TWEE WEGWIJZERS.
II.
Zondag 18 Januari.
N° 3185.
1885.
(even.
urcq.
louda.
Iwater
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
poeder
mile middelen
iden
BINNENLAND.
jLisr.
H/M.
inkomen, als
P P ’S,
No. 2.
13.
SAK.
ijk Phyeicai.
GOUDSCHE COURANT.
sverkiezend wordt
epaalde prij», be'
mer» ter beschik-
I, Heelmeester »«o
.1. K M.
daniëls
M. M. DS
it.
K. K. Hoftaudl
Boguersirsas
ii beilzamen ib,
het land» letten
shten reuk »a-
pots
de Hoogstraat,
Santen Kolff,
uwe porselein-
nabilie. apoth,
ibiedam bij C.
te Amsterdam
Uloth Sc Ce.,
Wolf en Zoon
m te Utrecht
tbry Porton,
s te Gouda.
ang van het
n de onderge-
rnn alle mond
den.
ook ren <oor«
bd too laetigen
od wit te hou»
eren der kwaal
GOUDA, 17 Januari 1885.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD.
Dinsdag den 20 Januari 1885. des namiddags
ten 1 ure.
Aan de orde
Een adren van eenige bewoners van de Nieuwe
Haven betreffende de voorgenomen demping en
rioleering der zijl langs het Plantsoen tegenover
den Kattenaingel.
Het adres van de Directie der Gasfabriek, hou
dend. verzoek om gerioleerden grond langs het
terrein dier fabriek te mogen huren.
Het adres van M. S. Cats betreffende de weder-
inhoring eener bergplaats aan de Visohmarkt.
Wij vsstigen de aandacht onzer stadgenooten op
achterstaand ingezonden stuk betr. de aardbevingen
in Spanje. Daarby kunnen wij de mededeeling voegen,
dat de beer G. J. Steens Zijnen alhier, daartoe uiige-
noodigd door den consul van Spanje te Rotterdam,
zich in de volgende week bij de Gotidsobe ingezete
nen zal aanmelden om hunne liefdegaven voor de
ongelukkigen te vragen. Oogetwyfeld zullen velen
bereid zijn daartoe iets aftestaau.
By de Donderdag en Vrijdag, zoowel hier te
lande als in Duitschland gehouden inschrijving op
2.500,000 obligation der geldleening groot
3,000,000 ten behoeve der Koninklijke Neder-
landsche Locaalspoorwegmaatscb., is het gevraagde
bedrag ruim volteekend.
Naar men verneemt, maakt hel by de Regeering
een punt van overweging uit, de d. d. echtnu-yen
in Nederland in getal meer in overeenstemming ‘e
brengen met het cyfer der bevolking.
plaatst. De strijd
onzen geheeleu
daar de partijen lijnrecht tegen elkander
staan, inoet er een vergelijk getroffen v.
dat de grondwetsherziening mogeljjk maakt, wjjs niet zal worden aan banden gelegd. Op
De hoogleeraar gelooft echter niet dat zulks grond hunner beginselen kunnen de libéralen
zal kunnen geschieden, vandaar zgn pessimis
tische verwachtingen voor de toekomst. De
heer van Houten heeft voor zich zelf eene
oplossing gevonden door de lastige quaestie
over boord te gooien en het betwist terrein
aan den vjjand over te laten het onderwjjs
moet vallen als offer voor het algemeen stem
recht inderdaad als dit geschieden kon zonder
schade voor het algemeen, waren wjj veel
verder en de kansen voor grondwetsherziening
zouden veel rjjzen. Maar wjj zjjn het met
Mr. Bugs eens, dat men zich dan de zaak te
gemakkelgk maakt en geen duurzamen vrede
stichten zon. Liever de herziening wat ver
traagd, dan na de herziening te staan voor
het groote onbekende. Wordt de weg gevolgd,
dien Mr. Bugs voorslaat, dan zal de moeielgk-
heid kunnen overwonnen worden en de over
winning zal een grondslag van toekomstige
bevrediging met zich brengen, waarop de latere
wetgever met goed gevolg kan voortbouwen.
.Achten onze tegenstanders, zegt de Gids <dat
het toch reeds zoo ruime grondwetsartikel hen
nog altgd knelt, laten wg dan trachten door
verduidelijking van redactie, door wijziging of
aanvulling het voorschrift ook voor hen aan
nemelijk te maken, maar laten wjj in elk ge
val weten wat wjj doen, weten wat wg kwjjt
zijn. Of het mogeljjk zal wezen een verge! jjk
te treffen, moet de toekonft» leem. Aangesien
het om wegruiming van hare grieven te doen
is, moeten de daartoe strekkende voorstellen
ook komen van de tegenpartij en zou het ons
weinig baten daarop reeds nu vooruit te loopen,
Mgne verwachting op eene gunstige uitkomst
is ik beken het gaarne niet bgster
groot, want voor Welslagen is van weerskanten
eene mate van inschikkelijkheid noodig, welke
ik zeer vrees dat nog altgd aan weerskanten
zal ontbreken.»
Dit laatste is o. i. volkomen juist. De
overtuiging, dat er ten aanzien van de rege
ling van ons volksonderwijs water in den wijn
gedaan zal moeten wordeh, is althans bij de
liberalen nog niet zoo algemeen, dat van hunne
zgde op veel tegemoetkoming kan gerekend
worden.
Ons rest nog op eene merkwaardige uiting van
Mr. Van Houten in zgn artikel in de Vragen
dee tijde de aandacht te vestigen. Te geljjker
tjjd, dat de hoogleeraar Buys het laatste par
lementaire voorstel van Mr. Van Houten aan
critiek onderwerpt, omdat deze daarin het recht
aan den staat betwist om toezicht te hnuden op
het bjjzonder onderwjjs, schijnt van Houten zelf
gevoeld te hebben, dat zgn opofferen van het on
derwijs ten bate van het stemrecht toch niet in
den haak is. Hij voorziet, dat de Tijd, die niet
overtuigd is van de noodzakelijkheid van
grondwetsherziening, hem op zjjn eisch tot
verkrijging van uitgebreid stemrecht antwoor
den zalLaten wjj het op een akkoordje
gooienGeef ons het onderwijs, dat wjj wen-
schen en wjj staan u in ruil het stemrecht
toe, waarnaar gjj streelt». En dan volgt
daarop dit bescheid
«Wjj begeeren op het gebied van het onder
wijs den wetgever niet aan banden te leggen.
Vreest gjj dat hjj, geheel vrjj zjjnde, zjjne macht
zou kunnen misbruiken om uwe individueels
rechten aan te randen, vraagt afdoenden grond-
wettigen waarborg, dat de vrjjheid van onder-
Wg hebben in ons vorig artikel reeds doen
uitkomen, dat de heer Van Houten met meer
vertrouwen de toekomst tegemoetziet dan de
heer Bugs. De eerste verwacht alle heil van
de samenwerking der liberalen en de jongste
kenteekenen daarvan in de nieuwe kamer be
groet hjj als een veelbelovend voorteeken voor
het welslagen der grondwetsherziening. Geheel
anders is de toon van Mr. Bnjjs; zgn slot is
bgzonder zwartgallig.
«Met een parlement zonder meerderheid,
waarin elke partjj juist sterk genoeg is om elke
andere tot onmacht te doemen, en met-eene
regeering, welke in het geheel geene partjj
achter zich heeft, gaat men eerlang een poli-
tieken arbeid ondernemen, die, zoo hg al kan
slagen, zonder de grootste krachtsontwikkeling
van regeering en parlement beide in elk geval
onvruchtbaar bljjven moet.»
Indien hjj desniettemin besluit met een
goeden wensch voor het groote werk der
grondwetsherziening, dan wil hg dien beschouwd
hebben ah de meeste aianwjaarswenschen
«wenschrn uit het warme hart voorgevloeid,
maar die het koele verstand, helaas, niet als
verwachtingen stempelen durft.»
Het verschil tusschen deze beide schrijvers
is, dunkt ons licht verklaarbaar. heer Van
Hosten staat midden ia twn strijd en mist
daardoor de voor eene onpartijdige beschouwing
zoo noodige kalmte. Jarenlang strgdt hjj voor
een beperkt algemeen stemrecht en grondwets
herziening kan daartoe alleen den weg banen.
Nu deze aan den horizon verachjjnt, telt hg
de bezwaren licht en wat meer is, om er toe
te komen stapt hij over de struikelblokken heen
om tot een uitgebreid stemrecht te geraken,
waaraan zgn hart haagt, wil hg den clericalen
het onderwjjs prijsgeven althans in zgn voor
stel tot grondwetsherziening decreteert hjj het.
vrjje onderwijs pur et rimple. Volledige vrjj-l
heid voor het bgzonder onderwjjs, opheffing
van elk staatstoezicht, ook van eiken waarborg
voor de bekwaamheid van hen, die daarbij als
onderwijzers geplaatst zgn. Dit gaat Mr. Bugs
te ver. Ook deze is niet afkeerig van eene
schikking met declericale partjjen, want zonder
eene transactie kan er van grondwetsherziening
geen sprake zjjn. Hjj wenscht echter niet een
voudig art. 194 der grondwet prjjs te geven,
maar eene formnle te vinden, waarmede de
verschillende partjjen zich kunnen vereenigen
en waarbjj de liberalen precies weten, wat zjj
doen en hoever zij gaan, 't Eenvoudig schrap
pen van art. 194 der grondwet, ten einde den
vrede te herstellen, vergeljjkt de schrijver bjj
de handelwijze van een huisvader, die van den
post zgner huisdeur het biljet verwjjdert, dat
de kennisgeving behelst eener besmetteljjke
ziekte en dan in den zoeten waan verkeert,
dat daarmede de ziekte zelve verdwenen, is.
Toch zweert Mr. Bugs niet bjj de onschend
baarheid van deze grondwettige bepalingen.
Hjj wenscht ook een modue vivendi ten einde
den vrede in ons jammerlijk verdeeld vader
land te herstellenmaar dan zulk eene rege
ling, die Je quaestie oplost en niet haar ver-
1 over het onderwjjs beheerscht
maatschappeljjken toestand en
over
worden
genoegen nemen met enkele overlating aan
den wetgever, maar ook tegen opneming van
dit of andere grondrechten kunnen zjj geen
bezwaar hebben. Wilt gjj echter noch de ge-
heele, noch eene door grondrechten beperkte
vrjjheid des wetgevers, en streeft gjj ernaar
thans uwe stem te verkoopen voor de concessie,
dat de wetgever der toekomst gehouden zal
zijn, om zelfs tegen eigen wensch u het onder
wjjs over te leveren, dan zeggen wjj non poeeumue.
Dat zou grof onrecht zgn. Dan toont gjj
bovendien niet te gelooven aan het beweren,
dat uwe inzichten omtrent het onderwijs popu
lair zgn bjj het volk in zjjne algemeenheid, en
de tegenwoordige onderwjjswetgeving slechts
de vrucht is van het ongeloof der hoogere
klassen.
Dan is uw stelsel in één woord zóo onlogisch,
zóo onverdedigbaar, zóo tastbaar ingegeven
door het naakte partijbelang en clericalisme,
dat slechte een weinig geduld noodig is, om
u uit uwe stellingen te verdrijven en eendeel
nwer eigen troepen van u afvallig te maken.»
Legt men dit antwoord aan de clericale
eischen naast het voorstel van verleden zomer,
dan is er een aanmerkelijk verschil. Toen
concessies aan de kerkeljjken, thans een ver
moeden, dat de eischen dier partij zoo hoog
zullen zgn, dat er niet aan voldaan worden kan.
Verwacht Mr. van Houten inderdaad, dat zjjn
grondwetsvoorstel de katholieken onbevredigd
laten zal, waartoe het dan ingediend? En hoe
is dan zgn tegenwoordig vertrouwen op tot
standkoming van het groote werk te verklaren
Onwillekeurig verraadt zich hier een twjjfel,
die bewjjst dat het pessimisme van Mr. Bugs
reden van bestaan heeft.