Bulteolandscb Overzicht
ADVERTENTIÉN.
L£EID
Afloop van Openbare Verkoopingen
van Onroerende Goederen.
Gouda, 9 April 1885.
Burgerlijken Staan.
1
uitgaven 705.6?'/,, ontvangsten 298.60, na-
deelig saldo 406,85'/»Chr. «obool te Halle,
uitgaven 2,611.11'/». oateangaten 2,569.60,
aadeelig saldo 51.61'/».
Deaer dagen hebben wij gemeld, dat in eene
vergadering van de afdeeling Haarlem en omstreken
der lNederlandsohe Maatschappij tot bevordering
der geneeskunst', door eenige leden mededeeling
waa gedaan van verscheidene gevallen van vergifti
ging, onder welke twee met doodeljjken afloop, die
in den laatsten tjjd voorgekomen waren door bet
gebrnik van Haarlemmer olio. De Redactie van
het Maandblad der Vereeniging tegen de kwakzal
verij heeft den seoretaris van de afdeeling om eenige
nadere mededeelingen over de voorgekomen vergif-
tingen versocht. Het haar toegeionden antwoord
van dr. Van Linden v. d. Henvell luidt In hoofd
taak als volgt
,In de vorige maand practiseerde ik in een getin,
waar plotseling 3 kinderen tegelyk door eene hevige
uierontsteking werden aangetast. Het gelijktijdig
siek worden der kinderen aan deselfde ziekte wekte
myn bevreemding op, daar ik roodvonk (too
dikwyls oorzaak van nephritis) kon uitsluiten,
aangezien ik reeds 14 dagen dagelijks in hnis
kwam voor eene andere patient, en er in den
laatsten tyd vóór dien datum volstrekt geen sieken
geweest waren. Dat we hier met eene vergiftiging
te doen hadden, atond by my vastden aard kon
ik echter niet ontdekken met geverfd speelgoed
hadden de kinderen niet gespeeld, geen gekleurd
suikergoed gegeten ent. Het drinkwater liet ik
ehemisch ondertoeken, ook met negaiief resultaat.
Eindelyk kwam ik op de idee, of hier de Haar
lemmer olie somt in het spel kon tijn. En wat
bleek nu? Dat de kinderen geregeld dat venyn
gebruikten. Een der patientjes, een lieve jongen
van 4 jaar, besweek aan de siektede twee anderen
mocht ik gisteren getond verlaten.
(Hierdoor wakker gesohnd, was ik natuurlijk
er op nit, of ik nog meer gegevens kon verzamelen,
om nogmaals officieel tegen dat volksmiddel te
waarschuwenen werkelyk constateerde ik nog twee
gevallen, die beide nog onder behandeling zyn de
eene patient is een meisje van 3 jaar (nichtje van
de drie anderen), en het tweede geval betreft een
arme patient 6 jaar oud beiden hoop ik echter
tullen nog herstellen.
„Ik meende dit in de vergadering van geneeskun.
digen te moeten mededeelen die vergadering was
toevallig niet best bezocht, slechts IQ leden waren
tegenwoordig, maar van die tien deelden vijf leden
gevallen mee ter illustratie van de mijne. Eén geval
verliep ook doodelyk. Er werd gesproken (inclusief
rayne mededeeling) over 12 gevallen in de laatste.
18 maanden voorgekomen, terwjjl twee andere collega's
getuigden ook verscheidene gevallen geconstateerd te
hebben.
„Men ziek dus dat de Haarlemmers het op prijs
stellen, dat too'n kostbaar product naar hunne stad
genoemd wordt. Wjj waarschuwen de meuschen,
maar tal het 'baten P Volgens mijn idéé is er maar
één afdoend mifldel, nl. de fabrikanten en verkoopers
van dit vuile goed streng te straffen en hunne heele
fabricage in beslag te nemen.»
Dé arrond.-reohtbank te 'sGravenbage heeft Dinsdag
het «rsoek van de Nederl. Maatschappij voor Elec-
triciteit en Metallurgie aldaar, tot faillietverklaring
van de Exploitatie-Maatschappij van den Fransehen
Schouwburg, op grond dat dete hare schuldpligtig-
heid ontkent, afgeweten.
De reohtbank te Maastrioht heeft rechtsingang
met betel tot aanhouding verléend tegen de beide
Duitechers, die te Vaals een persoon ergerlijk mis
handelden en getracht hebben .hem met geweld naar
Aken te vervoeren.
Omtrent dete taak verneemt men nader, dat zy
tich over hun arrestatie hebben beklaagd by de
Duitsche Hegeefing en dat deze door haar geiantschap
alhier inlichtingen aan onze Kegeering heeft vertocht.
Dete laatste heeft tich hierop lot hel parket te
Maastricht gewend, dat onmiddellijk alle op de taak
betrekking hebbende stukken heeft overgezonden.
Men verwacht nn, dat dl Dnitsche Kegeering, na
kennisneming van de feiten, aan het recht tjjn loop
tal laten en niet intervenieerep ten behoeve van per
sonen, die tich niet hebben ontiien om op ons grond
gebied poging tot menschenroof te plegen.
Door drie leden van den Gefbeenteraad van Alblasser-
dara is eet) voorstel ingediend tot vermindering deton-
derwijterstraktementen van 650 op 50Q als
minimum, welk minimum op voorstel van de school
commissie tal kunnen verhoogd worden tot 600
en voor onderwijzers met de hoofdakte tot 650.
Het doel is, bij eventueele vacature te komen tot een
vermindering van personeel, daar tich- dan wei geen
sollicitanten tullen aanmelden.
In een artikel met het opschrift „Aooijns of
debietregt» betoogt prof. A. Beaujon in de Amster-
dammer, dat eene tabaksbelasting, niet een tabaks-
aooyns, in Nederland op hare plaats is; immers
de laatste niet, indien de heffing daarvan „bjj den
oorsprong» voor den handel in en de fabricage
van tabak verderfelijk zou wezen.
Overmatige aocjjnsdruk op eprste levensbehoeften
bestaat hier sinds de afsohaffiug van de belastingen
op brandstoffen, gemaal en varkensvleesoh t. i. niet
meer. Doch er wordt dan toch nog van eerste
levensbehoeften accjjns betaald (sout, azijn en suiker,
soo men wil), en dit heeft stellig veel tegen. Men
is, wil men de ruimte van middelen winnen ter
afschaffing of vermindering van die accynscn, wel
gedwongen het elders te toeken. En by dat toeken
vindt men al teer spoedig de tabak als belastingobjeot,
en die vondst is geene kwade.
Jeneverdrinken is eene (dikwyls schadelijke) weelde-
consumptie. Is het met de tabak anders, behalve
in zoover als overdadig rooken lang zoo nadeelig
niet is als overdadig drinken? En ons volk rookt
overdadig; de heer B. meent het in het Staatkundig
en Staathuishoudkundig Jaarboekje voor 1884 (Mengel
werk) te hebben aangetoond. Zegt men nu: dat
rooken voor den werkman eene levensbehoefte is,
dan ontzegt mr. B. aan elk het recht, dr. Schaepman
te betwisten, dat twee borrels eene levensbehoefte
syn. Beiden zyn genietingen, waaraan ons volk zich
min of meer te buiten gaat.
Maar zou men minder rooken by eene matige
tabaksbelasting? En al kwam er eene kleine daling
in de consumptie, zou dat nu voor tabaksbouw,
handel en fabricage zulk een slag wezen? Dit is
dan ook by deze geheele beweging de kwestie niet
De kwestie is, of het mogelijk tal bljjken te
zyn, de belasting zóó in te richten, dat zjj drie
belangrijke takken van volksbedryf niet schaadt door
hare heffingswyk. Een debietrecht, waarvan de handel
geen overlast hoegenaamd heeft, is mogelijk; getuige
het „vergunningsrecht» der tappers. In een debiet
recht op tabak steken zeker moeijeljjkheden; zy deden
de Begeering, bljjkens hare verklaring by het avant-
projet, voor deze heffingewijs terugdeinzen. Vele
kleide winkeliertjes in sigaren en tabak zouden er
denkelijk onder doorgaan. Maar is nu werkelyk
een overwegend bezwaar de vrees voor opoffering
van een zeker aantal individuen uit dien buitenge
woon onsympathieken en onnHtten stand, die te
veel zelfgevoel bezit om winkelbediende te zijn of
te blyven, en te weinig kennis, of activiteit, of
kapitaal, of alle dria om eene winkelaffaire te doen
bloeijen?
Wat mr. B. het meest aantrekt in een debiet
recht op tabak (met verbod aan den groothandel om
af te leveren anders dan aan winkeliers met ver
gunning, en verbod van invoer door anderen dan
handelaars) is de omstandigheid, dat de debitanten
het in hunne hand zouden hebben, de incidence de
V impót zelf te regelen. Git de prysverhooging der
duurdere sigaren en fijnere tabaksoorten in den
winkel kon de belasting van het voor velen onschend
bare pijpje tabak van den werkman wel mee worden
gevonden. Zeer zeker zou de winkelier de belasting
altyd daar verhalen, waar de belasting het best, het
meest ongemerkt gedragen werd.
Wat de controle betreft, van Rijkswege zou die
altyd,, moeieljjk en kostbaar zijn. Maar kan men de
tabaksbelasting niet aan de gemeenten geren in ruil
voor een equivaleerend deel der opbrengst van het per
soneel liet is mogeTjjk, dat in dete richting iets te
doen valt.
Mr. B. wil volstrekt niet volhouden, dat de tabaks
belasting op deze wijs zonder overwegend bezwaar zou
ie regelen zyn. Ook by dit stelsel kunnen zich moeie-
lijkheden voordoen, die evenzeer overwegend blijken
te wezen als de bezwaren der groothandelaren en fabri
kanten tegen den accyns. Maar dat dit by een debiet
recht per se het geval zou wezen, ia nog niet bewezen.
Het publiek althans heeft zich met de kwestie van een
debietrecht op tabak nog niet noemenswaard bemoeid
en over die kwestie bljjft nog veel licht te verspreiden.
Te Rome is den 16den Maart doctor Pietro
Ripari, uil Cremona, in den ouderdom van 86
jaren gestorven.
Hij begeleidde generaal Garibaldi op al diens
veldtochten en had, voor 1848 jaren achtereen in
de Pauselijke gevangenissen te Paliano en Civita
Castellans doorgebracht wegens deelneming aan ver
schillende samenzweringen tegen de Pauselijke ke
geering.
In 1849 'nam hjj deel aan de verdediging van
Rome tegen de Franschen daar hjj bij die gele
genheid de gekwetsten verpleegde en die ook niet
wilde verlaten, toen de vyand de stad had inge
nomen, werd hy opnieuw in de gevangenis geworpen,
waaruit hy eerst in 1856 ontslagen werd.
Tot 1859 woonde Ripari in ballingschap te Londen,
en trok toen, niettegenstaande zijn zestigjarigeu
leeftyd als geneesheer met Garibaldi naar Sicijië.
t
Na de afkondiging van het Koninkrijk had hy
vele jaren sitting in het Parlement waarin hy tot
de uiterste linkerzijde behoorde. Te Rome was de
oude man met den witten baard, die tot aan zyn
dood toe flink en krachtig bleef, algemeen bekend.
Het Handbl. bevat den volgenden brief uit Atjeh
Februari 1885.
Waarde Redacteur,
Wat men ook moge zeggen van het aangenomen
stelsel der geconcentreerde positie, waartoe men nu
toch eenmaal is overgegaan, het heeft ontegenzeg
gelijk een voordeel, nl.dat dit nu ten minite
eindelyk eens duidelijk maakt teat wij willen.
Wy willen ons bepalen tot het bezetten en vast
houden van het terrein tusschen de zee en de
nieuwe postendaar zal dan niet meer zooveel
bezetting zynwy zullen eene defensief afwachtende
houding handhaven en deze slechts tjjdeljjk laten
varen voor agressief optreden, wanneer gebiedende
noodzakelijkheid dit vordert, maar zonder van positie
te veranderen. Ziedaar althans iets positiefs.
Onze toekomst op Atjeh s'il y en a I
ligt thans in de volharding tot in de uiterste
consequentie van dit stelsel, totdat bet met volle
zekerheid en gerustheid kan worden verlaten, ten
gevolge van vredestoestand en onderwerping. Mis
schien is het nog een redmiddel, maar zeker is
het het laatste.
Faalt het, dan zullen wij Atjeh moeten prijs
geven en daarmede ons prestige als koloniale mo
gendheid.
„Wat zullen nu de Atjehers gaan doen
Met die woorden eindigde ik ook mjjne vorige
beschouwing.
Het meest wenschelijke voor ons is, in de gege
ven, benarde omstandigheden, zeker, dat zij ons
niet al te spoedig noodzaken, om „er onder uit
te komen», d. w. z.buiten de linie, want dit
zal in de allereerste plaats het streven worden van
de aanvoerders der oorlogspartij, van de „onver-
zoenlyken» om hen zoo eens te noemen, die wel
weten dat niets ons meer kan afmatten noch meer
van den vrede en de onderwerping van het volk
verwijderen, dan het gaande bonden van den oor
log. Zij zullen de neiging tot toenadering die zich
onder jiet volk mocht openbaren,met hand entand
tegengaan, den algeheelen aftocht der Nederlandefs
voorspellen, wijzende op de nu reeds gedeeltelijk
plaats gehitd hebbende gedwougene en de kam
pongs die tot dusverre met ons medegingen maar
thans in den steek zijn gelaten, ten voorbeeld
stellen.
Onze posten zullen vervolgens i aanhoudend wor
den beschoten en dc bezettingen, by monde of doer
den ossenhoorn, van uabij en cit de verte, worden
uitgescholden en uitgedaagd, evenals dat geschiedde
in '74 toen de hoofdmacht was afgetrokken en de
achterbljjvenden in den Kraton zaten opgesloten.
Dat stelsel van „aanblaffen' zal eerst flink begin
nen, zoodra de voor vertrek aangewezen bataljons,
zijn ingerukt. De Atjehers zyn van ons troepen-
mouvement steeds volkomen op de hoogte, want
by de aankomst en het Vertrek dér booten staan
altyd eenige „bevrienden» die aanteekening houden
van wat er komt en gaat.,
Die toestand kan langen Itjjd zoo blijven voort
duren vooral' wanneer de blokkade eenmaal, wie weet
hoe spoedig reeds, opgeheven» den aanvoer van oor-
logs- en levensbehoeften niet peer bemoeielyktwel
willend aangenomen dat zy dit thans wel doet.
Hoe meer wy on* nn van vtgenblajfen onthouden,
hoe verstandiger dit zal zyn. Wij moeten ons ge
heel onthouden van doellooze jpostengevechten en
munitie-verspilling, door het schieten van de At
jehers minachtend, onbeantwoord lie laten, behoutjens
een enkele granaat om hen hier jen daar uit elkaar
te jagen. Het is zeer jammer dat) het openkappen
en openhonden van de terreinstrofck van 1000 M.
voor de posten, wie weet hoe langeln tyd wel, aan
leiding zal geven tot sohermutselingetn die ons geen
stap verder brengen, maar zoo geheel in de taktiek
vallen der Atjehers. j i
Dit in8prnnend en gevaarlijk werk is echter on
vermijdelijk minder nog met het bog op samen
scholingen des vjjands welke door ^geschutvuur zeer
bemoeielykt, of op aanvallen die fnatuurljjk tooh
afgeslagen zonden worden, dan wel lom zooveel mo
gelijk te beletten dat vijandelijke sotierpsohutters
men denke daarbij vooral aan onze \deserteurs met
Beaumontgeweren gewapend en in bejt gebruik daar
van geoefend zich in het terrein I kunnen neste
len om alles„ neêr te schieten wat zich boven de
palissaden (tfwbentings blootgeeft. Mjpcht de vyand
door onze WMjnbare passieve houdirig, zoo over
moedig worden een aanval op de posten] en een inval
in de stelling te wagen, in navolging van Habib
Abdul Rschmann in Juni '78, dan zauden wij te
feliciteeren zyn. Maar 'daar is weinig kanb op; de Atje
hers weten by ondervinding, dat zij lhat van den
guerillakrjjg moeten hebben en dat wij Uergens méér
in het voordeel zyn, dan tegenover ben in het open
veld. Wy zullen dns niet veel meer kunnen doen
dan bedaard afwachten, en daarbjj moeten dc tijd
en het „prospereeren» der onder ons gezag staande
kampongs onze beste boudgenooten worden. Mis
schien ook nog Toekoe Baïd, als hjj zjjn invloed op
de vyandeljjke hoofden mocht kunnen herwinnen,
maar in dat opzicht ben ik geen optimist, vooral
niet met het oog op de jongste gebeurtenissen. Voor
het oogenblik zie ik in de toekomst nog geen enkel
lichtpunt.
De hoofden der oorlogspartij, die, hetzy uit vader
landsliefde, uit ingekankerden haat tegen ons of uit
eigenbelang, dertien jaren lang waaronder de roem
rijke tijdperken van Pel en Van der Heyden, na
men die zjj zeiven met ontzag noemden halsstarrig
weigerden den nek vrijwillig te buigen, zullen dit
nu stellig niet doen, na de bewijzen van onmacht,
die wij gaven in zake de Tenom-quaestie, de terug
trekking en de onbeteekende blokkade.
Vrees kunnen wjj hun niet meer inboezemen
goud om hen om te koopen, hebben wy niet meer.
De uitgestrekte kusten van Noordeljjk Sumatra zijn
niet zoodanig te blokkeeren, dat de bevolking van
Groot Atjeh, buiten het onbeduidend hoekje wonende
dat wij thans bezetten, kan worden afgesneden van
de buitenwereld. Langs het grootste gedeelte van
den zeekant kan zij toevoer krjjgenhet bezit van
de monding der Atjeh-rivier is dns voor ons nul
en van geener waarde. Wie ziet hier het einde van
den tegenwoordigen toestand Goldt het eene ko
lonisatie, waarbij een stroom van kolonisten vech
tende voorwaarts gaat eo de bevolking gaandeweg
verdrinkt dan was het iets andersmaar onze
occupatie is een zuiver militaire die óns aan in-
spanuing, soldaten en geld nog veel kan kosten,
zonder ons iets verder te brengen.
„Welk een sinistre beschouwing hoor ik u
zeggen? 't Is waar, zy is niet van de vrooljjkste
maar zij drukt mijne en veler overtuiging uit.
Ik zou nu maar willen dat wjj een mhand of
drie verder waren, dat wjj en de Atjehers alweer
eenigzins gewend waren aan den nieuwen staat van
zaken. Vooral wensch ik dit om een einde te zien
aan de voortdurende verliezen, die ons worden toe
gebracht met dat verwenschte terugtrekken der posten
en opmaken vaii het terrein. Die offers vallen zoo
roem- en doelloos.
Een paar dagen geleden vernam ik het verhaal
van het verraad aan den kapitein Vin Rijen ge
pleegd, als een vernieuwd bewijs voor hetgeen ik
zoo dikwyls beweerde, dat de Atjehsche hoofden al
len slecht gezind zjjn tegenover ons en nimmer te
vertrouwen zjjn. Van Rijen wandelt tusschen twee
hoofden op de pasar en wordt daar onverwachts
door het volk neergestoken. Hoe zouden de Atje
hers zoo iets durven wagen, wanneer de hoofden niet
wilden dat bet geschiedde I
Men gaat ten laatste het gevaar verachten dat is
de eenige reden die ik kan vinden voor de onvoor
zichtigheid van den Hinken en onvarsaagdeu gewezen
oommandant Kroëng Raba dat thans ook verla
ten ishoe zoude hij ook anders een vrijgeleide
kuonen aannemen, zooals gezegd wordt dat hij deed,
van zulk een lagen roover en moordenaar als Toekoe
Oemar.
Van al dergelijke sluipmoorden, vooral ook op de
schildwachten, Chineezen, en Koelies, zal men stellig
minder hooren, wanneer binnen kort de afsluiting
der nieuwe linie volkomen zal zijn.
Voor het zoo ver is, hoopt mjjn vrind Toekoe
Bas alias „tang der hoofdwacht" mjj nog al
tijd een avondje bjj zich te zien maar ik zal daar
toch feestelijk voor passen.
Onophoudelijk komt hjj zich beklagen, dat zjjn
kampong door Tenkoe-di-Tirou zal worden uitge
moord, zoodra onze benting daar, zal zyn opgedoekt.
Ik stel hem dan zooveel mogelijk gerust en dan
volgt er in den regel een invitatie om een avondje
„en familie" bjj hem te komen doorbrengen een ge
braden karbouw te helpen opeten, of iets dergelijks.
Erg eenvoudig liet hy laatst op zulk een uitnoodi-
ging volgenMijnheer kan gerust de wacht mee
brengen," 't Is erg beleefd, Toekoe, maar sinds ik
getrouwd ben ga ik nooit zonder myn vrouw uit.'
Ampien.
dosis vergift bevatten. Het parket heeft een nader
onderzoek ingesteld.
De politie te .Brussel heeft op bevel van het parket,
in verschillende speelgoed-winkels een groot aantal
mirlitons in beslag genomen.
De aanleiding ervan was deze versoheidene doc
toren hadden met verbazing bemerkt dat in den
lkatsten tyd tal van vergiftigingen plaats vonden
waarvan steeds jonge kinderen do slachtoffers waren.
Men stelde een onderzoek in welk speelgoed wel
het meest in den smaak der kleinen viel en bemerkte
dat de mirlitons hfk meest waren gewildde politie
dted daarop verscheidene exemplaren inkoopen en
fiet een onderzoek instellen.
Het bleek toen- dat die gekleurde papieren waar
mede de mirlitons beplakt waren een vrjje groote
Het optreden van den president der Kamer,
Brisson, als eersten minister in Frankrjjk, is goed
nieuws. Hjj ik een bekwaam en gematigd man, een
der twee of drie staatslieden die in aanmerking
komen, om den heer Grcvy als president der Re
publiek op te volgen.
Nog slechts vjjftig jaar oud, is hjj in de kracht
van het leren en hjj heeft kans om ten minste een
jaar aan te bljjven, indien hij zjjn ministerie be
ginnen kan door vrede te sluiten met China, wat
niet onwaarschijnlijk is, daar de Franschen niet lan
ger de schadeloosstelling in geld en Formosa eischen,
waarom de oorlog hernieuwd werd.
Is de vrede gesloten, dan zyn het volgende bud
get en de naderende algemeene verkiezing de twee
struikelblokken, want Frankrjjk zal zoo eenige mil-
lioenen te betalen hebben voor zyn oorlog, en het
is een minister niet gemakkelijk het at den leden
zijner partij aangenaam te maken door zjjn invloed
bjj de verkiezingen.
Het eerste optreden van het Miuisterie maakt
een gunstigen indrnkde verklaring, gisteren in
de Kamer voorgelezen, is eenvoudig en flink. De
Kamer nam daarop terstond het krediet aan voor
de Tongkin-onderneming, groot 150 millioen frs.,
makende met de reeds gegeven 50 millioen, juist
200 millioen. Hoogstwaarschijnlijk zal daarvan
echter weinig of geen gebruik worden gemaakt,
want de vredes-preliminairea met China zijn
geteekend en de nieuwe Ministers zijn bedachtzamer
en zullen niet zoo lichtvaardig als vroeger den
oorlog weer voortzetten.
Aangaande de vredeapreliminairen met China
wordt nader meegedeeld, dat Frankrjjk tot de
volledige uitvbering van de overeenkomst de plaatsen
bezet zal houden, thans in zjjn bezitde wapen
schorsing zal 10 dezer een aanvang nemen.
Bismarck is met zjjn gemalin en zijn beide zoons
naar Schönbausen vertrokken hij heeft bij publi
catie bedankt voor de vele bewijzen van deelneming
te veel om op alle persoonlijk te antwoorden hij
verklaart dat de indruk hem zjjn leven lang zal
bijblijven.
De correspondent te Frankfort van den Standard
heeft van een diplomaat vernomen, dat, ofschoon
de gevoelens over den afloop der Russiach-Engelsche
onderhandelingen nogal verdepld zijn, algemeen een
vreedzame oplossing verwacht wordt. Te Berlijn
zjjn twee partjjen aan het werk de militaire en
diplomatieke. De militairen willen natuurlijk dat
Engeland hoe eerder hoe liever het zwaard trekken,
daar Rusland, dat hoogstens 17,000 man beschikbaar
heeft ter bescherming van zijne Aziatische grenzen,
niet bij machte is aan Engeland daar wederstand te
bieden, zoolang niet de Russische spoorwegen vol
tooid en de andere middelen van vervoer gereed zijn.
Daarestegen willen de diplomaten den vrede gehand
haafd zienhet behoud des vredes ochten zjj vol-
sterkt noodzakelijk, want de oorlog tusschen Engeland
en Rusland zou een groote ramp zyn voor geheel
Etropa. Opnieuw wordt verzekerd datde Czaar en
dc minister Vou Giers tegen den oorlog zjjn, en dat
de St.-Petersburg de oorlogspartij niet sterk genoeg
is, om, eren als in 1877 het geval was, der regeering
de handen te binden. Overigens laat Rusland finan-
oieele toestand niet toe dat het een grooten oorlog
onderneme.
Een telegram uit Dongola meldde Zaterdag aan
de Engelsche bladen dat te Merawi soldaten uit
Khartoem aangekomen zjjn met het bericht dat een
deel van zijne troepen in Kordofan den Mahdi
hebben verlaten, en, onder de verklaring dat zjj
nu reeds lang genoeg gediend hadden, en het doel
van den krjjg reeds bereikt was, naar hunne woon
plaatsen terug zijn gegaan. De zegslieden vertelden
tevens dat^de Mahdi de afvalligen achterna gezet
had, maar na een ernstig geveoht waarin bjj groote
verliezen leed, genoopt was onverrichter zake terug
te kceren.
VEILING 8 APRIL.
Een Heerenhuis, Erf en Tuin, in de Crabethstraat
Q no. 223, 4850, k. J. Kortenoerer Jr.
M A R K T B E BltT H T E N.
Granen voor tarwe eer willig. De bests zeeuwsche
tarwe 7.80 a 8.50. Goede en polder 7.
a 7.50. Afwijkende lager. Rogge 6.20 a
6.60 polder en mindere kwaliteit 6.a
5.50 Gerst flauw 5.—, a 6.—; tihevalier
6.50 a 7.—; Haver 3,80 a 4.40. Maïs
platte/ 5.5.40; ronde 6.90 4 6.20. voor het
algemeen weinig handel.
De veemarkt met góeden aanvoer, de handel in
alle soorten traag, vette varkens 24 a 27ot., varkens
voor Londen 20 a 21 ets., magere varkens en biggen
vlug, biggen 0.95 a 1.45 per week schapen
traag te verkoopen.
Aangevoerd 54 partijen kaas.
Eerste kwaliteit 19 a 21.—, tweede kwa
liteit 16 a 18.
Noordhollandsche 16 a 26.
Goeboter 1.00 a 1.10.
Weiboter 0.80 a 0.90.
GEBOREN4 April. Petronell», onder» T. de Hoon en
M. 3. Goedhart. 7. Willeminn, ouder» W. C. Körnmaon
en A. Kruijer. Adriaans Cornelis, ouders P. Tsk en W.
de Mol. 8. Cornelis, ouders A. Snoeü en P. Heiimsn»
OVERLEDEN 6 April. C. van der Linden, 11 ni.
8. M. Schaap, 9 m. 9. P. Hopkopcr, 52 j.
GEHUWD: 8 April. A. Offers en W. Hazebroek.
Bevallen van een Meisje,
Gouda, 8 April 1885.
T. E. PINO-Cools.
Voor Gouda biedt zich aan, tegen 1 MEI
a. s. een
van buiten de stad, van goede getuigen voor
zien en P. G. als KEUKEN-, WERK- of
MEID-ALLEEN. Brieven franco lett. V., aan
het Hulppostkantoor te Haastrecht.
By de op 2 April 11. gehouden verkiezingen
van Hoofdingelanden en Hoofdinge
land-Plaatsvervanger» zyn gekozen
in het 4" district tot Hoofdingeland de Heer
H. F. B ULTM.AN, in de plaats van wylen
Mr. J. P. AMERSFOORDT, die zyne betrek
king had nedergelegd
in het 8" district de periodiek aftredende
Heeren J. J. HUYNSTEE als Hoofdinge
land en A. STRAATHOF als Hoofdinge
land-Plaatsvervanger
in het 9* district de periodiek aftredende
Heeren A. OOSTHOEK als Hoofdingeland
en M. C. J. van der WEYDEN als
Hoofdingeland-Plaatsvervanger
in het 13" district tot Hoofdingeland de Heer
W. BOS en tot Hoofdingeland-Plaatsvervan
ger de Heer P. J. van der POEL, res-
pectivelyk ter vervanging van de Heeren E.
ZIRKZEE en J. dk GRAAF, die periodiek
moeten aftreden op 1°. Juni a. s.
DIJKGRAAF en HOOGHEEMRADEN van
RIJNLAND brengen bij deze ter kennis van
belanghebbenden
1°. dat de voorloopig opgenomen rekening
over- het dienstjaar 1884 op de Secretarie
van het Hoogheemraadschap ter inzage van
het algemeen Zal worden nedergelegd, van
den 7dt° tot den 21"" April a. s., van des
morgens 10 tot des namiddags 2 ure, en
aldaar tegen 15 cents voor elk exemplaar
verkrygbaar zal zyn;
2°. dat de ingelanden, volgens^ art. 165 van
het reglement van 6 July 1857 Staatsblad
n°. 90) hunne bezwaren tegen deze rekening
binnen acht dagen nadat die ter visie heeft
gelegen, en dus vóór 28 April, aan de Ver-
eenigde Vergadering moeten hebben inge
zonden;
3°. dat de Vereenigde Vergadering op Woens
dag 29 April in het openbaar zal overgaan
tot de behandeling van bovenbedoelde reke
ning.