Baltenlandsch Overzicht.
Hurgerlljlte Stand.
Moordrecht
Oouderak
leidt naar volksjnstitie, iu te richten door het volk
uil het rolk.
Van Ommeren relf roerde het woord. Het troostte
hen, dat de publieke opinie hem vrijspreekt. In die
vrijspraak stelt hg meer eer dan in die ran rechters.
Zoowel justitie als politie werden heftig door hem
gegispt.
Toen de vergadering by Bosdriess was afgeloopen,
trok de stoet de stad weder in. Toen werd er
een pistoolschot gelost, de schieter werd gearresteerd.
De optocht, thans nog met eenige roode vlaggen
versterkt, trok door de Bloemstrsat langs de Prinsen
gracht naar het Singel, alwaar de menigte werd
tegengehouden door drie inapecteuts van politie, die
de vlaggen opeisohten en den koetBier van het
„aapje" gelastten op te honden.
Daaraan werd niet voldaan. De drie inspecteurs,
gevolgd door drie agenteD, gingen toen aan het
hoofd van den optocht over den Dam eu het Bokin.
Op de hoogte van het gedempte Spui gekomen
keerden de inspecteurs rich plotseling om, eischteu
opnienw de roode vlaggen op, en toen daaraan
geen gevolg werd gegeven, deed de politie, die
onderwijl door agenten, komende van de Lange
Brug, was versterkt, een charge op den optocht eerst
met den stok, en toen door steeneD werpen en op
andere wijze verzet was gepleegd, met den sabel.
Het was een algemeensauee qui peut 1 De
jongens riepen „steenen, steenen 1" en werkelijk
vlogen weder eenige klinkers en keien door de lucht.
Aan de overzijde ging het eveneens heet toe.
Inmiddels was het rjjtuig van Van Ommeren en
z'yoe gezellin spoorloos verdwenen. In vollen draf
waren zij weggereden.
Er zijn eenige lieden, die verzet hadden gepleegd,
gearresteerd, en velen zjjn gewond.
Later was in den omtrek veel gedrang. De
nieuwsgierigen maakten het o. a. der politie zeer
moeielijk op den Vijgendam behoorlijken doorgang
te honden. (Juut.)
Damas zegt in de laatate zijner Haagscbe omtrek
ken o. a. het volgende
Wij, Hollanders, zijn niet welsprekend. We hebben
groote moeite om ons gemakkelijk uit te drukken,
en slagen er zelden in het sierlijk te doen. Veel
hakkelen, en weinig flux de bcuche. Terwjjl de
Pranschman, die aan een gastmaal opstaat (al ia
dat voor hem geeD nationale gewoonte), met de
grootste bevalligheid een stortvloed van geestige
oomplimenten en kwinkslagen over zjjn dischgenooten
uitstort, en zelfs de stijve Engelschman, in zijn
after-dinner-speeches, gemeenlijk bewijst over een
ruime hoeveelheid hnmor te kunnen beschikken,
nijpt ons de angst reeds de keel dicht, alvorens we
het eerste woord nog gesproken hebben. Eu zoo
geschiedt het dat, terwijl elders bet opstaan van
ecu der gasten met vroolijken bijval wordt begroet,
ten onzent de sanzittendeD, bij dergelijke gelegen
heid, een „benepen" gezicht zetten, dat maar al
te duidelijk toont hoe zij „hun hart vasthoueen",
dat de spreker eens mocht blijven steken En
toch zijn we, met Engeland, het land der toasten.
Ook bij onze balie is de welsprekendheid voor
waar niet algemeen. Het viel me op hoe het pu
bliek opgetogen was over een pleitrede, onlangs in
een geruehlmakeade zaak alhier uitgesproken, en
waarvan de vorm tooh wel niet veel meer dan
middelmatig mocht genoemd worden. Zeker ook by
ons te lande kennen we rechtsgeleerde redenaars,
die de gave des woords in booge mate bezitten
maar waar zjjn ze, die „princes de la parole", welke
ons in verrukking brengen, en ons medeslepen, door
dik en dan heen P Zeldzame vogels in het wijde,
wijde ruim 1 En nu is wel eens beweerd, dat den
advocaten hier de ware oefenschool der welspre
kendheid, de jury, ontbreekt. Welnn, indien (1st
waar is, zie ik liefst de eloquentie maar wegblijven,
mét de jnry. Want, na allee wat we in het buiten
land van die laatate instelling hebben beleefd, zoude
het eeo ramp te aohten zijn zoo de gwworeoen ook
bij one hnn intrede moesten doen.
In het algemeen is op te merkeD, dat Cicero's
„air bonus, bene dioendi peritus" de brave man,
ervaren in bet wel epreken in onze maatschap
pij niet goed meer past. Noch de deugd, noch het
geluk staat in rechtatreeksoh verband tot de gave
dee woords. Eens traohtte mij zelfs een Spaanscb
diplomaat van het tegendeel te overtuigen, met de
bewering dat de welsprekendheid van al zjjne Iaud-
genooten het verderf was van zijn vaderland, daar
toch met zulke gladtongige menschen onmogelijk
te regeeren vielen ik moet erkennen dal het
gezegde van den Spanjaatd me telkens in de gedechte
kwam, wanneer ik in den laatsten tijd berichten las
omtrent de Cnrolinen-bcweging in het Iberische
schiereiland, en dan snorkerjjen in de prachtigste taal
onder de oogen kreeg, die me de sehonders deden
ophalen en zuchten over zooveel misdadige laatduDken-
heid 1
Het gerechtsof te Leeuwarden beeft arrest gewezen
tegen W. 8., oud SI jaren, oommies bij 's Bijks
belastingen, te Munsterscheveld, die door de jeoht-
bank te Assen, ter zake van het buiten noodzaak
dooden van een huisdier (in caan het doodschieten
van een hond) op eene plaats waarvan degeen, wien
dat dier toebehoort gebruiker is, veroordeeld j», tot
15 dagen celstraf en 8 boete.
Het Hof overwoog, dat bg dagvaarding aan bekl.
alleen Is tenlaste gelegd bet doodsohieteu van eens
anders hond, tonder bijvoeging dat hij dit deed
buiten noodzaak, zo'odat een noodzakelijk element
ontbreekt, en das de rechtbank een ontslag van
rechtsvervolging had behooren uit te spreken. Maar
buitendien moet het vonnis vernietigd worden, omdat
daarby niet is overwogen de hoegrootheid der toe
gebrachte schade ter bepaling van de op te leggen boete.
Daarom het vonnis vernietigende en opnieuw recht
doende, achtte het hof bewezen, dat bekl. den bond
heeft doodgesohoten, maar het is niet gebleken dat
de hond op dat oogenbik hinder veroorzaakte, waar-
Ai bekl. werd schuldig verklaard aan de politie-over-
treding van het opzettelijk schade toebrengen aan
eens anders roerend eigendom en veroordeeld tot
ƒ7.50 boete.
De overgrootvader van Vorst Alexander van
Bulgarije, die thans zooveel van zich doet spreken,
was, zestig jaren geleden, klerk bg Graaf
Briihi, op diens landgoed Seifersdorf, bij Saksen.
Hij werd daar gebruikt voor het afschrijven van
brieven en ander ondergeschikt werk. Die klerk,
Hanck genaamd, ging later, op aandrang van een
bloedverwant, naar Warschau. Hg verwierf zich
daar de gunst van den loenraaligen Stadhouder,
Grootvorst Conatantjjn. De Prins bezorgde Hauok't
volwassen zoon een plaats ia het leger, eu de
jonkmao verwierf zich daar zeer snel den rang
van kolonel en den titel van Graaf.
Bij den Pooisohen opstand van 1830 werd de
Graaf doodgeschoten, en om zijn nagedachtenis te
eeren, liet men zgn dochter, op staatskosten, in
een gesticht voor adellijke jonge dames te Si.
Petersburg opvoeden. Daar maakte het schoone en
begaafde meisje kennis met den broeder der over
leden Keizerin van Busland, Prins Alexander van
Hessen, die haar huwde, en wegens dien echtver
bintenis Buslaad moest verlaten, om naar Hessen
terug te keeren.
Te Darmstadt werd aan deze dame de titel van
Vorstin van Batlenberg verleend. Zij kreeg drie
zonen. De oudste hunner is nu vorst van Noord
en Zuid-Bulgarije j de tweede is de schoonzoon
der Koningin van Eflgaland,. en de derde ia ge
huwd met een dochtar van den Groothertog van
Hessen.
Vorst Alexander is een groot gnnsteling van zjjas
broeders schoonmoeder, Kopingin Victoria. Die
goede oude dame moet alle moeite doen, om hem
een waardige levensgezellin te bezorgen. Hare
poging, om de hand van hare kleindochter Vic
toria van Pruisen, de tweede dochter van den
Dnitschen kroonprins, voor hem tc verwerven,
mislukte. Maar nn heeft zij, naar men bericht,
eeu andere harer kleindoehters, Prinses Irene van
Hessen, voor hem op het oog.
Aan het einde der achttiende eeuw kwamen zulke
overdreven, bespottelijke kapsels in de mode, dat de
geschiedschrijvers het niet beneden zich geacht heb
ben, eeaige ervan, wellicht als blijken van den
geest des tijds, te beschrijven. De meeste komen
hierin overeen dat de merkwaardigste vertooning op
dat gebied te Parjji in aanschouwd op den avond
van 3 April 1774 in de opera den avond van de
eerste opvoering van Glook „Iphigenia in Aulit.»
De geheele mnzikale wereld waa destijds in twee
partijen verdeeld, de Glackisten, aanhangers van
Gluck, den beschermeling van Marie Antoinette,
de dauphine, die haren leermeester en de Duitsohe
mnziek voorstond, en 3e Picoinisten, aldus genoemd
naar Piccini, den Italiaan, beschermd door madame
Dnbarry. a,
Aller aandacht werd van het tooneel afgeleid
toen de deur eener loge openging en do hertogin
van Cbartres daarin plaats nam. Boven op haar
gepoederd haar was een kleine lennstoel van wat
geplaatst, waarin een wasten poppetje zat, alt min
gekleed, die een zuigeling droeg in bare armen.
Deze zuigeling moest voorstellen den hertog van
Valois (later Louis Philippi I). Hechts van den
stoel zag men een papegaai die naar een kers
hapte, dit was het portret van den geliefden vogel
der hertogin. -
Links was eeo kleine neger, bediende ran hare
hoogheid. Boveu al deze wassen figuurtjes waren
verschillende naamcijfers geplaatst, bewerkt met het
haar der betrokkene personen, alsvan den hertog
van Chartres, den hertog van Orléans, den hertog
van Penthièvre. Elk naamcijfer was omringd door
edelgesteenten en kunstbloemen. Dit kapsel
naar de beschrijving een monster van wanstaltigheid
en smakeloosheid besloeg bjjna de geheele breedte
der loge en had eene hoogte van 48 duim. Om
de opera te bereiken, kon de prinses niet op de
bank van haar rjjtnig zitten, doch had op den bodem
der koets plaats moeten nemen.
De derde en laatste vergadering van het Staat
huishoudkundig Congres te Neurenberg was, behalve
aan eenige aangelegenheden van meer huiahondeljjkeD
aard, gtwjjd aan de behandeling van het vraag,
punt t „Normaal-arbeidsdag en normaal-arbeidsloon.»
Inleiders waren het lid van den Bijksdag, Baam-
bscb en Msx Weigert. Uitgaande van Gladstone's
gezegde: „de 19 eenw is de aera der arbeidende
klassen" noemde Bsumbach onze eenw den tijd
waarin eene reohtmatige waardeering van den arbeid
meer en meer zieh baan breekt, den tijd van het
streven om den vierden stand dien rang in bet
maatschappelijk leven te doen innemen, waarop bij
by reohtmatige waardeering van den arbeid inder
daad recht heeft. Dit geldt in Duittchland nog
niet overal, omdat men daar nog verkeert in bet
tijdperk van overgang van den landbouw- tot den
industrie-Staat. Ook al heoht men sterk aan bet
beginsel der individualiteit, dat ljjnrecbt staat tegen
over den grondslag der sooiaoldemocratie, dan kan
men toch, met bet oog op het pas genoemde over
gangstijdperk, veel van wat de sociaal-democraten
verlangen minder scherp veroordeelen dan zoo vaak
gedaan wordt. In de qaaestie der „besoherming
van de arbeiders" kan men bijv. het daaraan ten
grondslag liggende denkbeeld van humaniteit waar-
deeren. Maar, ook het begrip van humaniteit kan
overdreven worden, kan ontaarden in atrociteit. Ea
het is wel zoo goed, te streven naar hetgeen mo
gelijk en bereikbaar ia, dat achoone idealen na ta
jagen waarvan de wezeulijking tooh buiten de
mogelijkheid ligt. Ten bewijze van de moeieljjk-
beid om de bescherming der arbeiders goed te
regelen, beriep Bsumbach zich op de beweging
die ook door de uhramontanen in den Bjjksdsg
gesteund wordt ten gunste van eenen norma
len arbeidsdag van slechta 6 nren voor gehuwde
vrouwen.
Beperkt men de vrouw in hare werkzaamheden,
eiseht de humaniteit dan tevena niet dat haar eene
vergoeding worde gegeven? Geldt ditzelfde niet
ten aanzien van den kinderarbeid Wat deze
laataten betreft, bestaat er trouwens, nsar Bsnm
bench meent, veel overdrijving. Te Berlijn is altham
het aanbod van den arbeid van kinderen veel grooter
dan de vraag daarnaar. B. verklaarde zieh bereid
op dit atuk mede te werken tot verbetering ven
den toestand, maar volgent hem geeft de wet be
trekkelijk het bezoeken der volksschool reeds eene
krachtige beperking van het misbruik van den
arbeid der kinderen. In andere landen, waar een
normaalarbeidadag bg de wet is ingevoerd, wordt
de regel door de telrjjke uitzonderingen bijna ge
heel omvergeworpen. Zoo in Oostenrijk, waar het
wettelijk verbod van Zondagaarbeid door de uitson
deringen vrg wel denkbeeldig ie. Zoo in Zwitser
land, waar aan den bij de «et vsetgeetelden nor
maalarbeidadag van U uren in het geheel de baad
niet wordt gebonden. Aan alle zulke welteljjke
regelingen ligt het onjuiste denkbeeld ten grond dat
de wet het maatschappelijk leven, met zijne onder
linge betrekkingen zon kannen icheppen. De wet
kan niet anders, dan de bestaande levenavoorwaarcleii
regelen en in zekere richting dwingen. Bovendien,
zeide Bsumbach, is het eieehen van eenen normalen-
arbeidedag van 10 of 11 uren niet in overeenstem
ming met den in werkelijkheid beitaanden toestand.
Dat er méér dan het genoemde aantal nren gewerkt
wordt, ie uitzondering. Gewoonlijk wordt voor die
meerdere nren reeds extra loon gegeven. Uit i*
opgaven van den Qeuerberath blijkt dat te Berlgn
op 1000 arbeiders slechts zes langer dan 11 nreh
per dag, 877 juiat 10 uren en 159 arbeiders lO'/i
of 11 uren werken. En, moge de normaal-arbeidsdag
voor de fabrieken al mogelijk ejjn (waarbij dan toch
weder allerlei uitzonderingen moeten gelden voor de
afwisseling van drukke en slappe werkzaamheid, af
hankelijk van de concurrentie en het jaargetijde), voor
het handwerk en de buia-njjverheid is hg dit in geea
geval zoowel om het verschil wat de intenaiteit van den
arbeid betreft, ale om de ondragelgke contrdle van
overheidswege.
Dan blgft steeds nog de onmogelijkheid van het
vaatitellen van eenen normalen arbeidadag voor werk
dat bij het etuk of bjj accoord woidt verricht. Zelfs
de eociaal-demoeratie beeft ten dezen aanzien nog
nooit een voorstel weten te doen.
De slotsom van Baumbaoh'a betoog was de vol
gende resolutie, die gesteund en nader verdedigd
door zijnen medeinleider Weigert, bijna eenparig
aangenomen werd
„a. Eene verkorting van' den arbeidstijd is,
voortoover mogelijk zonder schade voor het voort-
brengicgavermogen der nijverheid, te besohonwen en
na te streven als een gewiohtigen slap in vooruit-
gaanden zin. Voorzoover derhalve in enkele takken
van nijverheid de regelmatige duur der dagteek te
lang is, moet worden gestreefd naar verbetering van
den toeetand der arbeiders door inkrimping van den
arbeidstijd.
„J. Daarentegen verdient de invoering van eenen
ilgemeenen normaal-arbeidedag voor de werklieden in
alle takken van nijverheid in de Duitsche rijkswet
geving geen aanbeveling.
„c. De vaststelling van overheidswege van een
normaalarbeidsioon, welke gepaard zou moeten gaan
aan die van den normaal-arbeidsdag, schjjot eveneens
onmogelijk en niet aanbevelenswaard."
Weigert betoogde in zgne rede o. a. dat de nor
maal-arbeidsdag noodwendig zou moeten leiden tot
loonsverlaging, en vermeerden gebruik van machines.
Het vaststellen van een eenvormig minimam-loon, nl
was het ook maar voor eene enkelen tak van nijver
heid, noemde hij „volkomen nonsens" omdat de te
leveren arbeid niet alleen van het individu afhangt,
maar ook van de plaat», waar gearbeid wordt. „Een
minimumloon is slechts dan denkbaar" zeide bij „als
levens de geheele industrie in handen van den Staat
wordt gebrachtOok de arbeid op Zondag kan niet
gansch worden afgeschaft. Er zijn steeds lieden die
voor den fondag om werk komeo vragen.
Uit Curasao meldt men het volgende
De telegraaf heeft n zeker reeda hel bericht ge
bracht, dat de met zooveel ophef begonnen revolntie
in Venezuela geheel onderdrukt ia. Zelden hebben
opstandelingen minder succes gehad, dan het troepje,
dat zieh verbeeldde zonder slag of atoot het wet
tig bestuur der genoemde republiek omver te kannen
werpen, De beeren Bulgar c. s. bebbeu veei hoog
dravende woorden en snorkende phraten gebrnikt,
maar bg den mibaleu tegenspoed zonk hnn het
ban in de schoenen en kozen zij het hazenpad.
Nadat de gouveroementstroepen te Asuncion eene
schitterende overwinning op de oproerlingen hadden
behaald, veroverden sjj onder generaal Velutioi het
eiland Margarita, de eenige plaats die nog in handen
der revolutionairen was. Honderden gevangenen
en eene massa oorlogsmateriaal sisten in banden
der dappere aoldaleD, die de reehten der Begeering
verdedigden. Een van de twee stoomschepen der
muitelingen, de Oriemte, werd door bet Venezne-
laaniobe oorlogsschip Btivindicaior genomen. Het
kapersobip Jutticia ie te St. Domingo, waar het
steenkolen traohtte in Ie nemen, met bet voornemen
om dan naar Europa te ontsnappen, prijagemaakt
met alle* wat er aich op bevond. Al bet geboefte,
dat er aan boord waa, ia gevangen gerat, en zal,
neav men zegt, aan de Veneznelaentche Bcgeering
worden uitgeleverd. De generaal Veoancio Fnlgar
die, volgens de in omloop agnde rerbalen, bij het
aan boord gaas van de Jutticia ton gezegd hebben
„Ik zal mijn vaderland van bet jak van den dwin
geland bevrijden, of stereen", heeft als een lafhar
tige zyn schip in den steek gelaten eo ia naar
Trinidad gevlncht, om daér zgne huid te bergen.
Hij, die een prijs gesteld had op het hoofd van
Guzman Blanco, en dezeo lot verrader des vaderlands
verklaarde, heeft zich opnienw van eene allra behalve
gunstige tijde doen kenuen, en verkwist, tooala
wordt verteld, thant op eene schandelijke wjjze de
gelden, welke hij, onder de lent ran Venezuela te
willen bevrydeo, machtig heeft weten te worden.
Het mag alt een groot gelnk eoor de bevolking van
da naburige republiek beschouwd worden, dat een
man sla Pnlgar het beetnnr niet in handen beeft ge
kregen want bjj zou zeker niet geaarzeld hebben
haar meer dan eenig ander af te persen, om zich-
teleen te verrjjken.
Het beatnnr ran Joaquin Creapo ia nu weer beter
gereatigd dan welliobt ooit te voren. Boat en
orde heeraohen thans in geheel Venezuela.
De Venezutlaantebe couranten spreken met veel
lof ran de houding, die de overheid van Curasao
heeft in acht genomen, toen het stoomschip Jutticia
zich vóér deze haven vertoonde. De handelwijze van
het Gouvernement deter kolonie wordt vergeleken met
die van Trinidad. Terwijl men in de etreogete bewoor
dingen de bonding van het beatnnr van Trinidad af
keurt,wordt herhaaldelijk lof toegezwaaid aan het hoofd
onzer kolonie, voor de wijze, waarop het de ontijdig
heid tijdens de rerolutie heeft weten te handhaven.
La Opion Nacional, het ofSoieele blad van Caracas,
zegt o. a. ineen artikel over „welbegrepen internationale
onzijdigheid" Hoogst aangenaam is het ons van deze
gelegenheid gebruik te maken, om den beer Gouverneur
der oabnrige Nederlandsobe kolonie en den anderen
ambtenaren onder hem «taande reobt te doen weder
varen voor de omzichtige rechtvaardigheid die tg
io hnnne betrekking tot Venezuela in acht nemen
l*Ü de vervullingen der ernslige eu beteekenisvolle
plichten, door het internationaal recht opgelegd.»
In De Wekker van 26 Sept. lezen we
«Door de Oostenrjjksobe regeering is op advies
van een oommiiaie van oogheelkundigen en sohool-
antoriteiten op alle openbare scholen en burger
scholen het gebruik van geruite schrijfboeken en
leien verboden. Dit besluit is genomen op grond
van het toenemen van verschillende afwjjkingeD in
den bouw van het oog en vooral van bijziendheid
bij de aohoolkinderen.
Het nieuwe besluit treedt in 1886 in werking.
De oogartsen meenen in het gebruik dezer schriften
een der hoofdredenen te moeten zien voor het toe
nemen der refraclie-anomaliè'n.
Het is wel van belang na te gaaa of men hier
te lande gelijke ongunstige ervaring van de ruitjes
heeft opgedaap. Zoo ja, dan ware het zeker niet
raadzaam tot verder invoering van dit leermiddel
over te gaan.
Den 23n dezer had to Stockholm het volgende
plaats
Christine Nilson is gewoon, wanneer zij een con
cert eeft gegeven, ook op het balkon van het Grand
Hotel een pear liederen te zingen. Zoo deed zij ook
dien avond, en als gewoonlijk stond er voor bet hotel
eene dichtppeengedrongen volksmenigte, die haar bij
herhaling met levendige toejuiching begroette. Dit
maal was echter de toeloop nog veel grooter, daar
men kan rekenen dat er rcim 30.090 menschen bij
een waren, zoodat niet allern het plein voor het
hotel geheel was bezet, maar ook de geheele ruimte
tot aan de Sttppholmsbrng en Strömgatan, gedeel
telijk zelfs het Karelsplein nsar het operagebouw.
Nanweljjks had zg haar laatste lied gezongen, of de
menigte drong van hel hotel nsar den kant van het
Kerelsplein, en in dat gedrang raakten er eenigen
onder den voet. Of verscheidene politieagenten en
andere personen al met volle kracht de menigte toe
riepen, dat men een oogenblik moest bljjven staan
omdat er ongelukken gebeurden, dit bielp niete -,
integendeel, door het gegil van vrouwen en kinderen
ontstond er een algemeene schrik, en daar niemand
wist wat er gebanrde, woelden allen zooveel te meer
om nit het gedrang te komen. Te midden ven die
beweging kwam er van den kant der Stalgatan een
korps van 80 politieagenten aanrukken, wier aan
voerder met eene forsehe stem uitgalmde „Dringt
toch in Godt naam zoo niet, er zijn reeds vele men
schen onder den voet geraakt Nn bleef alles een
oogenblik staan, en tegelijkertijd hoorde men dat er
een aantal vensterruiten werden ingeworpen. Na veel
inspanning werden er toen op de piek, weer de
menigte was tegengehouden, acht lijken opgenomen.
Blijkbaar wareD er een paar menseben over een hoop
steenen en ander materiaal gevallen, die aldaar voor
den aanbouw van een hok op eteaat lag, waarna
anderen over hen heen waren getnimeld en eene
menigte volgende personen in het gedrang over de
gevallenen waren voortgeduwd, zoodal de onderst
liggeuden doodgedrukt en anderen gekneoed of ge
kwetst waren. In het geheel zgn er 18 personen
allen vronwen, meisjes en kinderen omgekomen
en 26 meestal zwaar gekwetst. Naderhand is ge
bleken, dat de politie ter sterkte ven 166 man,
waaronder 8 te paard, op de been, maar tegen bet
plotselinge gedrang niet bestand was geweest.
Christine Nilson moest den volgenden avond
te Upsala zingen, masr heeft door den schrik te
veel geleden, om altham vooreerst weder concerten
te geven.
Nog acht dagen lang kannen in Frankrijk de
radicalen de opportunisten in de verkiezingsverga
deringen overschreeuwen, de opportunisten de Cle-
mencieten uitfluiten, de republikeinen allen te zamen
de monarchisten uitlachen. Maar dan I Wat zal
4 October brengen Het euccea voor de republiek
in 't algemeen ia niet twijfelachtig, met groote
meerderheid sollen voorzeker haar aanhangers io de
nieuwe kamer terngkeerea. Meo rekent dat op de
584 leden, die de aanstaande volksvergadering
tullen uitmaken, zich ongeveer 450 republikeinen
en gemiddeld 130 monarchisten sollen bevinden.
Voor het bestaan der republiek, wat het aantal
der haar goedgezinde afgevaardigden betreft, das
geen gevaar, maar hoe «taan dezen tegenover elkan
der? Laat ons aannemen, dat een derde daarvan
radioaal ia. Wanneer deten zich in hnn oppositie
tegen de rtgeering met de reactionairen verbinden;
kan het gouvernement nauwelijks op een meerder-
heid van 20 i 25 stemmen rekenen. En de weer
haanachtige natuur der Franvche politici in aanmer
king genomen, belooft dit weinig goede voor een
vast staatsbestnur in de toekomstige jaren.
Het kabinet Briston schijnt voornemens te zgn
zich asn de nieuwe kamer te willen voorstellen en
een votum te znllen eieohen, of de nieuwe meer
derheid het verder aan het werk wensoht te zien.
Waarschijnlijk zal het antwoord bevestigend luiden,
maar niet lang zal het dnren, of het ministerie
vindt "hoogst gevaarlijke struikelblokken op zgn weg.
De lastige qnaesties over de scheiding ven kerk
eD staat en de belasting op het inkomen rallen het
weldra in conflict brengen met de radicalen.
De bijeenkomst eener nienwe Conferentie tot re
geling van den toeatand op het Balkan-Schiereiland
wint, volgena de laatst ontvangen berichten, in waar
schijnlijkheid.
De Standard verneemt uit Berlgn, dat al de groote
mogendheden tot het plan zijn toegetreden en de
Conferentie te Konstantinopel zal gehouden worden.
De Nat.-Zeit. verklaart, dat Oostenrijk het initiatief
tot het voorstel nam, wegens het bijzonder belang
dat het bij de Bulgaarsche quaestie beeft.
In de Dnitsehe staatkundige kringen, zegt de
Berlijnsche correspondent der Köln. Zeilung, wordt
als waarschijnlijk aangenomen, dat het nieawe Tarksche
ministerie bet tractaat van Berlgn in overeenstemming
met de mogendheden zal handhaven, en daarbjj met
kracht doch tevens met gematigdheid zal te werk
gaan. Vóór alles echter zon het bedacht ziju op
eene plaatselijke beperking der revolutionnaire be-
wegiug, totdat men bet met de bevrieude kabinetten
over verdere beslniten eens zal zijn. Tot dit doel
zijn, naar men verzekert, reeda militaire maatrege
len gelast.
In den „hst" des Sultans betreffende de vorming
van het nienwe kabinet heet het, dat de gezondheids
toestand van Saidpacba de optreding van een anderen
grootvizier noodzakelijk maakte. Aan bet slot leest
men „Onze innigste wensch is de bevordering der
welvaart van ona rijk, en de verhooging van zijn
roem. Wij rekenen op den goddelijkeo bijstand en
de bemoeiingen van bet ministerie, om dit doel te
bereiken."
Het bericht nit Madrid, dat Dnitechland den
Paus als bemiddelaar, niet als scheidsrechter aan
Spanje heeft voorgesteld en hiermee genoegen is
genomen, moet uit Berlijn nog bevestigd worden.
De Dnitsehe bladen keuren het echter meerendeels
goed en men beschouwt het zelfs als een handige
zet van Bismarëfc"
De Nat.-Zeïtung zegt, dat de keus van dea Pans
als bemiddelaar wel het onaangenaamst moet zija
voor het Dnitacbe centrum. „Immers zoo even eerst
werd te Münster, onder voortdurende aanroeping ran
den Paus, tegen de Pruisisch-Dnitsehe regeering
heftig uitgevaren, eu nn blijkt dat laatstgenoemde
in de vriendschappeljjkste betrekking tohjden Paus
staat! Das moet bet aan anderen gezéten worden,
wanneer het met de kerkelgk-politieke/aehikUag niet
voornit wil.»
Over de samenstelling van het Oostenrijksche Hnis
van Afgevaardigden de Bijksraad werd Zondag
geopend wordt het volgende meegedeeldDe
rechterzijde telt, de Miniatera en de „wilden",
die meestal met haar stemmen, medegerekeud, 194
leden. De Poolsche club bestaat uit 54 leden, die
der Czeehen uit 66, die vau het reehtercentrnm
nit 40 en die van het centrum nit 20 leden. De
meerderheid ia dua grooter dan in de vorige zitting.
Door de linkerzijde moeten nog onderscheidene be
langrijke punten geregeld worden. De wijze, waarop
de splitsing in twee fraetiëa heeft plaats gehad,
schijnt voor het oogenblik alle samenwerking onmo
gelijk te maken. Wat de derde fractie der linkerzijde
aangaat, de einb van Coronini of het liberale cen
trum, men weet niet, of deze zal blgven besteen,
Bertolini en vgf andere leden nit Znid-Tyrol heb
ben althans een clob van Zuid-Tyroolsche afge
vaardigden opgericht onder den naam van „Trentino".
De club van het reehtercentrnm en die van het
centrum hebben zich reedsj geconstitueerd en haar
vroegere bureaux herkozen. De „Dnitacbe Clnb"
heeft haar statuten vastgesteld zij telt thana, nadat
nog vier leden zgn toegetreden, 42 leden en de
„Dnilacb-Oostenrijksche Club" 81. Men verwacht,
dat de Bijksraad tot 22 October bjjeen zal blgven,
dat de Delegatiën 20 October bjjeen znllen komen
en dat de Landdagen 15 November hnn werk-,
zaamheden zullen hervatten.
De beide Kamers van het Braziliaansche Parle
ment hebben de wet tot afschaffing der alavernjj aan
genomen.
GEBOREN25 Sept. Johannes Ant bon ie, ouders P. C.
van der Garde en C. W. Dirkten. 26. Johannes Nicolaaa,
onders J. N. Brouwer» en M. C. Wieldera. Margaretha
Maria, ondera C. Kalmeijer en J. tan Loon. Hendrik,
onders J. Glasbeek en L. Binnendijk. 27. Geert, ouders
S. Sehiebroek en M. C Bonman. 28. Gjjsberta Johanna,
onders L. Begeer en J. A. Bik. Cornelia Arnoldns Jacobus,
ondera A. Hornes en T. fan Willigen 29. Hendrik,
onders H. C. Snikkenbnrg en W. Hoisman.
OVERLEDEN 26 Sept. G. Schipper, 25 j. «7. B.
ran Waas, 1 j. 2 m. 28. A. fan Hattem, 4 m.
GEBORENHendriks, Cornelia, ouders J. Wischmeyer
en M. Vermeer. Johan Pieter, orders A. Verburg en
G. de Bok.
GEBORENTieleman, ouders P. Schouten en M. de Jong.
Jacoba Jacomijatje, ouders A. de Jong en G. Hoogeodoorn.