es. I MER, RICH RN,” I 1885. T C0.. Eïï Wen Co. BINNENLAND, N° 3814. 23 Ct, Cts. akwker. cts. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. iliegebniik, PEN. Keepen. Twee grondwetsartikelen. Vrfjda£ 27 Naart. L 80 Sffecten, urgwal 129, i Verkoop van )TEN tot den illjjke provisie, 'even voorschot iweg E 99. z a f 4.— en i. I I i ouda WORDT door den Ge- 40 Cts. 60 60 60 40 Cts. 40 40 40 40 40 LN 36, 'JZTA.LIÈN, EN. ordeelige voor- r letter 0.7302. in aangesteld imieloten Ike zeer ge- ti. SCHER, 244. in wanhoop 1 een- ge- de zaak verlaagd tot het raadseltje Alle leidende ge en men GOUDSCHE COURANT. ■raagstuk practiscb Het heeft het 40 Cts. 40 40 50 Cts. 50 50 GOUDA, 26 Maart 1885. Merrouw Kleine-Gartman, de ook hier ter stede geliefde actrice, zal dit jaar, naar men weet, af- id nemen van het tonneel, na daarop 50 jaar achtereen met eere werkzaam te zijn geweest. In .1. i.—»j_i—.--q ,an one jan(i geejt z;j a|snOg rene afscheidsvoorstelling en was het tot heden nog onzeker of Gonda daaronder zou voorkomen, thans kunnen wij met zekerheid melden dat Mevrouw Kleine ook hier ter stede waar ijj gedurende haar 50 jarige loopbaan zoo vaak optrad en zoo vele vrienden telt eeue afscbeidsvoorstelling zal geven. Deze is bepaald op Maandag 27 April e. k. De Goudsche tooneelvrienden zullen deze tijding zeker met veel genoegen vernemen. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der belastingen te Gouda, voor de buitengemeenten, de heer ran Dugteren, thans te Steenwjjk. oordeeling worden onderworpen en wier stem men wellicht gevaarlijk zouden kunnen worden I voor den staat of hunne medeburgers. Wij I gelooven, dat de laatste zienswijze de juiste is en hebben daarom vrede met een beperkt stem recht, schoon wij gaarne de grens zoo ver uitstrekken als met het goede beginsel be staanbaar is. Als regel zouden wij willen, dat allen die in de algemeene lasten bijdragen, ook gezeten werklieden en kleine boeren, kie zers zijn. Die mee betaalt, heeft belang bij de instandhouding van het geheel en heeft eenig recht, dat ook zijn belang en zijn be hoefte in aanmerking genomen wordenwen- schelijk is het dus, dat al die behoeften en wenschen weerklank vinden in de volksvertegen woordiging. Voldoet nu de voorgestelde be paling aan dit vereischte Het is moeilijk, daarop reeds nu een afdoend antwoord te geven. Maar in beginsel hebben wij er geen bezwaar tegen en daarop komt het bij eene rekbare grondwettige bepaling vooral aan. Er zal be langrijke uitbreiding gegeven worden aan het kiezerscorps, terwijl voldoende waarborg bljjft bestaan dat het stemrecht niet zal gegeven worden aan onwaardigen. Toch rijzen al dadeljjk een paar bedenkingen. Vooreerst is er niet te veel willekeur in de wjjze waarop de regeering het kiesrecht regelt naar de plaatse- lijke gesteldheidis er niet te zeer gestreefd naar eenvoudigheid in de berekening, waardoor wellicht in welvarende streken burgers, die verdienden kiezers te zjjn, van het stemrecht worden uitgesloten, omdat een vaste verhouding I ondersteld wordt tusschen het aantal kiezers en het bevolkingscijfer, welke veihonding in werkelijkheid zeer uiteenloopt en in verband staat met de meer of mindere welvaart der verschillende deelen des lands. Ten andere: waarom zijn de zoogenaamde capaciteiten uit gesloten, die Prof. Asser wilde toelaten naast de kiezers volgens de huurwaarde? Aangezien het art. spreekt van Auiswxders, worden vele bevoegde mannen, die ongehuwd zijn en bij hun ouders inwonen, uitgesloten. Op de een of andere wijze behoort de zaak zoo te worden geregeld, dat nagenoeg alle zoogenaamde capa citeiten kiezers worden. Misschien komen, nu de ontwerpen publiek domein geworden zijn, meer dergeljjke bezwaren te voorschijn. Dit geldt echter meer de uitvoering, de formuleering van het onzes inziens juiste beginsel, dat de regeering ten grondslag aan haar stelsel gelegd heeft. Wat dus de hoofdzaken der nieuwe ontwer pen betreft, is onze eerste indruk niet ongun stig. Tal van andere belangrijke zaken komen mede aan de orde, onder andere de defensie, waaromtrent ook veel gewijzigd is. Maar geen dezer onderwerpen betreffen van zoo nabij de twistvragen van den dag, als de beide punten, waarop wij thans de aandacht onzer lezers ge vestigd hebben. Wij hebben in ons vorig nummer onze lezers reeds in kennis gesteld met de voor naamste bepalingen, voorkomende in de regee- ringsvoorstellen tot grondwetsherziening. Bij vergelijking van deze ontwerpen met die van de staatscommissie, valt al dadelijk in het oog, dat een ruim gebruik gemaakt is van den arbeid der commissie, hetgeen voor de hand lag en alle aanbeveling verdiende. Het rapport der staatscommissie is een degelijk stuk werk, dat wel de eer verdient, dat de regeering er nota van neemt en velerlei belangrijke wijzi gingen er uit overneemt. Maar licht verklaar baar was het, dat de algemeene aandacht in den lande gevestigd was op twee artikelen, waaromtrent de meeningen het meest verdeeld zijn en die waarschijnlijk over het lot der ge heels onderneming zullen beslissen. Hoe denkt de regeering over het kiesrecht (art. 76) en het onderwijs (art. 194) deze vraag zweefde op aller lippen, toen het bericht van de indiening der ontwerpen bekend werd. Wat het onderwijs betreft, zal de regeering velen hebben teleurgesteld. Het veelbesproken art. 194 wordt zonder eenige wijziging over genomen. Over het algemeen schijnt de regeering zich bij deze ontwerpen tot regel gesteld te hebben om zooveel mogelijk de quaeitiom brülantu van den dag te ignoreeren. bit is misschien verklaarbaar uit haar positie als neutraal gouvernement, dat zjjn steun zoekt noch bjj de rechter- noch bjj de linkerzijde van het parlement. Merkwaardig is de kortheid, waarmede de heer Heemskerk rekenschap geeft van bet feit, dat bjj geen wjjziging in art. 194 voorstelt. «Dat art. der grondwet laat, juist opgevat, voldoende ruimte van beweging aan den gewonen wetgever.» Natuurlijk zullen de heeren der rechterzijde niet bjjzonder inge nomen zjjn met deze houding der regeering. Sedert lang hebben zij als wachtwoord aan genomen geen herziening waarin art. 194 niet begrepen is. Van het standpunt der regeering kon deze echter moeiljjk anders handelen. De minister Heemskerk is met onze nationale volks school ingenomen hjj, voor zich, heeft dus ;en het artikel en met de j tegenwoordige redactie aan van beweging geeft, kon bjj bezwaarlijk eene poging doen om elkander te brengen door voorstel, dat zeker velen van hem gewacht hadden. Het zou dan ook op dit oogenblik moeilijk geweest zjjn een dergeljjke proef fe wagen, aangezien de kerkeljjke partijen het wel eens zjjn in afkeuring van het bestaande, maar nog in het duister rondtasten naar het stelsel, dat zij er voor in de plaats wenschen te zetten. Het zal thans de aangewezen taak zjjn der rechterzijde om met een ander voorstel voor den dag te komen en wellicht dat dan de minister wel te vinden zal zjjn voor eene schikking, indien deze mogeljjk is zonder afbreuk te doen aan de belangen, die er mede gemoeid zjjn. Deze houding is in overeen stemming met den raad, dien Mr. Bujjsinzjjn laatste Gidsartikel aan de liberalen gaf en bet komt ons voor, dat dezen wel zullen doen, wanneer zjj in dit opzicht het voorbeeld der regeering volgen. Wjj kunnen ons haast niet voorstellen, dat er van de geheele grondwets herziening iets terecht zal komen, indien niet de eventueele voorstellen der kerkeljjken met welwillendheid ontvangen worden en indien er niet ernstig naar gestreefd wordt, tegemoet te komen aan de bezwaren, welke een groot deel der natie en de helft der Tweede Kamer heeft tegen dit grondwetsartikel. In afwachting van den loop van het debat in de Kamer, kunnen de voorstanders van goed onderwjjs intusschen gerust zjjn, dat de regeering niet voornemens is de belangen van dezen tak der staatszorg op te offeren aan haar zucht tot gemeen overleg. Dit is het groote voordeel van het besluit, waartoe de regeering gekomen is. Tegemoetkoming, conciliate maar geen schade aan het onderwjjs en de ontwikkeling der natie. Ons dunkt, de liberalen kunnen daar zich mede vereenigen. Wat het kiesrecht betreft, heeft de regeering zeer duidelijk partjj gekozen. Zjj breekt geheel met het stelsel van den op belasting gegronden census. De nadeelen van het tegenwoordig systeem, dat tegelijk het tot stond komen van een goed belastingstelsel en van een goede kieswet belet, zjjn dan ook zoo in het oog loo pend, dat instandhouding iof oplappingdaarvan onbegonnen werk en reeds bjj voorbaat ver oordeeld zou zjjn. De regeering stelt eenigs- zins gewijzigd hetzelfde koor, wat de staats commissie in het tweede gedeelte van haar artikel geformuleerd had nl. de huurwaarde van de ongemeubelde woning der ingezetenen. Er wordt een minimum van f 50 genoemd en de bedoeling is het bedrag haar de plaatselijke gesteldheid overal zoo te (agelen, dat er in het geheele land ongeveer dezelfde verhouding komt tusschen bet aantal kiezer* en bet zielental der bevolking. Voor die streken, waar de huur waarde der perceelen het’geringst is, zal het minimum vastgesteld worden en zoodra dan de verhouding tusschen het getal inwoners en het aantal kiezers aldus bekend is, zal de huur waarde, waaraan het kiesrecht in de andere plaatsen verbonden wordt, zoo hoog worden gesteld, dat deze verhouding overal dezelfde bljjft. Dik stelael scbjjnt, oppervlakkig gezien, wel voor uitvoering geschikt te zjjn en verdient als poging om een moeiljjk vn op te lossen alle aandacht, voordeel, dat duideljjk wordt aangewezen op welke wjjze rekening zal worden gehouden met de plaatseljjke gesteldheid. Dit woord, dat in de tegenwoordige regeling voorkomt, heeft al vrjj wat hoofdbrekens gekost en i is men bjj de cjjfers der vigeerende tabel i voudig met de meeste willekeur te werk gaan en heeft men oplossen van een dachte ontbrak en men moest zich grootën- deels verlaten op de meestal eenigszins wille keurige cjjfers van adviseerende colleges. In Engeland is hetzelfde systeem der huur waarde als grondslag voor het kiesrecht in werking, zoodat de meer of mindere wensche- Hjkheid zal kunnen getoetst worden aan de practjjk gedurende eenige jaren. Voor de mannen van het algemeen stemrecht gaat dit voorstel der regeering, dat waar- schjjnljjk tweemaal en zeker niet meer dan driemaal het getal der tegenwoordige kiezers scheppen zal, stellig niet ver genoeg. Maar daarom zullen wjj niet treuren. Bjj het zoe ken naar een grondslag voor het kiesrecht staat op den voorgrond het doel, dat men zich voorstelt te bereiken. Wil men een voudig een volksvertegenwoordiging, omdat de souvereinitsit berust bjj ’t volk en dit niet als geheel in staat is om die uit te oefenen, dan is de zaak spoedig genoeg beslist; dan behoort ieder burger, die niet zijn burgerrecht verloren heeft of bedeeld wordt, kiezer te zjjn en i met enkele uitzonderingen. Maar verlangt I men waarborgen, dat de vertegenwoordiging goed is, dat zjj op de hoogte is van haar taak en het algemeen belang naar den eisch be hartigt, dan mag men verlangen, dat de kiezer zekeren graad van ontwikkeling bezit, die hem in staat stelt om met kennis van zaken eene goede keuze te doen. Uitgesloten behooren dan te zjjn allen, die Hetzij door achterlijkheid in hunne ontwikkeling, hetzjj door afhankelijk heid hunner maatschappelijke positie, geen waarborg geven, dat zjj eenig begrip hebben van de algemeene belangen, die aan hunne be- roo scheid men staat voor het algemeen stemrecht de hoofd )aalseo enkele uitzonderingen. Maar ver amrt I geen bezwaar tege overtuiging, dat de w den gewonen wetgever voldoende ruimte doen de strjjdende partjjen nader tot t een bemiddelings-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 1