tiultenlandsch Overzicht
ADVERTENTIËN.
Burgert ij ka Stand.
Haastrecht:
makes, om bet vierkant, door het Palais-Royal
gevormd, eleotrisch te rtrlichteu. Moeielijk ral men
geschikter plaats voor dit doel kunnen vinden.
Men begint met het maken eener voorlnopige
inrichting voor 1000 lampen, en eoodra men van
de verliohting met 1500 lampen van 16 kaarsen
verzekerd is, zal men tot uitbreiding overgaan.
Men heeft 3 stoommachines, ieder van 200 paar
denkrachten, noodig, en 15 dynamo's, waarvan 3
dienst doen als reserve, met «ene battery accumu
latoren, die in staat zijn gedurende eén uur 800
lampen te voeden. Be kosten van het eleotrisch
licht zullen 5 cents per uur en per lamp van 16
kaarsen bedragen.
By een gasprijs soo ala te Parys geldt, van
15 ets. per cub. Meter, zou dezelfde lichtsterkte
met gas 2l/4 cent kosten daar is dns nog de
prys van het electrisch licht ruim het dubbele van
hetgeen de verlichting met gas zou kosten, en hoe
lager de gasprijs des te grooter wordt natuurlijk
het rersohil.
Avond en naobt brengt zij in een vertrek door,
dat van alle zyden met marmer versierd is en waarin
geen hitte kan doordringen. Op dagen dat bet
schoon weder is gaat ty in groene beemden en
bloemrijke weilanden wandelen en bedryvige dienaars
dragen, wanneer de temperatuur de minste of geringste
verlaging ondergaat, fijne wollen doeken aan, om
haar te beschutten. lederen dag komt een genees
heer baar een bezoek brengen om te vragen hoe zij
het maakt en een half dozyn dienaren heeft tot taak
haar te verplegen. Van tyd tot tyd ontvangt zy be
zoeken en dan wordt haar lof op weidsohe manier
uitgebazuind. Op den achtergrond van een tuin,
neemt zy in een grotwerk een bad maar vooraf
wordt het water nauwkeurig onderzocht, opdat zy
geen enkel gevaar loope.
Die zy, die zoo gekoesterd en verpleegd wordt
is de merrie Blossom, de ster van de wedrennen
te Epsom.
In Berlyn ia nu een kopereu aardglobe te zien
van ruim 87 M. diameter. Zeventien jaren lang is
daarapn gewerkt door een blinden horlogemaker. Twee
jaar lang waren twee man er aan bezig om er de
wertlddeelen op te schilderen. De globe draait naar
behooren zij is voorzien van een maan die er haar
reis in 28'/. dag om maakt. De zon wordt voorge
steld door een krachtig kalklicht, dat elk werelddeel
op zyn beurt verlicht of in schemering brengt. Ron
dom die plobe is een stellage met rails, waarover een
tramrijiuigje loopt, dat zes personen kan bevatten, die
dan op zeer comfortabele manier aansohouwelyk on-
derwys in wiskundige aardryksknnde genieten.
Door ,de vereeniging Vergunning te Rotterdam
zyn blykens de N, R. Cl., aan de Tweede Kamer
der Staten - Gsueraal en aan de hninisters van Bin-
nenlandsohe Zaken en vau Justitie adressen ingediend
ter cake va-a de verhooging van den accijns op het
gedistilleerd en van de in den laatsten tyd toenemende
knevelarijen van eigenaren van perceelen met „ver
gunning* .tegenover de huurders.
Van het aan de Tweede Kamer aangeboden adres
zyn tevens afdrukken gezonden aan de Provinciale
Stateh', aan burgemeester en Wethouders en aan de
Kamer van Koophandel te Rotterdam, met verzoek
om ondersteuning.
Naar aanleiding van het prooes-Lorette zegt
Damns in het Vadtrland het volgende
En het publiek stroomt toe in grooten getale,
om te zien, vooral wat afschuwelyk is. De hemel
wateren mogen zich in stroomen neerstorten op de
hoofden der wachtenden; stompen en schoppen, op
de donkere wenteltrappen van het gerechtshof, dicht
als hagel neerkomen op de binnendringeoden; het
moge bedwelmend warm zijn in de zaal, waar
reoht wordt gesproken, zonder luchtverrersching, en
een zoete walm opstygen nit die duizend natte
kleederen, gelyk slechts een naturalist hem durft be
schrijven niets doet ter zakesteeds ryat de
woelige meuechentee, en spreidt zich golvend uit
tut io de donkerste hoeken der zaal. En waar
trekt al dat dapper volk heen oü vont-ils, ces
gnerriers? Ze gaan eene j^nge vrouw zien, die, na
schold- en rouwbelijdenis, met gebogen hoofd voor
den hove verschyut, om hare sententie te hooren.
Daar waren mannen van de balie, magistraten
en staatslieden, diplomaten en schryvers, wysgreren
en doctoren, de aangewezen hoeders en herders
der menschheid, om een menachenkennis te ver-
meerdesen en te louteren, welke alleen hunne maoht
beilryk kan. maken voor het menschdom. Dat wss
goed. Daar was tevens dat woest gepeupel, 't welk
als een stormvlaag ds zaal binnendringt, engiert
en tiert, en bot viert aan zijn ergste lusten. Dat
wat natnnrlyk. Maar daar waren ook moeders, die
baar jonge dochters den arm bodec, om haar te
geleiden naar de beste plaatseD op de voorste banken,
en te in staat te atellen op fatsoenlijke wijze
proh pudor I de onfatsoenlijkste dingen der wereld
aan te hooren, en zich eens flink, en voor altyd,
op de hoogte te stellen van de zeden en gewoon
ten van ontuchtige plaatsen, of te vernemen wat
zoo al uit een jonge wellicht een lieve deern
kan groeien, wanneer baar rader haar niet eens heeft
weten te bewaken tot haar zevende jaar
Voorwaar, ik ben een streng en krimineel mail,
tot moge „Het Vaderland" het my vergeven
tot de doodstraf inkluis. Maar zulks belet niet,
dat ook myn gemoed zijn rechten doe gelden, en
ik, by het verhoor der beschuldigde, geleden heb onder
haar lyden, en gemarteld werd onder haar marte
ling. Wat hadde ik gaarne der arme zoovele pjju-
lyke vragen bespaard gezien, en wat voelde ik mij
verlicht toen zij althaus eenmaal een onthulling
weigerde, een laatste onthulling Want die was
voor ten vrouw niet om ui', te spreken, en had
ik gedacht niet om aan te hooreu 1 Toch, wie
zaten duar nu met open oor en mond te luisttren P
Zie, de reobter deed zyn plicht, toen hy tot
de diepste afgronden van dat vrouwenhart afdaalde
om schuld of onschuld te bepalen voor de wet, en
de mogelijkheid der vrijspraak of de zwaarte der
straf. Maar, wat hadden daar die eerbare moeders
met haar eerbare doohters te doen P Wat daar die
heele schare vrouwen, reeds vroegtijdig opgekomen
om de gevangene als met de oogen te kunnen be
strijken en betasten P Wat daar die matronen en
maagden, welke de gangen en voorzalen vervulden,
hangend en verlangend naar de toegangsdeur, jeukend
van ongeduld
O, het was immers eene exhibitie, eén drama,
eene zeldzame „première", interessanter 'dan met
Nils80u, en goedkooper dan met Patti Men mocht
toch die rampzalige, wier lichaam kromp onder de
felste zielesmsrten die ruggelings neersloeg bij het
zien van het moordtuig, niet laten spelen voor
stoelen eu banken P Dat ware inderdaad zonde en
jammer geweest I Eu, wanneer men dan terugkeerde
naar het waohtend gezin, den tooneelkyker had ge
borgen en hoed en mantel afgelegd, om plaats te
nemen aan den hniselyken disch, dan kon men nog
een oogenblik zoo recht genoegelyk rillen alsof
de dood over uw graf gaat eu zich den boter
ham er niet minder om doen smaken
Geloof niet, o lezer, dat ook ik, op tnyne benrt,
en naar den smaak der tijden, hier mijne rol spele,
eu speculeere op awe aandoeulyk- of meewarigheid!
Reeds zeide ik het, ik ben een krimineel man ea
eisch Btraf, waar sghuld is bewezen. Maar juist,
omdat ik ook aardsohe gerechtigheid ken, en erkeu,
wensch ik majesteit in de rechtspleging, en hoogeu
ernst tot zelfs in de geringste vormen. De heerschende
tendeoz leidt tot verzwakking èn van den vorm,
èn van het beginsel des strafrechts. Verwacht hier
van mij geen breednitgesponnen theorieën, omtrent
het karakter der slraf. Beteren en meer geleerden
dan ik kuunen u daaromtrent voorlichten. En een
causeur ook al moge hij een enkele maal moralist
zijn ontdekt evenmin systemen als planeten. Maar
toch wil ik verklaren, dezer dagen, ter terechtzitting,
door gemoedelijke mannen een meening te hebben
hooren uitaprekeo, welke, konsekwent doorgeroerd,
rechtstreeks zoude brengen tot ontoerekenbaar
verklaring van tal Vao misdaden, tot afwijzing van
persoonlijke verantwoordelijkheid in velerlei ge
vallen, en, dientengevolge, tot eene gevaarlijke
mate van straffeloosheid. Indien bet rooriaan vrij
staat eene chronische aandoening op het gegeven,
dat is het misdadig oogenblik, te doen overgaan
in eene mania acuta et furibonda, of de mogelijk
heid daarvan aan te nemen, ook me: het
oog op- en om reden van de gepleegde misdaad
('t geen tooh wel een petitio prtncipii zoude zijn
en dan aldnt te couelftdeeren tot afwezigheid van
vrijen wil en ontoerekenbaarheid der daad, dan kun
nen gelijk een magistraat zich afddende uit
drukte de rechtbanken eenvoudig wel „opgedoekt"
worden. Men versta me goed ik bedoel hier niet
het onderhavige geval, waarin ik niet te getuigen
of te pleiten heb, pro ant contra, noch een advies
te geven, dat ongevraagd, en dus ongepast zoude
kunnen rjjumaar ik spreek hier vrijmoediglyk
een woord over de richting, die zich meer
en meer openbaart, elders en hier, ik zonde
byna zeggen: bier, in navolging van elders.
Eeu ieder die eenig belang stelt in den gang
van werelds zaken, weet boe tegenwoordig, jte
Parys, Charcot en andere vorsten der weten
schap, specialiteiten in hysterie en geesteskrankheid
in het wezen der zaak de hoogste magistratuur
bekleedeo, en opperrechters zyn van Frankrijk.
Zy beslissen, dat de geest des beklaagden in een
bepaalde mate ziek ie, en keuren als een mili
tair dokter zijn lotelingen de hem voorgestelde be
schuldigden afvoor de gevangenis. En het hof
enregietreertMaar, indien de zaken werkelijk
ook by ons soo staan, dan is, op zyn minst geoomen,
eene nieuwe rechterlijke organisatie noodig, waarbjj
men zioh tooh niet bepale tot het verminderen vau
hoven en het opheffen van kantongerechten een
stap achterwaarts voor de kleine gemeenten en het
platteland maar rondweg deoreteere, dat de
strafrechter, in plaats van juris ntriusqne doctor
medicinae dootor en nlienist moet zjjn.
Ik zeg niet. dat de proef goed zoude afloooen,
of de veiligheid van lijf en have er aanmerkelijk
by zou winnen maar 't ware althans konsekwent
gehandeld.
Justus van Maurik jr. geeft in de Amsterdammer
de volgende sobets van „een huistiran"
Gewoonlijk is de huistiran iemand van middelma
tige grootte, eerder mager dan gezet, met een scherp
geteekeud gelaal, diepliggende, veelal stekende grjjse
oogjes, soms door roode randjes begrensd. ZijQ
mond, waarvan de dunne lippen vost op elkander
Sluiten, is aan de hoeken neergelrokkeu, de neus
vleugels zijn beweeglijk eu tussoben de oogen zweh
ieder oogenblik de tooruader. Zijn bakkebaarden
knipt hy kort en 't haar draagt by a la maloontaat.
Rusteloos dwaieu zy rond of zy ook iets ontdekken
wat hem ergeren kan. Wanneer hy een onderge
schikte betrekking bekleedt, is hij tegenover zijn
meerderen krnipend beleefd en onderdanig, maar
onbarmhartig wreekt by al de onaangenaamheden
die by van zijn ohef of op zijn kantoor ondervindt
op zijn huiegenooten en vooral op zijn vrouw. Dat
ongelukkige Bchepael is gewoonlijk de wrijfpaal,
waaraan by de schubben van zyn verfoeielijk hu
meur afschuurt. Zyn kinderen krijgen wat er nog
van erger en nydigheid in hem overblijft.
Iu zijn huis heerscht steeds een gedrukte stem
ming, de atmosfeer is er zwaar eu angstig evenals
de lucht voor eeu onweer. Meestal breekt de bui
los gedurende bet middagmaal geen wonder waut
het is don ongeveer de langste tyd dat hy te huis is.
Komt bij 's middags na kantoortijd thuis, dan
zitten moeder en kinderen reeds in angstige span
ning byeen. Een flauw lachje, 't zwakke zonne
schijntje voor het noodweer, verheldert nu en dan
hun aangezichten, maar het verdwijnt bij 't hooren
van vadert tred op de trap. Als tij ue bekende
driftige voetstappen in den gang rernemeu, slaat
bun de aehrik om 't hart.
„Daar komt vader aap 1" Die woorden der huis
moeder zouden in andere gezinnen aan de kleinen
ee'n juichkreet ontlokken, in dat van den tirauzijn
ze bet sein tot eene algemeens pynlyke stilte.
De kleinste jongen, die met een stoof aan een
touwtje sleedje speelde en ondanks moeders ver
maning nog steeds tot het aangespannen rolpaard,
„hu i bu 1» en „vort knol 1" roept, haast zioh, zoo
snel zyn beentjes bet veroorlooven, zyn voertuig
in veiligheid te brengen.
Ojammer, het touw slingert zich om de poot
der tafel de kleine rukt en trekt om de stoof
os te krjjgen, zyn handjes doen' pyo, want het
touw is te sterk en vader is binnengetreden, voor
dat een en ander opgeborgen is.
Met eeu norsoh „goeden dag», met «omge
trokken 'wenkbrauwen en bliksemde oogen nadert
de tiran. Hij heeft het sleedje in 't oog gekregen
„Allo, hier 1 maak dien boel los. Wat doe je
daar Speel je weer roet een stoof 1 Een stoof
is toch geen speelgoed, hd p" Een klap om de ooren
vail bet kind doet het luid schreiend naar mesders
schoot vlochten.
„Hier I Allo hier 1 Als jè drenst krijg j» er 00S
een oogeu blik kei jjk stil, hoor je 1*
Het kind slikt en bikt en dringt lijn traantjes
terug, terwyl het met angstige oogjes naar zyn
vader opziet.
„Hoe dikwijls moet ik w£l zeggen dat huisraad
geen speelgoed is», valt hij tegen zjjn vrouw uit.
„Maar manlief, 't kind speelde sleedje en
„Zwyg I vraag ik je niet naar.»
„Maar wat doet het kind nu eigenlijk voor
kwaad
„Kwaad 1 kwaad Ik teil bet niet hebben, dat
's genoeg.» i
„Nu ja, maar y—"
„Hou je stil, door jou eenwig tegenspreken tegen
my, worden de kinderen bier zoo brutaal, ze hooteu
dat jij geen respeot voor ipy hebt eu daardoor den
ken ze, dat ze alles knnnen doen wat ze willen.
„Ik heb hen nog verboden maar
„VerbodenP Jij?» een minachtende, schampere
lach krnlt mynheers lippen. „Jij kan niet verbieden
als je dat deedt, zoo er hier in huis meer arde zijn,
minder gebroken ey vernield worden, maar daar denk
jij niet om. -Al 't stuk ia moet 't maar weer gemaakt
worden h^jFt Ik moet er maar voor opdraaien
ik kan my dood werken om te verdienen
wat er
„Maar man heutch I»
„Ooh schei maar nit is 't eten klaar
„Al lang I»
„Al lang is dat een antwoord P Is 't myn sobnld
dat hier in huis eenwig en altijd wanorde heerscht p
Kan ik het helpen dat ik altijd mei een sirafoefeuing I
beginnen moet als ik thuis kom Al lang, 'n
mooi antwoord je moest je schamen om zoo iets te
zeggen waar de kindereu bij zijn
„Maar ik bedoelde alleen maar
„Wat je bedoelde weet ik heel goed, je bedoelde
dat je gewacht heb, js verwyt me dat ik te laat kom.
Ik blief te komen als ik wil verata je ik heb
volstrekt geen verwyten noodig. Al lang-1 't Is
sohaude dat je 't durft peggen."
„Maar wezenlijk ik
„Geen woord meer Aan lafelZitten 1"
Zwijgend neemt het huisgezin plaats en als vader
zijn servet over de knieën legt, ziet hy met valken
oog rond of alles naar zyn ziu is, pruttelt nog eens
in zich zeiven „Hm'd mooie boel," en zegt dan
hardop: „Allo, bidden 1" Wat hij bidt weet onze
Lieve Heer alleen, veel bijzonders kan 't diyakt mij
niet wezen.
Ontslemd en vreesachtig zitten allen byeeu. De
soep deugt niet; 't vleescb is taai eu de messeu zijn
bol. Juist in die volgorde maakt de tiran dagelijks
zyn aanmerkingen. Gewoonlijk wordt nog eeu van
de kiudereu om een of ander klein vergryp van tafel
gezonden en 't is een zeldzaamheid wanneer niemand
der dischgenooten zijn of haar eten niet met tranen
vermengt. Na 't danken henschzoo'n monster
dankt nog gaat de hnistiran eeu tukje doen.
Plotseling is het alsof alles in huis uitgestorven is
doodelijk is de stilte niemand dnrft zich ver
roeren moeder trekt haar pantoffels uit eu loopt op
haar kousen. De kinderen worden, als 't even kan,
zoDtler gedruiscb de straat opgezonden als 't zomer
is is het winter dan zoekt moederlief een afge
legen hoekje in huis op waar zij met de kleinen een
knibbelspelletje doet of ze iets vertelt om ze rustig
te houden. Al is bet ook ijskoud in dat hoekje, het
hindert hen niet, eu meestal ontdooien ze daar ouder
moeder! vleugelen toch een oogenblik.
Onheilspellend wordt de diepe stilte afgebroken
door de neusklanken van mynheer. Zyn datje breidt
zich nit, 't wordt een dutbij snorkt als eeu ver
konden nijlpaard.
„Weewee I over het huisgezin, als het ongeluk
wil dat de tiran door een of andere omstandigheid,
bet vallen van een of ander voorwerp, hei dichtslaan
van een deur of een venster, ontijdig ontwaakt.
Dan is satan in huis en onbarmhartig wreekt hij
zijn gestoorden slaap op allen.
Egoïst in allerhoogste mate, is de huistiran een
akelig soort menscb, een straf voor zyn omgeving.
Hij is iet huisgezin, om hem, voor, van hem, is
alles, zijn wil is wet, zijn ik alles. Zyu kindereu
zijn voor hem slechts de onvermijdelijke gevolgen
van zyn bnwelyk, zijn vronw een slavio, die in
een onzalig nar haar lot aan dien heer en meester
verbond. Een vrieudelyk woord, een hartelijke
toon is in zijn huis onbekend. Bevel, dreigement
en strafoefening wisselen elkander ouophoudelijk af
en sltebts dan wanneer bij niet thuis is, ademen
de zynen iets vrijer en ruimer.
Gewoonlijk treffen zulke mannen door een zon
derlinge speling vau het toeval, zaohtzionige, gedul
dige vrouwen eu hebben ze geen schoonmoeders.
Heeft een huistiran een schoonmoeder, die manvast
is, dan wordt het lot der vronw draaglyk, maar
bezit hij dip niet, dan martelt bij doorgaans zijn
geduldige wederhelft totdat zij' bezwijkt. Kalm en
tevreden sterft ze, als ze geen kinderen heeft; heeft
zij die wel, dan is ook baar stervensuur nog een
marteling.
Is zij dood dan doet hij een rouwband om
zyn hoed, zoo breed mogelyk, gaat een paar maal
met zyn kinderen door die straten wandelen waar
hy de meeste kans heeft om kennissen vrienden
beeft hij zelden tegen te komen, jaagt daarna
een dozijn meiden weg en neemt eindelijk eeu
huishoudster, die, als zy 't by hem uithouden zal,
meer haar op haar tandep dient te hebbeu dan hy
op zyn hoofd.
Hertrouwt hij, dan is het zeker tieu tegen eeu,
dal hep niet die huishoudster is, en dikwyls krijgt
hij daardoor ejjn trekken thuis er is altyd baas
boven baas.
Eu zyn kinderen P 'l Worden dikwijls schuwe,
Iengenaohtige schepsels dp angst knaagt voortdurend
aan hno jeugdig hart; vreugd kennen ze niet, ten
minste niet in buis. Geen band van liefde trekt
huu hart lot vader, die eenmaal oud geworden, hoe
langer hoe veïder van hen afstaat ea ala hij ten
grar| daalt aan het geheele raensebdom, maar vooral
aan zyn familie, een zucht van verlichting ontlokt.
Zijn nagedachtenis? Vergelen 1
Dr. Manrits Soelj^n gaat in de Verzekeringsbode,
de verplichtingen na van eigenaar en assuradeur, met
betrekking -:o; het inslaan van den bliksem iu ge
bouwen' en andere eigendommen. Op den voorgrond,
stellende, dat tot nog toe geen geval bekend is,
waarin door -den bliksem schade aan een gebouw be
rokkend is, dat voorzien was van een afleider, die
goed aangelegd waa en zich tijdens bet ongeval in
ongedeerden toestand bevond, komt de sch. lot de
slotsom, dat de eigenaar zich door het plaatsen van
een afleider, met zekerheid legen bet geraar van den
bliksem kan vrijwaren, mits bij toezie, dat de aanleg
geschiedt zooals het behoort en dat de toestel in orde
blijft. Het ongeluk van het inslaan van den bliksem be
hoort dhs tot die, welke van te voren kunnen voorzien
worden en waartegen de beveiligingsmaatregelen bekend
en rechtatreeka toe te passen zyn, zender tusschen-
komst van {eene assurantie - maatschappij. Het is
eigen schuld, wanneer een gebouw door den blik
sem vernield wordt, en niet het gevolg.van een ramp,
die niet te voorzien was, zooals bij andere oorzaken
van brand het geval is. Derhalve is de eigenaar van
een gebouw verplioht bet voor de schadelijke werking
van den bliksem te beveiligen, en hij handelt daar
bij in zijn eigen belang. De kosten vau aanleg
van een dengdelijken afieider warden allengs minder
kostbaar, naarmate men juister bekenc! is met de
eischen, waaraan hij voldoen moet,
Hoe kunnen nu de de assurantie - maatschappijen
dit bevorderen Vooreerst door hnnne premiën te
verlagen van gebouwen met bliksemafleiders voorzien.
Thans zijn er slechte weinige assuradeurs die dit
doen daardoor wordt bet plaatsen vau afleiders
tegengegaan en werken zij dos de zorgeloosheid
iu de hand. Nog meer afdoende ware het, indien
de verzekeraars zich geheel onthielden vau vergoe
ding van schade, door den^bliksem veroorzaakt, en
dit duidelijk in bare statuten opnamen Zoodoende
kwamen ze eigenlyk eersi op een geheel zuiver ter
rein, namelyk dat tegen deze schade de eigenaar
zelf moet zorgen. Tevens zou daardoor voor goed
eeu einde gemaakt woeden aan de branden, die
aan het onweer worden toegeschreven, maar eigen
lijk het gevolg zyn van moedwil, en waaraan mis
schien voor eea groot gedeelte de meening moet
worden toegeschreven, dat het gevaar voor het in
slaan van den bliksem in de laatste jaren op schrik
barende wyze toeneemt.
Op dit laatste pnnt wordt in verschillende streken
al meer ep meer de aandacht gevessigd. Wil men
ook voor Nederland dit onderwerp onderzocht hebben,
dan zou men eeu uitgebreide statistiek b. v. over
de laatsre 50 jsren tot ijjne beschikking moeten
hebbeu. Voor elk jaar van zulk een reeks zon men
moeten weten, hoeveel perceelen bij eeu bepaalde
maatschappij verzekerd zijn, en boevele van die
rampen aan het onweer zyn toegeschreven. Percents
gewijze opgaven hieromtrent Zoude voldoende zijn.
Van een paar Maatschappijen zyn reeds zoodanige
opgaven aan het Kon. meteorologisch instituut toe
gezegd. Dr. Snellen neemt deze gelegenheid waar,
om ook by andere maatschappijen om zulke Op
gaven te verzoekeu.
De bekende Amerikaansohe fabrikant van druk
persen Hoe beeft "voorspeld, dat binnen eenen be-
trekkelyken korten tijd de drukpersen zullen ver
vangen worden door de photographic, en dat er
dan gemakkelijk 11)0 vellen per seconde zullen
kunnen geleverd worden. Alleen, zegt hij, is er
een goedkoop papier voor noodig, maar dit zal wel
gevonden worden.
Opmerkelijk mag het heeten dat in Nederland, waar
de stal ieder oogenblik getehrobt, de kribben geschuurd,
de gangen met zand bestrooid en geen smet in den hoi
geduld wordt, dikwerf veeziekten heersohen, terwyl in
Vlaanderen, waar het 4- a 5 voet hoogen mest staat
en den stal niet verlaat en de zindelijkheid veel te
wensohen overlaat, niets vsn besmettelijke ziekten ge
hoord wordt.
Hetzelfde ziet men in vele streken van Drenthe,
waar eveneens allesbehalve Hollaudsche zindelijkheid
heerscht't vee is gezond en van ziekten hoort men
weinig, van besmettelijke ziekten niets en dat de mest
in zulke stallen stank zou verspreiden is een dwaling.
Alleen wanne# hy verwerkt wordt, riekt hij. Men
houdt het vee zindelijk door onderstrooiing met slroo,
heide enz. en dat geeft warme en zindelyke ligging,'
terwyl de mestqualiteit aanmerlwlyk beter blyft.
Evenals in Eugeland, waar Gladstones manifest
nieuw leven bracht in den verkiezingsstrijd, wordt
ook in Frankrijk de strijd ijverig voortgezet. De
heer Clemenceau, de apostel der radicalen, reist in
het Zuiden van stad tot stad en trad^net laatst te
Döle op, waar hy echter weinig stioces behaalde.
Te Parijs trad nu ook Gambetta'i vriend Spuller
in het strijdperk om de beginselen der opportunisten
te verdedigen. Spuller wees o. „a. óp de weusche-
lijkheid om de scheiding van kerk en staat voor-
loopig te laten rusten enhet Fransohe gezantschap
op bet Vaticaan te handhaven.
Geheel onverwacht komen er van het Balkan
schiereiland ongunstige berichten. Dé Bulgaren in
Oost-Ruraelië, die zioh reedd sinds langen tijd
voor de aansluiting by het vorstendomi Bulgarije
verklaarden, hebben na hun verlangen op zoo
duidelijke wijze te kennen gegeven, dat zij den
Tnrkschen gouverneur afzetten en den vorst van
Bulgarye te hulp riepen.
Naar men weet, is Rumelië door het tractaat
van Berlyn in 1878 niet geheel van Turkye geschei
den. Het laud kreeg eeu zekere male van onaf
hankelijkheid, doch bleef onder souvereiniteir van
den Sultan, die ook- het recht behield om den
gouverneur te benoemen. Het doel, waarmede de
mogendheden dezen maatregel namen, was blijkbaar
om de Bulgaren en Turken, die steeds zeer vijandig
jegens elka&r gezind waren, door een onzijdigen
Staat te scheiden. De Tiumeliërs hebben daartegen
steeds protest aangeteekehd, maaT nu eerst zijn zij
tot feitelijk verzet overgegaan.
De vereeniging van Rumelië met Bulgarije is
dus in strijd met het tractaat van Berlyn. Tot
dusver hebben de mogendheden, die daartoe mede
werkten, steeds op de uitvoering van deze overeen
komst aangedrongen, eu daarom is het de vraag,
of zij in deze schending vau het tractaat zuilen
berusten. Prins Von Bismarck althans heeft reeds
meermalen blijk gegeven, dat bij de bepalingen
van bet tractaat ten strengste wil bandhaven. In
allen gevalle komt het er echter op aan, welke
houdiug de Sultau naar aanleiding van het verzet
van Rumelië zal aannemen. Heden wordt bij
geruchte gemeld dat de sultan de verloreu provincie
met wapengeweld wil heroveren, maar zekerheid
bestaat in dit opzicht nog uiet.
De N. Freie Prme ontvangt eene dépêche uit
Konstantinopel, waarin wordt gemeld, datdeTurk-
sche regeering het voornemen beeft om van Egypte
eene geprivilegieerde provincie te maken, in den 1
trant van Oost-Rumelië, met eene grondwet door
eene internationale commissie tot stand gebracht. De
Sultan zou het recht hebben om, onder goedkeuriug
der mogendheden, een gouverneur-generaal te be
noemen. De familie van Mehemed-Ali zou van
het gezag worden uitgesloten. Als bevoorrechte
proviucie zou Egypte onder deu gemeenschappelijke!)
waarborg der groote mogendheden gesteld worden.
De afzeuder der dépêche voegt er bij, dat de grootste
moeielykheid, welke zich door de uitvoering van dit
plan aanbiedt, in het Suez-kanaal bestaat.
Over het Duitach Spaansche geschil is weinig nieuws
te melden. Prins Von Bismarck is te Berliju terug
gekeerd, terwyl de berichtgever van Daily New
volhoudt dat Duitschland zijne oorlogstoebereidaelen
voortzet. Niet alleen sehrijft hij uit Berlyn
de mariue-bataillons te Kiel en te Wilhelmshafen,
maar ook de matrozen eu de zee-artilleristen in de
dokken, benevens 180 machinisten hebben mede-
deeliug ontvangen, dari zij niet naar huis zullen gaan,
maar nog voor onbepaalden tijd in werkelijken dienst
zullen wordeu gehouden.
De Spaansche Regeering beeft in navolging der
Duitsche, de nota gepubliceerd, waarin zy de Duitsche
aanspraken op de Carolina's beantwoordt. De nota
is gedagteekend 12 Aug. zij is eeu protest tegen
de handelwijze der DuitBche Regeering, op grond, dat
de Spanjaarden de Carolinen ontdekten en er feitelyk
Bouvereimteitsrecbteu uitoefenden immers de kruiBer
„Velasco* bracht nog oulangs een bezoek aan de ei
landen, w^tr Koning Alfons als Souverein werd erkend
en terstond daarna werd een expeditie uit Manilla
gezonden met de militaire en burgerlijke overheden,
die de kroon op het werk zouden zetteu. Teu slotte
wordt meegedeeld, dat de Spaansche Regeering zich
voorloopig tot dit protest bepaalt, maar eerlang een
uitvoerige opsomming belooft van alle rechteii en be
wijzen, welke de Duitsche Regeering spoedig vau
Spaujes goqd recht zulleu overtuigen.
GEBOREN 12 Sept. Aegidius Wilhelmus Maria, ouder»
C. Jaske eo M. M. Libetoo. 20. Johannes Gijsbertu»,
ouders L. J. Zijlemau en C. van Harezaat. Alagondt
Maria, ouder P. Cabont en A. S. Zinkhaau Wifhelmina,
ouders A. Groenevelt en E. Vernaai. Cornelia Jaasje,
ouders D. de Jong en M. de Visser. Willem, onders J.
de Grauw en G. Snikkenburg. 21. Cornelia Theodoras,
onders H. ran Dam en S> A. Kroon. Mereitje, ouders
D. de Vries en A. Bakker.
OVERLEDEN: 19 Sept. A. G. P. Verhart, 8 ra. - 21.
C. J. van der Vliat, 4 j. K. Worst, 4 w.
GEBOREN Pietje, onders F. van Dam en N. Blanker.
OVERLEDENJ. Brouwer de Koning 19 j.
ONDERTROUWD: W, Beokers en A.Smit.
Bevallen van een Mfisje
C. M. BREÜKEL—
Clemens.
Luiten a/d Dedemevaart, 20 Sept. 1885.