m
g I
TWEE WEGWIJZERS.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken»
^els
JELS
msterdam
OU,
itschappij
rdeelige voor-
ENSVERZE-
ndeel in de
1KERINGEN
BINNENLAND.
erkooping
Woensdag 14 Januari.
N? 3183.
1885.
AGER.
1
ÏRS Jz.
bö
IMAN.
i I
...3
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave
!-
art 1885.
itaria MOLE-
Fabriekmerk.
brengen, dat
>H te Gouda.
0, 280a, 281,
i zamen groot
idel van
rilo.
N, Tiendeweg,
soon.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prgs per drie maanden is 1.25
franco per post 1.50.
inlichtingen
voor Gouda
C. VAN VLIET,
H. MOL.
L Romeijn
sloop-
ARI 1885,
7 WOON-
elen bewoond,
n in Reijert-
de gemeente
In twee onzer tijdschriften zjjn by den
aanvang des jaars artikelen verschenen, die de
aandacht verdienen van allen die in den toe
stand onzer binnenlandsche politiek belang
stellen. De Gids en de Vragen de» tijd» geven
beide een overzicht der laatste staatkundige
gebeurtenissen, waaraan natuurlijk beschou
wingen en verwachtingen voor de toekomst
worden vastgeknoopt. Als wy zeggen dat Mr.
Buys en Mr. Van Honten de schrijvers er van
zyn, dan ligt het voor de hand dat beider
zienswijze nog al uiteenlooptvooral wat
betreft - de kansen der grondwetsherziening.
Mr. Buys is sterk pessimistisch en Mr. Van
Houten tameljjk optimistisch. Beide verdienen
echter gelezen en overwogen te worden, minder
om de nieuwe gezichtspunten, die zjj omtrent
het verledene openen, dan wel om kennis te
nemen van hnnne verwachtingen voor de naaste
toekomst.
Het is onze bedoeling natuurlijk niet een
résumé te geven van deze artikelen, onze
lezers zullen wei doen ze zelf ter hand te
nemen. Wy willen alleen op enkele pun
ten de aandacht vestigen. Vooreerst is bet
merkwaardig te zien hoe verschillend het
oordeel is der scbryvers over de laatste ver
kiezingen. De heer Van Houten blyft zijn
liefde voor Kappeyne getrouw en betreurt de
uitstooting der liberale minderheid. Schoon
hjj zegt over het verledene niet te willen
spreken, laat hjj toch duideljjk zien hoezeer
hjj de houding der kiezers afkeurt. Mr. Buys
integendeel heeft met ingenomenheid de merk
waardige beweging begroet, die aan enkele
Kappeynianen het leven kostte. Hjj roemt
haar ongedwongenheid en spontaan karakter
en ziet in de betoonde belangstelling en het
onafhankelijk oordeel der kiezers een waarborg
voor genezing der kwaal waaraan wjj lyden.
Hjj zegt daaromtrent o. a. het volgende
■Onze kiezers hebben met hun oppermachtig
gezag den vrede willen opleggen; zij hebben
willen uitspreken, dat in deze ernstige tjjden
aan de vrjjzinnige beginselen, welke hunne
afgevaardigden vertegenwoordigen, ernstiger
diende te worden vastgehouden dan naar hunne
meening in de laatste jaren geschieddeuit
spreken dat de tjjd voor het kleine parlemen
taire spel voorbjj was; uitspreken vooral,
dat de factiegeest die, eenmaal binnengeslopen,
op zeer bedenkeljjke wyze voortwoekerde, tegen
eiken prys moest worden onderdrukt. Hebben
zjj, dus oordeelende, eerljjk recht gesproken?
Misschien dat de toekomstige schrijver van
onze parlementaire geschiedenis, over betere
gegevens beschikkende dan aan onze kiezers
ten dienste stonden, later hunne beslissing
wraakt, maar ik zou de allerlaatste willen zyn
om te beweren, dat er ernstige reden bestaat
om die latere beter gewogen uitspraak te
vreezeu.
En ook al mocht het anders zyn, al mocht
het bljjken dat de meter van schuld en onschuld
hier niet altjjd een onbedrieglijke maatstaf is
geweest, aan de waarde en beteekenis van de
voorgekomen beweging zou door zulk eene
ontdekking nog allerminst worden te kort ge
daan. Immers die waarde is hierin gelegen,
dat onze kiezers, trouw aan de beginselen van
ons staatsrecht, in dit gejal hunne volkomen
onafhankelijkheid hebben w«teu te handhaven,
dat zy in de verkiezingen deze keer hunne
eigen gedachte duidelijk nebben uitgesproken
en dat die gedachte van diepen ernst en van
warme belangstelling in htmna beginselen ge
tuigt. Merkwaardig genoeg hee* de liberale
party aaiden movm! lavemArachi geopenbaard
als bij de verkiezingen, welke haar nederlaag
zouden uitwerken. Maar juist daarom bljjven
wy met voldoening op die verkiezingen terug
zien, want het verlies dat zjj ons berokkenden,
beteekent niets bjj de winst die zjj ons brach
ten. Lag in vroegere onverschilligheid de schuld
van onzen erbarmeljjken politieken toestand,
dan is ook met het delgen van die schuld de da
geraad van eene betere toekomst aangebroken.
Een tweede voornaam verschil tusschen de
beide schrjjvers betreft onzen financieelen toe
stand. De heer Van Houten ziet de zaken
vrjj rooskleurig involgens hem kan het
tekort verdwjjnen door bezuinigingen en niets
boezemt hem meer vrees in, in het belang der
liberale party, dan dat deze haar toevlucht zou
nemen tot nieuwe belastingen. Aan de impo
pulariteit daarvan schjjnt hy bjj Voorkeur den
ongunstigen afloop der verkiezingen te wjjten.
De heer Buys daarentegen acht verdwijning van
het tekort door bezuiniging onmogelyk, omdat
de regeering niet sterk genoeg is om daarin voor
te gaan. Het snoeimes in handen der kamer
acht hjj een gevaarlijk wapen en hjj gelooft
dan ook niet dat men het zoo ver zal knnnen
brengen, dat een nieuw beroep op het crediet
zal vermeden kunnen worden. Over het alge
meen is de heer Buys weinig ingenomen met
de luchthartige wyze, waarop tegenwoordig in
de deficits wordt berust. Hij schrijft dit toe
aan het uitsterven van het geslacht van man
nen, die in 1840 met eigen oogen het staats
bankroet voor de deur gezien hebben. Ach
tereenvolgens wordt nu de verhouding geschetst,
waarin de partyen staan tegenover het finan
cieels vraagstuk. Een deel der liberalen, die
loochenen dat er een werkelijk te kort bestaat
de antiliberale party die ook schermt met be
rekeningen om het deficit weg te cijferen, om
bezuiniging roept en ten andere volhoudt dat,
bleek die bezuiniging ontoereikend, men toch
van haar niet vergen kan dat zij, door nieuwe
AD VERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Advertentien g r a t i
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschjjnt.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Mei 1887 voor
en bjj de week
belastingen toe te stemmen, de kosten der gehate
schoolwet helpe bestrijden. Dat deze laatste zich
op den duur zal kunnen handhaven op dit stand
punt gelooft hij evenwel niet. Ook de minister
van financiën, die steeds voortgaat nieuwe gerech
ten klaar te maken voor een kamer, die niets
slikken wil, in plaats van heen tegaan,zooals
hjj aan zyn eigen waardigheid en het belang
des lands verschuldigd was, ontsnapt niet aan
de critiek van den schryver in de Gids.
<De beste waarborg», zoo eindigt de heer
Buys zyn beschouwing over deze quaestie, «de
beste waarborg dat men in ons financieel
beheer welhaast tot de oude en goede traditiën
zal terugkeeren, levert de Eerste Kamer. Tegen
velerlei kwaad, dat de gezonde ontwikkeling
voor ons staatsleven komt verstoren, vermag zjj
met hare beperkte bevoegdheden niets maar
hier althans is hare macht volkomen. Het
jaren lang voortleven met een verbroken even
wicht in de financiën, kan niet plaats hebben
zonder hare medewerking, of wil men liever
hare medeplichtigheid. Hiervan overtuigd,
kwamen dan ook ettelijke van hare leden ten
vorige jare openljjk de verklaring afleggen, dat
zij niet langer zouden medewerken tot het
inwilligen van uitgaven, wanneer de middelen,
tot dekking van die uitgaven noodig, niet te
vens verzekerd waren. Mocht men de Kamer
in het aanstaande voorjaar weder voor het
zelfde dilemma stellen, dan zal het moeten
bljjken of zy, die vroeger zoo spraken, al of
niet uitdrukking gaven aan de denkbeelden
van de meerderheid.»
Voor beide schrijvers is de aanstaande grond
wetsherziening het eenig middel om uit het
tegenwoordige provisorium te geraken. De
vraag is maar of men er toe zal kunnen ge
raken en hoe. Hun zienswijze loopt weder
zeer uiteen. In een volgend nummer komen
wjj daarop terug.
GOUDA, 13 Januari 1885.
Gisteren had in de Sociteit ffOns Genoegen* het
Internationaal biljart-concours plaats, uitgeschreven
door den heer A. Dam, kastelein in genoemde Sociëteit,
om prijzen van 100, 50 en 25. 54 deelnemers
namen aan het concours deel, waaronder de beroemde
spelers Bieding en Bylsma.
De prijs tan 100 werd gewonnen door den heer
v. d. Kleij van Amsterdam. De le premie van f 50
door den heer Bierling van Groningen. De 2e premie
van 25 door den heer C. P. Bakkers van Gouda.
Als een bijzonderheid mag vermeld worden dat
de heer v. d. Kley den heer Bieding er af speelde,
welke slechts 39 punten behaalde tegen 100 punten,
welke eerstgenoemde speelde.
Na afloop van het concours dankten eenige
medespelers uit Schiedam, Amsterdam en Rotterdam
de Commissie van orde voor de uitstekende orde
welke by dit concours geheersobt had.