tiultenlandsch Overzicht ADVERTENTIËN. Burgert ij ka Stand. Haastrecht: makes, om bet vierkant, door het Palais-Royal gevormd, eleotrisch te rtrlichteu. Moeielijk ral men geschikter plaats voor dit doel kunnen vinden. Men begint met het maken eener voorlnopige inrichting voor 1000 lampen, en eoodra men van de verliohting met 1500 lampen van 16 kaarsen verzekerd is, zal men tot uitbreiding overgaan. Men heeft 3 stoommachines, ieder van 200 paar denkrachten, noodig, en 15 dynamo's, waarvan 3 dienst doen als reserve, met «ene battery accumu latoren, die in staat zijn gedurende eén uur 800 lampen te voeden. Be kosten van het eleotrisch licht zullen 5 cents per uur en per lamp van 16 kaarsen bedragen. By een gasprijs soo ala te Parys geldt, van 15 ets. per cub. Meter, zou dezelfde lichtsterkte met gas 2l/4 cent kosten daar is dns nog de prys van het electrisch licht ruim het dubbele van hetgeen de verlichting met gas zou kosten, en hoe lager de gasprijs des te grooter wordt natuurlijk het rersohil. Avond en naobt brengt zij in een vertrek door, dat van alle zyden met marmer versierd is en waarin geen hitte kan doordringen. Op dagen dat bet schoon weder is gaat ty in groene beemden en bloemrijke weilanden wandelen en bedryvige dienaars dragen, wanneer de temperatuur de minste of geringste verlaging ondergaat, fijne wollen doeken aan, om haar te beschutten. lederen dag komt een genees heer baar een bezoek brengen om te vragen hoe zij het maakt en een half dozyn dienaren heeft tot taak haar te verplegen. Van tyd tot tyd ontvangt zy be zoeken en dan wordt haar lof op weidsohe manier uitgebazuind. Op den achtergrond van een tuin, neemt zy in een grotwerk een bad maar vooraf wordt het water nauwkeurig onderzocht, opdat zy geen enkel gevaar loope. Die zy, die zoo gekoesterd en verpleegd wordt is de merrie Blossom, de ster van de wedrennen te Epsom. In Berlyn ia nu een kopereu aardglobe te zien van ruim 87 M. diameter. Zeventien jaren lang is daarapn gewerkt door een blinden horlogemaker. Twee jaar lang waren twee man er aan bezig om er de wertlddeelen op te schilderen. De globe draait naar behooren zij is voorzien van een maan die er haar reis in 28'/. dag om maakt. De zon wordt voorge steld door een krachtig kalklicht, dat elk werelddeel op zyn beurt verlicht of in schemering brengt. Ron dom die plobe is een stellage met rails, waarover een tramrijiuigje loopt, dat zes personen kan bevatten, die dan op zeer comfortabele manier aansohouwelyk on- derwys in wiskundige aardryksknnde genieten. Door ,de vereeniging Vergunning te Rotterdam zyn blykens de N, R. Cl., aan de Tweede Kamer der Staten - Gsueraal en aan de hninisters van Bin- nenlandsohe Zaken en vau Justitie adressen ingediend ter cake va-a de verhooging van den accijns op het gedistilleerd en van de in den laatsten tyd toenemende knevelarijen van eigenaren van perceelen met „ver gunning* .tegenover de huurders. Van het aan de Tweede Kamer aangeboden adres zyn tevens afdrukken gezonden aan de Provinciale Stateh', aan burgemeester en Wethouders en aan de Kamer van Koophandel te Rotterdam, met verzoek om ondersteuning. Naar aanleiding van het prooes-Lorette zegt Damns in het Vadtrland het volgende En het publiek stroomt toe in grooten getale, om te zien, vooral wat afschuwelyk is. De hemel wateren mogen zich in stroomen neerstorten op de hoofden der wachtenden; stompen en schoppen, op de donkere wenteltrappen van het gerechtshof, dicht als hagel neerkomen op de binnendringeoden; het moge bedwelmend warm zijn in de zaal, waar reoht wordt gesproken, zonder luchtverrersching, en een zoete walm opstygen nit die duizend natte kleederen, gelyk slechts een naturalist hem durft be schrijven niets doet ter zakesteeds ryat de woelige meuechentee, en spreidt zich golvend uit tut io de donkerste hoeken der zaal. En waar trekt al dat dapper volk heen oü vont-ils, ces gnerriers? Ze gaan eene j^nge vrouw zien, die, na schold- en rouwbelijdenis, met gebogen hoofd voor den hove verschyut, om hare sententie te hooren. Daar waren mannen van de balie, magistraten en staatslieden, diplomaten en schryvers, wysgreren en doctoren, de aangewezen hoeders en herders der menschheid, om een menachenkennis te ver- meerdesen en te louteren, welke alleen hunne maoht beilryk kan. maken voor het menschdom. Dat wss goed. Daar was tevens dat woest gepeupel, 't welk als een stormvlaag ds zaal binnendringt, engiert en tiert, en bot viert aan zijn ergste lusten. Dat wat natnnrlyk. Maar daar waren ook moeders, die baar jonge dochters den arm bodec, om haar te geleiden naar de beste plaatseD op de voorste banken, en te in staat te atellen op fatsoenlijke wijze proh pudor I de onfatsoenlijkste dingen der wereld aan te hooren, en zich eens flink, en voor altyd, op de hoogte te stellen van de zeden en gewoon ten van ontuchtige plaatsen, of te vernemen wat zoo al uit een jonge wellicht een lieve deern kan groeien, wanneer baar rader haar niet eens heeft weten te bewaken tot haar zevende jaar Voorwaar, ik ben een streng en krimineel mail, tot moge „Het Vaderland" het my vergeven tot de doodstraf inkluis. Maar zulks belet niet, dat ook myn gemoed zijn rechten doe gelden, en ik, by het verhoor der beschuldigde, geleden heb onder haar lyden, en gemarteld werd onder haar marte ling. Wat hadde ik gaarne der arme zoovele pjju- lyke vragen bespaard gezien, en wat voelde ik mij verlicht toen zij althaus eenmaal een onthulling weigerde, een laatste onthulling Want die was voor ten vrouw niet om ui', te spreken, en had ik gedacht niet om aan te hooreu 1 Toch, wie zaten duar nu met open oor en mond te luisttren P Zie, de reobter deed zyn plicht, toen hy tot de diepste afgronden van dat vrouwenhart afdaalde om schuld of onschuld te bepalen voor de wet, en de mogelijkheid der vrijspraak of de zwaarte der straf. Maar, wat hadden daar die eerbare moeders met haar eerbare doohters te doen P Wat daar die heele schare vrouwen, reeds vroegtijdig opgekomen om de gevangene als met de oogen te kunnen be strijken en betasten P Wat daar die matronen en maagden, welke de gangen en voorzalen vervulden, hangend en verlangend naar de toegangsdeur, jeukend van ongeduld O, het was immers eene exhibitie, eén drama, eene zeldzame „première", interessanter 'dan met Nils80u, en goedkooper dan met Patti Men mocht toch die rampzalige, wier lichaam kromp onder de felste zielesmsrten die ruggelings neersloeg bij het zien van het moordtuig, niet laten spelen voor stoelen eu banken P Dat ware inderdaad zonde en jammer geweest I Eu, wanneer men dan terugkeerde naar het waohtend gezin, den tooneelkyker had ge borgen en hoed en mantel afgelegd, om plaats te nemen aan den hniselyken disch, dan kon men nog een oogenblik zoo recht genoegelyk rillen alsof de dood over uw graf gaat eu zich den boter ham er niet minder om doen smaken Geloof niet, o lezer, dat ook ik, op tnyne benrt, en naar den smaak der tijden, hier mijne rol spele, eu speculeere op awe aandoeulyk- of meewarigheid! Reeds zeide ik het, ik ben een krimineel man ea eisch Btraf, waar sghuld is bewezen. Maar juist, omdat ik ook aardsohe gerechtigheid ken, en erkeu, wensch ik majesteit in de rechtspleging, en hoogeu ernst tot zelfs in de geringste vormen. De heerschende tendeoz leidt tot verzwakking èn van den vorm, èn van het beginsel des strafrechts. Verwacht hier van mij geen breednitgesponnen theorieën, omtrent het karakter der slraf. Beteren en meer geleerden dan ik kuunen u daaromtrent voorlichten. En een causeur ook al moge hij een enkele maal moralist zijn ontdekt evenmin systemen als planeten. Maar toch wil ik verklaren, dezer dagen, ter terechtzitting, door gemoedelijke mannen een meening te hebben hooren uitaprekeo, welke, konsekwent doorgeroerd, rechtstreeks zoude brengen tot ontoerekenbaar verklaring van tal Vao misdaden, tot afwijzing van persoonlijke verantwoordelijkheid in velerlei ge vallen, en, dientengevolge, tot eene gevaarlijke mate van straffeloosheid. Indien bet rooriaan vrij staat eene chronische aandoening op het gegeven, dat is het misdadig oogenblik, te doen overgaan in eene mania acuta et furibonda, of de mogelijk heid daarvan aan te nemen, ook me: het oog op- en om reden van de gepleegde misdaad ('t geen tooh wel een petitio prtncipii zoude zijn en dan aldnt te couelftdeeren tot afwezigheid van vrijen wil en ontoerekenbaarheid der daad, dan kun nen gelijk een magistraat zich afddende uit drukte de rechtbanken eenvoudig wel „opgedoekt" worden. Men versta me goed ik bedoel hier niet het onderhavige geval, waarin ik niet te getuigen of te pleiten heb, pro ant contra, noch een advies te geven, dat ongevraagd, en dus ongepast zoude kunnen rjjumaar ik spreek hier vrijmoediglyk een woord over de richting, die zich meer en meer openbaart, elders en hier, ik zonde byna zeggen: bier, in navolging van elders. Eeu ieder die eenig belang stelt in den gang van werelds zaken, weet boe tegenwoordig, jte Parys, Charcot en andere vorsten der weten schap, specialiteiten in hysterie en geesteskrankheid in het wezen der zaak de hoogste magistratuur bekleedeo, en opperrechters zyn van Frankrijk. Zy beslissen, dat de geest des beklaagden in een bepaalde mate ziek ie, en keuren als een mili tair dokter zijn lotelingen de hem voorgestelde be schuldigden afvoor de gevangenis. En het hof enregietreertMaar, indien de zaken werkelijk ook by ons soo staan, dan is, op zyn minst geoomen, eene nieuwe rechterlijke organisatie noodig, waarbjj men zioh tooh niet bepale tot het verminderen vau hoven en het opheffen van kantongerechten een stap achterwaarts voor de kleine gemeenten en het platteland maar rondweg deoreteere, dat de strafrechter, in plaats van juris ntriusqne doctor medicinae dootor en nlienist moet zjjn. Ik zeg niet. dat de proef goed zoude afloooen, of de veiligheid van lijf en have er aanmerkelijk by zou winnen maar 't ware althans konsekwent gehandeld. Justus van Maurik jr. geeft in de Amsterdammer de volgende sobets van „een huistiran" Gewoonlijk is de huistiran iemand van middelma tige grootte, eerder mager dan gezet, met een scherp geteekeud gelaal, diepliggende, veelal stekende grjjse oogjes, soms door roode randjes begrensd. ZijQ mond, waarvan de dunne lippen vost op elkander Sluiten, is aan de hoeken neergelrokkeu, de neus vleugels zijn beweeglijk eu tussoben de oogen zweh ieder oogenblik de tooruader. Zijn bakkebaarden knipt hy kort en 't haar draagt by a la maloontaat. Rusteloos dwaieu zy rond of zy ook iets ontdekken wat hem ergeren kan. Wanneer hy een onderge schikte betrekking bekleedt, is hij tegenover zijn meerderen krnipend beleefd en onderdanig, maar onbarmhartig wreekt by al de onaangenaamheden die by van zijn ohef of op zijn kantoor ondervindt op zijn huiegenooten en vooral op zijn vrouw. Dat ongelukkige Bchepael is gewoonlijk de wrijfpaal, waaraan by de schubben van zyn verfoeielijk hu meur afschuurt. Zyn kinderen krijgen wat er nog van erger en nydigheid in hem overblijft. Iu zijn huis heerscht steeds een gedrukte stem ming, de atmosfeer is er zwaar eu angstig evenals de lucht voor eeu onweer. Meestal breekt de bui los gedurende bet middagmaal geen wonder waut het is don ongeveer de langste tyd dat hy te huis is. Komt bij 's middags na kantoortijd thuis, dan zitten moeder en kinderen reeds in angstige span ning byeen. Een flauw lachje, 't zwakke zonne schijntje voor het noodweer, verheldert nu en dan hun aangezichten, maar het verdwijnt bij 't hooren van vadert tred op de trap. Als tij ue bekende driftige voetstappen in den gang rernemeu, slaat bun de aehrik om 't hart. „Daar komt vader aap 1" Die woorden der huis moeder zouden in andere gezinnen aan de kleinen ee'n juichkreet ontlokken, in dat van den tirauzijn ze bet sein tot eene algemeens pynlyke stilte. De kleinste jongen, die met een stoof aan een touwtje sleedje speelde en ondanks moeders ver maning nog steeds tot het aangespannen rolpaard, „hu i bu 1» en „vort knol 1" roept, haast zioh, zoo snel zyn beentjes bet veroorlooven, zyn voertuig in veiligheid te brengen. Ojammer, het touw slingert zich om de poot der tafel de kleine rukt en trekt om de stoof os te krjjgen, zyn handjes doen' pyo, want het touw is te sterk en vader is binnengetreden, voor dat een en ander opgeborgen is. Met eeu norsoh „goeden dag», met «omge trokken 'wenkbrauwen en bliksemde oogen nadert de tiran. Hij heeft het sleedje in 't oog gekregen „Allo, hier 1 maak dien boel los. Wat doe je daar Speel je weer roet een stoof 1 Een stoof is toch geen speelgoed, hd p" Een klap om de ooren vail bet kind doet het luid schreiend naar mesders schoot vlochten. „Hier I Allo hier 1 Als jè drenst krijg j» er 00S een oogeu blik kei jjk stil, hoor je 1* Het kind slikt en bikt en dringt lijn traantjes terug, terwyl het met angstige oogjes naar zyn vader opziet. „Hoe dikwijls moet ik w£l zeggen dat huisraad geen speelgoed is», valt hij tegen zjjn vrouw uit. „Maar manlief, 't kind speelde sleedje en „Zwyg I vraag ik je niet naar.» „Maar wat doet het kind nu eigenlijk voor kwaad „Kwaad 1 kwaad Ik teil bet niet hebben, dat 's genoeg.» i „Nu ja, maar y—" „Hou je stil, door jou eenwig tegenspreken tegen my, worden de kinderen bier zoo brutaal, ze hooteu dat jij geen respeot voor ipy hebt eu daardoor den ken ze, dat ze alles knnnen doen wat ze willen. „Ik heb hen nog verboden maar „VerbodenP Jij?» een minachtende, schampere lach krnlt mynheers lippen. „Jij kan niet verbieden als je dat deedt, zoo er hier in huis meer arde zijn, minder gebroken ey vernield worden, maar daar denk jij niet om. -Al 't stuk ia moet 't maar weer gemaakt worden h^jFt Ik moet er maar voor opdraaien ik kan my dood werken om te verdienen wat er „Maar man heutch I» „Ooh schei maar nit is 't eten klaar „Al lang I» „Al lang is dat een antwoord P Is 't myn sobnld dat hier in huis eenwig en altijd wanorde heerscht p Kan ik het helpen dat ik altijd mei een sirafoefeuing I beginnen moet als ik thuis kom Al lang, 'n mooi antwoord je moest je schamen om zoo iets te zeggen waar de kindereu bij zijn „Maar ik bedoelde alleen maar „Wat je bedoelde weet ik heel goed, je bedoelde dat je gewacht heb, js verwyt me dat ik te laat kom. Ik blief te komen als ik wil verata je ik heb volstrekt geen verwyten noodig. Al lang-1 't Is sohaude dat je 't durft peggen." „Maar wezenlijk ik „Geen woord meer Aan lafelZitten 1" Zwijgend neemt het huisgezin plaats en als vader zijn servet over de knieën legt, ziet hy met valken oog rond of alles naar zyn ziu is, pruttelt nog eens in zich zeiven „Hm'd mooie boel," en zegt dan hardop: „Allo, bidden 1" Wat hij bidt weet onze Lieve Heer alleen, veel bijzonders kan 't diyakt mij niet wezen. Ontslemd en vreesachtig zitten allen byeeu. De soep deugt niet; 't vleescb is taai eu de messeu zijn bol. Juist in die volgorde maakt de tiran dagelijks zyn aanmerkingen. Gewoonlijk wordt nog eeu van de kiudereu om een of ander klein vergryp van tafel gezonden en 't is een zeldzaamheid wanneer niemand der dischgenooten zijn of haar eten niet met tranen vermengt. Na 't danken henschzoo'n monster dankt nog gaat de hnistiran eeu tukje doen. Plotseling is het alsof alles in huis uitgestorven is doodelijk is de stilte niemand dnrft zich ver roeren moeder trekt haar pantoffels uit eu loopt op haar kousen. De kinderen worden, als 't even kan, zoDtler gedruiscb de straat opgezonden als 't zomer is is het winter dan zoekt moederlief een afge legen hoekje in huis op waar zij met de kleinen een knibbelspelletje doet of ze iets vertelt om ze rustig te houden. Al is bet ook ijskoud in dat hoekje, het hindert hen niet, eu meestal ontdooien ze daar ouder moeder! vleugelen toch een oogenblik. Onheilspellend wordt de diepe stilte afgebroken door de neusklanken van mynheer. Zyn datje breidt zich nit, 't wordt een dutbij snorkt als eeu ver konden nijlpaard. „Weewee I over het huisgezin, als het ongeluk wil dat de tiran door een of andere omstandigheid, bet vallen van een of ander voorwerp, hei dichtslaan van een deur of een venster, ontijdig ontwaakt. Dan is satan in huis en onbarmhartig wreekt hij zijn gestoorden slaap op allen. Egoïst in allerhoogste mate, is de huistiran een akelig soort menscb, een straf voor zyn omgeving. Hij is iet huisgezin, om hem, voor, van hem, is alles, zijn wil is wet, zijn ik alles. Zyu kindereu zijn voor hem slechts de onvermijdelijke gevolgen van zyn bnwelyk, zijn vronw een slavio, die in een onzalig nar haar lot aan dien heer en meester verbond. Een vrieudelyk woord, een hartelijke toon is in zijn huis onbekend. Bevel, dreigement en strafoefening wisselen elkander ouophoudelijk af en sltebts dan wanneer bij niet thuis is, ademen de zynen iets vrijer en ruimer. Gewoonlijk treffen zulke mannen door een zon derlinge speling vau het toeval, zaohtzionige, gedul dige vrouwen eu hebben ze geen schoonmoeders. Heeft een huistiran een schoonmoeder, die manvast is, dan wordt het lot der vronw draaglyk, maar bezit hij dip niet, dan martelt bij doorgaans zijn geduldige wederhelft totdat zij' bezwijkt. Kalm en tevreden sterft ze, als ze geen kinderen heeft; heeft zij die wel, dan is ook baar stervensuur nog een marteling. Is zij dood dan doet hij een rouwband om zyn hoed, zoo breed mogelyk, gaat een paar maal met zyn kinderen door die straten wandelen waar hy de meeste kans heeft om kennissen vrienden beeft hij zelden tegen te komen, jaagt daarna een dozijn meiden weg en neemt eindelijk eeu huishoudster, die, als zy 't by hem uithouden zal, meer haar op haar tandep dient te hebbeu dan hy op zyn hoofd. Hertrouwt hij, dan is het zeker tieu tegen eeu, dal hep niet die huishoudster is, en dikwyls krijgt hij daardoor ejjn trekken thuis er is altyd baas boven baas. Eu zyn kinderen P 'l Worden dikwijls schuwe, Iengenaohtige schepsels dp angst knaagt voortdurend aan hno jeugdig hart; vreugd kennen ze niet, ten minste niet in buis. Geen band van liefde trekt huu hart lot vader, die eenmaal oud geworden, hoe langer hoe veïder van hen afstaat ea ala hij ten grar| daalt aan het geheele raensebdom, maar vooral aan zyn familie, een zucht van verlichting ontlokt. Zijn nagedachtenis? Vergelen 1 Dr. Manrits Soelj^n gaat in de Verzekeringsbode, de verplichtingen na van eigenaar en assuradeur, met betrekking -:o; het inslaan van den bliksem iu ge bouwen' en andere eigendommen. Op den voorgrond, stellende, dat tot nog toe geen geval bekend is, waarin door -den bliksem schade aan een gebouw be rokkend is, dat voorzien was van een afleider, die goed aangelegd waa en zich tijdens bet ongeval in ongedeerden toestand bevond, komt de sch. lot de slotsom, dat de eigenaar zich door het plaatsen van een afleider, met zekerheid legen bet geraar van den bliksem kan vrijwaren, mits bij toezie, dat de aanleg geschiedt zooals het behoort en dat de toestel in orde blijft. Het ongeluk van het inslaan van den bliksem be hoort dhs tot die, welke van te voren kunnen voorzien worden en waartegen de beveiligingsmaatregelen bekend en rechtatreeka toe te passen zyn, zender tusschen- komst van {eene assurantie - maatschappij. Het is eigen schuld, wanneer een gebouw door den blik sem vernield wordt, en niet het gevolg.van een ramp, die niet te voorzien was, zooals bij andere oorzaken van brand het geval is. Derhalve is de eigenaar van een gebouw verplioht bet voor de schadelijke werking van den bliksem te beveiligen, en hij handelt daar bij in zijn eigen belang. De kosten vau aanleg van een dengdelijken afieider warden allengs minder kostbaar, naarmate men juister bekenc! is met de eischen, waaraan hij voldoen moet, Hoe kunnen nu de de assurantie - maatschappijen dit bevorderen Vooreerst door hnnne premiën te verlagen van gebouwen met bliksemafleiders voorzien. Thans zijn er slechte weinige assuradeurs die dit doen daardoor wordt bet plaatsen vau afleiders tegengegaan en werken zij dos de zorgeloosheid iu de hand. Nog meer afdoende ware het, indien de verzekeraars zich geheel onthielden vau vergoe ding van schade, door den^bliksem veroorzaakt, en dit duidelijk in bare statuten opnamen Zoodoende kwamen ze eigenlyk eersi op een geheel zuiver ter rein, namelyk dat tegen deze schade de eigenaar zelf moet zorgen. Tevens zou daardoor voor goed eeu einde gemaakt woeden aan de branden, die aan het onweer worden toegeschreven, maar eigen lijk het gevolg zyn van moedwil, en waaraan mis schien voor eea groot gedeelte de meening moet worden toegeschreven, dat het gevaar voor het in slaan van den bliksem in de laatste jaren op schrik barende wyze toeneemt. Op dit laatste pnnt wordt in verschillende streken al meer ep meer de aandacht gevessigd. Wil men ook voor Nederland dit onderwerp onderzocht hebben, dan zou men eeu uitgebreide statistiek b. v. over de laatsre 50 jsren tot ijjne beschikking moeten hebbeu. Voor elk jaar van zulk een reeks zon men moeten weten, hoeveel perceelen bij eeu bepaalde maatschappij verzekerd zijn, en boevele van die rampen aan het onweer zyn toegeschreven. Percents gewijze opgaven hieromtrent Zoude voldoende zijn. Van een paar Maatschappijen zyn reeds zoodanige opgaven aan het Kon. meteorologisch instituut toe gezegd. Dr. Snellen neemt deze gelegenheid waar, om ook by andere maatschappijen om zulke Op gaven te verzoekeu. De bekende Amerikaansohe fabrikant van druk persen Hoe beeft "voorspeld, dat binnen eenen be- trekkelyken korten tijd de drukpersen zullen ver vangen worden door de photographic, en dat er dan gemakkelijk 11)0 vellen per seconde zullen kunnen geleverd worden. Alleen, zegt hij, is er een goedkoop papier voor noodig, maar dit zal wel gevonden worden. Opmerkelijk mag het heeten dat in Nederland, waar de stal ieder oogenblik getehrobt, de kribben geschuurd, de gangen met zand bestrooid en geen smet in den hoi geduld wordt, dikwerf veeziekten heersohen, terwyl in Vlaanderen, waar het 4- a 5 voet hoogen mest staat en den stal niet verlaat en de zindelijkheid veel te wensohen overlaat, niets vsn besmettelijke ziekten ge hoord wordt. Hetzelfde ziet men in vele streken van Drenthe, waar eveneens allesbehalve Hollaudsche zindelijkheid heerscht't vee is gezond en van ziekten hoort men weinig, van besmettelijke ziekten niets en dat de mest in zulke stallen stank zou verspreiden is een dwaling. Alleen wanne# hy verwerkt wordt, riekt hij. Men houdt het vee zindelijk door onderstrooiing met slroo, heide enz. en dat geeft warme en zindelyke ligging,' terwyl de mestqualiteit aanmerlwlyk beter blyft. Evenals in Eugeland, waar Gladstones manifest nieuw leven bracht in den verkiezingsstrijd, wordt ook in Frankrijk de strijd ijverig voortgezet. De heer Clemenceau, de apostel der radicalen, reist in het Zuiden van stad tot stad en trad^net laatst te Döle op, waar hy echter weinig stioces behaalde. Te Parijs trad nu ook Gambetta'i vriend Spuller in het strijdperk om de beginselen der opportunisten te verdedigen. Spuller wees o. „a. óp de weusche- lijkheid om de scheiding van kerk en staat voor- loopig te laten rusten enhet Fransohe gezantschap op bet Vaticaan te handhaven. Geheel onverwacht komen er van het Balkan schiereiland ongunstige berichten. Dé Bulgaren in Oost-Ruraelië, die zioh reedd sinds langen tijd voor de aansluiting by het vorstendomi Bulgarije verklaarden, hebben na hun verlangen op zoo duidelijke wijze te kennen gegeven, dat zij den Tnrkschen gouverneur afzetten en den vorst van Bulgarye te hulp riepen. Naar men weet, is Rumelië door het tractaat van Berlyn in 1878 niet geheel van Turkye geschei den. Het laud kreeg eeu zekere male van onaf hankelijkheid, doch bleef onder souvereiniteir van den Sultan, die ook- het recht behield om den gouverneur te benoemen. Het doel, waarmede de mogendheden dezen maatregel namen, was blijkbaar om de Bulgaren en Turken, die steeds zeer vijandig jegens elka&r gezind waren, door een onzijdigen Staat te scheiden. De Tiumeliërs hebben daartegen steeds protest aangeteekehd, maaT nu eerst zijn zij tot feitelijk verzet overgegaan. De vereeniging van Rumelië met Bulgarije is dus in strijd met het tractaat van Berlyn. Tot dusver hebben de mogendheden, die daartoe mede werkten, steeds op de uitvoering van deze overeen komst aangedrongen, eu daarom is het de vraag, of zij in deze schending vau het tractaat zuilen berusten. Prins Von Bismarck althans heeft reeds meermalen blijk gegeven, dat bij de bepalingen van bet tractaat ten strengste wil bandhaven. In allen gevalle komt het er echter op aan, welke houdiug de Sultau naar aanleiding van het verzet van Rumelië zal aannemen. Heden wordt bij geruchte gemeld dat de sultan de verloreu provincie met wapengeweld wil heroveren, maar zekerheid bestaat in dit opzicht nog uiet. De N. Freie Prme ontvangt eene dépêche uit Konstantinopel, waarin wordt gemeld, datdeTurk- sche regeering het voornemen beeft om van Egypte eene geprivilegieerde provincie te maken, in den 1 trant van Oost-Rumelië, met eene grondwet door eene internationale commissie tot stand gebracht. De Sultan zou het recht hebben om, onder goedkeuriug der mogendheden, een gouverneur-generaal te be noemen. De familie van Mehemed-Ali zou van het gezag worden uitgesloten. Als bevoorrechte proviucie zou Egypte onder deu gemeenschappelijke!) waarborg der groote mogendheden gesteld worden. De afzeuder der dépêche voegt er bij, dat de grootste moeielykheid, welke zich door de uitvoering van dit plan aanbiedt, in het Suez-kanaal bestaat. Over het Duitach Spaansche geschil is weinig nieuws te melden. Prins Von Bismarck is te Berliju terug gekeerd, terwyl de berichtgever van Daily New volhoudt dat Duitschland zijne oorlogstoebereidaelen voortzet. Niet alleen sehrijft hij uit Berlyn de mariue-bataillons te Kiel en te Wilhelmshafen, maar ook de matrozen eu de zee-artilleristen in de dokken, benevens 180 machinisten hebben mede- deeliug ontvangen, dari zij niet naar huis zullen gaan, maar nog voor onbepaalden tijd in werkelijken dienst zullen wordeu gehouden. De Spaansche Regeering beeft in navolging der Duitsche, de nota gepubliceerd, waarin zy de Duitsche aanspraken op de Carolina's beantwoordt. De nota is gedagteekend 12 Aug. zij is eeu protest tegen de handelwijze der DuitBche Regeering, op grond, dat de Spanjaarden de Carolinen ontdekten en er feitelyk Bouvereimteitsrecbteu uitoefenden immers de kruiBer „Velasco* bracht nog oulangs een bezoek aan de ei landen, w^tr Koning Alfons als Souverein werd erkend en terstond daarna werd een expeditie uit Manilla gezonden met de militaire en burgerlijke overheden, die de kroon op het werk zouden zetteu. Teu slotte wordt meegedeeld, dat de Spaansche Regeering zich voorloopig tot dit protest bepaalt, maar eerlang een uitvoerige opsomming belooft van alle rechteii en be wijzen, welke de Duitsche Regeering spoedig vau Spaujes goqd recht zulleu overtuigen. GEBOREN 12 Sept. Aegidius Wilhelmus Maria, ouder» C. Jaske eo M. M. Libetoo. 20. Johannes Gijsbertu», ouders L. J. Zijlemau en C. van Harezaat. Alagondt Maria, ouder P. Cabont en A. S. Zinkhaau Wifhelmina, ouders A. Groenevelt en E. Vernaai. Cornelia Jaasje, ouders D. de Jong en M. de Visser. Willem, onders J. de Grauw en G. Snikkenburg. 21. Cornelia Theodoras, onders H. ran Dam en S> A. Kroon. Mereitje, ouders D. de Vries en A. Bakker. OVERLEDEN: 19 Sept. A. G. P. Verhart, 8 ra. - 21. C. J. van der Vliat, 4 j. K. Worst, 4 w. GEBOREN Pietje, onders F. van Dam en N. Blanker. OVERLEDENJ. Brouwer de Koning 19 j. ONDERTROUWD: W, Beokers en A.Smit. Bevallen van een Mfisje C. M. BREÜKEL— Clemens. Luiten a/d Dedemevaart, 20 Sept. 1885.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 2