrieelen is door den voorzitter bet volgende stuk voorgelezen, dat in hoofdzaak den inhoud bevat eener oproeping, welke tot de natie gerioht zal worden Landgenuoten U allen is het besluit der Tweede# Kamer van de Staten-Generaal bekend in zake de subsidie voor de Iutematiouale Tentoonstelling te Antwerpen, Men moge dit besluit betreuren, het dient te worden geëerbiedigd. Nochtans zy» daardoor billyke verwachtingen te leurgesteld want de Regeringscommissie, reeds in Augustus II. benoemd, was met yter en zaakkennis aan den arbeid gegaan had de uyvereu tot mede- dinging opgewekthad verbintenissen, al zy het dan ook voorwaardelijk, met de regelingscrmmissie te Antwerpen afgesloten, en de gunstige schikkingen door haar getroffen der Nederlaudsche uyverheid ten goede gebracht. Veel arbeid is reeds verrioht, vele voorbereidingen reeds ten einde gebracht, kortom, de toebereidselen op finaocireien steun berustend zyn in vollen ggpg. Maar elders uog dan in <len kring der industrieelen werkt die beslissing ontmoedigend. Immers, tassoheh België, en Nederland zijn in den laatsten tyd de b.iuden van vrieudschap eu broeder schap nau.ver toegehaald. België beantwoordde op waarlijk grootsche wijze de roepstem van Nederland, en gesteund iloor rene rijks—subsidie Tan niet minder dan Ir. 60U.000 nam het op waardige wgze een eereplaata in op de Amsterdamsche Tentoonstelling. De wederzydache bezoekerf der beide Koningen en Koninginuen lieten diepe, hoogst weldadige in drukken na by de beide natiënmen gevoelde, dat de stroefheid van het verleden had plaats gemaakt voor eene wederzijdscbe waardeering, eu wat de diplo matie in 50 jaren niet vermocht tot stand te brengen, dat wist de geestdrift in weinige dagen in het lereu te roepen. En nu zou het antwoord op de echt vorstelyke ontvangst van HH. MM. den Koning en de Koningin in Belgie zyn eene weigering om mede te werken tot een grootschen worstelstrijd op het gebied der Ny- verheid, welke ouder de Hooge Bescherming van Z. M. den Koning van Belgie en met offioieele me dewerking dor Belgische Regeering te Antwerptn zal plaat9 vinden P Wy zyn iers anders en beters verschuldigd aau onze ingenomenheid voor Belgie; wy hebben ook ge wichtige verplichtingen tegenover onse Nijverheid die zoo dikwijls onoordeelkundig vernederd, met moed, volharding en toewijding hare plaats verovert en haudhaaft. Daarom hebben de ondergeteekenden gemeend zich te vereenigen tot een commissie en hunne landgenooten tot samenwerking op te roepen. Thans van de Wetgevende Macht eene gewijzigde beslissing te vragen, waren ondoordacht. Eigen hulp zy onze les, iu breederen kring zoo voor treffelijk bewaarheid in den laatsten tijd. Dat ieder, iets, de rijken veel, de minder vor- mogenden in de verhouding hunner middelen bij dragen oin de Regeeriiigsoomraissie te handhaven, om haar in staat te stellen haren moeiljjken arbeid te voltooien op eene wijze Nederland waardig. Dit geschiedde, zonder verbintenis voor de toekomst, zonder neveubeschouwingen omtrent het nut der tentoonstellingen iu 't algemeen en van deze in 't bijzouder als eene daad van warme geestdrift eu verstandige berekening tevensals het bezegelen vau den vriendschapsband die ons nan de Zusternatie verbindtals eene krachtige en moedige uiting van het bewustzyn van ons aller solidariteit, waar het de eer geldt van het dierbare Vaderland. Onder den titel „Een Kunsteuaars-Jubilé* bevat De Kunstbode een artikel over den ook hier gunstig bekenden acteur Le Gras, waaraan wy het volgende outleeneu Antoine Jean Le Gras werd den 12 October 1838 te Utrecht geboren eu ontving fcynè opvoeding te Amsterdam. Voor 'den onderwyrersstand bestemd, gevoelde hy toch reeds vroeg, zooal nog geene be paalde roeping voor het tooneel, niettemin eene sterk- sprekende neiging zich op uiterlyke welsprekendheid toe te leggen, óók ter betere verzorging van zijn leesonderricht, 't wélk maar al te vaak by de jeugd werd en wordt verwaarloosd. Deze studie bracht hem er toe, zioh op lSjariget» leeftijd aan te sluiten by de Rederijkerskamer „Tollens,waarvan hy spoedig een der ijverigste declamators werd. Echter oefeude hij zich hier niet alleen iu „voor- dracht" de Vereeniging bewoog zich vooral op dramatisch terrein en Le Gras deed dus ook weldra aan tooneelspel. In 't byzonder de marqué-rollen vielen in lijn smaak, e# dat de liefhebbers er wat aandurfden, bewijzen de vertooningen van Laübe's „Karlschuler" „Rny-Blas'4 van Victor Hugo, „Ma homet" van Voltaire eh riatuorlyk „Joan Woutersz," van Schimmel, ent. in alle welke aan Le Gras be langrijke rollen in bovengenoemd genre werden toe bedeeld. Hy vond een' dankbaar publiek, en de lof, dien hij inoogstte versterkte hem tooeeer ie zijn weldra opgevat voornemen zioh geheel aan het tooneel te wijden, dat hy na tier jaren het wag.in 1860 zich voor een vazt engagement aanmeldde bij den bekenden achouwburgoudernemer J, Edunrd De Vriez. Dank zeker vooral zijp rederijkersreputatie, vond hij geen ongunstig onthaal en kreeg hij eene aanstelling bij bet onder diens leiding staande ge zelschap te Botterdam. De ouderwijzersoarrière werd verlaten en vol hoopvolle verwachtingen de niéuwe nantaard. Ongelukkig, of liever gelukkig was de blijdschap van korten dnur. De eerste eeuigszins belangrijke rol, welke hy te vervallen kreeg, die van Jurlaël in „Lazaro de Veehoeder," werd hem eenvoudig afgenomen toör hg er mee was opge treden. Zijn slèitlgelnid was er niet tegen opge wassen, werd hem gezegd. Ofschoon bitter teleurgesteld, liet hij zioh toch niet ontmoidigen hij moest zelf bekennen, dat zgn orgaan inderdaad le zwak en te hoog was, en door de harde les geleerd kwam bjj"tot het heilzaam besluit al zijne kraohlen in te spannen teneinde het gebrek te verhelpen. Hier kwamen hem zijn ouder»gzeriilodiën ai dadelgk te stade, de geaohie- deuis gaf hem een navolgenswaardig en opwekkend voorbeeld tevens. Hg herinnerde zich ik heb 't den kunstenaar zelf vroeger wel hooren vertellen hoe de groote Atbeeusche redenaar der Oudheid Demosthenes, óék door de natuur in zjjne stent misdeeld was geweest en in veel erger mate nog en als deze trachtte hg wat hem ontbrak aan t< vullen. Als het stormde liep hg dikwgls naar eens eenzame plek aan den rivierdijk om dtór overlaid" legen het geloei van deo wind in, te epreken ea verzen te deolameereu. Hij nam daarbij soms, 0p het illuster exempel, zelfs steentjes in den mood. Thuis las hij liefst des naohta en meermalen tot groot ongerief van zgne naaste buren voortdurendI hardop klassieke poëzie, den geheelen „Ggsbreglit' Vormde en ontwikkelde hg op die wgze zgn slemgeluid, door tegelijkertijd lid te le worden van de te Rotterdam gevestigde Bederijkersvereeniging "Apollo", wier jongere leden hem opgedragen werd in voordracht te onderwijzen, leerde bjj zich zeiven zeker niet het minst. Immers hij koos steeds voor zijne lessen de voornaamste dichters ter oefe ning en doorliep zoodoende een cursus vau belle- trie, eeue voorschool, waarvan hg mg wel eens verzekerd heeft, thans bij zijne lessen aan de Too- 'neelschooi de beste vruchten te plukken. Onder al deze studiën werd echter de practjjk der planken niet vergelen. Gestadig moest lig in de Dederigate hedieuittgen op het tooneel werkzaam zijn, altgd figureeren, merloopeu in optochten, e. ddikwijls ook meedansen in balletten, nooit anders dan onbeduidende rolletjes spelen. Driejaren duurde deze aanhoudende leertijd. Eindelijk echter, iD T863, werd hjj voldoende voorjjereid geacht om zijne eerste belattgrijke rol voor 'het voetlicht le brengen, die van Mercier in „Een parlij piket». Met welk een uitslag hg van dit oogenblik af aan, de planken betrad is genoeg bekend. Ernsiig neemt hij zijne kunst ter harte, zonder nauwgezette voorbereiding komt hg zelden op, en welk een aan- merkélijk aandeel hg veelal had in de vertooning van menig tooneelttuk, nooit heeft hij het beneden zijne waardigheid gerekettd ook wei eene schijnbaar onbeteekenende rol op zioh te nemen. Eigenlgk be staat er voor hem op de planken geen verschil tussehen hoofd- eu bijzakenhjj houdt sleohts één ding in het ooghet geheel, bet „ensemble," Dat hij daar door dikwgls een reliëf wist te geven, dat niet ver wacht was, en het welslagen van menig dramatisch werk zooal niet mogelijk gemaakt, tlao toch zeer bevorderd heeft, zal niemand ontkennen. Men denke eens aan den priester in den onlangs vertoonden „Se vern Torelli". Sedert 1868 kwam, er in den weikkriog van Le Gras eene gewiohtige wgziging, wél getuigenis alieg- deurle van de achting, welke zgne medeartisten den degelijk ontwikkelden kunsteuaar toedragen. De di rectie toch van den Botterdamschen Schouwburg giog toen over in handen van de H.H. Albregt eu Van Ollefen, en deze boden hem de betrekking van régis seur bjj hun gezelschap naa. De sprong wss groot sn voor hem, die, hoewel nog jong, ep eerst na rijpe overweging hem waagde, stoutden laatsten Augustus van 't genoemde jaar nog maar gewoon lid van 't zelfde (ooueelgezelsehap, zelfs nog medefigureerende in stukken, waarin hjj niet te spelen bad, ea den Volgeuden dag de funoliëii te aanvaarden van leider van veelal uitstekende arlisten I Of die stoute sprong ook vermetel was, van over schatting van eigen krachten bljjk gaff Er zijn, die den régisseur Le Gras grooler lof toezwaaien dan den acteur. Om het even of dit waar js, dan wel het omgekeerde, in beide gevallen blijft het oosdeel ver- eerend, En als het waar is, wat men ngjj beeft doen vernemen dat n.l. artiaten als Albregt, Moor, ,de beide Haspels, de dames Albregt-Eegelman,, S. tls Vries, Corjjn-Heilbrpn, Piceui e. a. zich van zjjn eerste optreden als régisseur gewillig door hnu jon ger confrater lieten gezeggen, dan dwingt d*it eerbied af voor den man, die door studie en volharding alleen xipb tol znik eene hoogte wist op le werken. Evenwel, hg zelf zal erkennen, dat in raoeielgke ge vallen, waar zijne ervaring of eigen iuzioht nog te kort schoten, hun raad en steun hem niet ontbroken hebben, en dat hjj het zonder dezon allicht niet zoover zots-Jtebben gfbsaobt. Doch leerde hjj «1 van ouderen, hg leerde ook aan jongeren. Wel bltek hjj daarbij streng in zijne eischen, en is hjj lastig voor wie weinig ijver betonnen, mHar roo dit verontschuldiging behoeft dan gelde, dat bjj ook met zioh zelven niet spoedig tevreden is. Heb ik des Heeren Le Gras' streven sla régis seur wel begrepen, dan is het te allen tjjdp zyne bedoeling geweeat, natuurlijkheid tn betielrkeijjke waarheid (waarschijnlijkheid) op jre,t tooueel te brengen of te bevorderen. Oókfiten opziehte vau. de „mise-en-scène" iu engeregIWin het uiterlijk van het tooneel, dat tot op zijn tijd te Rotterdam uiterst stiefmoederlijk was bedeeld. Een half tlozgn matten- en even zooveel bckleede stoelen, een paar teothike dito's, epn tafel die voor alle tjjdvakkeu dienst deed waren bgv, de gewone meubelen Langzamerhand wist hjj de overtuiging ingang te doen vinden, dat ook op dit gebied vooruitgang noodig wasen hoewel de middelen hem zeker niet altijd met kwistige hand zullen zjjn versobaft, zocht hg te woekeren met hetgeen er was eu werd er van tooneellievende magazijnbouderv geleend of ge huurd wat het oog van 't publiek kon bekoren en strekken moest om de toeschouwers te verplaatsen in den tyd en naar het oord, door de auteurs in hunne werken voorgeschreven. Het jaar 1874 bracht voor Le Gras wederom eene veranderiog, die met den naam var. opklimming bestempeld kan worden. Toen tooh trail te Rotter dam het bekende driemanschap Le Gras, Van Zuylen en Haspels op, 't welk tot 1881 den soepter zwaaide over de keurbende, wier zegepralen nog steeds in de herinnering voortleven van landgenoot en vreem deling. Al was Le Gras eehler directeur geworden, hjj hield niet op tevens aoteur en régisseur te zijn. Ais zoodanig behield hem ook (le Koniuklijke ver eeniging „het Nederlandich Tooneel," toen deze in 't laatstgenoemde jaar het gunstig bekend Rotter- damsche gezelschap, als zelfstandige afdeeling, tot zioh trok, eu later nam zjj den beproefden oud- directeur op, onder de maunen waaraan, bij de slechte financiëele uitkomsten der onderneming, (le meer onmiddellijke leiding der taken werd opgedragen. Men weet, dat eerlang eene nieowe oombinatie lot stand komt, bij welke de Hr. Le Gras wederom als een der hoofdpersooen zal werkzaam zyn. Daar het den Franscben Senaat niet mogelijk is met de begrootiug van uitgaven vóór 31 Januari geieed te komen, zoo heeft de rrgeering besloten Vrijdag bg de Vertegenwoordiging eene crediet- wet van 800 millioen in te dienen voor de uit gaven der drie eerste maanden van 1886. De Senaat zal thans de wet op de middelen goedkeuren en Zaterdag waarschijnlijk de kredietwei van 800 millioen. De zitting zou alsdan dien dag gesloten kunnen worden. Voor het eerst werden in Fraukrgk volgens de nieuwe wet op de samenstelling van den senaat de gemeentelijke afgevaardigden gekozen, die op hunne beurt reehtslreeks tot de benoeming der senatoren tollen medewerken. Zooals de wet aangeeft zonden door 17 duizeud gemeenteraden, verdeeld over 41 deportemeuten 38,880 afgevaardigden worden gekozen, die alsdan zijn aangewezen om den 26»" Januari e. k. een zeker aantal leden van den tenant te kiezen. Onder de vorige wet bedroeg dit aantal «fge- vaardigden-kiezers nog niet de helft van thans, zood.it in dit opzicht de uitslag met zekere spanuing wordt verbeid. Maar niet alleen ten opzichte van de samenstelling van dit slaalslietiaain zgn de be doelde verkiezingen belangrijk het kan uiet anders of de uitzing der stemming zal ook syu invloed doen gevoelen op de verkiezingen der kamer-afge vaardigden, ja zelfs bg ,de eerstvolgende verkiezing van den hoogtteu Waardigheidtbekleeder der Fransche republiek, daar loob het eeplennium van president Grévy met den 80" Januari 188,6 is geëindigd, Dat die invloed te vermoeden is ligt voor de hand, en het ton voor de republikeinen van zeer groot gewioht zijn, wanneer reedt bjj de eerste eerie verkiezingen die van Zondag het voordeel in haren geest wat. Een dergelijk reanltaat nn is zeer waarschijnlijk. Veertien jareu toeh heeft Frankrijk onder dit regrtr- ringstelsel een tijdperk van rust en vrede beleefd, vaak onder de moeilijkste omstandigheden; er valt niet aan te twijfelen of de gemeenteraden zullen dit regime getrouw bljjven eu dit toouen door de ver kiezingen te doen. uitvallen in den geest van den tegzuwoordigen regeeringsvorm, "die, trots de vele kibbelarijen tutaohen de versohiliende partijen onder ling onwederlegbaar gebleken iz, dit laud ten zegen te zijn geweeat. De vele bewgzen van gehechtheid en sympathie die dezer dagen Bismarok ontving hebben den rijks kanselier gehoopt een brief van dankbetuiging open baar le maken. Dit sohrgven is door de Poit opgenomen en is ongeveer van den volgenden inhoud Naar aanleiding van bet besluit vun den rijksdag zjjn mij uil alle deelen des rijks zoovele adresten ge worden dat ik niet in staat ben die allen afzonderlijk te beantwoorden. Tegenover het bewijs van- wantrou wen, dat de meerderheid der kamei door de afstem ming vin mijn voorstel mij geschonken heeft, staan talrijke blijken van sympathie wsaruit blijkt dat het Duitsehe volk bereid is mij te steutien in de voort zetting van mijn'tot+dusver gevolgde buitenlandsche politiek. In deze uitingen van het nationale gevoel van het volk vind ik een aansporing om zelfs bij mijn afnemende'liohaamskrachteii te blijven volharden in den strijd der partijen, wier onderlig onverdraag zaamheid niet alleen maar ook wier samenspanning om de geleidelijke ontwikkeling van het rijk tegen te werken onze nationale eenheid ingevaar brengen. Allen, die mg in den tegenwoordigen stand van zaken van hunne instemming blgk gaven en hunne mede werking toezegden, breng ik mgn hartelijkën dank. De Belgische "Kamer is naar huis tot 13 Januari. Het ontwerp betreffende het contingent van 13300 mau werd met 80 tegen 8 stemmen aangenomen. Langdurig werd gediscussieerd over de nieuwe be palingen betreffende de vrijstellingen. De linkerzijde bestreed de weder-inroering van de vrjjstelliog van geestelijken en richtte haar aanvallen voornamelijk tegeo een bepaling, waarbjj ook de onderwijzers wer den vrijgesteld, verbonden aau een inrichting, slaande onder bestuur of toezicht van Staatswege. De afge vaardigde De Vigoe stelde voor, eenvoudig te spreken van openbare ittricbliug. De Ministers Thonissen en Beeroaert, benevens MhIou en Nothomb beweerden, dat het de linkerzijde er alleen om te doen was, nog steeds de bijzondere scholen en onderwijzers buiten het gemeene reoht te stellen. Ten slotte wer den de vrijstellingen, met 74 legen 27 stemmen goedgekeurd, nadat het amendement van De Vigne met 74 tegen 29 stemmen verworpen was. De Kremeitluny wijdt aan de Congo-oonferentie' een lang artikel, waarin zij bare verbazing betuigt dat Frankrijk, welke mogendheden, na tol dusverre van zekere welwillendheid jegens de Internationale Afrikaausohe Maatschappij te hebben blijk gegeven, thans, naar het schijnt, haar wil berooveu van het grondgebied, dat haar krachtens (1e tractalen wettig toebehoort. Het half-officieela blad hoopt „dat Duitsch- tand de betangeo der Maatschappij verdedigen zal, want hare belangen zijn die van al de Duitscbers, daar deze altgd op het grondgebied der Maatschappij een beter onthaal lullen vinden dan in de Frausche koloniën. Aangezien nu de Maatschappij nog niet bij maphte is zelve hare bezittingen te verdedigeu. kan de conferentie zioh niet onttrekken aan de ver plichting, het aan de Maatschappij toebehoorend grond gebied onzijdig te verklaren door het onder 'de be scherming der mogendheden te plaatsen." INSCHRIJVING VOOIt DE BURGEMEESTER en WELHOUDERS der ge meente Gouda, Gezien de wel van den 19den Augustus 1861 Staatsblad uo. 72), betrekkelijk de Nationale Militie, Herinneren bg deze alle belanghebbenden aau henne verplichting tot bet doen van aangifte ter inschrijving voor Nationale Militie, in de maand Januari 1885 en brengen tët kennis de volgende bepalingen der genoemde Wet Art. 16. Jaarlijks worden voor de Militie inge schreven alle maunelijke ingezetenen, die op den laten Januari van hei jaar hun 19de jaar waren ingetreden. lo. Hij wiens vader of, is (leze overleden, wiens moeder, of, zijn beide Overleden, wiens voogd inge zeten is, volgens de Wtt vau 28sleu Juli 1850 (Slaateblad uo. 44); 2o, Hij die geeu ouders-of voogd hebbende, ge durende de laatste aau het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande aobttieo maanden in Nederland verblijf hield 3o. Hg, van wians ouders de laugstlevende inge zeten wat, al iB zijn voogd geen ingezeten, mits hjj binnen het rijk zijn verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling behooreude tot eeoeu staat, waar de Nederlander niet aan de verplichte krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der diestpliohtigbeid het beginsel van wederkeerigbeid is aangenomen. lo. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de vader, of, ia deze overleden, de moeder, of zyn beiden overleden, de voogd woont 2o. Van een gehuwde «n van eeu Weduwnaar in de Gemeente waar hij woont So. Vau hem, die geeu vader, moeder of voogd heeft of door deee ia achtergelaten, of wiene voogd buiten 'a landa gevestigd ia in de Gemeeute, waar hij woont 4o. Vau den buiten 'a lauda wonenden zoon van eeu Nederlander, die ter zake van 's lands dieuat in eeu vreemd land woouf, iii de Gemeeute waar zijn vader of voqgd het laatst in Nederland gewoond lo. De in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een ingezeten die geen Nederlander ia 2o. De in een vreemd Ryk yerblijfboudende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zyn voogd ingezeten 3o. De zoon van den Nederlander, die ter zalee van 's lunda dienst in 's Rijks overzeeache bezittingen of koloniën woont. Art. 18. Elk die volgens art. 15 behoort te wordeu ingeschreven, ia verplicht zioh daartoe bfj Burgemeester en Wethouders aan te geveu tussehen deu laten en Sisten Januari. By ongesteldheid, afwezigheid of onatentenis. ia zijn vader of, ia deze overleden, zyue moeder, of zyn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. De wijze, waarop van het doen van de aangifte blijken moet wordt door Ona beproefd. Art. 20, Hij, die eerst na het intreden van syn 19e jaar, doch voor het volbrengen zyn 20ate, ingezeten wordt, ia verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeeute, waar de inachryviug, volgens art. 16 moet geschieden. Daarbij gelden de bepalingen der 2e en 3e zin snede van art. 18. Zijne inschryving geschiedt iu het register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftyd behoort. Burgemeester en Weihouders voornoemd roepeh dien tengevolge de ingezetenen die hun 18de jaar hebben bereikt, dat zijn zij die in het jaar 1866 Zijn geboren, en overeenkomstig het vorenstaande in deze Gemeeute tot aangifte ver plicht zyu, op, om zich op de volgende dagen ter Secretarie aau te melden van des voormiddaga 10 tot des namiddags 1 ure en zioh in de daarbij ver melde orde te doen inschrijven, te weten die buu gelnchtenaam begint met de Letter A. B. 0. D. E. F. G. H. 1. J. K L. en M. tussehen den 2 en 15 Januari 1885 eu die hur. geslachts naam begint met de Letter N. O. P. Q. R. S. T. U. V. W. X. Y. eu Z. tussehen deu 15 en 31 Januari 1885. dat het register vau inschrijving op deu 31sten Januari des namiddags ten 4 ure voorloopig wordt gesloten en zij, die alsdnn verzuimd hebben de voor geschreven aangifte te doen, ingevolge art. 183 der Wet, vervallen in eenè boete van 25.tot 100.— dat ieder, die voor de Militie moet worden inge schreven, zioh behoort te voorzieu van een extract uit het geboorte-register hetwelk bij de aaugifte moet worden medegebracht; dat dit extract aan beu, die binnen deze gemeente zyn geboren, op hunne aanvrage op het Bureau van den Burgelijken Stand gratis zal worden uitgereikt, terwijl zij, die elders geboren zijn, zich ter Gemeeute- Secretarie kunuen aanmelden, teneinde genoemd ex tract vau het Gemeentebestuur hunner geboorteplaats te doen aanvragen, eu Gouda, 28 Deoeuiber 1884. Burg meester en Wethouders voornoemd VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda Gelet op Art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni 1875, (Staatsblad No. 95.) Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre tarie ter visie is gelegd een verzoek, met bglagen ran K. Jonker en Zonen om vergunning tot het plaatsen eener Stoommachine voor het drgven vau twee kantsteen molens tot het malen van lood, schuur- goed enz. in het perceel gelegen aan de Turf- singelgracht Wgk P. No. 117 Kadaster Sectie E. No. 651. Dat op Woensdag, den 7 Januari 1885, des na_ middags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid f om bezwaren tegen de gevraagde' vergunning in te brengen, eo dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente, vbn de ier zake in gekomen Schrifturen kan worden kennis genomen. Gouda, den 24 December 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris BROUWER. Gevonden en aan het Bureau van Politie gede poneerd Eeu groen Beursjetien plakzegels a 5 ct.een Berlgn zilveren Potloodpen een laken Pet; 4len witle Kouseen bruine Wanteen Bijtel een dop Cantilie uoud uit een Halsslot. MARKTBER I„C HTEM. OOUda, 24 Deoember 1884. Wegensi de Kerstdagen de markt op Woensdag gebonden, ontbraken vele kooplieden van buiten,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1884 | | pagina 2