f
binnenlan;
chi:
p’
fl
8 i
‘1
I
I
1885.
s
Nieuws- en Act
f; i
ertentieblad voor Gouda en Omstreken.
N° 323».
Zondag 17*Mel.
O
4k
I,
,4
im.
il
<U1S
V
INS
,M s
EIMA
en geeft
ing. In
■1
I
IlaX
Jil te
J'
i alhier en C. MpaAhnt te
W'“ giateren mét ^ei^pn
»,d| ondertrij^re-ak^e! j«nr
-M+-I
van Uotterdkm, b&et
making mefi zijne gem^eh/l
ib0tpur en versciinl
einde dënLÓ
-uM
ii oK
*i welk niet voorzien wsto Wan
stalling bij de Jong op t de J
paar dames- en kinderlaarsjes.
W-
ZE- "S,
ifd
len. 1
i en
B
SE
ad
lm
‘fi
I
I
Het kerk
er voor te bidden, mur by
liquideeren
THIM
i nu over-
>r soliede
een ge
it aan-
ïamers,
Bloem-
itingen
ur,
'pui-
m. te Elf
1 VAN DBN
Notarij
11
e Cou-
jor <len
tda.
K).
mede in
)6St en
ts.
IOLM,
S *an
r plant
last niet
igenaam,
doozen
GOUDSCHE COURANT
GETIM-
laatrecht
’WÉKKEND
EDE
E ZWAKTE
onderling van ’t geen
komen
lute raft den com rail
geleidelijke afföuing
neegd- Nadal die
gedaagdk toegeal
ontvangen xou,
bopden een I
en 1
ant
taiibg
was ecl
by iich
ran Acgu.Ui
Het debpt
iA
komet.i jkif D<
bepaald op V
V.oor de reobtbknk jje Uti
liBI
Hoard Kilter, Opperrabbijn
ih’ier .gekorfen ter Wunie-
Wedeh in pete geftteenlé.
tiende' corpOralièu kwamen
gPPe^abb^i'te begrip
Donderdagavond is in de Gouwe pp ongeveer 20
nriuuten van deze Gemeente gezonken bet tjalkschip
rConrada", Schipper Laten, komende van Amsterdam
eo bestemd voor Rotterdam» De lading bestaande
lit bont, is men bezig te lovsen. De oorzaak is
siet bekend, men vermoedt dat het onder water op
seo paal is gevaren.
Een geschil tusscben twee kaaakoopers was in de
sitting van Woensdag aan bet oordeel der Utreebtsche
rechtbank onderworpen. De oorzaak van bet geschil
is te zoeken in financieele moeilijkheden, waarin een
commissionair te Gent, die, behalve met de beide
in dit proces betrokken partijen de heer F. M, te
Gouda, als eischer, en de heer H. G.» te Bodegrave,
als gedaagde met nog een Zaanschen kaashan
delaar zaken deed, in 1888 gewikkeld was. Die
moeilijkheden gaven den drie handelaars aanleiding
in Augustus van dat jaar gezamelyk naar Gent te
reizen, waar zij eene regeling troffen in dezer voege,
dat de commissionair zijne zaken zou
onder toezicht van een bloedverwant, terwijl bet
provenu van deze vereffening onder alle drie gely-
kelijk zou worden verdeeld.
Intusschen bad de beer ty. een wissel van 2200
frs. op den commissionair loopea, dien hij had gedis
conteerd aan de Twentsche bank. Om voor moei
lijkheden in zijne eigen zaken gevrijwaard te zijn,
verzocht en verkreeg hij, dat het geld, benoodigd om
dien wissel te dekken, ahast uit den boedel zou
worden betaald, in afwachting van ’t geen de liquidatie
zou opleveren. Dit geschiedde, doch later bleek,
dat er na de vereffening de loopende zaken van den
commissionair in *t geheel slechts 2200 frs. te ver
deden viel. Die ongunstige uitslag der liquidatie gaf
den beiden anderen belanghebbenden aanleiding, om
bij den heer G. aan te dringen op restitutie aan
ieder van l/s deel van ’t door hem reeds uit den
boedel genolene. De Zaansche firma verkreeg haar
deel, doch minder gelukkig was de Goudsche kaas*
kooper, die ten slotte eene rechtsvordering tegen den
heer G. instelde.
In de genoemde zitting beriep rar. A. A. Pit,
tot staving van het goed recht van den eischer,
zich op de overeenkomst van Augustus 1883, waarby
bedongen was, dat aan ieder der belanghebbenden
een gelijk deel uit de opbrengst van den te vereffenen
boedel zou worden uitgekeerdnu die opbrengst niet
meer bedragen had dan het voor de betaling van den
wissel door G. vooraf genoten bedrag, was deze
derhalve verplicht, aan de beide anderen elk Vs van
dat bedrag te restitueeren.
Daartegenover ontkende mr. H. J. Kranenburg,
die voor den gedaagde optrad, dat er eene over
komst bestond, betrekking hebbende op het bedrag,
dat tot dekking van den wissel was aangewend.
Volgens zijne mededeeliugen had gedaagde uit
drukkelijk het beding gemaakt, dal vóór hij eenige
hulp verleende om den Gentschen commissionair
•taande te houden, zijn wissel moest worden afbetaald.
Wel waren
waartoe
len Heer
'jiertluü.
door .2,
S
s
■e»
In belastingzaken evenwel is eenvoud alleen lang
niet een waarborg van juistheid en doelmatigheid
nevens de gemakkelijkheid en weinig-kostbaarheid
van inning moet eene belasting aan andere eischen
voldoen.
Wie met een nieuw belastingvoorstel komt aan
dragen, moet zichzelf, en hem van wien hij de be
slissing 'vraagt, wèl rekenschap geven van de gronden,
waarop Jzijn voorstel steunt. Zijner geen andere te
vinden dan gemakkelijkheid en minkostbaarheid, dan
kan hy misschien zich zelf, maar anderen zeker
niet overtuigen. En wezenlijk ontbreekt ’t eene be-
Ihsting op de spoorweg-reizigers aan eiken grondslag
van billijkheid en redelijkheid, waarnaar men bij
elke belasting ten scherpste behoort onderzoek te
doen. JWat maakt het spoorwegreizen als belasting-
object geschikt, behalve de zichtbaarheid en tast
baarheid van het feit der ondernomen reis? Hoege
naamd ’niets, Noch voor het belasten van de ver
plaatsingen, noch voor het belasten van de versnelde
communicatie-middelen kunnen gewichtige argu
menten worden aangevoerd. Wij leven niet meer
in den tijd van den koning van Hannover, die de
spoorwegeu uit zijn rijk wilde bannen, omdat hij niet
verkoos te dulden, dat een kleedermakers- of scboen-
makersknecht even snel reizen zou, als de genadige
landsvorst in boogst-eigen persoon. In onzen tijd
is het snel en goedkoop vervoermiddel, de echt
democratische spoorweg, eene behoefte geworden.
Eene regeering die bet gebruik er van door belastin
gen wilde treffen, het goedkoope minder goedkoop,
ja in vele gevallen duur maken, zou even onzinnig
handelen als de regeeringen in de economische
fabel, die millioenen en millioenen uitgaven, om de
wederkeerige toegangen naar hunne landen zoo ge
mak kelijk mogelyk te maken, en zich toen aan het
uitdenken zetten van eene economische wetgeving,
die het onderling handelsverkeer van de landzaten
tot «en minimum zou moeten terugbrengen. *t Is
waar, zulke regeeringen vindt men tegenwoordig niet
alleen in de fabel, maar tot in ’t hartje van Europa.
Nederland is echter aan eigen traditie verplicht, dit
onzinnig voorbeeld van zijne naburen niet te volgen.
Met al den eenvoud van de gedachte spoorweg-
kaartjes-belasiiug, maakte de heer Bloem zich die
ia zijne brochure toch wel wat al te eenvoudig. Eene
vaste heffing per kaartje, per reis, niet eene evenredige
naar den afstand, verhoogt de onbillijkheid van de
belasting honderdvoudig. Gesteld, er ware een
grondslag van billijkheid, wenschelykheid en staats-
manswijsheid voor het belasten van het spoorweg
reizen te vinden, wie zal durven beweren, dat een
uitstapje van Arnhem naar Velp even hoog, even
zwaar moet worden belast als eene reis van Gelder
lands hoofdplaats naar Constantinopel of Parijs
Eu toch wilde de heer Bloem van elk reiziger, dia
bet loket nadert, dezelfde betaling vorderen15
cents voor de eerste, 10 cents voor de tweede, 5
cents voor de derde klasse, Hoe men over het
beginsel dezer belasting denken mag, met zulk een
uitwerking kan zeker niemand vrede hebben. In
Frankrijk zelfs beklaagt men zich met grond, dat
de belasting hst buitensporig bedrag van 20 pCt.
bedraagtzooals de heer Bloem baar voorstelde,
zou ze in sommige gevallen de 50 pCt. te boven
gaan, in andere geen half percent bedragen.
StateQ-Göneraal. Tweede Kamer. Sitting
van 15 Mei.
In deze zitting zijn de beraadslagingen aangevangen
over het wetsvoorstel van den heer W. K. van Dedem,
om in beginsel aan te nemen de uitkeering van een
vaste bijdrage van 4 millioen jaarlijks door Indië
aan de Nederlandsohe schatkist.
De heer Cremer verdedigde het ontwerp krachtig
als een eersten stap om Indië tot ontwikkeling te
brengen, hare toekomst te verzekeren en dus als
waarborg voor haar behoud.
De heeren Schimmelpenninck en Corver Hooft
daarentegen bestreden het als geheel onaannemelijk,
als in strijd met de Grondwet, met onze rechten
als koloniseerende Mogendheid, en als zullende leiden
tot niet-werkelijke bijdragen, tot verwarring in de
geldmiddelen, tot nadeel van Indië en zeer verder
felijk werken tot geheele onafhankelijkheid van Indië»
bedi
i jils uitvloei^
ider óen accep
vaneen
tneiSalleei
jh gÜbond$J rekende door eene overeenkomst
ft-» JSÏo in.:: uit.u
;r over de vraag, of de eischer
tot hei levereq van bewijs
k werd fl<
IQ Juni
6OUDA., 18 Mei 1886.
De eereteolgende eergédering ran de Zuil
wbe Gymnastiek Ond»rwijser«-Vereenigin^|
Gtada .orden gehoudeq.
ijh hh.i,ÖM. de,'Wol
Ouderkerk i a/d IJsel
aitslag exjmen„|r|or
I Oad.rwy.lL
De Welftrw.
Botterdam, ia
ter kerke wn
u-1
Heden nacht tyn na
iqg ran 'l geen er rerdtk nog terecht mocht
jrao <1. onbetaaldi gebleren .orderingen ten
den commissionair. Daarran was namelijk,
en inmiddels rente gecondition-
schikking was gemaakt, bad
*|ad, dat de beer M., die deze rente
Haarran roer eieh son kunnen in*
gelijk aan */s '*n 2200 frs
Ifdaarrao had hy later sok aan den
tafgegeé.n, waarin bij sich tot be-
ttlijk bedrag rerbond. Ken en ander
I geschied billykheidsbalre, niet omdat
I ICfcCUUC UW* wuv urviVUIIAUIUOI
^3, wfer bestaan liij bleef ontkennen.
0 ver4|ei
Rlateiti i
rkn d(« door hem gestelde overeen-
raspruK werd floor de rechtbank
üÖsdaillQ Juni i. J
til
’JtrócQit heeft terechtgestaan
een zoogenaamd^ Mwonderdokter* de 7V-jange J,
Van Kleef, die werso^eidene* personen te West broek,
ieder voor 3 afzetle, doolt aan die liqjtgeloovige
lieden w'ys te maken, dat bij ongeneeslyke kwalen
herstelde door beslryking; bekl. voegde daar na-
tuurlyk bij <met een helm geboren* te zyn, wat
in het bijgeloof 'een gewichtige rol speelt. De f 3
ontving hy wel om er voor te bidden, maar hy
•treek ze zelf op.
De eisch van het O4 M. luidde: 6 maanden celstraf.
De verdediger betoogde, uit afwezigheid van genees
middelen, dat de geneeskunde niet was uitgeoefend
Aan de drie inspecteurs van het L. O. is de
weinig aangename taak opgedragen te beslissen,
welke van de ryksnormaaUeseeh, tengevolge van bet
bekende votum der Tweede Kamer, zullen moeten
worden opgeheven. Men weet, dat de meerderheid
wel het geld weigerde, maar de inrichtingen, die
getroffen moesten worden, niet aanwees. Nu is door
sommigen het middel aan de hand gedaan om bet
bedrag te vinden door het weigeren van beurzen
en de N. L. te laten bestaan, terwyl anderen de
meening zijn toegedaan, dat wel degelyk het aantal
N. L. moet verminderen.
De inspecteurs nu kunnen in deze materie moeilijk
zelf beslissen, en het is dus zeker heel natuurlyk, dat
ze het gevoelen hebben gevraagd van de districts
schoolopzieners in hun inspectie. En wat is nu het
geval? Ieder dezer ambtenaren zoo meldt men aan
de Middelb. Cri. oordeelt de in zyn ressort be
staande N. L. volstrekt onmisbaar. En toch is een
beslissing in een of anderen zin noodzakelijk.
Een correspondent van de Oudtehoorn Cuuranl schrijft
uit Potchefstroom omtrent de Transvaalsche goud
velden:
Van onze goudvelden vernemen wij niet veel. Som
migen gelooven dat er veel goud is, anderen weten
niet of de menschen nog graven. Toen ik van de
diamantvelden herwaarts kwam, kwam ik vele menseben
tegen die naar Griqualand West gingen, na een tijd
op de goudvelden geweest te zijn en na bun laatsten
penning uitgegeven te hebben. Met afgematte lede
maten sleepten zij zich voort naar de plaats, die zij
eenige maanden geleden verlieten met opgeruimd ge
laat en blijde vooruitzichten. En onder de hongerige
en uitgehongerde voetgangers waren er, naar ik ver
nam, velen die vroeger goede posten te Kimberley
en elders bekleed hadden en die met aanzienlijke
sommen naar de goudvelden gegaan waren. Zulke
teleurstellingen zijn in het geheel niet aangenaam."
De Arnh. Cl. keurt van de door den nieuwen
minister van financiën vroeger openbaar gemaakte
denkbeelden tot verbetering der geldmiddelen van den
Staat inzonderheid af zijn plan tot invoering van
eene belasting op spoorwegreizigers. *t Is waar,
alle spoorwegkaartjes, belast met 3, 2 of 1 stuiver,
naarmate de reiziger in de le, 2e of 3e klasse plaats
neemt, retourbiljetten dubbel dat is immers de
eenvoudigheid zelf I CeU simple comme bonjour, en
is de eenvoud niet het kenmerk van het ware en
later schikkingen gemaakt tot verdeeling goede
-if
it a
■iH