Bulteolandscb Overzicht ADVERTENTIÉN. L£EID Afloop van Openbare Verkoopingen van Onroerende Goederen. Gouda, 9 April 1885. Burgerlijken Staan. 1 uitgaven 705.6?'/,, ontvangsten 298.60, na- deelig saldo 406,85'/»Chr. «obool te Halle, uitgaven 2,611.11'/». oateangaten 2,569.60, aadeelig saldo 51.61'/». Deaer dagen hebben wij gemeld, dat in eene vergadering van de afdeeling Haarlem en omstreken der lNederlandsohe Maatschappij tot bevordering der geneeskunst', door eenige leden mededeeling waa gedaan van verscheidene gevallen van vergifti ging, onder welke twee met doodeljjken afloop, die in den laatsten tjjd voorgekomen waren door bet gebrnik van Haarlemmer olio. De Redactie van het Maandblad der Vereeniging tegen de kwakzal verij heeft den seoretaris van de afdeeling om eenige nadere mededeelingen over de voorgekomen vergif- tingen versocht. Het haar toegeionden antwoord van dr. Van Linden v. d. Henvell luidt In hoofd taak als volgt ,In de vorige maand practiseerde ik in een getin, waar plotseling 3 kinderen tegelyk door eene hevige uierontsteking werden aangetast. Het gelijktijdig siek worden der kinderen aan deselfde ziekte wekte myn bevreemding op, daar ik roodvonk (too dikwyls oorzaak van nephritis) kon uitsluiten, aangezien ik reeds 14 dagen dagelijks in hnis kwam voor eene andere patient, en er in den laatsten tyd vóór dien datum volstrekt geen sieken geweest waren. Dat we hier met eene vergiftiging te doen hadden, atond by my vastden aard kon ik echter niet ontdekken met geverfd speelgoed hadden de kinderen niet gespeeld, geen gekleurd suikergoed gegeten ent. Het drinkwater liet ik ehemisch ondertoeken, ook met negaiief resultaat. Eindelyk kwam ik op de idee, of hier de Haar lemmer olie somt in het spel kon tijn. En wat bleek nu? Dat de kinderen geregeld dat venyn gebruikten. Een der patientjes, een lieve jongen van 4 jaar, besweek aan de siektede twee anderen mocht ik gisteren getond verlaten. (Hierdoor wakker gesohnd, was ik natuurlijk er op nit, of ik nog meer gegevens kon verzamelen, om nogmaals officieel tegen dat volksmiddel te waarschuwenen werkelyk constateerde ik nog twee gevallen, die beide nog onder behandeling zyn de eene patient is een meisje van 3 jaar (nichtje van de drie anderen), en het tweede geval betreft een arme patient 6 jaar oud beiden hoop ik echter tullen nog herstellen. „Ik meende dit in de vergadering van geneeskun. digen te moeten mededeelen die vergadering was toevallig niet best bezocht, slechts IQ leden waren tegenwoordig, maar van die tien deelden vijf leden gevallen mee ter illustratie van de mijne. Eén geval verliep ook doodelyk. Er werd gesproken (inclusief rayne mededeeling) over 12 gevallen in de laatste. 18 maanden voorgekomen, terwjjl twee andere collega's getuigden ook verscheidene gevallen geconstateerd te hebben. „Men ziek dus dat de Haarlemmers het op prijs stellen, dat too'n kostbaar product naar hunne stad genoemd wordt. Wjj waarschuwen de meuschen, maar tal het 'baten P Volgens mijn idéé is er maar één afdoend mifldel, nl. de fabrikanten en verkoopers van dit vuile goed streng te straffen en hunne heele fabricage in beslag te nemen.» Dé arrond.-reohtbank te 'sGravenbage heeft Dinsdag het «rsoek van de Nederl. Maatschappij voor Elec- triciteit en Metallurgie aldaar, tot faillietverklaring van de Exploitatie-Maatschappij van den Fransehen Schouwburg, op grond dat dete hare schuldpligtig- heid ontkent, afgeweten. De reohtbank te Maastrioht heeft rechtsingang met betel tot aanhouding verléend tegen de beide Duitechers, die te Vaals een persoon ergerlijk mis handelden en getracht hebben .hem met geweld naar Aken te vervoeren. Omtrent dete taak verneemt men nader, dat zy tich over hun arrestatie hebben beklaagd by de Duitsche Hegeefing en dat deze door haar geiantschap alhier inlichtingen aan onze Kegeering heeft vertocht. Dete laatste heeft tich hierop lot hel parket te Maastricht gewend, dat onmiddellijk alle op de taak betrekking hebbende stukken heeft overgezonden. Men verwacht nn, dat dl Dnitsche Kegeering, na kennisneming van de feiten, aan het recht tjjn loop tal laten en niet intervenieerep ten behoeve van per sonen, die tich niet hebben ontiien om op ons grond gebied poging tot menschenroof te plegen. Door drie leden van den Gefbeenteraad van Alblasser- dara is eet) voorstel ingediend tot vermindering deton- derwijterstraktementen van 650 op 50Q als minimum, welk minimum op voorstel van de school commissie tal kunnen verhoogd worden tot 600 en voor onderwijzers met de hoofdakte tot 650. Het doel is, bij eventueele vacature te komen tot een vermindering van personeel, daar tich- dan wei geen sollicitanten tullen aanmelden. In een artikel met het opschrift „Aooijns of debietregt» betoogt prof. A. Beaujon in de Amster- dammer, dat eene tabaksbelasting, niet een tabaks- aooyns, in Nederland op hare plaats is; immers de laatste niet, indien de heffing daarvan „bjj den oorsprong» voor den handel in en de fabricage van tabak verderfelijk zou wezen. Overmatige aocjjnsdruk op eprste levensbehoeften bestaat hier sinds de afsohaffiug van de belastingen op brandstoffen, gemaal en varkensvleesoh t. i. niet meer. Doch er wordt dan toch nog van eerste levensbehoeften accjjns betaald (sout, azijn en suiker, soo men wil), en dit heeft stellig veel tegen. Men is, wil men de ruimte van middelen winnen ter afschaffing of vermindering van die accynscn, wel gedwongen het elders te toeken. En by dat toeken vindt men al teer spoedig de tabak als belastingobjeot, en die vondst is geene kwade. Jeneverdrinken is eene (dikwyls schadelijke) weelde- consumptie. Is het met de tabak anders, behalve in zoover als overdadig rooken lang zoo nadeelig niet is als overdadig drinken? En ons volk rookt overdadig; de heer B. meent het in het Staatkundig en Staathuishoudkundig Jaarboekje voor 1884 (Mengel werk) te hebben aangetoond. Zegt men nu: dat rooken voor den werkman eene levensbehoefte is, dan ontzegt mr. B. aan elk het recht, dr. Schaepman te betwisten, dat twee borrels eene levensbehoefte syn. Beiden zyn genietingen, waaraan ons volk zich min of meer te buiten gaat. Maar zou men minder rooken by eene matige tabaksbelasting? En al kwam er eene kleine daling in de consumptie, zou dat nu voor tabaksbouw, handel en fabricage zulk een slag wezen? Dit is dan ook by deze geheele beweging de kwestie niet De kwestie is, of het mogelijk tal bljjken te zyn, de belasting zóó in te richten, dat zjj drie belangrijke takken van volksbedryf niet schaadt door hare heffingswyk. Een debietrecht, waarvan de handel geen overlast hoegenaamd heeft, is mogelijk; getuige het „vergunningsrecht» der tappers. In een debiet recht op tabak steken zeker moeijeljjkheden; zy deden de Begeering, bljjkens hare verklaring by het avant- projet, voor deze heffingewijs terugdeinzen. Vele kleide winkeliertjes in sigaren en tabak zouden er denkelijk onder doorgaan. Maar is nu werkelyk een overwegend bezwaar de vrees voor opoffering van een zeker aantal individuen uit dien buitenge woon onsympathieken en onnHtten stand, die te veel zelfgevoel bezit om winkelbediende te zijn of te blyven, en te weinig kennis, of activiteit, of kapitaal, of alle dria om eene winkelaffaire te doen bloeijen? Wat mr. B. het meest aantrekt in een debiet recht op tabak (met verbod aan den groothandel om af te leveren anders dan aan winkeliers met ver gunning, en verbod van invoer door anderen dan handelaars) is de omstandigheid, dat de debitanten het in hunne hand zouden hebben, de incidence de V impót zelf te regelen. Git de prysverhooging der duurdere sigaren en fijnere tabaksoorten in den winkel kon de belasting van het voor velen onschend bare pijpje tabak van den werkman wel mee worden gevonden. Zeer zeker zou de winkelier de belasting altyd daar verhalen, waar de belasting het best, het meest ongemerkt gedragen werd. Wat de controle betreft, van Rijkswege zou die altyd,, moeieljjk en kostbaar zijn. Maar kan men de tabaksbelasting niet aan de gemeenten geren in ruil voor een equivaleerend deel der opbrengst van het per soneel liet is mogeTjjk, dat in dete richting iets te doen valt. Mr. B. wil volstrekt niet volhouden, dat de tabaks belasting op deze wijs zonder overwegend bezwaar zou ie regelen zyn. Ook by dit stelsel kunnen zich moeie- lijkheden voordoen, die evenzeer overwegend blijken te wezen als de bezwaren der groothandelaren en fabri kanten tegen den accyns. Maar dat dit by een debiet recht per se het geval zou wezen, ia nog niet bewezen. Het publiek althans heeft zich met de kwestie van een debietrecht op tabak nog niet noemenswaard bemoeid en over die kwestie bljjft nog veel licht te verspreiden. Te Rome is den 16den Maart doctor Pietro Ripari, uil Cremona, in den ouderdom van 86 jaren gestorven. Hij begeleidde generaal Garibaldi op al diens veldtochten en had, voor 1848 jaren achtereen in de Pauselijke gevangenissen te Paliano en Civita Castellans doorgebracht wegens deelneming aan ver schillende samenzweringen tegen de Pauselijke ke geering. In 1849 'nam hjj deel aan de verdediging van Rome tegen de Franschen daar hjj bij die gele genheid de gekwetsten verpleegde en die ook niet wilde verlaten, toen de vyand de stad had inge nomen, werd hy opnieuw in de gevangenis geworpen, waaruit hy eerst in 1856 ontslagen werd. Tot 1859 woonde Ripari in ballingschap te Londen, en trok toen, niettegenstaande zijn zestigjarigeu leeftyd als geneesheer met Garibaldi naar Sicijië. t Na de afkondiging van het Koninkrijk had hy vele jaren sitting in het Parlement waarin hy tot de uiterste linkerzijde behoorde. Te Rome was de oude man met den witten baard, die tot aan zyn dood toe flink en krachtig bleef, algemeen bekend. Het Handbl. bevat den volgenden brief uit Atjeh Februari 1885. Waarde Redacteur, Wat men ook moge zeggen van het aangenomen stelsel der geconcentreerde positie, waartoe men nu toch eenmaal is overgegaan, het heeft ontegenzeg gelijk een voordeel, nl.dat dit nu ten minite eindelyk eens duidelijk maakt teat wij willen. Wy willen ons bepalen tot het bezetten en vast houden van het terrein tusschen de zee en de nieuwe postendaar zal dan niet meer zooveel bezetting zynwy zullen eene defensief afwachtende houding handhaven en deze slechts tjjdeljjk laten varen voor agressief optreden, wanneer gebiedende noodzakelijkheid dit vordert, maar zonder van positie te veranderen. Ziedaar althans iets positiefs. Onze toekomst op Atjeh s'il y en a I ligt thans in de volharding tot in de uiterste consequentie van dit stelsel, totdat bet met volle zekerheid en gerustheid kan worden verlaten, ten gevolge van vredestoestand en onderwerping. Mis schien is het nog een redmiddel, maar zeker is het het laatste. Faalt het, dan zullen wij Atjeh moeten prijs geven en daarmede ons prestige als koloniale mo gendheid. „Wat zullen nu de Atjehers gaan doen Met die woorden eindigde ik ook mjjne vorige beschouwing. Het meest wenschelijke voor ons is, in de gege ven, benarde omstandigheden, zeker, dat zij ons niet al te spoedig noodzaken, om „er onder uit te komen», d. w. z.buiten de linie, want dit zal in de allereerste plaats het streven worden van de aanvoerders der oorlogspartij, van de „onver- zoenlyken» om hen zoo eens te noemen, die wel weten dat niets ons meer kan afmatten noch meer van den vrede en de onderwerping van het volk verwijderen, dan het gaande bonden van den oor log. Zij zullen de neiging tot toenadering die zich onder jiet volk mocht openbaren,met hand entand tegengaan, den algeheelen aftocht der Nederlandefs voorspellen, wijzende op de nu reeds gedeeltelijk plaats gehitd hebbende gedwougene en de kam pongs die tot dusverre met ons medegingen maar thans in den steek zijn gelaten, ten voorbeeld stellen. Onze posten zullen vervolgens i aanhoudend wor den beschoten en dc bezettingen, by monde of doer den ossenhoorn, van uabij en cit de verte, worden uitgescholden en uitgedaagd, evenals dat geschiedde in '74 toen de hoofdmacht was afgetrokken en de achterbljjvenden in den Kraton zaten opgesloten. Dat stelsel van „aanblaffen' zal eerst flink begin nen, zoodra de voor vertrek aangewezen bataljons, zijn ingerukt. De Atjehers zyn van ons troepen- mouvement steeds volkomen op de hoogte, want by de aankomst en het Vertrek dér booten staan altyd eenige „bevrienden» die aanteekening houden van wat er komt en gaat., Die toestand kan langen Itjjd zoo blijven voort duren vooral' wanneer de blokkade eenmaal, wie weet hoe spoedig reeds, opgeheven» den aanvoer van oor- logs- en levensbehoeften niet peer bemoeielyktwel willend aangenomen dat zy dit thans wel doet. Hoe meer wy on* nn van vtgenblajfen onthouden, hoe verstandiger dit zal zyn. Wij moeten ons ge heel onthouden van doellooze jpostengevechten en munitie-verspilling, door het schieten van de At jehers minachtend, onbeantwoord lie laten, behoutjens een enkele granaat om hen hier jen daar uit elkaar te jagen. Het is zeer jammer dat) het openkappen en openhonden van de terreinstrofck van 1000 M. voor de posten, wie weet hoe langeln tyd wel, aan leiding zal geven tot sohermutselingetn die ons geen stap verder brengen, maar zoo geheel in de taktiek vallen der Atjehers. j i Dit in8prnnend en gevaarlijk werk is echter on vermijdelijk minder nog met het bog op samen scholingen des vjjands welke door ^geschutvuur zeer bemoeielykt, of op aanvallen die fnatuurljjk tooh afgeslagen zonden worden, dan wel lom zooveel mo gelijk te beletten dat vijandelijke sotierpsohutters men denke daarbij vooral aan onze \deserteurs met Beaumontgeweren gewapend en in bejt gebruik daar van geoefend zich in het terrein I kunnen neste len om alles„ neêr te schieten wat zich boven de palissaden (tfwbentings blootgeeft. Mjpcht de vyand door onze WMjnbare passieve houdirig, zoo over moedig worden een aanval op de posten] en een inval in de stelling te wagen, in navolging van Habib Abdul Rschmann in Juni '78, dan zauden wij te feliciteeren zyn. Maar 'daar is weinig kanb op; de Atje hers weten by ondervinding, dat zij lhat van den guerillakrjjg moeten hebben en dat wij Uergens méér in het voordeel zyn, dan tegenover ben in het open veld. Wy zullen dns niet veel meer kunnen doen dan bedaard afwachten, en daarbjj moeten dc tijd en het „prospereeren» der onder ons gezag staande kampongs onze beste boudgenooten worden. Mis schien ook nog Toekoe Baïd, als hjj zjjn invloed op de vyandeljjke hoofden mocht kunnen herwinnen, maar in dat opzicht ben ik geen optimist, vooral niet met het oog op de jongste gebeurtenissen. Voor het oogenblik zie ik in de toekomst nog geen enkel lichtpunt. De hoofden der oorlogspartij, die, hetzy uit vader landsliefde, uit ingekankerden haat tegen ons of uit eigenbelang, dertien jaren lang waaronder de roem rijke tijdperken van Pel en Van der Heyden, na men die zjj zeiven met ontzag noemden halsstarrig weigerden den nek vrijwillig te buigen, zullen dit nu stellig niet doen, na de bewijzen van onmacht, die wij gaven in zake de Tenom-quaestie, de terug trekking en de onbeteekende blokkade. Vrees kunnen wjj hun niet meer inboezemen goud om hen om te koopen, hebben wy niet meer. De uitgestrekte kusten van Noordeljjk Sumatra zijn niet zoodanig te blokkeeren, dat de bevolking van Groot Atjeh, buiten het onbeduidend hoekje wonende dat wij thans bezetten, kan worden afgesneden van de buitenwereld. Langs het grootste gedeelte van den zeekant kan zij toevoer krjjgenhet bezit van de monding der Atjeh-rivier is dns voor ons nul en van geener waarde. Wie ziet hier het einde van den tegenwoordigen toestand Goldt het eene ko lonisatie, waarbij een stroom van kolonisten vech tende voorwaarts gaat eo de bevolking gaandeweg verdrinkt dan was het iets andersmaar onze occupatie is een zuiver militaire die óns aan in- spanuing, soldaten en geld nog veel kan kosten, zonder ons iets verder te brengen. „Welk een sinistre beschouwing hoor ik u zeggen? 't Is waar, zy is niet van de vrooljjkste maar zij drukt mijne en veler overtuiging uit. Ik zou nu maar willen dat wjj een mhand of drie verder waren, dat wjj en de Atjehers alweer eenigzins gewend waren aan den nieuwen staat van zaken. Vooral wensch ik dit om een einde te zien aan de voortdurende verliezen, die ons worden toe gebracht met dat verwenschte terugtrekken der posten en opmaken vaii het terrein. Die offers vallen zoo roem- en doelloos. Een paar dagen geleden vernam ik het verhaal van het verraad aan den kapitein Vin Rijen ge pleegd, als een vernieuwd bewijs voor hetgeen ik zoo dikwyls beweerde, dat de Atjehsche hoofden al len slecht gezind zjjn tegenover ons en nimmer te vertrouwen zjjn. Van Rijen wandelt tusschen twee hoofden op de pasar en wordt daar onverwachts door het volk neergestoken. Hoe zouden de Atje hers zoo iets durven wagen, wanneer de hoofden niet wilden dat bet geschiedde I Men gaat ten laatste het gevaar verachten dat is de eenige reden die ik kan vinden voor de onvoor zichtigheid van den Hinken en onvarsaagdeu gewezen oommandant Kroëng Raba dat thans ook verla ten ishoe zoude hij ook anders een vrijgeleide kuonen aannemen, zooals gezegd wordt dat hij deed, van zulk een lagen roover en moordenaar als Toekoe Oemar. Van al dergelijke sluipmoorden, vooral ook op de schildwachten, Chineezen, en Koelies, zal men stellig minder hooren, wanneer binnen kort de afsluiting der nieuwe linie volkomen zal zijn. Voor het zoo ver is, hoopt mjjn vrind Toekoe Bas alias „tang der hoofdwacht" mjj nog al tijd een avondje bjj zich te zien maar ik zal daar toch feestelijk voor passen. Onophoudelijk komt hjj zich beklagen, dat zjjn kampong door Tenkoe-di-Tirou zal worden uitge moord, zoodra onze benting daar, zal zyn opgedoekt. Ik stel hem dan zooveel mogelijk gerust en dan volgt er in den regel een invitatie om een avondje „en familie" bjj hem te komen doorbrengen een ge braden karbouw te helpen opeten, of iets dergelijks. Erg eenvoudig liet hy laatst op zulk een uitnoodi- ging volgenMijnheer kan gerust de wacht mee brengen," 't Is erg beleefd, Toekoe, maar sinds ik getrouwd ben ga ik nooit zonder myn vrouw uit.' Ampien. dosis vergift bevatten. Het parket heeft een nader onderzoek ingesteld. De politie te .Brussel heeft op bevel van het parket, in verschillende speelgoed-winkels een groot aantal mirlitons in beslag genomen. De aanleiding ervan was deze versoheidene doc toren hadden met verbazing bemerkt dat in den lkatsten tyd tal van vergiftigingen plaats vonden waarvan steeds jonge kinderen do slachtoffers waren. Men stelde een onderzoek in welk speelgoed wel het meest in den smaak der kleinen viel en bemerkte dat de mirlitons hfk meest waren gewildde politie dted daarop verscheidene exemplaren inkoopen en fiet een onderzoek instellen. Het bleek toen- dat die gekleurde papieren waar mede de mirlitons beplakt waren een vrjje groote Het optreden van den president der Kamer, Brisson, als eersten minister in Frankrjjk, is goed nieuws. Hjj ik een bekwaam en gematigd man, een der twee of drie staatslieden die in aanmerking komen, om den heer Grcvy als president der Re publiek op te volgen. Nog slechts vjjftig jaar oud, is hjj in de kracht van het leren en hjj heeft kans om ten minste een jaar aan te bljjven, indien hij zjjn ministerie be ginnen kan door vrede te sluiten met China, wat niet onwaarschijnlijk is, daar de Franschen niet lan ger de schadeloosstelling in geld en Formosa eischen, waarom de oorlog hernieuwd werd. Is de vrede gesloten, dan zyn het volgende bud get en de naderende algemeene verkiezing de twee struikelblokken, want Frankrjjk zal zoo eenige mil- lioenen te betalen hebben voor zyn oorlog, en het is een minister niet gemakkelijk het at den leden zijner partij aangenaam te maken door zjjn invloed bjj de verkiezingen. Het eerste optreden van het Miuisterie maakt een gunstigen indrnkde verklaring, gisteren in de Kamer voorgelezen, is eenvoudig en flink. De Kamer nam daarop terstond het krediet aan voor de Tongkin-onderneming, groot 150 millioen frs., makende met de reeds gegeven 50 millioen, juist 200 millioen. Hoogstwaarschijnlijk zal daarvan echter weinig of geen gebruik worden gemaakt, want de vredes-preliminairea met China zijn geteekend en de nieuwe Ministers zijn bedachtzamer en zullen niet zoo lichtvaardig als vroeger den oorlog weer voortzetten. Aangaande de vredeapreliminairen met China wordt nader meegedeeld, dat Frankrjjk tot de volledige uitvbering van de overeenkomst de plaatsen bezet zal houden, thans in zjjn bezitde wapen schorsing zal 10 dezer een aanvang nemen. Bismarck is met zjjn gemalin en zijn beide zoons naar Schönbausen vertrokken hij heeft bij publi catie bedankt voor de vele bewijzen van deelneming te veel om op alle persoonlijk te antwoorden hij verklaart dat de indruk hem zjjn leven lang zal bijblijven. De correspondent te Frankfort van den Standard heeft van een diplomaat vernomen, dat, ofschoon de gevoelens over den afloop der Russiach-Engelsche onderhandelingen nogal verdepld zijn, algemeen een vreedzame oplossing verwacht wordt. Te Berlijn zjjn twee partjjen aan het werk de militaire en diplomatieke. De militairen willen natuurlijk dat Engeland hoe eerder hoe liever het zwaard trekken, daar Rusland, dat hoogstens 17,000 man beschikbaar heeft ter bescherming van zijne Aziatische grenzen, niet bij machte is aan Engeland daar wederstand te bieden, zoolang niet de Russische spoorwegen vol tooid en de andere middelen van vervoer gereed zijn. Daarestegen willen de diplomaten den vrede gehand haafd zienhet behoud des vredes ochten zjj vol- sterkt noodzakelijk, want de oorlog tusschen Engeland en Rusland zou een groote ramp zyn voor geheel Etropa. Opnieuw wordt verzekerd datde Czaar en dc minister Vou Giers tegen den oorlog zjjn, en dat de St.-Petersburg de oorlogspartij niet sterk genoeg is, om, eren als in 1877 het geval was, der regeering de handen te binden. Overigens laat Rusland finan- oieele toestand niet toe dat het een grooten oorlog onderneme. Een telegram uit Dongola meldde Zaterdag aan de Engelsche bladen dat te Merawi soldaten uit Khartoem aangekomen zjjn met het bericht dat een deel van zijne troepen in Kordofan den Mahdi hebben verlaten, en, onder de verklaring dat zjj nu reeds lang genoeg gediend hadden, en het doel van den krjjg reeds bereikt was, naar hunne woon plaatsen terug zijn gegaan. De zegslieden vertelden tevens dat^de Mahdi de afvalligen achterna gezet had, maar na een ernstig geveoht waarin bjj groote verliezen leed, genoopt was onverrichter zake terug te kceren. VEILING 8 APRIL. Een Heerenhuis, Erf en Tuin, in de Crabethstraat Q no. 223, 4850, k. J. Kortenoerer Jr. M A R K T B E BltT H T E N. Granen voor tarwe eer willig. De bests zeeuwsche tarwe 7.80 a 8.50. Goede en polder 7. a 7.50. Afwijkende lager. Rogge 6.20 a 6.60 polder en mindere kwaliteit 6.a 5.50 Gerst flauw 5.—, a 6.—; tihevalier 6.50 a 7.—; Haver 3,80 a 4.40. Maïs platte/ 5.5.40; ronde 6.90 4 6.20. voor het algemeen weinig handel. De veemarkt met góeden aanvoer, de handel in alle soorten traag, vette varkens 24 a 27ot., varkens voor Londen 20 a 21 ets., magere varkens en biggen vlug, biggen 0.95 a 1.45 per week schapen traag te verkoopen. Aangevoerd 54 partijen kaas. Eerste kwaliteit 19 a 21.—, tweede kwa liteit 16 a 18. Noordhollandsche 16 a 26. Goeboter 1.00 a 1.10. Weiboter 0.80 a 0.90. GEBOREN4 April. Petronell», onder» T. de Hoon en M. 3. Goedhart. 7. Willeminn, ouder» W. C. Körnmaon en A. Kruijer. Adriaans Cornelis, ouders P. Tsk en W. de Mol. 8. Cornelis, ouders A. Snoeü en P. Heiimsn» OVERLEDEN 6 April. C. van der Linden, 11 ni. 8. M. Schaap, 9 m. 9. P. Hopkopcr, 52 j. GEHUWD: 8 April. A. Offers en W. Hazebroek. Bevallen van een Meisje, Gouda, 8 April 1885. T. E. PINO-Cools. Voor Gouda biedt zich aan, tegen 1 MEI a. s. een van buiten de stad, van goede getuigen voor zien en P. G. als KEUKEN-, WERK- of MEID-ALLEEN. Brieven franco lett. V., aan het Hulppostkantoor te Haastrecht. By de op 2 April 11. gehouden verkiezingen van Hoofdingelanden en Hoofdinge land-Plaatsvervanger» zyn gekozen in het 4" district tot Hoofdingeland de Heer H. F. B ULTM.AN, in de plaats van wylen Mr. J. P. AMERSFOORDT, die zyne betrek king had nedergelegd in het 8" district de periodiek aftredende Heeren J. J. HUYNSTEE als Hoofdinge land en A. STRAATHOF als Hoofdinge land-Plaatsvervanger in het 9* district de periodiek aftredende Heeren A. OOSTHOEK als Hoofdingeland en M. C. J. van der WEYDEN als Hoofdingeland-Plaatsvervanger in het 13" district tot Hoofdingeland de Heer W. BOS en tot Hoofdingeland-Plaatsvervan ger de Heer P. J. van der POEL, res- pectivelyk ter vervanging van de Heeren E. ZIRKZEE en J. dk GRAAF, die periodiek moeten aftreden op 1°. Juni a. s. DIJKGRAAF en HOOGHEEMRADEN van RIJNLAND brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden 1°. dat de voorloopig opgenomen rekening over- het dienstjaar 1884 op de Secretarie van het Hoogheemraadschap ter inzage van het algemeen Zal worden nedergelegd, van den 7dt° tot den 21"" April a. s., van des morgens 10 tot des namiddags 2 ure, en aldaar tegen 15 cents voor elk exemplaar verkrygbaar zal zyn; 2°. dat de ingelanden, volgens^ art. 165 van het reglement van 6 July 1857 Staatsblad n°. 90) hunne bezwaren tegen deze rekening binnen acht dagen nadat die ter visie heeft gelegen, en dus vóór 28 April, aan de Ver- eenigde Vergadering moeten hebben inge zonden; 3°. dat de Vereenigde Vergadering op Woens dag 29 April in het openbaar zal overgaan tot de behandeling van bovenbedoelde reke ning.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 2