DEN ur I Ig «n 1' r BEL I 1885. BINNENLAND. II Vrijdag 16 Januari. N? 3184. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Nieuws- en 1ING ch-Indië, igen die gratit ement van en voorts by S i ijl i -?■ de uIGE IEIJER. TUIGEN 1*1 De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave t 60. delijk I iet of zonder of 5 pCt., t onderpand, iteekende. te Gouda. khandelaren- hare gunstig i 1 JÉ, DRILLS 1 ik nog geene ;baar. r Gouda en k Co., Boek- iodellen ter j informatien 8CHAAK-COBBE8PONDENTIE. den Haag 16de iet F 3 neemt G 4. Gouda id. F 7 F 5. De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prjjs per drie maanden is 1.25 franco per post f 1.50. ^rankjorta'M. van «it: n den GOUDSCHE COURANT. 1 GOUDA, 15 Januari 1885. Tot hulpgeneesheer in bet gemeente-ziekeuhuis te Gravenhage is door B. en W. benoemd de heer N. A. Kortlandt, te Utrecht. Naar het N. v. d. D. verneemt bestaat het voorne men een wetsontwerp in te djenen, waarbij een nieuw tarief voor notariswerkzaamhedeo wordt vastgesteld, met bepaling, dat de notarissen, die beneden dat tarief hunne hulp verleeneu, uit hunne betrekking zullen worden ontzet. N ADVERTENTIÊN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Bovendien worden alle Ad verten tien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, 't welk des Maandags verschpnt. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. volgens I '0 nieuwste 0 en meest volkome- t billjjke prjj- I :s. Bekroond a's. Prospec- I n franco. Correspon- Dinsdagavond kwamen twee bedienden van den heer Raaymakers langs de Markt met een mand bij zich; drie personen, naar men mededeelt studenten, die alhier bij gelegenheid der vacantie over zijn, hadden de zoogenaamde aardigheid die mand afte- nemen, en toen zy daarmede weg wilden gaan, verzetten zich genoemde bedienden daartegen waar door een worsteling ontstond. Een der studenten dreef het zóó ver, dat hij een der bedienden mishandelde en zyn kleederen scheurde, waarvoor hij oaluurlyk zich zal te verantwoorden hebben. De leeraren aan de hoogere burgerschool te Graven hage wier traktementen over de afgeloopen maand, op 375 na, door een tot dusver nog niet opgebelderde oorzaak verloren gingen, hebben een commissie uit hun midden benoemd om rapport uit te brengen over de vraag óf de wyte van uitbetaling hunner bezoldiging zoodanig geregeld is, dat, na het gebeurde met de laatstelijk ontvangen gelden, de billykbeid zon medebrengen de geleden schade uit de stadskas te vergoeden. Aan hoofdelyke aansprakelijkheid van den directeur der inrichting voor de richtige uitbetaling der leeraarstraktementen kan in geen geval gedacht worden. r. nu bij, dat de penning hem was gegeven door De Haagsche kroniek der N. Or. Ct. maakt melding van een te ’s Hage loopend gerucht dat bij de weldra door de regeering aan de vereenigde zitting der Kamers te onderwerpen wetsvoordracht tot regeling der voogdy over de eventueel minder jarige koningin, H. M. Koningin Emma in de voogdy zou worden bygestaan door de graven Scbimmelpenninck van Nyenhuis en van Lynden van Sandenburg. Dit zou ’s Konings wensch zijn. De ministerraad, zoo wordt er bijgevoegd, had een ander voorstel gedaan, nl. de benoeming van drie voogden, van verschillende politieke richtingde presidenten van de beide kamers en de vicepresi- dent van den Raad van State. De schr. deelt dit onder reserve mede. Ter gelegenheid van het 25-jarig feest van den heer Le Gras was Dinsdag de oomediezaal te Rotterdam stampvol. Bij zyn optreden werd de jubilaris ont vangen met twee kransen en een aanhoudend applaus. Na het tweede bedryf werd de heer Le Gras door de heeren Berekenhoff en Haspels op het tooneel geleid. Eerstgenoemde bood den jubilaris, namens vele vrienden twee photographiën aan naar Rembrand en Het Land van Rembrand, van Busken Huet, benevens 12 couvertsnamens den raad van beheer een zilveren krans met enveloppe, verder I kransen namens de afdeeling Rotterdam van bet Tooneelverbond en de financieele commissie der opera. De heer Berokenhoff sprak een hartelijk woord dat door herbaalde toejuichingen werd afgebroken. De beer De Vos bood daarna twee kransen aan namens de commissie van toezicht en de directie der Tooneelschool. De heer Faassen schonk den jubilaris namens eenige Nederl. letterkundigen een gedrukt exemplaar van de stukken die te Rotterdam zijn opgevoerd. Aan deze hulde namen deel Multatuli, Lodewijk Mulder, Glanor, Roodhuizen, Marcellus Emants, Gerard Keller, Justus van Maurik, Maas Geesteranus, Johan Gram, Van Hall, Jan C. de Vos en Rosier Faassen. De heer J. Haspels bood namens de tooneelspelers een krans aan en een ameublement. Hij spoordde in zy’ne toespraak het publiek aan het nieuwe gezwlaohap in zijne onderneming te steunen. middelen die strekken kunnen tot welzyn van den Bond* dus de ongeoorloofde niet uitgesloten. Maar zij noemden ook met name de propoganda door geschriften en nu bleek bij nauwgezet onderzoek, dat op schier elke bladzijde op den voorgrond worden gesteld omverwerping van den maatschap- pelijken toestand en inbreuk op het eigendomsrecht, zoo noodig ook door daden, die de openbare rust en orde in gevaar kunnen brengen. De Re geering mocht dus de middelen niet verschaffen voor zulk dqel, en te minder omdat der vereeniging vooraf werd gevraagd, of zij alle ongeoorloofde middelen verwierp, en daarop geantwoord werd, dat men geen andere dan geoorloofde middelen heeft, daar anders de overheid wel zoo vrij zou zyn de Staatswetten te handhaven. Verder [handhaaft de Regeeriug haar zienswijze omtrent ’s lands financiën verklaart dat de zilver- ontmunting vermoedelyk in 1885 niet noodig zal zyn, dank zij de hulp der Ned. Bank en dat de aandacht ia gevestigd op eene herziening der pers, belasting. In hel nieuwe reglement op den inwendigen dienst bij de infanterie, komen vermakrlyke zaken voor. Zoo schrijft b.v. art. 159 voor, dat het vuile wasch- goed des Zondags een uur na de reveille door de zorg van den escouade-commandant, bij de wasch- vrouw moet worden bezorgd. In een garnizoensplaats als b.v. ’s Gravenhage, waar in ééne kazerne 20 compagniën infanterie zijn gehuisvest, zullen bijgevolg eiken Zondagmorgen, wanneer het reglement naar behooren wordt nageleefd, 8 per comp., dus 160 korporaals-escouade-com- mandanten, gevolgd door 160 man, die elk een pakje wasebgoed dragen, gelijktijdig de kazerne verlaten en zich naar de waschvrouwen moeten begeven. Soortgelyke voorschriften brengen de bekende „stokvischorders" van Lodewyk Mulder weder in herinnering. De heer Le Gras beantwoordde al deze bewijzen van hulde, waarop fanfares, bravo’s en aanhoudend applaus getuigden van de deelneming van orkest en publiek. Het nieuwe stuk van Faassen had veel succes. In antwoord op de Algemeene beschouwingen der Tweede Kamer over de Staatsbegrooting, ver klaart de Reg. in de eerste plaats, omtrent de Grondwetsherziening bij haar vroegere verklaringen te blyven. Wat de kieswet aangaat, de Regeering houdt zich bezig met de voorbereiding van een aanvulling der kiestabel, waardoor 8 nieuwe leden der Kamer zullen worden gekozen, en wel in 1885, in die gedeelten des lands, waar de bevolking het sterkst is toegenomen. Verder wil zij, ter vermijding van een nieuwe ontbinding, thans niet gaan. Ten aanzien der positie van het Kabinet wyst de Regeering er op dat het ideaal zeker is een belangrijke meerderheid in beide Kamers, maar dat thans bet land toch ook bestuurd moet worden. Breedvoerig verdedigt de Regeering de weigering van rechtspersoonlijkheid aan de Sociaal-Democra- tische Vereeniging. Zij betoogt, dat de wet ook voorschrijft, te onderzoeken welke middelen aan gewend worden voor het doel eener vereeniging in dit geval nu omvatten de statuten „al die Verleden Zaterdagavond, dus verhaalt de T. Ct. werd door een acht- of negenjarigen armoedig ge- kleeden knaap, ten kantore van den heer J. Kaltner, agent der Geldersche Credietvereeniging te Tilburg, ter inwisseling aangeboden een vreemd zilverstuk, ter grootte van een rijksdaalder. Op de vraag hoe hij daaraan kwam antwoordde de jongen, dat zyn vader het voor een ryksdaalder had ontvangen. Hem werd daarop gezegd, een paar dagen later terug te komen, dan zou men het stuk doen schatten. Na eenige dagen kwam de jongen werkelyk terug, doch inmiddels was het den heer K. bij het nauw keurig nazien der munt gebleken, dat deze een kunstig bewerkte en goed bewaarde eerepenning was van den „Senatut Amitelodentistu anno 1696, ge dreven door I. van Dishoeck. De jongen werd opnieuw uitgevraagd, en vertelde b” eenen jongen beer „met een hoed op*, die op de hoogte der Fraterkerk hem tegenkwam, en hem vroeg, of hij een paar sigaren wilde verdienen de knaap moest dan het stuk in een winkel gaan wisselen, en daarbij maar zeggen „dat zijn vader het voor een rijksdaalder had ontvangen.* De jongen ging in onderscheiden winkels, maar men weigerde het onbekende stuk. De jongeheer, die, naar de knaap meent zoo omtrent zeventien jaar oud was, bleef steeds wachten. Eindelijk kwam deze bij de G. C. V. terechttoen hy zonder muntstuk van dat kantoor terugkwam vroeg de jongeheer hem naar de naam en woonplaats, waarna hij den jongen verliet. Wat er nu van dit verhaal waar is of niet, de heer K. meende voorloopig het, om kunstwaarde en ouderdom, wellicht vrij kostbare stuk in bewaring te moeten houden, om te trachten de herkomst te ontdekken. Tot nu toe is het niet opgevraagd. Voor de heffing van een tabaks- (of bet zou dan moeten heeten sigaren-) belasting, die opgelegd zou kunnen worden zonder onze bloeiende tabaks- markt en de inlandsche cultuur in gevaar te bren gen en zonder den consument van goedkoope tabak te bezwaren, geeft Ik Beurs (Red. M. Wiener) het volgend denkbeeld in overweging „Men zou zich alhier kunnen beperken tot de navolgende bepalingen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 1