LAAS,
sreelen, door
DE ZONDAGSWET.
3
t-,
r
Zondag 26 April.
N° 3227.
1885.
te Gouda.
JOG
I 1883,
evrouw
'tman,
ar
IE,
im te gaan,
zich aan te
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
C°,
ïcten,
'waZ 129,
erkoop van
N tot den
:e provisie.
1 voorschot
IDT
»EN.
van allerlei
BINNENLAND.
-
LEN
IR,
eene flinke
itteii
3
-o
8
dam. a
'er hand werd
dag
tgd
uur,
Spui-
IDE WERK,
‘8
>oneel"
o, a. bij
Oudewater-
•aat 126.
het Tooneel.
GOUDSCHE COURANT.
sne aanbe-
nienwere maatschappij. Wjj betreuren daarom
dat de minister deze vraag heeft opgeworpen
in een tyd, waarin toch reeds zooveel verdeeld
heid en gisting heerscht op godsdienstig en
en kerkelyk gebied. Het ware te wenschen,
dat hij zijn krachten bespaarde voor spoedige
invoering van de nienwe wetboeken, die drin
gender om verbetering roepen dan deze wet,
die den slaap des rechtvaardigen sliep.
etermeer.
>hen.
ittman,
bodegraven,
laastreoht.
n.,Woerden
amaaksels
g van elk
ILT Az.
i Gouda.
hnn eenige vragen worden voorgelegc
minister weifelt nog tusschen intrekki
wijziging der wet en u-—-- ---
jn
in de hoop dat eenig nieuw licht hem tot een
gevestigde opinie brengen zal. Ons dunkt, dat
de regeering zich deze moeite wel had kunnen
besparen. De openbare meening heeft reeds
sedert lang de bestaande wet gevonnisd zij
en nagenoeg vergeten,
geen slapende honden wakker te
overeen te brengen ware, dan had hij
de intrekking der wet kunnen voor-
•e tegenwoordige toestand toch is
z 1 n
de Zondagsviering onder wetteljjke regelen te
dag is zoo in onze zeden doorgedrongen, dat uit
Acht ure.
dag vhn kalmte en vredigheid, dien ieder viert 1 aloriam. Verbeeld u, waarde lezer, dat derge-
van zyn hart. Vrjjwillig on- I lijke zondagsrust van hooger hand werd voor-
derwerpt men er zich aan en ieder kan voor zich geschreven! En toch alle voorschriften van
volkomen vrijheid behoeden om er van af te dien aard zjjn alleen een quaestie van meer
wjjken, zoodra zijn bjzdhder belang dat mede- of minder. Het veiligst gaat men, dunkt ons,
brengt. De ondervinding leert, dat openbare als men den gulden weg der vrjjheid ook in
arbeid op Zondag bjjna biet voorkomtde ar- dit opzicht bewandelt. Ieder ga dan te rade
beidende stand is er (en daarin hebben ze ge- met zijn eigen inzicht en bestede zijn vrjje
Ijjk) bjjna niet toe te krjjgen. Waartoe dan uren zooals met zijn geestesrichting en ge-
een wettelijk verbod, dat spoedig tot last wordt, moedsgesteldheid overeenkomt. Die zich aan
als onvoorziene of bijzondere omstandigheden zjjn naaste ergeren wil, hij doe het naar har-
arbeid op Zondag noodzakeljjk maken. Waarom telust; dit kan toch niet worden voorkomen,
een boer belet op Zondag zjjn hooi binnen te Er zijn bekrompen vrijdenkers, die zich ergeren
balen, als hjj vermoedt dat het’s Maandags door aan den gemoedeljjken kerkganger, gelyk er
regen bedorven zal zjjn? Waarom zouden som- j bekrompen vromen zijn, die treuren over de
mige fabrieken in het belang hunner industrie verdorvenheid van hen, die zich op vrijer
niet steeds door mogen werken, mits zij zorgen standpunt plaatsen dan zij zelven. Zulks is
dat het personeel dat Zondags dienst doet be- meer een quaestie van humeur en karakter, het
hoorljjk afwisselt en de iaoodige rust erlangt gevolg van kwaadsappigheid of verkeerde bloeds-
Zoo is het ook met den, verkoop in winkels. I menging, altegader hebbelijkheden, die niet te
De meeste winkeliers zj»n blij één dag in de verhelpen zijn door wettelijke bepalingen.
week hun zaak te kunnen sluiten en zouden j Onze slotsom is dus, dat wij de noodzake-
ook op Zondag weinig voordeel hebben, indien Ijjkheid niet inzien eener nieuwe wetgeving op
zjj dit niet deden. Die enkelen welke op de zondagsviering. De tegenwoordige toestand,
den rustdag goede zaken kunnen maken, door gewoonte en herkomst geschapen, bomt
doordien ontspanning zoekende vreemde- ons voor geheel te voldoen aan de eischen dér
lingen er gebruik van maken b. v. sigaren
handelaars en banketbakkers en dergeljjke be-
hooren de vrjjheid er toe te behouden, ook
ter wille voor het publiek dat er mede gebaat
is. Beperking van postdienst en andere open
bare zaken verdient aanbeveling, voor zoover
het publiek er niet onder lijdt. Maar de onder
nemers van spoorwegen en andere vervoermid
delen op dien dag aan banden te leggen ware
al te dwaas; hot zookctf van versene lucht
en boschgeur na ingespannen arbeid in bedompte
lokalen, het verwjjlen aan zeestrand of in de
vrjje natuur is geen onwaardige zondagsviering
en juist het bevorderen daarvan ligt op den
weg der regeeringhet is in het belang der
publieke moraliteit en der openbare gezondheid.
Om diezelfde reden is ook beperking van de
vrjjheid der herbergiers, waaromtrent de mi
nister van justitie eene vraag stelt, af te keuren;
mag een reiziger geen glas bier drinken, omdat
het de officieele tjjd is voor kerkgangers om
hun godsdienstoefening te houden Al derge
ljjke beperkende bepalingen zjjn onverdedigbaar.
De overheid heeft alleen te zorgen dat de
openbare orde niet wordt verstoord en dat ook
geen stoornis belemmerend werke op de gods
dienstoefeningen der verschillende kerkgenoot
schappen. De bestaande wetten geven haar
daartoe de vereischte wapens in de hand.
Verder behoort ze niet te gaan. Zij be
hoeft niet als zedenmeester op te treden om
het volk te leeren, hoe het zich vermaken of
ontspannen moet. De vrjje ontwikkeling der
maatschappjj zal op den duur den verkeerden
smaak verbeteren. Daarenboven, er zijn allerlei
standen en graden van ontwikkeling; ieder
heeft zjjn eigen soort genot en vermaak, zoodat
het moeiljjk zou zijn een algemeenen regel te
vinden.
Inmenging van overheidswege op dit gebied
kan niet anders dan tot grove onbillijkheden
en ongeljjke toepassing der verordeningen leiden,
dit is dan ook de voorname reden geweest,
waarom de vigeerende wet tot eene doode letter
is geworden. De opiniën der godsdienstige
richtiflgen over hetgeen al of niet veroorloofd
is op den eersten dag der week loopen te ver
uiteen om te kunnen geraken tot een regeling
die door allen als geldend en doeltreffend zou
worden erkend. Er zullen er altjjd gevonden
worden, die zich ergeren aan de zondagsviering
hunner buren. Wjj hebben menseben gekend,
die zich 's Zondags in half donker opsloten
met een bijbel of stichtelijk boek, voor wie een
vrooljjk gezicht op dien dag heiligschennis was,
die hun boterhammen kant en klaar hadden
liggen in een blikken trommel waar zij den
dag te voren waren gedeponeerd en
dagkoet zich dan bepaalde I
LLEN,
ZIEK-
P, ZE-
tijd E
vaten, “g
o
gen en
i, door .2,
CM
fc-
GOUDA, 25 April 1885.
Bij Kon. Besluit is bij den slaf van het wapen
der infanterie benoemd tot majoor, directeur der
normaalschietschool, de kapitein P. F. Coumans,
van dien staf, thans werkzaam by dezelfde in
richting.
De eindexamens der hoogere burgerscholen in
Zuid-Holland worden dit jaar alhier gehouden.
Door den Commissaris des Kouings in Zuid-
Holland zyn tot leden der commissie benoemd tot
voorzitter dr. W. Julius, directeur der hoogere
burgerschool te Gouda tot leden de heeren A.
Langerhuizen van Uven, leeraar te Gouda; C. van
Tiel en G. C. R. Hoetink, leeraren aan de H. B.
school te ’s GravenhageA. J. Goedkoop van Nelle
en C. de Haas Jz., idem aan die te Delftdr.
W. J. Steenhuis en M. Horn, idem aan die te
Schiedam P. L. Cocheret en C. Sobepp, idem aan
die te Rotterdamdr. L. Posthumus en J. H.
Dijkman, idem aan die te DordrechtC. Van
Deinse en R. K. Kuipers, idem aan die te Go-
rinchem.
Het Haagscbe Dagblad, waarin vroeger, in het
jaar 1878, een uitvoerige beschryving voorkwam
van de Goudscbe Stearine Kaarsenfabriek, wijdt
daaraan thans opnieuw een artikel, naar aanlei
ding van het bezoek der Haagsche afdeeling van
de Ned. Maatschappij v. Nyverheid, door ons in
ons vorig nr. vermeld.
Aan dat artikel ontleenen wy het volgende:
Is in hoofdvaak de bereiding, vooral het chemische
gedeelte, dezelfde gebleven, in de mechanische hulp
middelen is een groote en verrassende verandering
gekomen. In de fabriek te Gouda kan men op
dit gebied wonderen zien van vooruitgang. Dat
men daar, niettegenstaande de machineriën reeds
zooveel handenwerk hebben overgenomen, toch nog
zoo vele werklieden aan den arbeid ziet, ie natuur
lijk een bewys van vooruitgang in den afzet ren
het fabrikaat. Nochtans valt het den oppervlakkigen
beschouwer op, hoe met den vooruitgang van het
machinewezen, althans in deze fabriek, het minst
opwekkende werk ten slotte voor den werkman
overblyft. In de tweede plaats viel bier ten duide
lijkste op te merken, hoe door bet gebruik van
de verbeterde machines het nuttige profijt vsn de
wier mid- grondstof, om er alles uit te halen wat de fabrikant
t bepaalde tot een bordje met voordeel kan afzetten, byna tot een grens van
opgewarmde soep alles ad majorem Dei volkomenheid is opgevoerd.
De minister van justitie heeft noodig geoor
deeld zjjne aandacht te wjjden aan de oude en
verouderde Zondagswet. Van hem is een cir
culaire uitgegaan aan de Commissarissen des
Koninirs in de verschillende provinciën, waarin
;d. De
ting of
wenscht daaromtrent de
meening der Commissarissen te vernemen, zeker
i i
gevestigde opinie brengen zal. Ons dunkt, dat
openbare meening heeft reeds
is in onbruik geraakt
zoodat het eenvoudigste geweest ware niets te
doen om t
maken, of indien dit niet met het ministerieel
geweten
eenvoudig
stellen. Di
niet zoo slecht, dat er noodzakelijkheid bestaat
om de Zondagsviering onder wetteljjke regelen te
brengen. Het houden van een wekeljjkschen rust
dag is zoo in onze zeden doorgedrongen, dat uit
een maatschappeljjk oogpunt een dwang met den
sterken arm der wet volkomen overbodig is.
Elk onzer, in welken maatschappeljjken stand
ook geplaatst, is najjverig op zyn éénen vrjjen
dag in de week, waarop bjj meester is van zyn
tjjd en zich zelf kan toebehoorenslechts in
de uiterste noodzakeljjkheid gaat men er toe
over om van dezen regel af te wjjken. Tevens
is, ook al in overeenstemming met de eeuwen
oude gewoonte, de eerste dag der week daartoe
aangewezen, die door de christenen byzonder
is gewjjd Mn den godsdienst en kerkeljjke
plechtighedenzoodat de bestaande toestand
voldoet zoowel aan hen die alleen een rustdag
verlangen in het belang der maatschappjj als
aan degenen, wier godsdienstige begrippen hei
liging van den eersten dag der week voor
schrijven. Afwijkingen van dezen regel zyn zoo
gering in Mntal, bjj ons te lande, dat daarvoor
geen bjjzondere wetteljjke bepalingen noodig zyn.
Een zondagswet kan geen andere bedoeling
hebben dan het voorschryven van een althans
uiterlyke inachtneming van de bjj christenen
gebruikelijke zondagsheiliging. Want uit een
maatschappeljjk oogpunt is net volkomen on
verschillig welke dag er aan rust gewjjd wordt,
mits men op geregelde tijden niet behoeft te
werken. Dan ware het voldoende een wet op
den arbeid in het leven te roepen en daarin een
maximnm te bepalen van het aantal dagen, die
onafgebroken aan arbeid besteed moqhten wor
den. Een zondagswet moet dus berusten op
godsdienstige overwegingen en aangezien nu de
godsdienstige meeningen zoo uiteenloopende zjjn
en zoo zeer aanleiding geven tot tweedracht en
misverstand, steekt men zich in een wespennest
als men uit dat oogpunt zich waagt aan eene
wetteljjke regeling. Waar is de grens van het
geen op Zondag in het belang der godsdienstige
viering al of niet geoorloofd zjjn zou? Ver-
moedeljjk zou men zich bepalen tot het verbie
den van openbaren arbeid, van verkoop in win
kels en op den publieken weg, van openbare
vermakelijkheden men zou beperkten dienst op
postkantoren en spoorwegen kunnen voorschrjj-
ven en de herbergen op sommige uren sluiten,
enz. Maar al die voorschriften hebben groote
bezwarenzjj zyn in openbaren strjjd met de
individueele vrjjheid der burgers, waaraan wjj
met recht byzonder gehecht zjjn.
Het komt ons daarom voor,dat het verstandigst
rijn zou eenvoudig de zondagswet in te trekken.
Wy stellen zeer veel prjjs op het behoud van
den zondag als rustdag uit een maatschappeljjk
oogpunt, maar wjj verlangen geen voorschriften
hoe die dag behoort te worden besteed. Als
men ons volk zyn vrjjen gang laat gaan, zal
de zondag wel bljjven wat hy thans is: een