Buitenlandsch Overzicht
I
Van de S mannelijke leerlingen voor enkele lessen
werden 2 tot de tweede klasse toegelaten.
De afgewezen leerlingen zyn allen het onderwijs
in de eerste klasse blijven volgen.
Van de 18 leerlingen uit de tweede klasse
werden voor het volledig onderwijs geëxamineerd
14 mannelijke 4 werden bevorderd tot de derde
klasse, 8' bleven in de tweede klasse en 2 verlieten
de school. Van de vrouwelijke leerlingen werd 1
bevorderd, terwijl de andere nogmaals dezelfde
klasse doorloopt. Een mannelijke en een vrouwelijke
leerling uit de tweede klasse werden voor enkele
lessen tot de derde bevorderd.
Van de 8 leerlingen der derde klasse onderwierpen
zich 7 mannelijke voor het volledig onderwijs aan
het examen, hiervan werden 3 tot de vierde klasse
bevorderd, twee werdeu afgewezen en 2 verlieten
de school,, evenals een vrouwelijk leerling voor
enkele lessen.
Van de 7 leerlingen der vierde klasse namen 4
mannelijke deel aan het overgangsexamen, hiervan
werd 1 bevorderd, 2 werden afgewezen, 1 verliet
de school. Van de 2 vrouwelijke leerlingen voor
enkele lessen werd 1 bevorderd, de andere verliet
de school.
Aan het eindexamen der Hoogere Burgerscholen
in Zuid-Holland namen 5 mannelijke leerlingen
voor het volledig ouderwijs der vyfde klasse deel.
Hiervan bekwamen 4 het getuigschrift. De leerling,
die het getuigschrift niet deelachtig werd, had zich
tegen den uitdrukkelijken raad der leeraars verga
dering aan het examen gewaagd. Een van hen,
die geslaagd zijn, 9tudeert te Leiden voor ambtenaar
in N. O. Iudië, een tweede te Leiden in de
medicijnen, eeu derde is opgenomen aan <den
artillerie-cursus te Delft, de vierde i9 werkzaam
bij het Lager Onderwijs evenals de niet geslaagde.
Nog bevatte de vijfde klasse een leerling voor
enkele lessen, die assistent werd aan een atelier
voor electrisch licht. Ook zij vermeld, dat een
leerling der derde klasse met gunstig gevolg examen
aflegde om in de vierde klasse der Gemeentelijke
Hoogere Burgerschool te Rotterdam te worden
opgenomen.
Enkele jaren geleden besloot de Minister vnu
Binueulandsche Zaken op verzoek van sommige
ouders ook vrouwelijke leerlingen op de Hoogere
Burgerschool toe te laten. Het Gemeentebestuur
had daartoe geene stappen gedaan en was ook met
die toelating niet in kennis gesteld. Bij missive
van den 2n Augustus deelde de Minister ons mede,
dat de eerste klasse der Rijks Hoogere Burgerschool
by den aanvang van den cursus 1884/5 ten minste
33 leerlingen zou tellen, waaronder 7 meisjes, en
dat mitsdien splitsing noodzakelijk weiddat,
ofschoon de Minister geen bezwaar had tegen de
toelating van vrouwelijke leerlingen, daarin echter
niet verder mocht worden gegaan, dan met de
belangen van het onderwijs of met die der schatkist
bestaanbaar is dat de splitsing der eerste klasse
eene meerdere uitgaaf van 2400.zou vorderen,
en deze uitgaaf billijkerwijze ten laste van onze
Gemeente moest komen, daar zij geheel onafhan
kelijk is van de in Augustus 1883 tot stand
gekomen regeling van de bijdrage dezer Gemeente
in de meerdere kosten, die het gevolg zijn van de
uitbreiding van de Rijksschool met driejarigen
cursus tot 'eene met vijfjarigen. De Minister
wecschte daarom spoedig te vernemen of het onder
wijs aan meisjes de Gemeente deze geldelijke
opoffering waard was. Zoo neen, dan zou Zijne
Excellentie zich verplicht zien, te beginnen met den
cursqs 1884/5 de vergunning tot hare toelating
in te trekken.
1 Wij meenden alvorens omtrent den inhoud van
deze missive Uwe Vergadering van bericht en raad
te dienen het advies der Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs te moeten inwinnen.
Deze Commissie, ofschoon het zeer wenschelijk
achtende dat in middelbaar onderwys voor meisjes
werd voorzien, meende dat dit niet meest geschieden
langs den weg door den Minister aangegeven.
Wy stelden vervolgens aan Uwe Vergadering voor
aan den Minister re antwoorden dat de Gemeente,
die jaarlijks voor de Rijksschool reeds 6970,
uitgeeft, niet kan treden in het voorstel tot ver
hooging van deze bijdrage met 2400, voor
middelbaar onderwys, dat op eene Hoogere Burger
school voor jongens, aan meisjes niet dan onvolkomen
kan worden verstrekt, maar Zijne Excellentie te
verzoeken, daar de niet toelating thans voor ver
scheidene ouders een groote teleurstelling zou zyn,
af te zien van zijn voornemen om de vergunning
tot toelating in te trekken.
Uwe Vergadering besloot een antwoord in dien
geest aan den Minister te zenden. Dit bad ten
gevolge, dat de Rijks Hoogere Burgerschool met
den aanvang van den cursus 1884/5 tot nadere
beschikking voor vrouwelyke leerlingen gesloten
werd, behoudens dat diegene welke de school reeds
bezochten, daarmede konden voortgaan.
Aan het toelatingsexamen voor het volledig onder
wijs namen deel 24 jongens, waarvan 18 slaagden
voor de eerste klasse. De 6 anderen konden niet
tot de school worden toegelaten.
Voor het examen hadden zich 4 meisjes aange
meld. Hiervan werden 3, welke het onderwys in
de eerste klasse wenschlen te volgen, niet toegelaten
overeenkomstig het bovenvermelde Ministerieele
besluit, terwijl een in de tweede klasse werd op
genomen.
Aan het toelatingsexamen voor enkele lessen
namen deel 3 mannelijke leerlingen, die allen in
de eerste klasse konden geplaatst worden. Zonder
examen werden toegelaten 2 leerlingen in de vierde
en 1 in de vijfde klasse. Drie vrouwelyke leer
lingen v$or enkele lessen konden in de eerste
klasse nieV worden opgenomen.
Het aantal leerlingen bedroeg bij den aanvang
van den tegenwoordigen cursus 73. Zy waren
verdeeld over de onderscheidene klassen als volgt
27 in de eerste, 26 in de tweede, 10 in de derde,
7 in de vierde en 3 in de vijfde klasse.
Aan het einde van het jaar werd de school
bezocht voor het volledig onderwijs door 52
manuelyke en 5 vrouwelyke leerlingen en voor
enkele lessen door 12 mannelijke en 5 vrouwelijke.
Het onderwijs in de gymnastiek werd door 57
mannelijke leerlingen bijgewoond.
De Hoogere Burgerschool leed een groot verlies
door het overlyden van den heer L. A. Hissink,
die na van eene ernstige ziekte hersteld te zija, op
nieuw aan het ziekbed werd gekluisterd en nog
onverwachts overleed.
In zyne plaats werd benoemd de heer M. J. van
Dugtereu, die den 3n September zijne betrekking
aanvaardde.
De heer dr. W. Julius benoemd tot lid der Com
missie voor de acte-examens Middelbaar Onderwijs
werd gedurende zijne afwezigheid als Directeur der
Hoogere Burgerschool vervangen door den heer
H. W. F. Bonte.
Verdere scholen van bijeonderen aard en strekking.
Deze zijn
lo. De Gymnastiekschool besterad voor de
leerlingen der Hoogere Burgerschool en der Openbare
Lagere Scholen, waaraan geen gymnastieklokaal ver
bonden is.
Het onderwijs wordt daar gegeven door den
Stads-Gymnastiek-onderwijzer.
2o. De Zwemschool die tegen betaling van tien
cents toegankelijk is en gedurende enkele uren per
dag ook voor niet-betalenden wordt opengesteld.
De kosten ten behoeve der zwemschool hebben
bedragen 297.44,
3o. De Huisvlijtschool, die door de Plaatselijke
Vereeuiging voor Volksonderwijs en Schoolbezoek
voor eenige jaren opgericht onder de leiding staat
van den Ouderwijzer J. van Kempen.
De Gemeente verleent ten behoeve van deze school
een subsidie van 100 in het jaar.
De resultaten van dit onderwijs geven reden tot
tevredenheid.
In het afgeloopen jaar bezochten 43 leerlingen
de school.
Latijnsche Scholen, Gymnasia en Atlienaea.
By den aanvang van het jaar bevonden zioh op
het Progymnasium 16 leerlingen over de vier
klassen verdeeld.
De beide leerlingen der vierde of hoogste klasse,
van welke een het overgangsexamen op 11 en 12
Juli mede maakte, verlieten aan het einde van den
cursus 1883/4 de school, en zetten thans na een
zeer voldoend toelatingsexamen te hebben afgelegd
hunne studiën voort, de een in de vyfde klasse
van het Gymnasium te 's Gravenhage, de ander in
dezelfde klasse te Rotterdam.
Van de overige leerlingen werden bevorderd
naar de vierde klasse de eenige leerling der derde
klasse, van de tweede naar de derde klasse 3, van
de eerste naar de tweede klasse 9, terwijl 1 leerling
der tweede klasse niet overging.
Voor het toelatingsexamen, dat den 5en Juli en
den 2en September j.l. werd afgenomen, hadden
zich 5 adspiranten aangemeld. Van dezen konden
slechts 2 gorden aangenomen, die overeenkomstig
hunnen wensch werden geplaatst.
De nieuwe cursus begon dus met 16 leerlingen,
namelyk l in de vierde, 3 in de dsrde, 10 in
de tweede en 2 in de eerste klasse. Dit getal
bleef tot aan het. einde van het jaar onveranderd.
Ook het Progymnasium leed gelyk de Hoogere
Burgerschool, een gevoelig verlies door het overlijden
van den heer L. A. Hissink. De plaats door dit
betreurd overlyden opengevallen werd vervuld door
de benoeming van den heer M. J. vau Dugteren uit
Middelburg.
Het personeel der leeraren onderging overigens
geene verandering.
De lessen werden geregeld gegeven en de vorde
ringen der leerlingen waren over 't algemeen zeer
voldoende. De leeraren kwijten zich met ijver en
toewyding van hunne taak. Gedurende de vacature
door het overlijden van den heer Hissink ontstaan,
werden de lessen in de Nederlandsche taal en letter
kunde waargenomen door den Rector en de leeraren
Kesper, Stavenisse de Brauw en Cremer, tengevolge
waarvan het onderwys in deze vakken nagenoeg geen
stilstand ondervond.
De lokalen, waariu het Progymnasium gevestigd
is, blijken daarvoor niet ongeschikt te zijn. Zy ver-
keeren in goeden staat evenals de meubelen en de
leermiddelen.
In het Collegie van Curatoren kwam geene ver
andering. Het volgens den rooster aftredend lid
werd herbenoemd.
De Uitgaven ten behoeve van het Progymnasium
bedroegen in 1884 11986.33, waarin (foor het
Rijk 5475 werd bijgedragen.
De opbreDgst van het schoolgeld was 800.
Kunsten en Wetenschappen.
MUZIEKSCHOOL.
Het bezoek der school nam ook dit jaar weder
toe. De lessen werden in het begin van het jaar
met 301 leerlingen, 124 jongens en 177 meisjes,
hervat. Aan 34 hunner werd kosteloos onderwijs
verstrekt.
Bij het vocaal onderwys werd voor, de laagste
klasse de verbeterde leerwijze van Galin Chevé en
voor de overige klassen die van R. Hol eD J. Worp
gevolgd. In de hoogste klasse, waar de ontwikke
ling van de stem aanvangt, werden oefeningen en
liederen van Conoone, Widdmann, Mozart, Schuber
en anderen beoefend.
Bij het vioolonderwijs werd de leerwijze van
Herraaun, Mazas en anderen gevolgd. Voor dat
op de piano de theoretische en practiiche clavier-
methode van Lebert en Stark.
De orchestklasse was voor de oefening der meer
gevorderde leerlingen zeer gunstig.
De resultaten van het onderwijs io het algemeen
worden door de Commissie voor de School zeer
geroemd. Zij gewaagt met lof vau den yver en
het degelijk onderwijs der beide aan de school
verbonden onderwijzers en heeft weder met genoegen
veel belangstelling by de leerlingen waargenomen.
Hun gedrag is bevredigend. Verzuim van lesseu
kwam weinig voor.
De uitgaven voor de muziekschool hebben bedragen
2850,69.
Aan schoolgeld werd ontvangen 1975,75.
StateQ-Generaal. Tweede Kamkk. Zittingen
van 30 Juni en 1 Juli.
In de zitting van Dinsdag werd voortgezet bet
debat over de wijziging der artikelen van de gemeen
tewet, betrekkeljjk het plaatselijke belastingstelsel.
De Regeering heeft bij dit ontwerp de Kabiuets-
quaestie gesteld. Het algemeen debat is afgeloopen.
De behandeling van art. 1 met het amendement
is aangevangen.
In de zitting van gisteren is het amendement
der 6 leden op art. 1 der wet tot wijziging der
artt. 240, 242 en 247 van de gemeentewet be
trekkelijk de plaatselijke belastingen, aangenomen met
60 tegen 17 stemmen.
De Regeeriug had liever haar voorstel gehandhaafd
gezien, maar verzette zich niet bepaald tegen bet
amendement.
Het aldus gewijzigd art. 1 der Regeeringavoor-
dracht is zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Het wetsontwerp, gelijk het door het amendement
der 6 leden werd gewijzigd, is, na nog eenige discus
sie, aangenomen met 5i tegen 25 stemmen.
De aanvullingswet op de middelen (10 buitenge
wone opcenten op het personeel) werd mede aange
nomen met 58 tegen 15 stemmen.
Ook het ontwerp nopens de uitgifte van schatkist
biljetten is aangenomen met 52 tegen 12 stemmen.
In eene avond zitting zijn nog eenige ontwerpen
van ondergeschikt belang afgedaan en daarop is de
Kamer tot nadere byeenroeping uiteengegaan.
Omtrent de zaak van Jeanne Lorette wordt verzekerd,
dat zij tot in de minste bijzonderheden alles wat
op het misdryf, door haar begaan, betrekking heeft,
aan den rechter heeft medegedeeld en opgehelderd,
en dat al hare opgaven by het gerechtelijk onder
zoek gebleken zyn met de waarheid te strooken.
Vandaar dat het proces vermoedelijk geenerlei inci
denten zal opleveren.
In de Dinsdag te Utrecht gehouden gewone
jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders
in de Nederlandsche Rijnspoorweg-Maatschappij, is
het jaarverslag over 1884 uitgebracht, waaraan wy
het volgende ontleenen
De uitkomsten van het afgeloopen boekjaar zyn
verre van gunstig, bij vergelyking met eene lange
reeks van voorafgegane jaren. Bij nadere beschouwing
van de redenen, welke daartoe hebben geleid, moge
echter blyken, dat deze meerendeels zyn te wijten
aan een samenloop van drukkende omstandigheden,
welke zich in den regej^ slechts bij afwisseling voor
doen, om te worden opgewogen door bijzondere
voordeelen welke er dan gewoonlijk tegenoverstaan;
en ten andere aan een toestand, waarin het spoor
wegverkeer zich hier te lande thans algemeen bevindt,
dit zoozeer ten nadeele strekt van al de daarbij
betrokken partijen, dat het publiek belang vordert,
ten deze zoodra mogelijk afdoende maatregelen van
voorziening worden getroffen, weshalve ook daarin
nog geen grond ligt, om zich over de toekomst te
verontrusten.
De ontvangsten brachten over het afgeloopen boek
jaar minder op dan ten vorigen jare 510,136.SO1/*
waaronder wel begrepen waren de opbrengst der
stoomtramlijnen HaagScheveniugen en EdeWa-
geningen, maar niet die van den spoorweg Leiden
Woerden. Voorleden jaar hadden de ontvangsten
meer bedragen dau in het jaar 1882/83 53,990.58.
By vergelyking met dit boekjaar bedroeg" de ver
mindering dus thans 456,146.221/*
Aan reizigers en bagage werd laatstelijk minder
ontvangen dan in 1883/84 412,420.29. Toen
was deze opbrengst tengevolge van de Amsterdamsche
tentoonstelling tegenover het jaar 1882/83 vermeer
derd met 248,265.15. Vergeleken met dit jaar blijft
er dus eene vermindering bestaan van 164,155.14.
De overmoedige concurrentie, waaraan het verkeer
zich dagelijks meer ziet blootgesteld, laat niet toe,
om eenzijdig het aantal treinen, dat zoolang het
verkeer lusteloos blijft, te groot is naar verhouding
van het aantal reizigers, in afwachting te vermin
deren en aan gemeenschappelijk overleg ten deze valt
evenmin te denken, zoolang men niet weet, in welke
richting zich te wenden of te keeren.
Gelukkig moet hieriu spoedig teekening komen.
Inmiddels stelle men zich liever tevreden met tyde-
lijk geringere winst dan de toekomst te verwerken.
Verwerpelijk zyn de uitkomsten van het personen
verkeer ook onder de tegenwoordige omstandigheden
nog in geene deele en aan lichtpunten ontbreekt het
hierbij niet. In locaal verkeer verminderde het aantal
reizigers met 111.032 tegeuover bet vorige boekjaar
doch vermeerderde met 108.499, vergeleken met hel
boekjaar van 1882/83. Deze vermeerdering tegenover
twee jaar geleden, beeft zijn ontstaau te danken aan
de sedert ingevoerde locaaldiensten HaagVoorburg
en UtrechtBunoikZeistDriebergen. De beide
diensten waren echter te zamen niet in staat om het
verlies te dekken tegenover het tentoonstellingsjaar
van 1883/8$. In opbrengst, legden zij uit den
aard der zaak slechts weinig gewicht in de schaal
tegenover de beide jaren. Zij bleef minder dan voor
leden jaar 356.808,221/s en minder dan in 1882/83
185.760,81. Hierop steunt het beweren dat de
algemeene malaise meer kwaad berokkende aan de
concurrentie. Deze deed zich in het locaal verkeer
slechts gevoelen tusschen Amsterdam en Rotterdam
en Amsterdam en Den Haag.
De lijn Gouda-Den Haag deelde in de algemeene ont
vangsten met 355.981,381/, tegen/367.444,04Vj
in het vorige jaar en 354.076,05 io 1882/83
de lijn BreukelenHarmelen met 79.652,4079
tegen 113.743,03 in 1883/84 en 88.431.32 nu
twee jaar geleden; de stoomtramweg HaagScheve
niugen met 85.193,UVg tegen 74.83l,23l/8
voorleden jaar en 77.152,851/f in 1882/83; die
van EdeWageuiogen met 26.961,3172 tegen
28.553,14V2 in 1883/84 en 28.144,50 in
1882/83.
Na aftrek van hetgeen komt ten laste van den
spoorweg LeidenWoerden, blijkt dat de uitgaveu
in totaal hebben bedragen 2.594,775.98 tegen
f 3.573,282,04 ih het vorige boekjaar, en alzoo
thans meer dan toen f 21,493.94. Bij behoud van
het groot aantal personentreinen was het niet moge
lijk om bezuinigingen in te voeren van eenigszins
ingrijpenden aard. De weg vorderde meer aan on
derhoud ruim 31000, en aan het onderhoud der
rytuigen moest meer worden ten koste gelegd ruim
34000. Op uitgaven van dien aard valt niets af
te dingen. Waren zij de rekening niet komen be
derven, dau zouden de kosten van exploitatie in
totaal ruim 44000, minder hebben bedragen, in
stede van ruim/21000 meer zooals thans blykt.
Hierin ligt een sprekend bewijs, dat overigens de
grootst mogelyke zuinigheid werd betracht, als daarby
worde in acht genomen, dat het aantal treinkilometert
nog 57.829 meer bedroeg dan voorleden jaar!
In de kosten der exploitatie werd gedeeld door
de lijn GoudaDeu Haag met 178.965,77, en door
die van BreukelenHarmelen met 40,044.38.
Dinsdagmiddag kwam te Vlaardingeu de eerste
haringjager, ditmaal her stoomschip Wodan, binuen.
Er waren 1138/4 ton volle en 177 ton maatjee
haring aan boord. Deze lading was den 26 en 27
Juni van de verschillende vaartuigen overgenomeu,
zoodat de reis naar het vaderland binnen drie dagen
is volbracht. Bij de lading was 1 ton voor Amster
dam. De verkoop had daar gisterenmorgen te half
elf plaats, nadat de gewone geschenken aan de leden
van het Vorstelijk Huis en de hoofden van Staats-
en Provinciaal bestuur te half negen waren verzonden.
Het bericht van de Engelsche „Standard," dat de
conservatieve Regcering er aan zou denken de pro
vincie Dongola, waar de volgers van den Mahdi
zich reeds vertoonden, weer te bezetten, is waar
schijnlijk slechts een van die berichten geweest, welke
men in de Engelsche ministerieele pers van tijd tot
tijd meer vindt en welke alleen dienen om de open
bare meeniug te polsen. Van dezelfde' soort is het
bericht van de //St. James Gazette", welke zegt niet
te gelooven dat er van de bezetting iets zal komen,
daar het jaargetijde voor zulk een expeditie zeer on
geschikt is; het blad verklaart overigens niet te weten
welk besluit de Regeering in deze zaak heeft ge
nomen, in welk geval het blad zeer gevoeglijk
kan kunnen zwijgen. Veel lust om de discussie
over eeu halve of kwart Nijl-expeditie weer te openen,
zal er bij de Engelsche kranten niet bestaan. Het
onderwerp is reeds genoeg behandeld en men wordt
bij een nieuwe bespreking te zeer herinnerd aan al
de ongelukken waaraan de Nijl-expeditie zoo rijk is
geweest. Dat de RegeeriDg nog geen besluit geno
men heeft, laat zich hooren, want de conservatieve
heeren hebben nog nauw den tijd gehad om zich in
bijzonderheden op de hoogte te stellen van den stand
der zaken.
Tot dusver geeft het nieuwe ministerie slechts
verzekeringen, dat het met de meeste vredelievende
bedoelingen is bezield. Graaf Salisbury deelde den
Frauschen gezant mede dat bet zyn oprechte wensch
was om de Egyptische quaesties in overleg met
Frankrijk te regelen en ook met Duitschland is
geen oneenigheid te vreezen. De Standard ten
minste wijst met groote voldoening op een artikel
in de Post, een der officieele Berlijnsche bladen,
waardoor men meent dat Bismarck tot het volk
spreekt. Het blad geeft een uitvoerige beschouwing
over bet Britsche rijk en de moeielijkheden, waar
mede het reusachtige rijk in alle werelddeelen te
worstelen heeft.
De Standard is zeer ingenomen met dit artikel,
„dat blijkbaar onmiddellijk uit de Wilhelmstrasse
afkomstig is" en waaruit 'olykt, dat iu toongevende
kringen te Berlijn groote waarde wordt gehecht
aan een goede verstandhouding tusschen Engeland
en Duitschland.
De heer Gladstone heeft ic een brief aan zijne
kiezers opnieuw hunne stemmen bij de aanstaande
verkiezing gevraagd.
De Fracsche Kamer van Afgevaardigden heeft
het ontwerp-handelsverdrag tusschen Frankrijk en
Nederland, met 298 tegen 106 stemmen aangenomen.
[n Duitschland begint de Brunswijksche quaestie
haar oplossing te naderen. De Bondsraad zou het
voorstel vau Pruisen tot uitsluiting van den hertog
van Cumberland reeds eergisteren hebben behandeld,
maar wederom is de zaak tot heden uitgesteld. De
Brunswijksche Landdag zal tot zoo lang bijeen bly-
ven, zoodat ook de Brunswykers terstond hun mee
ning kunnen zeggen, nadat de beslissing in den
Bondsraad is gevallen. Nu reeds heeft de Landraad
in eeu geheime zitting over de uitsluiting beraad
slaagd, maar de uitslag der discussies zal eerst
worden medegedeeld, wanneer de Bondsraad heeft
gesproken.
In Spanje is het gevaar voor een ministerieele
crisis nog niet geheel geweken. Koning Alfonso
heeft geweigerd aan het verlangen te voldoen van
deu handelsstand betreffende de officieele verklaring
dat de cholera te Madrid heerscht, zoodat ook de
kooplieden wel by hun verzet zullen blyven volharden.
De ziekte zelve blijft nog heerschen, zoowel in
de hoofdstad als in de provinciën. In het geheele
koninkrijk werden volgens het jongste bulletin in
24 uren tyds aangetast 1237 personen, waarvan
565 overleden. In 48 uren deden zich 2386 ge
vallen voor, waarvan 1148 met 568 dooden in de
provincie Valencia in 41 steden en dorpen. In de
stad Valencia kwamen 128 ziekte- en 101 sterf
gevallen voor. In Murcia neemt de epidemie af,
maar in Alicante en Castellon breidt zij zioh nog
steeds uit. Te Madrid bedraagt het aantal sterf
gevallen nog niet meer dau vier per dag.
De Nat. Zeit. en de Temps klagen, dat de
Spaansche regeering de telegrammen vau haar cor-
respondenteu over den toestand der epidemie ophoudt.
Toon baat dit niets, want algemeen is het bekend,
dat de cholera te Madrid heerscht en zich in de
provincie steeds uitbreidt.
INGEZONDEN.
De Kaasmarkt té Gouda.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik de vrijheid nemen de plaatsing te ver
zoeken in uw courant, voor het volgende.
Een belanghebbende beweert in uw blad van 11
Juli dat het ad res indertijd gericht aan bet Gemeente
bestuur, betrekking hebbende op onze Kaasmarkt, door
slechts weinig kaashandelaars van hier was geteekend.
De belanghebbende is hierin zeer onnauwkeurig.
Er ontbraken - slechts drie handteekeningen van
Goudsche Kaashandelaars. Het adres bevatte zes
handteekeningen uit Gouda waaronder de bedui-
denste zich bevbifden.
Groote handelaars uit Rotterdam en Amsterdam
hadden eveneens dit adres geteekend zoodat het door 35
kooplieden werd ondersteund.
Ten opzichte der warmte ziet uw belanghebbende
de zaak te drukkend in.
Als de warmte toch te Bodegraven en op andere
markten aan de kaas niet schaadt, zal ook hier
de kaas er even goed tegen bestand zijn, ook is
het in den zomer 's morgens te 6 ure niet warm.
De markt is gewoonlijk in twee uur tijd afge
loopen, alzoo zou dit dan nog vóór de groote
warmte kunnen zijn.
Bij verzendingen naar het buitenland moet kaas
veelal 3 a 4 dagen in een boot of wagon blijven
liggen, zoodat de kaas dan vrij wat meer te lijden
heeft door de warmte, in verhouding van een uur
op de markt staan onder flinke kleeden goed bezorgd.
De aanvoer van kaas hier ter markt gebracht, is
dit jaar ciet grooter dan verleden jaar, dat de aan
voer nog aanzienlijk is spruit voort uit de geringe
handel bij de boeren aan huis.
Bodegraven met zijn geschikter marktuur lokt
van de oprichting der markt af, meer partijen kaas
dan Gouda.
Wekelijks komen daar circa 40 partijen meer,
ook wordt hier de duur der markt niet verkort,
al begon de kaasmarkt te 6 ure, de markt wordt
toch ook door vele boeren bezocht die geen kaas
ter markt brachten.
Volgens mijne bescheideue meening kan de
bloei der markt bevorderd worden door de veraf
wonende boeren in de gelegenheid te stellen tijdig
met hunne kaas hier te zijn.
U dankzeggende voor de plaatsruimte in uw blad
teeken ik my met hoogachting,
UEd. Dienstw. Dienaar
D. HOOGENBOOM Tz.
Mijnheer de Redacteur!
Met belangstelling heb ik de beide ingezonden
stukjes gelezen opgenomen in uw blad van Zondag
en Woeusdag jl. aangaande de Kaasmarkt alhier.
Ofschoon ik mij geheel kan vereenigeu met het
eerste, ben ik het volstrekt niet eens wat het tweede
betreft. De punten daarin aangehaald zyn r.iet juist.
Ten eerste wat de onderteekening betreft van
't adres, gepasseerde jaar aan den gemeenteraad
ingezonden, als zoude niet genoegzaam onderteekend
geweest zijn, is onjuist, daar slechts drie handteeke
ningen van kaashandelaars te dezer stede ontbraken,
terwyl het nog voorzien was van vele der voornaamste
uit Rotterdam en Amsterdam.
Het tweede punt, dat wanneer de markt later
begon de kaas te veel van de warmte zou te lijden
hebben, wordt volstrekt niet weggenomen door het
vroege uur, daar circa f/3 der kaas per scheepsge
legenheid van hier gaat en die schippers toch niet
voor den namiddag vertrekken, waardoor de kaas
evengoed de warmte te doorstaan heeft. De markt
is gewoonlijk in twee uur tyds afgeloopen, dus
wanneer dezelve „bijvoorbeeld" ten 6 uur begint, is
de meeste kaas reeds ten acht uur verkocht, en
neem aan dat de warmte aan de kaas schade mocht
veroorzaken, is dat niet hetzelfde te Bodegraven,
Woerden en Utrecht, en hoe stelt men het in Noord-
Holland waar de markten ten 8 uur beginnen.
Het derde punt dat nu juist de aanvoer grooter
is dan andere jareu, niettegenstaande de concurrentie
met andere markten, is volstrekt geen bewys dat die
concurrentie niet hindert, doch meer het gevolg van
de gedrukte stemming in deu kaashandel, waardoor
de boeren minder aan buis bezocht worden, en door
de lage pryzen hen aldaar aangeboden, liever de
markt bezoeken in de hoop meer te bedingen.
Het vroeger of later begin der markt kan volstrekt
geen invloed uitoefenen op het korter of langer
verblijf der boeren in dfc stad, en zoude juist het
vroeger ter markt komen daar nadeeliger op werken,
daar toch nu de markt zoo vroeg beginnen de vele
boeren geen tyd hebben om op hunne betaling te
wachten, doch dikwyls weder op weg naar huis zyn,
voordat sommige neringdoenden hun winkel hebben
geopend. De meeste boeren die aan kooplieden
buitenaf verkoopen zijn reeds ten 7 uur betaald en
mede op weg naar huis, hetgeen geen plaats kan
hebben wanneer de markt later begint. Het eerste
stukje doelde ook te recht op de verafwoneode
boeren, dat die niet in de gelegenheid waren tydig
ter markt te zijn en hier kan bijgevoegd worden dat
daardoor velen nog in de gelegenheid gestald worden
eerst te huis by 't melken tegenwoordig te zyn,
1 hetgeen van zeer veel belang ii.