Baltenlandsch Overzicht. Hurgerlljlte Stand. Moordrecht Oouderak leidt naar volksjnstitie, iu te richten door het volk uil het rolk. Van Ommeren relf roerde het woord. Het troostte hen, dat de publieke opinie hem vrijspreekt. In die vrijspraak stelt hg meer eer dan in die ran rechters. Zoowel justitie als politie werden heftig door hem gegispt. Toen de vergadering by Bosdriess was afgeloopen, trok de stoet de stad weder in. Toen werd er een pistoolschot gelost, de schieter werd gearresteerd. De optocht, thans nog met eenige roode vlaggen versterkt, trok door de Bloemstrsat langs de Prinsen gracht naar het Singel, alwaar de menigte werd tegengehouden door drie inapecteuts van politie, die de vlaggen opeisohten en den koetBier van het „aapje" gelastten op te honden. Daaraan werd niet voldaan. De drie inspecteurs, gevolgd door drie agenteD, gingen toen aan het hoofd van den optocht over den Dam eu het Bokin. Op de hoogte van het gedempte Spui gekomen keerden de inspecteurs rich plotseling om, eischteu opnienw de roode vlaggen op, en toen daaraan geen gevolg werd gegeven, deed de politie, die onderwijl door agenten, komende van de Lange Brug, was versterkt, een charge op den optocht eerst met den stok, en toen door steeneD werpen en op andere wijze verzet was gepleegd, met den sabel. Het was een algemeensauee qui peut 1 De jongens riepen „steenen, steenen 1" en werkelijk vlogen weder eenige klinkers en keien door de lucht. Aan de overzijde ging het eveneens heet toe. Inmiddels was het rjjtuig van Van Ommeren en z'yoe gezellin spoorloos verdwenen. In vollen draf waren zij weggereden. Er zijn eenige lieden, die verzet hadden gepleegd, gearresteerd, en velen zjjn gewond. Later was in den omtrek veel gedrang. De nieuwsgierigen maakten het o. a. der politie zeer moeielijk op den Vijgendam behoorlijken doorgang te honden. (Juut.) Damas zegt in de laatate zijner Haagscbe omtrek ken o. a. het volgende Wij, Hollanders, zijn niet welsprekend. We hebben groote moeite om ons gemakkelijk uit te drukken, en slagen er zelden in het sierlijk te doen. Veel hakkelen, en weinig flux de bcuche. Terwjjl de Pranschman, die aan een gastmaal opstaat (al ia dat voor hem geeD nationale gewoonte), met de grootste bevalligheid een stortvloed van geestige oomplimenten en kwinkslagen over zjjn dischgenooten uitstort, en zelfs de stijve Engelschman, in zijn after-dinner-speeches, gemeenlijk bewijst over een ruime hoeveelheid hnmor te kunnen beschikken, nijpt ons de angst reeds de keel dicht, alvorens we het eerste woord nog gesproken hebben. Eu zoo geschiedt het dat, terwijl elders bet opstaan van ecu der gasten met vroolijken bijval wordt begroet, ten onzent de sanzittendeD, bij dergelijke gelegen heid, een „benepen" gezicht zetten, dat maar al te duidelijk toont hoe zij „hun hart vasthoueen", dat de spreker eens mocht blijven steken En toch zijn we, met Engeland, het land der toasten. Ook bij onze balie is de welsprekendheid voor waar niet algemeen. Het viel me op hoe het pu bliek opgetogen was over een pleitrede, onlangs in een geruehlmakeade zaak alhier uitgesproken, en waarvan de vorm tooh wel niet veel meer dan middelmatig mocht genoemd worden. Zeker ook by ons te lande kennen we rechtsgeleerde redenaars, die de gave des woords in booge mate bezitten maar waar zjjn ze, die „princes de la parole", welke ons in verrukking brengen, en ons medeslepen, door dik en dan heen P Zeldzame vogels in het wijde, wijde ruim 1 En nu is wel eens beweerd, dat den advocaten hier de ware oefenschool der welspre kendheid, de jury, ontbreekt. Welnn, indien (1st waar is, zie ik liefst de eloquentie maar wegblijven, mét de jnry. Want, na allee wat we in het buiten land van die laatate instelling hebben beleefd, zoude het eeo ramp te aohten zijn zoo de gwworeoen ook bij one hnn intrede moesten doen. In het algemeen is op te merkeD, dat Cicero's „air bonus, bene dioendi peritus" de brave man, ervaren in bet wel epreken in onze maatschap pij niet goed meer past. Noch de deugd, noch het geluk staat in rechtatreeksoh verband tot de gave dee woords. Eens traohtte mij zelfs een Spaanscb diplomaat van het tegendeel te overtuigen, met de bewering dat de welsprekendheid van al zjjne Iaud- genooten het verderf was van zijn vaderland, daar toch met zulke gladtongige menschen onmogelijk te regeeren vielen ik moet erkennen dal het gezegde van den Spanjaatd me telkens in de gedechte kwam, wanneer ik in den laatsten tijd berichten las omtrent de Cnrolinen-bcweging in het Iberische schiereiland, en dan snorkerjjen in de prachtigste taal onder de oogen kreeg, die me de sehonders deden ophalen en zuchten over zooveel misdadige laatduDken- heid 1 Het gerechtsof te Leeuwarden beeft arrest gewezen tegen W. 8., oud SI jaren, oommies bij 's Bijks belastingen, te Munsterscheveld, die door de jeoht- bank te Assen, ter zake van het buiten noodzaak dooden van een huisdier (in caan het doodschieten van een hond) op eene plaats waarvan degeen, wien dat dier toebehoort gebruiker is, veroordeeld j», tot 15 dagen celstraf en 8 boete. Het Hof overwoog, dat bg dagvaarding aan bekl. alleen Is tenlaste gelegd bet doodsohieteu van eens anders hond, tonder bijvoeging dat hij dit deed buiten noodzaak, zo'odat een noodzakelijk element ontbreekt, en das de rechtbank een ontslag van rechtsvervolging had behooren uit te spreken. Maar buitendien moet het vonnis vernietigd worden, omdat daarby niet is overwogen de hoegrootheid der toe gebrachte schade ter bepaling van de op te leggen boete. Daarom het vonnis vernietigende en opnieuw recht doende, achtte het hof bewezen, dat bekl. den bond heeft doodgesohoten, maar het is niet gebleken dat de hond op dat oogenbik hinder veroorzaakte, waar- Ai bekl. werd schuldig verklaard aan de politie-over- treding van het opzettelijk schade toebrengen aan eens anders roerend eigendom en veroordeeld tot ƒ7.50 boete. De overgrootvader van Vorst Alexander van Bulgarije, die thans zooveel van zich doet spreken, was, zestig jaren geleden, klerk bg Graaf Briihi, op diens landgoed Seifersdorf, bij Saksen. Hij werd daar gebruikt voor het afschrijven van brieven en ander ondergeschikt werk. Die klerk, Hanck genaamd, ging later, op aandrang van een bloedverwant, naar Warschau. Hg verwierf zich daar de gunst van den loenraaligen Stadhouder, Grootvorst Conatantjjn. De Prins bezorgde Hauok't volwassen zoon een plaats ia het leger, eu de jonkmao verwierf zich daar zeer snel den rang van kolonel en den titel van Graaf. Bij den Pooisohen opstand van 1830 werd de Graaf doodgeschoten, en om zijn nagedachtenis te eeren, liet men zgn dochter, op staatskosten, in een gesticht voor adellijke jonge dames te Si. Petersburg opvoeden. Daar maakte het schoone en begaafde meisje kennis met den broeder der over leden Keizerin van Busland, Prins Alexander van Hessen, die haar huwde, en wegens dien echtver bintenis Buslaad moest verlaten, om naar Hessen terug te keeren. Te Darmstadt werd aan deze dame de titel van Vorstin van Batlenberg verleend. Zij kreeg drie zonen. De oudste hunner is nu vorst van Noord en Zuid-Bulgarije j de tweede is de schoonzoon der Koningin van Eflgaland,. en de derde ia ge huwd met een dochtar van den Groothertog van Hessen. Vorst Alexander is een groot gnnsteling van zjjas broeders schoonmoeder, Kopingin Victoria. Die goede oude dame moet alle moeite doen, om hem een waardige levensgezellin te bezorgen. Hare poging, om de hand van hare kleindochter Vic toria van Pruisen, de tweede dochter van den Dnitschen kroonprins, voor hem tc verwerven, mislukte. Maar nn heeft zij, naar men bericht, eeu andere harer kleindoehters, Prinses Irene van Hessen, voor hem op het oog. Aan het einde der achttiende eeuw kwamen zulke overdreven, bespottelijke kapsels in de mode, dat de geschiedschrijvers het niet beneden zich geacht heb ben, eeaige ervan, wellicht als blijken van den geest des tijds, te beschrijven. De meeste komen hierin overeen dat de merkwaardigste vertooning op dat gebied te Parjji in aanschouwd op den avond van 3 April 1774 in de opera den avond van de eerste opvoering van Glook „Iphigenia in Aulit.» De geheele mnzikale wereld waa destijds in twee partijen verdeeld, de Glackisten, aanhangers van Gluck, den beschermeling van Marie Antoinette, de dauphine, die haren leermeester en de Duitsohe mnziek voorstond, en 3e Picoinisten, aldus genoemd naar Piccini, den Italiaan, beschermd door madame Dnbarry. a, Aller aandacht werd van het tooneel afgeleid toen de deur eener loge openging en do hertogin van Cbartres daarin plaats nam. Boven op haar gepoederd haar was een kleine lennstoel van wat geplaatst, waarin een wasten poppetje zat, alt min gekleed, die een zuigeling droeg in bare armen. Deze zuigeling moest voorstellen den hertog van Valois (later Louis Philippi I). Hechts van den stoel zag men een papegaai die naar een kers hapte, dit was het portret van den geliefden vogel der hertogin. - Links was eeo kleine neger, bediende ran hare hoogheid. Boveu al deze wassen figuurtjes waren verschillende naamcijfers geplaatst, bewerkt met het haar der betrokkene personen, alsvan den hertog van Chartres, den hertog van Orléans, den hertog van Penthièvre. Elk naamcijfer was omringd door edelgesteenten en kunstbloemen. Dit kapsel naar de beschrijving een monster van wanstaltigheid en smakeloosheid besloeg bjjna de geheele breedte der loge en had eene hoogte van 48 duim. Om de opera te bereiken, kon de prinses niet op de bank van haar rjjtnig zitten, doch had op den bodem der koets plaats moeten nemen. De derde en laatste vergadering van het Staat huishoudkundig Congres te Neurenberg was, behalve aan eenige aangelegenheden van meer huiahondeljjkeD aard, gtwjjd aan de behandeling van het vraag, punt t „Normaal-arbeidsdag en normaal-arbeidsloon.» Inleiders waren het lid van den Bijksdag, Baam- bscb en Msx Weigert. Uitgaande van Gladstone's gezegde: „de 19 eenw is de aera der arbeidende klassen" noemde Bsumbach onze eenw den tijd waarin eene reohtmatige waardeering van den arbeid meer en meer zieh baan breekt, den tijd van het streven om den vierden stand dien rang in bet maatschappelijk leven te doen innemen, waarop bij by reohtmatige waardeering van den arbeid inder daad recht heeft. Dit geldt in Duittchland nog niet overal, omdat men daar nog verkeert in bet tijdperk van overgang van den landbouw- tot den industrie-Staat. Ook al heoht men sterk aan bet beginsel der individualiteit, dat ljjnrecbt staat tegen over den grondslag der sooiaoldemocratie, dan kan men toch, met bet oog op het pas genoemde over gangstijdperk, veel van wat de sociaal-democraten verlangen minder scherp veroordeelen dan zoo vaak gedaan wordt. In de qaaestie der „besoherming van de arbeiders" kan men bijv. het daaraan ten grondslag liggende denkbeeld van humaniteit waar- deeren. Maar, ook het begrip van humaniteit kan overdreven worden, kan ontaarden in atrociteit. Ea het is wel zoo goed, te streven naar hetgeen mo gelijk en bereikbaar ia, dat achoone idealen na ta jagen waarvan de wezeulijking tooh buiten de mogelijkheid ligt. Ten bewijze van de moeieljjk- beid om de bescherming der arbeiders goed te regelen, beriep Bsumbach zich op de beweging die ook door de uhramontanen in den Bjjksdsg gesteund wordt ten gunste van eenen norma len arbeidsdag van slechta 6 nren voor gehuwde vrouwen. Beperkt men de vrouw in hare werkzaamheden, eiseht de humaniteit dan tevena niet dat haar eene vergoeding worde gegeven? Geldt ditzelfde niet ten aanzien van den kinderarbeid Wat deze laataten betreft, bestaat er trouwens, nsar Bsnm bench meent, veel overdrijving. Te Berlijn is altham het aanbod van den arbeid van kinderen veel grooter dan de vraag daarnaar. B. verklaarde zieh bereid op dit atuk mede te werken tot verbetering ven den toestand, maar volgent hem geeft de wet be trekkelijk het bezoeken der volksschool reeds eene krachtige beperking van het misbruik van den arbeid der kinderen. In andere landen, waar een normaalarbeidadag bg de wet is ingevoerd, wordt de regel door de telrjjke uitzonderingen bijna ge heel omvergeworpen. Zoo in Oostenrijk, waar het wettelijk verbod van Zondagaarbeid door de uitson deringen vrg wel denkbeeldig ie. Zoo in Zwitser land, waar aan den bij de «et vsetgeetelden nor maalarbeidadag van U uren in het geheel de baad niet wordt gebonden. Aan alle zulke welteljjke regelingen ligt het onjuiste denkbeeld ten grond dat de wet het maatschappelijk leven, met zijne onder linge betrekkingen zon kannen icheppen. De wet kan niet anders, dan de bestaande levenavoorwaarcleii regelen en in zekere richting dwingen. Bovendien, zeide Bsumbach, is het eieehen van eenen normalen- arbeidedag van 10 of 11 uren niet in overeenstem ming met den in werkelijkheid beitaanden toestand. Dat er méér dan het genoemde aantal nren gewerkt wordt, ie uitzondering. Gewoonlijk wordt voor die meerdere nren reeds extra loon gegeven. Uit i* opgaven van den Qeuerberath blijkt dat te Berlgn op 1000 arbeiders slechts zes langer dan 11 nreh per dag, 877 juiat 10 uren en 159 arbeiders lO'/i of 11 uren werken. En, moge de normaal-arbeidsdag voor de fabrieken al mogelijk ejjn (waarbij dan toch weder allerlei uitzonderingen moeten gelden voor de afwisseling van drukke en slappe werkzaamheid, af hankelijk van de concurrentie en het jaargetijde), voor het handwerk en de buia-njjverheid is hg dit in geea geval zoowel om het verschil wat de intenaiteit van den arbeid betreft, ale om de ondragelgke contrdle van overheidswege. Dan blgft steeds nog de onmogelijkheid van het vaatitellen van eenen normalen arbeidadag voor werk dat bij het etuk of bjj accoord woidt verricht. Zelfs de eociaal-demoeratie beeft ten dezen aanzien nog nooit een voorstel weten te doen. De slotsom van Baumbaoh'a betoog was de vol gende resolutie, die gesteund en nader verdedigd door zijnen medeinleider Weigert, bijna eenparig aangenomen werd „a. Eene verkorting van' den arbeidstijd is, voortoover mogelijk zonder schade voor het voort- brengicgavermogen der nijverheid, te besohonwen en na te streven als een gewiohtigen slap in vooruit- gaanden zin. Voorzoover derhalve in enkele takken van nijverheid de regelmatige duur der dagteek te lang is, moet worden gestreefd naar verbetering van den toeetand der arbeiders door inkrimping van den arbeidstijd. „J. Daarentegen verdient de invoering van eenen ilgemeenen normaal-arbeidedag voor de werklieden in alle takken van nijverheid in de Duitsche rijkswet geving geen aanbeveling. „c. De vaststelling van overheidswege van een normaalarbeidsioon, welke gepaard zou moeten gaan aan die van den normaal-arbeidsdag, schjjot eveneens onmogelijk en niet aanbevelenswaard." Weigert betoogde in zgne rede o. a. dat de nor maal-arbeidsdag noodwendig zou moeten leiden tot loonsverlaging, en vermeerden gebruik van machines. Het vaststellen van een eenvormig minimam-loon, nl was het ook maar voor eene enkelen tak van nijver heid, noemde hij „volkomen nonsens" omdat de te leveren arbeid niet alleen van het individu afhangt, maar ook van de plaat», waar gearbeid wordt. „Een minimumloon is slechts dan denkbaar" zeide bij „als levens de geheele industrie in handen van den Staat wordt gebrachtOok de arbeid op Zondag kan niet gansch worden afgeschaft. Er zijn steeds lieden die voor den fondag om werk komeo vragen. Uit Curasao meldt men het volgende De telegraaf heeft n zeker reeda hel bericht ge bracht, dat de met zooveel ophef begonnen revolntie in Venezuela geheel onderdrukt ia. Zelden hebben opstandelingen minder succes gehad, dan het troepje, dat zieh verbeeldde zonder slag of atoot het wet tig bestuur der genoemde republiek omver te kannen werpen, De beeren Bulgar c. s. bebbeu veei hoog dravende woorden en snorkende phraten gebrnikt, maar bg den mibaleu tegenspoed zonk hnn het ban in de schoenen en kozen zij het hazenpad. Nadat de gouveroementstroepen te Asuncion eene schitterende overwinning op de oproerlingen hadden behaald, veroverden sjj onder generaal Velutioi het eiland Margarita, de eenige plaats die nog in handen der revolutionairen was. Honderden gevangenen en eene massa oorlogsmateriaal sisten in banden der dappere aoldaleD, die de reehten der Begeering verdedigden. Een van de twee stoomschepen der muitelingen, de Oriemte, werd door bet Venezne- laaniobe oorlogsschip Btivindicaior genomen. Het kapersobip Jutticia ie te St. Domingo, waar het steenkolen traohtte in Ie nemen, met bet voornemen om dan naar Europa te ontsnappen, prijagemaakt met alle* wat er aich op bevond. Al bet geboefte, dat er aan boord waa, ia gevangen gerat, en zal, neav men zegt, aan de Veneznelaentche Bcgeering worden uitgeleverd. De generaal Veoancio Fnlgar die, volgens de in omloop agnde rerbalen, bij het aan boord gaas van de Jutticia ton gezegd hebben „Ik zal mijn vaderland van bet jak van den dwin geland bevrijden, of stereen", heeft als een lafhar tige zyn schip in den steek gelaten eo ia naar Trinidad gevlncht, om daér zgne huid te bergen. Hij, die een prijs gesteld had op het hoofd van Guzman Blanco, en dezeo lot verrader des vaderlands verklaarde, heeft zich opnienw van eene allra behalve gunstige tijde doen kenuen, en verkwist, tooala wordt verteld, thant op eene schandelijke wjjze de gelden, welke hij, onder de lent ran Venezuela te willen bevrydeo, machtig heeft weten te worden. Het mag alt een groot gelnk eoor de bevolking van da naburige republiek beschouwd worden, dat een man sla Pnlgar het beetnnr niet in handen beeft ge kregen want bjj zou zeker niet geaarzeld hebben haar meer dan eenig ander af te persen, om zich- teleen te verrjjken. Het beatnnr ran Joaquin Creapo ia nu weer beter gereatigd dan welliobt ooit te voren. Boat en orde heeraohen thans in geheel Venezuela. De Venezutlaantebe couranten spreken met veel lof ran de houding, die de overheid van Curasao heeft in acht genomen, toen het stoomschip Jutticia zich vóér deze haven vertoonde. De handelwijze van het Gouvernement deter kolonie wordt vergeleken met die van Trinidad. Terwijl men in de etreogete bewoor dingen de bonding van het beatnnr van Trinidad af keurt,wordt herhaaldelijk lof toegezwaaid aan het hoofd onzer kolonie, voor de wijze, waarop het de ontijdig heid tijdens de rerolutie heeft weten te handhaven. La Opion Nacional, het ofSoieele blad van Caracas, zegt o. a. ineen artikel over „welbegrepen internationale onzijdigheid" Hoogst aangenaam is het ons van deze gelegenheid gebruik te maken, om den beer Gouverneur der oabnrige Nederlandsobe kolonie en den anderen ambtenaren onder hem «taande reobt te doen weder varen voor de omzichtige rechtvaardigheid die tg io hnnne betrekking tot Venezuela in acht nemen l*Ü de vervullingen der ernslige eu beteekenisvolle plichten, door het internationaal recht opgelegd.» In De Wekker van 26 Sept. lezen we «Door de Oostenrjjksobe regeering is op advies van een oommiiaie van oogheelkundigen en sohool- antoriteiten op alle openbare scholen en burger scholen het gebruik van geruite schrijfboeken en leien verboden. Dit besluit is genomen op grond van het toenemen van verschillende afwjjkingeD in den bouw van het oog en vooral van bijziendheid bij de aohoolkinderen. Het nieuwe besluit treedt in 1886 in werking. De oogartsen meenen in het gebruik dezer schriften een der hoofdredenen te moeten zien voor het toe nemen der refraclie-anomaliè'n. Het is wel van belang na te gaaa of men hier te lande gelijke ongunstige ervaring van de ruitjes heeft opgedaap. Zoo ja, dan ware het zeker niet raadzaam tot verder invoering van dit leermiddel over te gaan. Den 23n dezer had to Stockholm het volgende plaats Christine Nilson is gewoon, wanneer zij een con cert eeft gegeven, ook op het balkon van het Grand Hotel een pear liederen te zingen. Zoo deed zij ook dien avond, en als gewoonlijk stond er voor bet hotel eene dichtppeengedrongen volksmenigte, die haar bij herhaling met levendige toejuiching begroette. Dit maal was echter de toeloop nog veel grooter, daar men kan rekenen dat er rcim 30.090 menschen bij een waren, zoodat niet allern het plein voor het hotel geheel was bezet, maar ook de geheele ruimte tot aan de Sttppholmsbrng en Strömgatan, gedeel telijk zelfs het Karelsplein nsar het operagebouw. Nanweljjks had zg haar laatste lied gezongen, of de menigte drong van hel hotel nsar den kant van het Kerelsplein, en in dat gedrang raakten er eenigen onder den voet. Of verscheidene politieagenten en andere personen al met volle kracht de menigte toe riepen, dat men een oogenblik moest bljjven staan omdat er ongelukken gebeurden, dit bielp niete -, integendeel, door het gegil van vrouwen en kinderen ontstond er een algemeene schrik, en daar niemand wist wat er gebanrde, woelden allen zooveel te meer om nit het gedrang te komen. Te midden ven die beweging kwam er van den kant der Stalgatan een korps van 80 politieagenten aanrukken, wier aan voerder met eene forsehe stem uitgalmde „Dringt toch in Godt naam zoo niet, er zijn reeds vele men schen onder den voet geraakt Nn bleef alles een oogenblik staan, en tegelijkertijd hoorde men dat er een aantal vensterruiten werden ingeworpen. Na veel inspanning werden er toen op de piek, weer de menigte was tegengehouden, acht lijken opgenomen. Blijkbaar wareD er een paar menseben over een hoop steenen en ander materiaal gevallen, die aldaar voor den aanbouw van een hok op eteaat lag, waarna anderen over hen heen waren getnimeld en eene menigte volgende personen in het gedrang over de gevallenen waren voortgeduwd, zoodal de onderst liggeuden doodgedrukt en anderen gekneoed of ge kwetst waren. In het geheel zgn er 18 personen allen vronwen, meisjes en kinderen omgekomen en 26 meestal zwaar gekwetst. Naderhand is ge bleken, dat de politie ter sterkte ven 166 man, waaronder 8 te paard, op de been, maar tegen bet plotselinge gedrang niet bestand was geweest. Christine Nilson moest den volgenden avond te Upsala zingen, masr heeft door den schrik te veel geleden, om altham vooreerst weder concerten te geven. Nog acht dagen lang kannen in Frankrijk de radicalen de opportunisten in de verkiezingsverga deringen overschreeuwen, de opportunisten de Cle- mencieten uitfluiten, de republikeinen allen te zamen de monarchisten uitlachen. Maar dan I Wat zal 4 October brengen Het euccea voor de republiek in 't algemeen ia niet twijfelachtig, met groote meerderheid sollen voorzeker haar aanhangers io de nieuwe kamer terngkeerea. Meo rekent dat op de 584 leden, die de aanstaande volksvergadering tullen uitmaken, zich ongeveer 450 republikeinen en gemiddeld 130 monarchisten sollen bevinden. Voor het bestaan der republiek, wat het aantal der haar goedgezinde afgevaardigden betreft, das geen gevaar, maar hoe «taan dezen tegenover elkan der? Laat ons aannemen, dat een derde daarvan radioaal ia. Wanneer deten zich in hnn oppositie tegen de rtgeering met de reactionairen verbinden; kan het gouvernement nauwelijks op een meerder- heid van 20 i 25 stemmen rekenen. En de weer haanachtige natuur der Franvche politici in aanmer king genomen, belooft dit weinig goede voor een vast staatsbestnur in de toekomstige jaren. Het kabinet Briston schijnt voornemens te zgn zich asn de nieuwe kamer te willen voorstellen en een votum te znllen eieohen, of de nieuwe meer derheid het verder aan het werk wensoht te zien. Waarschijnlijk zal het antwoord bevestigend luiden, maar niet lang zal het dnren, of het ministerie vindt "hoogst gevaarlijke struikelblokken op zgn weg. De lastige qnaesties over de scheiding ven kerk eD staat en de belasting op het inkomen rallen het weldra in conflict brengen met de radicalen. De bijeenkomst eener nienwe Conferentie tot re geling van den toeatand op het Balkan-Schiereiland wint, volgena de laatst ontvangen berichten, in waar schijnlijkheid. De Standard verneemt uit Berlgn, dat al de groote mogendheden tot het plan zijn toegetreden en de Conferentie te Konstantinopel zal gehouden worden. De Nat.-Zeit. verklaart, dat Oostenrijk het initiatief tot het voorstel nam, wegens het bijzonder belang dat het bij de Bulgaarsche quaestie beeft. In de Dnitsehe staatkundige kringen, zegt de Berlijnsche correspondent der Köln. Zeilung, wordt als waarschijnlijk aangenomen, dat het nieawe Tarksche ministerie bet tractaat van Berlgn in overeenstemming met de mogendheden zal handhaven, en daarbjj met kracht doch tevens met gematigdheid zal te werk gaan. Vóór alles echter zon het bedacht ziju op eene plaatselijke beperking der revolutionnaire be- wegiug, totdat men bet met de bevrieude kabinetten over verdere beslniten eens zal zijn. Tot dit doel zijn, naar men verzekert, reeda militaire maatrege len gelast. In den „hst" des Sultans betreffende de vorming van het nienwe kabinet heet het, dat de gezondheids toestand van Saidpacba de optreding van een anderen grootvizier noodzakelijk maakte. Aan bet slot leest men „Onze innigste wensch is de bevordering der welvaart van ona rijk, en de verhooging van zijn roem. Wij rekenen op den goddelijkeo bijstand en de bemoeiingen van bet ministerie, om dit doel te bereiken." Het bericht nit Madrid, dat Dnitechland den Paus als bemiddelaar, niet als scheidsrechter aan Spanje heeft voorgesteld en hiermee genoegen is genomen, moet uit Berlijn nog bevestigd worden. De Dnitsehe bladen keuren het echter meerendeels goed en men beschouwt het zelfs als een handige zet van Bismarëfc" De Nat.-Zeïtung zegt, dat de keus van dea Pans als bemiddelaar wel het onaangenaamst moet zija voor het Dnitacbe centrum. „Immers zoo even eerst werd te Münster, onder voortdurende aanroeping ran den Paus, tegen de Pruisisch-Dnitsehe regeering heftig uitgevaren, eu nn blijkt dat laatstgenoemde in de vriendschappeljjkste betrekking tohjden Paus staat! Das moet bet aan anderen gezéten worden, wanneer het met de kerkelgk-politieke/aehikUag niet voornit wil.» Over de samenstelling van het Oostenrijksche Hnis van Afgevaardigden de Bijksraad werd Zondag geopend wordt het volgende meegedeeldDe rechterzijde telt, de Miniatera en de „wilden", die meestal met haar stemmen, medegerekeud, 194 leden. De Poolsche club bestaat uit 54 leden, die der Czeehen uit 66, die vau het reehtercentrnm nit 40 en die van het centrum nit 20 leden. De meerderheid ia dua grooter dan in de vorige zitting. Door de linkerzijde moeten nog onderscheidene be langrijke punten geregeld worden. De wijze, waarop de splitsing in twee fraetiëa heeft plaats gehad, schijnt voor het oogenblik alle samenwerking onmo gelijk te maken. Wat de derde fractie der linkerzijde aangaat, de einb van Coronini of het liberale cen trum, men weet niet, of deze zal blgven besteen, Bertolini en vgf andere leden nit Znid-Tyrol heb ben althans een clob van Zuid-Tyroolsche afge vaardigden opgericht onder den naam van „Trentino". De club van het reehtercentrnm en die van het centrum hebben zich reedsj geconstitueerd en haar vroegere bureaux herkozen. De „Dnitacbe Clnb" heeft haar statuten vastgesteld zij telt thana, nadat nog vier leden zgn toegetreden, 42 leden en de „Dnilacb-Oostenrijksche Club" 81. Men verwacht, dat de Bijksraad tot 22 October bjjeen zal blgven, dat de Delegatiën 20 October bjjeen znllen komen en dat de Landdagen 15 November hnn werk-, zaamheden zullen hervatten. De beide Kamers van het Braziliaansche Parle ment hebben de wet tot afschaffing der alavernjj aan genomen. GEBOREN25 Sept. Johannes Ant bon ie, ouders P. C. van der Garde en C. W. Dirkten. 26. Johannes Nicolaaa, onders J. N. Brouwer» en M. C. Wieldera. Margaretha Maria, ondera C. Kalmeijer en J. tan Loon. Hendrik, onders J. Glasbeek en L. Binnendijk. 27. Geert, ouders S. Sehiebroek en M. C Bonman. 28. Gjjsberta Johanna, onders L. Begeer en J. A. Bik. Cornelia Arnoldns Jacobus, ondera A. Hornes en T. fan Willigen 29. Hendrik, onders H. C. Snikkenbnrg en W. Hoisman. OVERLEDEN 26 Sept. G. Schipper, 25 j. «7. B. ran Waas, 1 j. 2 m. 28. A. fan Hattem, 4 m. GEBORENHendriks, Cornelia, ouders J. Wischmeyer en M. Vermeer. Johan Pieter, orders A. Verburg en G. de Bok. GEBORENTieleman, ouders P. Schouten en M. de Jong. Jacoba Jacomijatje, ouders A. de Jong en G. Hoogeodoorn.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 2