I
I
il:
rE,
1'
IZEN,
1885.
0-oticl.a.
J
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1
9
nd
BINNENLAND.
N’° 3223.
f
ICHT
TIER
I
I
urik, Jr.
Li
BS
I tl
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave
0.50.
I
I
t te
van
leu Dinsdag
uur en op
rmiddags 10
handelaren
are gunstig
LUB hebben
lorwaarden
laatst, aan-
oofd-Depot
te Utrecht.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prjjs per drie maanden is 1.25
franco per post 1.50.
r.o meer
den Ned. Rbyn-
APRIL 1885,
«Kunstmin»
JEN,
LLEÏÏ
constructie,
ELS,
ilaards,
uishoudelgk
Gouda en
Co., Boek-
odellen ter
information
3MAN,
Tien de weg,
STIJN,
lauwstraat.
siaü Zn.
KADE.
tAN.
Kurvers.
aar keuken.
Bom.
?LAND
Bouthoorn
s Wilde.
i\ Brinkel.
JWEN.
weg geraakte,
haar dochter door
keurig geschetst en
L-waa8>
3 Gouda.
AD VERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
GOUDSCHE COURANT.
GOVDA. 16 April 1885.
VERGADERING VAN BEN GEMEENTERAAD.
Vrijdag den 17 April 1885, de. namiddags ten
1 ure.
Aan de orde
Het roontel tot wytiging der begrooting voor
de dd. Schutterij, dienst 1884.
De vooratellen tot wijtiging der Gemeente-Be-
grooting, dienat 1884.
Het Kohier der Plaataelijlce directe belasting op
de inkomsten, dienst 1885.
Het roontel betreffende eene rermeerdering der
gaslantaarns .oor de straatverlichting.
Het voontel betreffende het aanbrengen
palen in de Gouwe by de brng van
spoorweg.
De leden ran bet Departement ’s-Gravenhage
der Ned. Maatschappij t. b. van Nijverheid zullen
Woensdag 22 April een bezoek brengen aan de
Stearine kaarsenfabriek alhier.
er toch goed uit.
wezen als ik „in mijn
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschgnt.
Afzouderljjke Nommers VIJF CENTEN.
n Magazijn
een ruime
?EN
van eenige werkzaamheden op de boerderij zijns vaders
te water te geraken en te verdrinken.
In zyn antwoord op het Voort. Verslag der Eerste
Kamer over zijne begrooting deelt de Minister van
financiën mede, dat de adviezen van de Kamers van
koophandel en fabrieken, ontvangen omtrent den voor
genomen tabaksaccijns, de Regeering tot de overtui
ging hebben geleid dat het voorshands raadzaam is
dergelijke belasting niet in te voeren.
„Mevrouw Kleine thuis" is de titel van een aardig
schetsje van de hand dea heeren J. H Róssing, secretaris
van het Neder lands ch Tooneel, voorkomende in het
laatste nr. van „de Lantaarn", dat zeker voor allen,
die^Mev. Kleine alleen als actrice kennen, een wel
kome lectuur zal zijn,
Het luidt aldus
De trein, die ’s winters morgens ongeveer te tien
uur van bet Rijnspoorwegstwtion te Hage vertrekt
is Woensdags en Zaterdags voller dan gewoonlyk.
De artisten der Amsterdamsche afdeeling van de
Koninklijke Vereeniging: Het Nederlandsch Tooneel
keeren dan weder naar de stad hunner inwoning. Er
heerscht op het perron een bizondere drukte en leven
digheid, die afneemt naar mate de tijd tot afluiden
nadert. Kort daarvoor ziet men een bejaarde dame
driftig en gejaagd aankomen; achter haar een kittig
wijfje met een onveranderlijke opgeruimdheid, een
glimlach op het gelaat, beladen en belast met mandjes
en doozen, en een onafscheidelijke parapluie, het is
Mevrouw Kleine met haar kleedster, Antje Bran-
ten. De stationchef geelt een wenk, dat het nog tijd
is, en gerustgesteld gaan beiden kalmer naar de wagon.
Vele handen worden uitgestoken om de oude dame te
helpen en mandjes en bagage in ontvangst te nemen.
Mevrouw Kleine kalmeert van hare overhaasting.
„Dag, kinderen I
„Dag Mevrouw, hoe gaat het?
„Och slecht, zwakkies.
Z/Kom, Mevrouwtje, u ziet
wJa, maar ik zal toch blij
huisje" ben.
Er wordt afgeluid. De trein vertrekt. Nauw is hij
in beweging of het gezicht van Mevrouw Kleine
klaart op, haar sprekend gelaat tintelt van geest, zij
raakt aan het praten, ieder luistert, zij praat door,
altijd dour, vertelt uit haar veelbewogen leven, van
het tooneel in vroegeren tijd en voordat iemand er
om denkt is Amsterdam bereikt Mevrouw Kleine
slaakt de blijde verzuchting .- //Goddank, dat ik weer
naar //mijn huisje" ga Een ieder beijvert zich om
haar uit den trein te helpen en naar baar rijtuig te
brengen, de onafscheidelijke gezellin achteraan.
In weinig tijds is zij in «haar huisje", ontvangen en
opgewacht door vriendelijke gezichten en bereidvaar
dige handen. Weldra zit zij in haar makkelijken stoel
in de tuinkamer te genieten van de zoo welverdiende
rust. Met welgevallen staart zij naar haar tuin, die
een keur van planten en schoone bloemen bevat en op
de meeste Amsterdamsche tuinen een gunstige Uitzon
dering maakt. Geheel op haar gemak gekomen, gaat
zij haar brieven lezen en beantwoorden, voor haar
kostuum zorgen, en zich onledig houden met huis
houdelijke zaken; ze loopt van de eene kamer ip de
andere, en laat over alles haar oog gaan, de meiden
zorgen dat er niets te zeggen valt, want Mevrouw is
heel precies, ze kan geen stofje zien. Dan is zy, die
op het tooneel een Koningin kan zijn, het beeld van
een degelijke, echt Oud-Hollandsche huisvrouw.
De heer Justus van Maurik Jr. hield gisteren
de aangekondigde voordracht in de zaal //Kunstmin"
in tegenwoordigheid van een talrijk publiek. Hij
droeg allereerst een onuitgegeven schets voor get.
Oude Sientje, dat de naam was van een oude
vrouw, die haar 80 jaar met eere droeg en behalve
hare doofheid nog weinig de gebreken des ouderdoms
ondervond, welke ons door spr.’s mond haar ge
schiedenis vertelde. In hare jeugd was zij onder
z/den rijkdom" geweest, waar tij als //helpster op
partyen" enz. van veel nul was geweest om op haar
ouden dag in een gesticht voor oude lieden terecht
te komen. Haar levensloop was hoogst eenvoudig,
doch hier en daar recht aandoénlijk en diep treffend.
Het verbaal hoe zij met een jonkman kennis maakte,
die zij meende dat „vues" op haar had daar bij
haar zoo aanhaalde, welke het echter meer op baar
zuster gemunt had, met wie hij dan ook trouwde,
terwyl bij later op den slechten
waarna zijn vrouw stierf en
Sientje werd aangenomen, was
geestig weergegeven. Onder bet humoristisch
dat over van Maurik’s schetsen verspreid ligt, is vaak
een ernstige levensopvatting verscholen en heerscht
een innig gevoelvolle toon. Ook deze nieuwe schets
wordt daardoor gekenmerkt. Hij heeft er meesterlijk
slag van den toehoorder het eene oogenblik diep te
treffen door een aandoenlyk tafereeltje om hem
’t volgende met een vroolijken kwinkslag de tranen
wrg te vegen en de lachspieren in beweging te
brengen. Men herinnert zich o. a. het oogenblik
waarop ons gisteren verhaald werd van de terug
komst van Janus uit de gevangenis, die half dronken
rtjn kind eischte te zien, hoe Sientje dit eerst
weigerde, hem den toegapg tot de slaapkamer verbood,
doch eindelijk toegaf en bem plotseling bij de sla
pende kleine bracht, doch hem stevig vasthield en
hem toen in tegenwoordigheid van het slapende
kind een boetpredikatie hield, zoo roerend en aan
grijpend dat menig toehoorder de tranen in de oogen
voelde komen en niet anders meende dan dat ook
Janus in de ziel getroffen zou zijn. Met angst ver-
Gisteremnorgen had in de Hoenkoopsche buurt
nabij Oudewater een treffend ongeluk plaats. De
beidde men *t antwooid op de vraag „Eu wat zei 20 jarige flink oppassende zoon van den landbouwer
Janus Reeds meende men hem op den grond te zien I G. van Ingen had het ongeluk bij het verrichten
geknield, om vergeving smeekend, beterschap belovend,
toen wederom herhaald werd „Nu, wat zei bij Met
ingehouden adem zag men ’t antwoord te gemoet.
Wat hij zei Stik klonk het dood-leuk en in
eens was de aandoenlyke stemming van het audito
rium verdwenen. Het verhaal van Sientje, „hoe zij
door de politie werd opgebracht* behoorde tot die
passages, die het publiek het meest pakten en het
was bepaald aandoénlijk haar te hooren vertellen
van haar smart dat haar die schande op haar ouden
dag was aangedaan. Evenals Keesje, het bekende
diakenhuismannetje uit Hildebrand’s Camera Obscura,
bad zij wat geld opgespaard en dit werd haar out-
nomen door een kwajongen, die bard wegliep, welke
zy daarop wilde vervolgen, bij welke hopelooze jacht
zij op een atoep viel, toen van „dronkenschap" ver
dacht en „opgebracht" werd door de politie. Het
verbaal van deze droeve gebeurtenis behoort onte-
gen zeg lijk tot van Maurik’s best geslaagde schetsjes
en verdient in onze letterkunde een plaatsje naast
het beroemde diakenhuismannetje.
Na de pauze sprak de heer van Maurik over z/het
voordragen" zoowel op het tooneel als op den kathe
der. Hij tooude ons door tal van voorbeelden aan
hoe men niet moet voordragen. Hij deed ons den
ouden tooneeltoon met dreun en cadans hooren, zoo-
ala die vroeger algemeen heerschende was en gaf ons
vele staaltjes van acteurs, die niet dialectvry spre
ken of de eene of andere letter niet kunnen zeggen.
Ten slotte //vertoonde" hij ons verschillende soorten
van nuts-sprekers, als de pedante, de onverschillige,
de lummelachtige, de verstrooide, enz. enz. Onnoo-
dig te zeggen dat de heer van Maurik den gan-
schen avond groot succes had en hem meer dan
eens door een daverend applaudissement hulde werd
gebracht.
Dr. F. W. Raabe, leeraar in de scheikunde, minera
logie en geologie aan de Hoogere Burgerschool alhier,
heeft gaarne voldaan aan het verzoek om aan het
door Luitenant H. Nnsink ten voordeele der nood
lijdenden door de ramp van Andalusië, bij de
firma Schneyder en Broekhuis te ’s Hertogenbosch,
uitgegeven werkje De aardbevingen en bet vulka
nisme, eene populaire schels; een aanbevelend woord
toe te voegen. Niet enkel, aldus verklaart de
heer R., om het weldadig doel verdient deze
uitgave waardeering, maar zij heeft ook recht op
aanbeveling, omdat de schrijver tijd noch moeite
heeft gespaard om zich, volgens de hoogte waarop
thans de wetenschap staat, rekenschap te geven van
die krachten, welke de verschrikkelijke catastropben
van Krakatao in 1883 en Andalusië in 1884
hebben veroorzaakt wat hij tot verklaring daarvan
heeft gevonden, heeft hij op een alleszins duidelijke
wijze uiteengezet. Dr. R. schroomt dan ook niet
de lezing van dit werkje aan te bevelen aan
ieder, die niet alleen de tegenwoordige verklaringen
dier vreeselijke verschijnselen wil weten, maar ook
een overzicht verlangt van de belangrijkste daarvan
in vroeger eeuwen gegeven.
SCHAAK-CORRE8PONDENTIE.
Den Haag 30ste zet H 4 H 5
Gouda F 6 C 6.