Buitenlandsch Overzicht I Van de S mannelijke leerlingen voor enkele lessen werden 2 tot de tweede klasse toegelaten. De afgewezen leerlingen zyn allen het onderwijs in de eerste klasse blijven volgen. Van de 18 leerlingen uit de tweede klasse werden voor het volledig onderwijs geëxamineerd 14 mannelijke 4 werden bevorderd tot de derde klasse, 8' bleven in de tweede klasse en 2 verlieten de school. Van de vrouwelijke leerlingen werd 1 bevorderd, terwijl de andere nogmaals dezelfde klasse doorloopt. Een mannelijke en een vrouwelijke leerling uit de tweede klasse werden voor enkele lessen tot de derde bevorderd. Van de 8 leerlingen der derde klasse onderwierpen zich 7 mannelijke voor het volledig onderwijs aan het examen, hiervan werden 3 tot de vierde klasse bevorderd, twee werdeu afgewezen en 2 verlieten de school,, evenals een vrouwelijk leerling voor enkele lessen. Van de 7 leerlingen der vierde klasse namen 4 mannelijke deel aan het overgangsexamen, hiervan werd 1 bevorderd, 2 werden afgewezen, 1 verliet de school. Van de 2 vrouwelijke leerlingen voor enkele lessen werd 1 bevorderd, de andere verliet de school. Aan het eindexamen der Hoogere Burgerscholen in Zuid-Holland namen 5 mannelijke leerlingen voor het volledig ouderwijs der vyfde klasse deel. Hiervan bekwamen 4 het getuigschrift. De leerling, die het getuigschrift niet deelachtig werd, had zich tegen den uitdrukkelijken raad der leeraars verga dering aan het examen gewaagd. Een van hen, die geslaagd zijn, 9tudeert te Leiden voor ambtenaar in N. O. Iudië, een tweede te Leiden in de medicijnen, eeu derde is opgenomen aan <den artillerie-cursus te Delft, de vierde i9 werkzaam bij het Lager Onderwijs evenals de niet geslaagde. Nog bevatte de vijfde klasse een leerling voor enkele lessen, die assistent werd aan een atelier voor electrisch licht. Ook zij vermeld, dat een leerling der derde klasse met gunstig gevolg examen aflegde om in de vierde klasse der Gemeentelijke Hoogere Burgerschool te Rotterdam te worden opgenomen. Enkele jaren geleden besloot de Minister vnu Binueulandsche Zaken op verzoek van sommige ouders ook vrouwelijke leerlingen op de Hoogere Burgerschool toe te laten. Het Gemeentebestuur had daartoe geene stappen gedaan en was ook met die toelating niet in kennis gesteld. Bij missive van den 2n Augustus deelde de Minister ons mede, dat de eerste klasse der Rijks Hoogere Burgerschool by den aanvang van den cursus 1884/5 ten minste 33 leerlingen zou tellen, waaronder 7 meisjes, en dat mitsdien splitsing noodzakelijk weiddat, ofschoon de Minister geen bezwaar had tegen de toelating van vrouwelijke leerlingen, daarin echter niet verder mocht worden gegaan, dan met de belangen van het onderwijs of met die der schatkist bestaanbaar is dat de splitsing der eerste klasse eene meerdere uitgaaf van 2400.zou vorderen, en deze uitgaaf billijkerwijze ten laste van onze Gemeente moest komen, daar zij geheel onafhan kelijk is van de in Augustus 1883 tot stand gekomen regeling van de bijdrage dezer Gemeente in de meerdere kosten, die het gevolg zijn van de uitbreiding van de Rijksschool met driejarigen cursus tot 'eene met vijfjarigen. De Minister wecschte daarom spoedig te vernemen of het onder wijs aan meisjes de Gemeente deze geldelijke opoffering waard was. Zoo neen, dan zou Zijne Excellentie zich verplicht zien, te beginnen met den cursqs 1884/5 de vergunning tot hare toelating in te trekken. 1 Wij meenden alvorens omtrent den inhoud van deze missive Uwe Vergadering van bericht en raad te dienen het advies der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te moeten inwinnen. Deze Commissie, ofschoon het zeer wenschelijk achtende dat in middelbaar onderwys voor meisjes werd voorzien, meende dat dit niet meest geschieden langs den weg door den Minister aangegeven. Wy stelden vervolgens aan Uwe Vergadering voor aan den Minister re antwoorden dat de Gemeente, die jaarlijks voor de Rijksschool reeds 6970, uitgeeft, niet kan treden in het voorstel tot ver hooging van deze bijdrage met 2400, voor middelbaar onderwys, dat op eene Hoogere Burger school voor jongens, aan meisjes niet dan onvolkomen kan worden verstrekt, maar Zijne Excellentie te verzoeken, daar de niet toelating thans voor ver scheidene ouders een groote teleurstelling zou zyn, af te zien van zijn voornemen om de vergunning tot toelating in te trekken. Uwe Vergadering besloot een antwoord in dien geest aan den Minister te zenden. Dit bad ten gevolge, dat de Rijks Hoogere Burgerschool met den aanvang van den cursus 1884/5 tot nadere beschikking voor vrouwelyke leerlingen gesloten werd, behoudens dat diegene welke de school reeds bezochten, daarmede konden voortgaan. Aan het toelatingsexamen voor het volledig onder wijs namen deel 24 jongens, waarvan 18 slaagden voor de eerste klasse. De 6 anderen konden niet tot de school worden toegelaten. Voor het examen hadden zich 4 meisjes aange meld. Hiervan werden 3, welke het onderwys in de eerste klasse wenschlen te volgen, niet toegelaten overeenkomstig het bovenvermelde Ministerieele besluit, terwijl een in de tweede klasse werd op genomen. Aan het toelatingsexamen voor enkele lessen namen deel 3 mannelijke leerlingen, die allen in de eerste klasse konden geplaatst worden. Zonder examen werden toegelaten 2 leerlingen in de vierde en 1 in de vijfde klasse. Drie vrouwelyke leer lingen v$or enkele lessen konden in de eerste klasse nieV worden opgenomen. Het aantal leerlingen bedroeg bij den aanvang van den tegenwoordigen cursus 73. Zy waren verdeeld over de onderscheidene klassen als volgt 27 in de eerste, 26 in de tweede, 10 in de derde, 7 in de vierde en 3 in de vijfde klasse. Aan het einde van het jaar werd de school bezocht voor het volledig onderwijs door 52 manuelyke en 5 vrouwelyke leerlingen en voor enkele lessen door 12 mannelijke en 5 vrouwelijke. Het onderwijs in de gymnastiek werd door 57 mannelijke leerlingen bijgewoond. De Hoogere Burgerschool leed een groot verlies door het overlyden van den heer L. A. Hissink, die na van eene ernstige ziekte hersteld te zija, op nieuw aan het ziekbed werd gekluisterd en nog onverwachts overleed. In zyne plaats werd benoemd de heer M. J. van Dugtereu, die den 3n September zijne betrekking aanvaardde. De heer dr. W. Julius benoemd tot lid der Com missie voor de acte-examens Middelbaar Onderwijs werd gedurende zijne afwezigheid als Directeur der Hoogere Burgerschool vervangen door den heer H. W. F. Bonte. Verdere scholen van bijeonderen aard en strekking. Deze zijn lo. De Gymnastiekschool besterad voor de leerlingen der Hoogere Burgerschool en der Openbare Lagere Scholen, waaraan geen gymnastieklokaal ver bonden is. Het onderwijs wordt daar gegeven door den Stads-Gymnastiek-onderwijzer. 2o. De Zwemschool die tegen betaling van tien cents toegankelijk is en gedurende enkele uren per dag ook voor niet-betalenden wordt opengesteld. De kosten ten behoeve der zwemschool hebben bedragen 297.44, 3o. De Huisvlijtschool, die door de Plaatselijke Vereeuiging voor Volksonderwijs en Schoolbezoek voor eenige jaren opgericht onder de leiding staat van den Ouderwijzer J. van Kempen. De Gemeente verleent ten behoeve van deze school een subsidie van 100 in het jaar. De resultaten van dit onderwijs geven reden tot tevredenheid. In het afgeloopen jaar bezochten 43 leerlingen de school. Latijnsche Scholen, Gymnasia en Atlienaea. By den aanvang van het jaar bevonden zioh op het Progymnasium 16 leerlingen over de vier klassen verdeeld. De beide leerlingen der vierde of hoogste klasse, van welke een het overgangsexamen op 11 en 12 Juli mede maakte, verlieten aan het einde van den cursus 1883/4 de school, en zetten thans na een zeer voldoend toelatingsexamen te hebben afgelegd hunne studiën voort, de een in de vyfde klasse van het Gymnasium te 's Gravenhage, de ander in dezelfde klasse te Rotterdam. Van de overige leerlingen werden bevorderd naar de vierde klasse de eenige leerling der derde klasse, van de tweede naar de derde klasse 3, van de eerste naar de tweede klasse 9, terwijl 1 leerling der tweede klasse niet overging. Voor het toelatingsexamen, dat den 5en Juli en den 2en September j.l. werd afgenomen, hadden zich 5 adspiranten aangemeld. Van dezen konden slechts 2 gorden aangenomen, die overeenkomstig hunnen wensch werden geplaatst. De nieuwe cursus begon dus met 16 leerlingen, namelyk l in de vierde, 3 in de dsrde, 10 in de tweede en 2 in de eerste klasse. Dit getal bleef tot aan het. einde van het jaar onveranderd. Ook het Progymnasium leed gelyk de Hoogere Burgerschool, een gevoelig verlies door het overlijden van den heer L. A. Hissink. De plaats door dit betreurd overlyden opengevallen werd vervuld door de benoeming van den heer M. J. vau Dugteren uit Middelburg. Het personeel der leeraren onderging overigens geene verandering. De lessen werden geregeld gegeven en de vorde ringen der leerlingen waren over 't algemeen zeer voldoende. De leeraren kwijten zich met ijver en toewyding van hunne taak. Gedurende de vacature door het overlijden van den heer Hissink ontstaan, werden de lessen in de Nederlandsche taal en letter kunde waargenomen door den Rector en de leeraren Kesper, Stavenisse de Brauw en Cremer, tengevolge waarvan het onderwys in deze vakken nagenoeg geen stilstand ondervond. De lokalen, waariu het Progymnasium gevestigd is, blijken daarvoor niet ongeschikt te zijn. Zy ver- keeren in goeden staat evenals de meubelen en de leermiddelen. In het Collegie van Curatoren kwam geene ver andering. Het volgens den rooster aftredend lid werd herbenoemd. De Uitgaven ten behoeve van het Progymnasium bedroegen in 1884 11986.33, waarin (foor het Rijk 5475 werd bijgedragen. De opbreDgst van het schoolgeld was 800. Kunsten en Wetenschappen. MUZIEKSCHOOL. Het bezoek der school nam ook dit jaar weder toe. De lessen werden in het begin van het jaar met 301 leerlingen, 124 jongens en 177 meisjes, hervat. Aan 34 hunner werd kosteloos onderwijs verstrekt. Bij het vocaal onderwys werd voor, de laagste klasse de verbeterde leerwijze van Galin Chevé en voor de overige klassen die van R. Hol eD J. Worp gevolgd. In de hoogste klasse, waar de ontwikke ling van de stem aanvangt, werden oefeningen en liederen van Conoone, Widdmann, Mozart, Schuber en anderen beoefend. Bij het vioolonderwijs werd de leerwijze van Herraaun, Mazas en anderen gevolgd. Voor dat op de piano de theoretische en practiiche clavier- methode van Lebert en Stark. De orchestklasse was voor de oefening der meer gevorderde leerlingen zeer gunstig. De resultaten van het onderwijs io het algemeen worden door de Commissie voor de School zeer geroemd. Zij gewaagt met lof vau den yver en het degelijk onderwijs der beide aan de school verbonden onderwijzers en heeft weder met genoegen veel belangstelling by de leerlingen waargenomen. Hun gedrag is bevredigend. Verzuim van lesseu kwam weinig voor. De uitgaven voor de muziekschool hebben bedragen 2850,69. Aan schoolgeld werd ontvangen 1975,75. StateQ-Generaal. Tweede Kamkk. Zittingen van 30 Juni en 1 Juli. In de zitting van Dinsdag werd voortgezet bet debat over de wijziging der artikelen van de gemeen tewet, betrekkeljjk het plaatselijke belastingstelsel. De Regeering heeft bij dit ontwerp de Kabiuets- quaestie gesteld. Het algemeen debat is afgeloopen. De behandeling van art. 1 met het amendement is aangevangen. In de zitting van gisteren is het amendement der 6 leden op art. 1 der wet tot wijziging der artt. 240, 242 en 247 van de gemeentewet be trekkelijk de plaatselijke belastingen, aangenomen met 60 tegen 17 stemmen. De Regeeriug had liever haar voorstel gehandhaafd gezien, maar verzette zich niet bepaald tegen bet amendement. Het aldus gewijzigd art. 1 der Regeeringavoor- dracht is zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Het wetsontwerp, gelijk het door het amendement der 6 leden werd gewijzigd, is, na nog eenige discus sie, aangenomen met 5i tegen 25 stemmen. De aanvullingswet op de middelen (10 buitenge wone opcenten op het personeel) werd mede aange nomen met 58 tegen 15 stemmen. Ook het ontwerp nopens de uitgifte van schatkist biljetten is aangenomen met 52 tegen 12 stemmen. In eene avond zitting zijn nog eenige ontwerpen van ondergeschikt belang afgedaan en daarop is de Kamer tot nadere byeenroeping uiteengegaan. Omtrent de zaak van Jeanne Lorette wordt verzekerd, dat zij tot in de minste bijzonderheden alles wat op het misdryf, door haar begaan, betrekking heeft, aan den rechter heeft medegedeeld en opgehelderd, en dat al hare opgaven by het gerechtelijk onder zoek gebleken zyn met de waarheid te strooken. Vandaar dat het proces vermoedelijk geenerlei inci denten zal opleveren. In de Dinsdag te Utrecht gehouden gewone jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders in de Nederlandsche Rijnspoorweg-Maatschappij, is het jaarverslag over 1884 uitgebracht, waaraan wy het volgende ontleenen De uitkomsten van het afgeloopen boekjaar zyn verre van gunstig, bij vergelyking met eene lange reeks van voorafgegane jaren. Bij nadere beschouwing van de redenen, welke daartoe hebben geleid, moge echter blyken, dat deze meerendeels zyn te wijten aan een samenloop van drukkende omstandigheden, welke zich in den regej^ slechts bij afwisseling voor doen, om te worden opgewogen door bijzondere voordeelen welke er dan gewoonlijk tegenoverstaan; en ten andere aan een toestand, waarin het spoor wegverkeer zich hier te lande thans algemeen bevindt, dit zoozeer ten nadeele strekt van al de daarbij betrokken partijen, dat het publiek belang vordert, ten deze zoodra mogelijk afdoende maatregelen van voorziening worden getroffen, weshalve ook daarin nog geen grond ligt, om zich over de toekomst te verontrusten. De ontvangsten brachten over het afgeloopen boek jaar minder op dan ten vorigen jare 510,136.SO1/* waaronder wel begrepen waren de opbrengst der stoomtramlijnen HaagScheveniugen en EdeWa- geningen, maar niet die van den spoorweg Leiden Woerden. Voorleden jaar hadden de ontvangsten meer bedragen dau in het jaar 1882/83 53,990.58. By vergelyking met dit boekjaar bedroeg" de ver mindering dus thans 456,146.221/* Aan reizigers en bagage werd laatstelijk minder ontvangen dan in 1883/84 412,420.29. Toen was deze opbrengst tengevolge van de Amsterdamsche tentoonstelling tegenover het jaar 1882/83 vermeer derd met 248,265.15. Vergeleken met dit jaar blijft er dus eene vermindering bestaan van 164,155.14. De overmoedige concurrentie, waaraan het verkeer zich dagelijks meer ziet blootgesteld, laat niet toe, om eenzijdig het aantal treinen, dat zoolang het verkeer lusteloos blijft, te groot is naar verhouding van het aantal reizigers, in afwachting te vermin deren en aan gemeenschappelijk overleg ten deze valt evenmin te denken, zoolang men niet weet, in welke richting zich te wenden of te keeren. Gelukkig moet hieriu spoedig teekening komen. Inmiddels stelle men zich liever tevreden met tyde- lijk geringere winst dan de toekomst te verwerken. Verwerpelijk zyn de uitkomsten van het personen verkeer ook onder de tegenwoordige omstandigheden nog in geene deele en aan lichtpunten ontbreekt het hierbij niet. In locaal verkeer verminderde het aantal reizigers met 111.032 tegeuover bet vorige boekjaar doch vermeerderde met 108.499, vergeleken met hel boekjaar van 1882/83. Deze vermeerdering tegenover twee jaar geleden, beeft zijn ontstaau te danken aan de sedert ingevoerde locaaldiensten HaagVoorburg en UtrechtBunoikZeistDriebergen. De beide diensten waren echter te zamen niet in staat om het verlies te dekken tegenover het tentoonstellingsjaar van 1883/8$. In opbrengst, legden zij uit den aard der zaak slechts weinig gewicht in de schaal tegenover de beide jaren. Zij bleef minder dan voor leden jaar 356.808,221/s en minder dan in 1882/83 185.760,81. Hierop steunt het beweren dat de algemeene malaise meer kwaad berokkende aan de concurrentie. Deze deed zich in het locaal verkeer slechts gevoelen tusschen Amsterdam en Rotterdam en Amsterdam en Den Haag. De lijn Gouda-Den Haag deelde in de algemeene ont vangsten met 355.981,381/, tegen/367.444,04Vj in het vorige jaar en 354.076,05 io 1882/83 de lijn BreukelenHarmelen met 79.652,4079 tegen 113.743,03 in 1883/84 en 88.431.32 nu twee jaar geleden; de stoomtramweg HaagScheve niugen met 85.193,UVg tegen 74.83l,23l/8 voorleden jaar en 77.152,851/f in 1882/83; die van EdeWageuiogen met 26.961,3172 tegen 28.553,14V2 in 1883/84 en 28.144,50 in 1882/83. Na aftrek van hetgeen komt ten laste van den spoorweg LeidenWoerden, blijkt dat de uitgaveu in totaal hebben bedragen 2.594,775.98 tegen f 3.573,282,04 ih het vorige boekjaar, en alzoo thans meer dan toen f 21,493.94. Bij behoud van het groot aantal personentreinen was het niet moge lijk om bezuinigingen in te voeren van eenigszins ingrijpenden aard. De weg vorderde meer aan on derhoud ruim 31000, en aan het onderhoud der rytuigen moest meer worden ten koste gelegd ruim 34000. Op uitgaven van dien aard valt niets af te dingen. Waren zij de rekening niet komen be derven, dau zouden de kosten van exploitatie in totaal ruim 44000, minder hebben bedragen, in stede van ruim/21000 meer zooals thans blykt. Hierin ligt een sprekend bewijs, dat overigens de grootst mogelyke zuinigheid werd betracht, als daarby worde in acht genomen, dat het aantal treinkilometert nog 57.829 meer bedroeg dan voorleden jaar! In de kosten der exploitatie werd gedeeld door de lijn GoudaDeu Haag met 178.965,77, en door die van BreukelenHarmelen met 40,044.38. Dinsdagmiddag kwam te Vlaardingeu de eerste haringjager, ditmaal her stoomschip Wodan, binuen. Er waren 1138/4 ton volle en 177 ton maatjee haring aan boord. Deze lading was den 26 en 27 Juni van de verschillende vaartuigen overgenomeu, zoodat de reis naar het vaderland binnen drie dagen is volbracht. Bij de lading was 1 ton voor Amster dam. De verkoop had daar gisterenmorgen te half elf plaats, nadat de gewone geschenken aan de leden van het Vorstelijk Huis en de hoofden van Staats- en Provinciaal bestuur te half negen waren verzonden. Het bericht van de Engelsche „Standard," dat de conservatieve Regcering er aan zou denken de pro vincie Dongola, waar de volgers van den Mahdi zich reeds vertoonden, weer te bezetten, is waar schijnlijk slechts een van die berichten geweest, welke men in de Engelsche ministerieele pers van tijd tot tijd meer vindt en welke alleen dienen om de open bare meeniug te polsen. Van dezelfde' soort is het bericht van de //St. James Gazette", welke zegt niet te gelooven dat er van de bezetting iets zal komen, daar het jaargetijde voor zulk een expeditie zeer on geschikt is; het blad verklaart overigens niet te weten welk besluit de Regeering in deze zaak heeft ge nomen, in welk geval het blad zeer gevoeglijk kan kunnen zwijgen. Veel lust om de discussie over eeu halve of kwart Nijl-expeditie weer te openen, zal er bij de Engelsche kranten niet bestaan. Het onderwerp is reeds genoeg behandeld en men wordt bij een nieuwe bespreking te zeer herinnerd aan al de ongelukken waaraan de Nijl-expeditie zoo rijk is geweest. Dat de RegeeriDg nog geen besluit geno men heeft, laat zich hooren, want de conservatieve heeren hebben nog nauw den tijd gehad om zich in bijzonderheden op de hoogte te stellen van den stand der zaken. Tot dusver geeft het nieuwe ministerie slechts verzekeringen, dat het met de meeste vredelievende bedoelingen is bezield. Graaf Salisbury deelde den Frauschen gezant mede dat bet zyn oprechte wensch was om de Egyptische quaesties in overleg met Frankrijk te regelen en ook met Duitschland is geen oneenigheid te vreezen. De Standard ten minste wijst met groote voldoening op een artikel in de Post, een der officieele Berlijnsche bladen, waardoor men meent dat Bismarck tot het volk spreekt. Het blad geeft een uitvoerige beschouwing over bet Britsche rijk en de moeielijkheden, waar mede het reusachtige rijk in alle werelddeelen te worstelen heeft. De Standard is zeer ingenomen met dit artikel, „dat blijkbaar onmiddellijk uit de Wilhelmstrasse afkomstig is" en waaruit 'olykt, dat iu toongevende kringen te Berlijn groote waarde wordt gehecht aan een goede verstandhouding tusschen Engeland en Duitschland. De heer Gladstone heeft ic een brief aan zijne kiezers opnieuw hunne stemmen bij de aanstaande verkiezing gevraagd. De Fracsche Kamer van Afgevaardigden heeft het ontwerp-handelsverdrag tusschen Frankrijk en Nederland, met 298 tegen 106 stemmen aangenomen. [n Duitschland begint de Brunswijksche quaestie haar oplossing te naderen. De Bondsraad zou het voorstel vau Pruisen tot uitsluiting van den hertog van Cumberland reeds eergisteren hebben behandeld, maar wederom is de zaak tot heden uitgesteld. De Brunswijksche Landdag zal tot zoo lang bijeen bly- ven, zoodat ook de Brunswykers terstond hun mee ning kunnen zeggen, nadat de beslissing in den Bondsraad is gevallen. Nu reeds heeft de Landraad in eeu geheime zitting over de uitsluiting beraad slaagd, maar de uitslag der discussies zal eerst worden medegedeeld, wanneer de Bondsraad heeft gesproken. In Spanje is het gevaar voor een ministerieele crisis nog niet geheel geweken. Koning Alfonso heeft geweigerd aan het verlangen te voldoen van deu handelsstand betreffende de officieele verklaring dat de cholera te Madrid heerscht, zoodat ook de kooplieden wel by hun verzet zullen blyven volharden. De ziekte zelve blijft nog heerschen, zoowel in de hoofdstad als in de provinciën. In het geheele koninkrijk werden volgens het jongste bulletin in 24 uren tyds aangetast 1237 personen, waarvan 565 overleden. In 48 uren deden zich 2386 ge vallen voor, waarvan 1148 met 568 dooden in de provincie Valencia in 41 steden en dorpen. In de stad Valencia kwamen 128 ziekte- en 101 sterf gevallen voor. In Murcia neemt de epidemie af, maar in Alicante en Castellon breidt zij zioh nog steeds uit. Te Madrid bedraagt het aantal sterf gevallen nog niet meer dau vier per dag. De Nat. Zeit. en de Temps klagen, dat de Spaansche regeering de telegrammen vau haar cor- respondenteu over den toestand der epidemie ophoudt. Toon baat dit niets, want algemeen is het bekend, dat de cholera te Madrid heerscht en zich in de provincie steeds uitbreidt. INGEZONDEN. De Kaasmarkt té Gouda. Mijnheer de Redacteur Mag ik de vrijheid nemen de plaatsing te ver zoeken in uw courant, voor het volgende. Een belanghebbende beweert in uw blad van 11 Juli dat het ad res indertijd gericht aan bet Gemeente bestuur, betrekking hebbende op onze Kaasmarkt, door slechts weinig kaashandelaars van hier was geteekend. De belanghebbende is hierin zeer onnauwkeurig. Er ontbraken - slechts drie handteekeningen van Goudsche Kaashandelaars. Het adres bevatte zes handteekeningen uit Gouda waaronder de bedui- denste zich bevbifden. Groote handelaars uit Rotterdam en Amsterdam hadden eveneens dit adres geteekend zoodat het door 35 kooplieden werd ondersteund. Ten opzichte der warmte ziet uw belanghebbende de zaak te drukkend in. Als de warmte toch te Bodegraven en op andere markten aan de kaas niet schaadt, zal ook hier de kaas er even goed tegen bestand zijn, ook is het in den zomer 's morgens te 6 ure niet warm. De markt is gewoonlijk in twee uur tijd afge loopen, alzoo zou dit dan nog vóór de groote warmte kunnen zijn. Bij verzendingen naar het buitenland moet kaas veelal 3 a 4 dagen in een boot of wagon blijven liggen, zoodat de kaas dan vrij wat meer te lijden heeft door de warmte, in verhouding van een uur op de markt staan onder flinke kleeden goed bezorgd. De aanvoer van kaas hier ter markt gebracht, is dit jaar ciet grooter dan verleden jaar, dat de aan voer nog aanzienlijk is spruit voort uit de geringe handel bij de boeren aan huis. Bodegraven met zijn geschikter marktuur lokt van de oprichting der markt af, meer partijen kaas dan Gouda. Wekelijks komen daar circa 40 partijen meer, ook wordt hier de duur der markt niet verkort, al begon de kaasmarkt te 6 ure, de markt wordt toch ook door vele boeren bezocht die geen kaas ter markt brachten. Volgens mijne bescheideue meening kan de bloei der markt bevorderd worden door de veraf wonende boeren in de gelegenheid te stellen tijdig met hunne kaas hier te zijn. U dankzeggende voor de plaatsruimte in uw blad teeken ik my met hoogachting, UEd. Dienstw. Dienaar D. HOOGENBOOM Tz. Mijnheer de Redacteur! Met belangstelling heb ik de beide ingezonden stukjes gelezen opgenomen in uw blad van Zondag en Woeusdag jl. aangaande de Kaasmarkt alhier. Ofschoon ik mij geheel kan vereenigeu met het eerste, ben ik het volstrekt niet eens wat het tweede betreft. De punten daarin aangehaald zyn r.iet juist. Ten eerste wat de onderteekening betreft van 't adres, gepasseerde jaar aan den gemeenteraad ingezonden, als zoude niet genoegzaam onderteekend geweest zijn, is onjuist, daar slechts drie handteeke ningen van kaashandelaars te dezer stede ontbraken, terwyl het nog voorzien was van vele der voornaamste uit Rotterdam en Amsterdam. Het tweede punt, dat wanneer de markt later begon de kaas te veel van de warmte zou te lijden hebben, wordt volstrekt niet weggenomen door het vroege uur, daar circa f/3 der kaas per scheepsge legenheid van hier gaat en die schippers toch niet voor den namiddag vertrekken, waardoor de kaas evengoed de warmte te doorstaan heeft. De markt is gewoonlijk in twee uur tyds afgeloopen, dus wanneer dezelve „bijvoorbeeld" ten 6 uur begint, is de meeste kaas reeds ten acht uur verkocht, en neem aan dat de warmte aan de kaas schade mocht veroorzaken, is dat niet hetzelfde te Bodegraven, Woerden en Utrecht, en hoe stelt men het in Noord- Holland waar de markten ten 8 uur beginnen. Het derde punt dat nu juist de aanvoer grooter is dan andere jareu, niettegenstaande de concurrentie met andere markten, is volstrekt geen bewys dat die concurrentie niet hindert, doch meer het gevolg van de gedrukte stemming in deu kaashandel, waardoor de boeren minder aan buis bezocht worden, en door de lage pryzen hen aldaar aangeboden, liever de markt bezoeken in de hoop meer te bedingen. Het vroeger of later begin der markt kan volstrekt geen invloed uitoefenen op het korter of langer verblijf der boeren in dfc stad, en zoude juist het vroeger ter markt komen daar nadeeliger op werken, daar toch nu de markt zoo vroeg beginnen de vele boeren geen tyd hebben om op hunne betaling te wachten, doch dikwyls weder op weg naar huis zyn, voordat sommige neringdoenden hun winkel hebben geopend. De meeste boeren die aan kooplieden buitenaf verkoopen zijn reeds ten 7 uur betaald en mede op weg naar huis, hetgeen geen plaats kan hebben wanneer de markt later begint. Het eerste stukje doelde ook te recht op de verafwoneode boeren, dat die niet in de gelegenheid waren tydig ter markt te zijn en hier kan bijgevoegd worden dat daardoor velen nog in de gelegenheid gestald worden eerst te huis by 't melken tegenwoordig te zyn, 1 hetgeen van zeer veel belang ii.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 2