- Buitenlandse!) Overzicht.
KOEPOKINENTING.
AFKONDIGING.
POLITIE.
ZPOSTEiRLJ-HlIsr.
te ontvangen, omdat sij ilecht was, bedorven aan
kwam en in slecht, geen pekelhoudend fust verion-
den werd»
Voor de eer der visscherg kwam een ineender
in de Vlaardingscke Courant van 19 Aug. 11. hier
tegen op. „Zulke berichten waren afkomstig van
slecht onderrichten en onkundigen0, beweerde de
inzender. Ook waren het „valsche berichten dat de
HoUandsche haring in slecht fust in Amerika
geweigerd is'. De „ongemeen heeten zomer van
bet vorige jaar had het slechts gedaan, dat waar
van zeer gering gehalte in tonnen of kleine vaatjes
verpakt, afgewezen en ten deele weggeworpen moest
worden', merkte ook nog de inzender, teu slotte aan.
Nu behelsde dezer dagen het Nieuw Advertentieblad
een schrijven uit Londen over de Hollandscbe boter,
waaruit blijkt, dat het er nog niet beter op geworden
was. Bjj vernieuwing werd daarin de aandacht gevestigd
op de knoeiergen, die in spijt van de herhaalde
waarschuwingen in den boterhandel worden aange
troffen. Door voorbeelden werd aaugetoood hoe de
binnen wanden der vaten met eene laag vet besmeerd
worden. „In Holland laat men de knoeiers onge
moeid', dus heette het iu (lat schrijven, „en ziet
bet lijdelgk aan, dat een der beste bronnen vnu
welvaart, door geméene praktijken verloopt".
En de N. R. Ct. ontving van Geb. Roseustein uit
New-York eeu schrgven over de Hollandscbe
haring 1 Daarin wordt gewag gemaakt van onbevre
digende resultaten, sleohte quaüteit van pekel, die
weggeloopen is uit slecht gekuipt vaatwerk secunda
haring, die absoluut oubruikbaar werd eu in deu
loop van den zomer weggeworpen of als roest moest
verkocht worden. „Dat de goede roep der HoUandsche
haring hier te lande geheel verloren gaat, indien het
vertrouwen der koopers noch verder misbruikt wordt,
valt niet te ontkennen", schrgven o. a. Geb. Rosenstein.
Man en paard zgu genoemd. Nu zou de Vlaarding-
sche Courant tegen zulke aantijgingen vau onkundigen,
slechte berichten en valsche onderrichten, meer dan
ooit reden kunnen vinden zich het harnas aan te
gorden. Bij de beschuldiging toch dat HoUandsche
haring in de Yereenigde Staten als mest verkocht
wordt, zou het reeds onduldbaar zijn het zwijgen te
bewaren.
De thee-uitvoer uit China sedert bet begin van
bet seizoen tot heden is als volgt geweestuit
Hankow eu Shanghhi' 66 millioen pond legen 63
mill. p. in 't zelfde tijdvak van 't vorige jaar
uit Fooehow 37 mill. p. tegen 49 mill, p., en uit
Kanton 13 mill. p. tegen 19 mill. p. Te samen
136 mill. p. tegen 117 mill. p. in 't vorige jaar.
Het hoofdbestuur der Ned. Maatschappij t/b. der
Geueeskunde, uitvoering gevende aan het besluit der
alg. vergadering, heeft aan een commissie opgedragen,
de rai.ldelen aan te wgzen ter verbetering van de
visitatie van apotheken.
Ofschoon erkeuende, dat zeer veel nut is gesticht
door de tot heden gevolgde methode, wenscht die
commissie, blijkeus haar nu verschenen rapport, echter
daarin de volgende wijzigingen
De visitatiën des zomers te doen, en de gunstig
bekende apotheken niet jaarlgks te onderzoeken.
Nauwkeurig te omschrgven, welke eischen bij de
visitatie zullen gesteld worden.
Geeu speciale inspecteurs met die visitatie te be-
lasteu de afstompende eentonigheid dezer werkzaam
heid en de meerdere uitgaven, daardoor veroorzaakt,
maken dit niet wenschelgk. Veeleer verdient aau-
beveling, deskundige leden van den Geneeskundigen
Ra^d te benoemen en aan den inspecteur over te
lateu, welke apotheken gevisiteerd zullen worden.
Ook moet het reistarief op zoodanige w ijze herzien
worden, dat van de vrijwillig onbezoldigde visiteurs
niet langer financieele offers geëischt worden aan
beveling verdieut, hun de gedane uitgaven te
vergoeden.
Stellig noodig z|jn verder een vebod en een strenge
strafbepaling tegen het houden van twee apotheken
in hetzelfde huis. Thans toch hondeu sommige ge
neeskundigen er twee apotheken op na een parade
apotheek en een apotheek waaruit de geneesmiddelen
bereid worden b|j de komst der commissie wordt
dan alleen de eerste ter visitatie aangeboden. Daarom
is een voorschrift noodiglo. dot alle in de apotheek
aanwezige middelen schouwbaar en deugdelijk moeten
zijn, en 2o. dat de vergiftkasten niets anders mogen
bevatten dan de geueesmiddelen, daarin behoorende.
Nog wordt noodig geacht herziening van de l|jst
der geneesmiddelen, die een geneeskundige, wien
het leveren van geneesmiddelen is toegestaan, voor
handen moet hebben, en moet bg maatregel van
inwendig bestuur vastgesteld worden, dat in de
apotheek van een apotheker de ooodige pharraaceuti-
scbe toestellen, werktuigen en reagentia niet mogen
ontbreken.
De commissie acht dus ten slotte wenschelijk her-
herziog van art. 22 der wet van 1 Juni 1865
(Sibl. No. 58), art. 9 der wet van 1 Juni 1865
{Stbl. No. 60), artt. 4, 7 en 21 der wet van 1
Juni 1866 {Stbl. No. 61).
Bij de visitatie tal slechte dan de visiteerende
commissie den toestand der apotheek goed mogen
noemen in geval blijkt de deugdzaamheid der voor
handen geueesmiddelende aanwezigheid van een
genoegzame hoeveelheid der geneesmiddelen die
voorhanden zijnde bewaring der geneesmiddelen in
daartoe geschikte voorwerpen de opschriften volgens
art. 6 der wetde afsluiting en aanwijzing der ver
giften de aanwezigheid van een register der
afgeleverde recepten, en de orde en netheid in de
apotheek.
Er is weder een „Staatkundige brief" verschenen
van mr. S. van Houten, die aanvangt met de
verzekering, dat „het koele Nederlandsche volk
warm begint te worden en teekenen van ongeduld
gaat geven. De gloed der nieuwe wgsgeerige en
eoonomische denkbeelden verwekt een spanning, die
voortgang brengen moet in de Nederlandsche staats
machine, of haar zal doen barsten. Naar allen
sohiju'zal er voortgang ontstaan." Schr. wgst op
de verschijnselen, die z. i. aanduideu, dat bij dt
overgroote meerderheid ook in de politieke kringen,
de noodzakelijkheid van verruimiug der kiesbevoegd
heid vast staat, dat eene uitbreiding van bet kies
recht, die slechts de lagere bourgeoisie zou bereiken
daardoor verijdeld is, dat uitbreiding van bet kies
recht tot den werkman „met eenig geduld eu be
leid weldra bereikt zal worden." De schr. somt
de bewijzen voor die stelling op. Daarbij veroor
deelt h|j het „commissoriaal unie project," en ge
waagt er met instemming van dat het nu reeds
alleen geschikt is verklaard voor een „avant project
van een toekomstige conservatieve Uuie". Het ge
voeligst werd het commissoriaal plan in de kamer
zitting vau 29 September getroffen. Geen minder
dan de heer Gleichman maakte zioht kort en bondig
los van de stuurlieden aan den wal, die de liberale
partg naar zulk een hoogeu huurwaarde census
wilden doen koers zetten. Hg verklaarde zich toen
voor de toekenning van het kiesrecht aan den iu
zijn stand gezeten werkman. Deze uiting is eeue
kloeke daad tegenover de adviseurs der liberale
Uuie. Eu zij is zuLks niet minder met het oog
op de geschiedenis (Ier liberale partij in de laatste
jaren. In een vorigen brief heb ik, zegt de Schr.,
de liberale partg voorgesteld als eeu aantal per
sonen, die aan eene l|jp trekken. In 1879 was de
destijds bestaaude breuk tusschen mr. Knppe|jne
en mij hersteld, roaar bij den toen door mr.
Kappegne gedaneu ruk was de lijn tusschen zijue
vrienden eenerzijds eu mr. Gleichman c. s. ander
zijds gebroken. Door de aangehaalde woorden
knoopte de heer Gleichman de gebroken einden
weder aaneen. Kort na dezen aan bet woord ko
mende, wees ik op de hooge beteekeuis zijner
woorden voor de positie der liberale partij, en haalde
ik tevens den knoop vaster aan, door op de zake
lijke overeenstemming tusschen de gebezigde formule
„in zijnen stand gezeten werkman" met die van
mr. Tak, die het kiesrecht eischte voor allen die
iu hun eigen onderhoud en dat der hunnen voor
zien te wijzen. Ik onderzocht tevens, of door den
ruk, dien mr. Gleichman aan de lijn moest doen,
om weder bij zijn voorman te kuuneu aanknoopen
wellicht achter hem gevaar voor breken was. Geeu
lid der liberale partij verwierp echter het door mr
Gleichman geuite deukbeeld. De l|jn doorstond de
proefzoo goed zelfs, dat ook de zinkende minis
ter Heemskerk het geraden vond zijne hand er naar
uil te strekken, door te zeggen, dat ook de regee-
ring nagenoeg hetzelfde denkbeeld koesterde als de
heer Gleichman, en op dit punt wijziging van
zijn voorstel aan te kondigen. Eu de aldus mee
gesleepte Heemskerk zal op z|jne beurt de kroon
wel medesleepen." De laatste uitdrukking leidt
den Schr. tot de behandeling der toestemmend door
hem beantwoorde vraag, of het koningschap niet
eigenlijk vooraan moest gaan in de tegenwoordige
beweging." In de tegenwoordige staatkundige
crisis is niets, dat met het wezen of beginsel
onzer monarchie strgdt. Integendeel. Onder
Willem I wa9 de monarchie vereeuigd met de
aristocratie sedert 1848 toonde zij zich vereenigbaAr
met de plutocratie maar mij dunkt eerst in een
democratisch koningsehap is de grondgedachte ver
wezenlijkt der grondleggers onzer dynastie."
Erkennende dat de formule „kiesrecht voor deu
gezeten werkmau", slechts eene theoretische foxraule
is, zoodat aan het theoretisch beginsel nog practisch
uitvoering gegeven moet worden, verdedigt h|j het
door hem in zijn ontwerp van grondwetsherziening
voorgestane denkbeeld om het gekweten aanslagbiljet
in het personeel voorloopig tot titel te maken voor
inschrijving op de kieterslgsleu. „Approximatief,
zegt hij, zal het kenmerk van deu gezeten werk
man zijn, dat hij aangeslagen is in de ter zake
van deu uiterlijken staat geheven algemeene directe
belasting (het personeel). Nu is echter de grenslijn
onzer perioneele belasting verouderd. De tiendui
zenden oninvorderbare posten bewijzen, dat z|j
afdaalt tot eene volksklasse, waarin of eene mate
van onmacht of eene mate van onwil hetrscht,
die met het begrip vau gezeten werkmau onbe
staanbaar is. Een gezeten burger (werkman of
niet) laat z|jn naam niet brengen op deu staat van
oninvorderbare posten. Wie zich zelf aldus voor
eeB fiscalen non-valtur laat verklaren, kan zich niet
beklagen, als de staat hem ook tot een electoralen
non-valeur maakt."
Er ontstaat hierbg echter eene andere moeielgk-
heid. „Het verzuim, om t|jdig bet goede reobt van
den gezeten werkman te erkennen, heeft, zegt de
Schr., eene verbroedering te weeg gebraeht tussohen
de gezeten werklieden en de leiders van het prole
tariaat. De rechtmatige aanspraak van den werkman
op waarborgen, dat de wetgever zijne rechten ea
belangen niet bg die van grondeigenaar en patroon
acbteratelle, wordt tegenwoordig vereenigd en ver
ward met de wenschen der hongerigen naar brood
en der werkeloozen naar arbeid. De leiders (of ver
leiders) van de laatsten spiegelen hun voor, dat,
als zij kiesrecht hebben, eu daardoor hunne dienaren
bij de kassen van staat eu gemeente kunuen plaatsen,
werk en brood hun hieruit zullen toestrooraen, en
dat het sldus uit de openbare kasseu uitstroomende
gemakkelgk zal kunuen wordeu aangevuld door be
lasting van erfenissen eu inkomsten. Het c|jfer van
75 pCt. ia reeds genoemd. Wrie lust zou hebben
onder zulk een regime een inkomen te verwerven of
ecu vermogen te besparen, leeren onze socialisten
niet. Wauhopende om ooit het volk in zijne alge
meenheid te overtuigen, dat zulke paardemiddelen de
maatschappelijke kwalen zullen genezen, en dat het
slachten der hen, die de gouden eieren legt, duur
zame verbetering kan annbreogen, ontzien z|j zich
nitt zich te wendeu tot dezulken, die voor eeu kor
ten vreugderoes hun leven in de waagschaal zouden
willen stellen. Voor zalk een gehoor wordt drog
reden op drogreden gestapeld, om den natuurlijken
afkeer van bloedstorting en van een beroep op de
ruwe kracht te overwinnen. Omdat helaas sommige
oorkonden van den vooruitgang der menschbeid met
bloed geschreven zgu, verkondigen de leiders der
sociaal-democratie, dat zonder bloedige tooueelen
geeu vooruitgang mogelijk is; sommigen hunner
hoorende, zou men bijna meenen, dat er slechts bloed
behoeft gestort te worden, om de maatschappij vo?r-
uit te brengen."
„Bij de September-dcraoiistratiën liepen beide
stroomingen der volksbeweging samen.
Men zal, bij den nu gevorderden spoed, de nu
verbroederdeu, althaus tijdelijk vereenigden, weder
moeten trachten te scheiden. „Hiervoor is slechts
noodig de vraagstukken zuiver te stellen. Want
iuderdaad is er geen sterker antagonisme denkbaar,
dan tusschen de idealen van de werklieden en die der
leiders van het proletariaat. De eersten strijden tegen
de „uitbuiters." Wat is een uitbuiter? Immers
iemand, die uit het door den gemeenschappelijke!»
arbeid voortgebrachte op de eeu of andere wijze meer
wéét ie bemachtigen, dau in overeenstemming is met
de dieusten, die b|j heeft gepraesteerd. Is dit begrip
niet ten volle toepasselijk op den proletariër, die
zonder arbeid of zonder evenredigen arbeid geld uit
de staatskas ueerat? Moeten degeuen, die de rechteo
van den arbeid verdedigen, niet evenzeer de have-
looze als de aanzienlijke uitbuiters bestrijden? Eu
zijn niet de havelooze door hun getal en door de
snelheid waarmede z|j zich kunnen vermenigvuldigen
als elke beweegreden tot voorzorg vervalt, voor de
rechten van deu arbeid eu de welvaart der maat
schappij nog gevaarlijker dar» enkele groote? De
liberale staatkunde richt zioh volgens bare beste
traditien tegen alle parasieten, groot en klein, ge
galonneerd of haveloos. Zij wil geene parasieten
als beheerders van de kas der gemeenschap. Wie
z|joe positie „bij bet laadje" - gelijk een soci
alistisch spreker ziob uitdrukte wil gebruiken
om uit dat laadje groote of kleine sommen in
eigen zak te doen overgaan, moet er van geweerd
worden. De bedeelde behoort niet bij de kas, en
behoort geen invloed te hebben op de bepaling van
het bedrag, waarmede hij bedeeld wordt
De nuchtere waarneming der feiten leert ons als de
bolwerken der beschaving beschouwen, vooreerst de
schaamte van een werkman om de hand uit tè
strekken voor eene gift, en ten andere de sohaamte
van eene vrouw om zich over te geven aan een
man, als deze niet met haar bereid en in staAt is,
voor de opvoeding van te wachten kinderen te
zorgen. In het omverhalen dezer bolwerken doof
drogredenen ligt de dwaling der sociaal-democratische
leiders en het nadeel hetwelk zij aan de maatschappij
berokkenen. Hunne leer moet de individuen ver
slappen. De organisatien, die in hunne phanlasie
uitgebroed worden, lijden alle aan het gebrek, dat
de iu *8 roeiïBcbeu natuur gegronde prikkels tot
arbeid en voorzorg daarbij hnnne kracht verliezen,
„Ik geloof dan ook geenszins, dat de zelfstan
dige werkman, die in zijn eigen onderhond en dat
der zijnen voorziet, zich op eene lijn wil stellen met
den bedeelde. Ik geloof zelfs, dat de leden der
sociaal-democratische vereenigingea, die de drogre
den aaubooren, dat de bedeelde eigenlijk een scbuld-
eischer is die zijne vordering incasseert, zelve deze
positie met alle macht vermgden. Waar het de vraag
geldt, wie het beheer der kas zal hebben, moet het
verschil van positie tegenover die kas van beslissen-
den invloed zijn.
„Het stemrecht der werklieden, die in hun eigen
ouderhond en dat der hnonen voorzien en hunne
plichten tegenover den Staat vervullen, als eisch des
rechts erkennende, zal men toch bet proletariaat,
eveneens krachtens de eischen des rechts, „van het
laadje" moeten blnven weren."
Na nog gewezefT te hebben op den strijd, die ook
onder liberalen over de uitbreiding van kiesrecht
nog zou kunnen ontstaan en de wenschelijkheid van
strijd over een groot begiusel tot staling der kracht,
eindigt Schr. aldus
„De woordvoerders der werklieden zullen nit den
loop der Septeraber-beweging ook deze les wel beb-
beu getrokken, dat in hun eigen kring nog een ruim
arbeidsveld is, en dat de stembiljetten hunner minder
ouafhaukelijke en minder ontwikkelde siandgenooten,
althans aanvankelijk, aan hunne economische idealen
nog wel eeu» sterkere beletselen in den weg kunnen
leggen, dan alle tegenwoordige staatsmachten te
zamen. Eu ook uit dit oogpuut zou ik hun ontraden
partij te kiezen voor het stemrecht van proletariërs,
die één vogel in de haud verkiezende boven een
zwerm iu de lucht al vast zouden kuuneu begin
nen vau bun stemrecht partij te trekken, door het
voor geld veil te hebben, en op die wyze een nieuw
voetstuk zouden kunnen worden voor de overmacht
van het geld."
Volgeus Ontvangen berichten uit Zuid-Afrika, is
in Bechuanalaud goud en zilver ontdekt. Over ge
noemd land en wat men er, nu door Sir Charles
Warren de orde i» hersteld, mede zal aanvangen,
verscbijneu uitvoerigè artikelen iu Standarden Times.
In eerstgenoemd blad zegt eeu ex-lid van den staf
van de jongste expeditie „dat elk ambtenaar van
hei Ministerie vau Koloniën, hetzij conservatief of
liberaal, en elk lid van he; kaapsche Parlemeut,
onverschillig zgne staatkuudige gevoelens, zonder
reserve het door Sir Warren ingediende voorstel
tot kolonisatie van het land veroordeelt." Deze
chauvinistische aller chauvinistische Engelschen stelt
niets minder voor dan eene kolonisatie uitsluitend
van Engelschen ai Ëugelsche kolonisten, die later
huttne eigendommen niet anders kunnen overdragen
dan aau afstammelingen van Engelsche ouders.
„Kan iets", dus vraagt de schrgver, de Heer
Ralph Ch. Williams, „meer tegen alle raogelgke ver
lichte ideëu onzer dagen gekant zijn dan dit voorstel?
Wat gaan wij een menigte ras-moeilijkheden zaaien
Wat tullen wij een massa rassenhaat oogsten l. In
deze unieke kolonie zal geeu drop sterke drank
mogen worden ingevoerd Dit is voorgesteld, op
dat Engelsche ouders hunne deugnieten vau zonen
daarheen kunnen zenden, waar zij door pnrlementsakten
tot nuttige kolonisten moeten opgroeien, met strikte
afschaffersgewoonten eu hevige anti-Hollaudsche
neigingen; alzyo een nieuw bolwerk vormende voor
ons Rijk in Zuid-Afrika. Uit dat deugdzame grond
gebied moeten alle elementen verbannen worden, die
bezoedeld werdeu door iubrengiug vau het gehate
Hollandscbe bloed, en het is besterad om voor 'de
wereld te schitteren als een voorbeeld van de weder
geborene macht van het Anglo-Saksiscbe ras
„Een nieuw Jerusalem, met den Eerwaarden John
Mackenzie als Hooge Priester
De schrijver gaat op die wijze voort, om aan
te tooueu welk een gevaarlijk voorstel voor de rust
van geheel Zuid-Afrika dat van Sir Warren is, en
bepleit de zaak der trouwe HoUandsche kolonisten.
„Want loyale Hollanders zijn er bij duizenden, ihdien
wij hen slechts loyaal laten, en hen niet Van ons
vervreemden."
Het artikel eiadigt als volgt:
„Vdor alles: breidt het Rijk uit en houdt Britsche
belangen vast. Maar laat ons vermgden de grootste
van alle vloeken rassenhaat uit te breiden.
Laat ons boven alles iu onze staatkunde practisch
zijn. Een zendeling is *alle eer waard in zijn eigen
beroep, maar als een staatkundige maakt hij altijd
fiasco. De scheppiug van eene kolonie op de voor
gestelde wijze kan alleen opkomen in het brein van
den uitstekenden zendeling-politicus Mackenzie, aan
wien wij zoovele onzer jongste raoeilykhedeu te
wijten hebben."
Het artikel in the Times is van den heer Charles
Terry, geschreven uit het hoofdkwartier van Generaal
Warren. De denkbeelden van den Heer Terry zijn
lijnrecht in strijd met die van den Heer Williams.
Eerstgenoemde wenscht uitsluitend Engelsche
kolouisten in Beohnannlaud. want, zegt bij, bet
groote verschil tusschen de Engelschen en de
Holiauders ligt in hunne behandeling van de iuboor-
lingen. De Engelschen erkennen gelijke landrechten
voor de inboorlingen en zouden eene wet goedkeuren,
gelyk van toepassing op blanken en zwarten de
Hollanders niet.
De Pall Mall Gazettede beide artikelen bespre
kende, zegt dat er veel waars iu beide is, doch
dat in bet belang van den vrede in Znid-Afrika
de denkbeelden van den Heer Williams de voor
keur verdienen. „Het ideaal", zegt de Pall Mall,
„moet niet zijn om te streven naar een uitsluitend
overwegend Engelsch Zuid-Afrika, maar het moe;
ziju het ideaal vao een land, waarin de Engelschen,
de Hollanders en de inboorlingen nevens elkander
in vrede kunnen leven, onder de onpartijdige be
scherming van de Engelsche kroon. Het denkbeeld
om de Hollanders nit Zuid-Afrika te verdrijven
is onpractisch, en elke poging om het ten uitvoer
te brengen zou eindigen met de vernietiging van
alle kanfe, die practisch is, om de blijmoedige berus
ting der HoUandsche bevolking in de Britsche Re-
geering te winnen."
De Zuid-Afrikaaosche toestand is een der neteligste
en meest ingewikkelde vraagstukken, die het Nieuwe
Parlement eu de alsdan aan het ro*r zijnde Regeeriug
zullen hebben 'op te lossen, eu er zal vedP^leid
toe noodig zijn, om het niet tot een uitbarsting te
laten komen. Het ontbreekt anders niet aan op
hitsers onder de Engelsche bladen. De 8t. Jame's
Gazette hoopt „dat bij het benoemen van een nieuwen
gouverneur van Natal {Sir Heury Bulwer is tot gou
verneur van Cyprus benoemd) zal worden uitgezien
naar een man, die de Zulu-quaeatie weet te behandelen,
dat is, zegt het blad, de quaestie of de Zulus geheel
door de Boereu-vrijbuiters moeten worden „opgegeten*
of niet. „De rechten in de zaak", zegt de St. James's
Gazette en daarbij schynt zij den Heer Esselen
totaal te negeereu „2|jn duidelijk, eu de oplossing
is gemakkelijk. Een politie-officier en een paar
compagniën Britsche troepen zouden spoedig de
republikeinen van Zululand Uit deu weg ruimen,
indien die ondernemende personen eenigen tegenstand
boden, hetgeen onwaarschijnlijk is. Anders zullen
w|j waarschijnlijk een Sir Charles Warren en een
klein leger uoodig hebben, om later met hen af te
rekenen.
Het is t®. hopen, dat het niet zoover komt, want
zoo^ls de Heer Hofmeyer zich onlangs uitliet, in het
geval van eene ernstige botsing tusschen Engeland
eu de Hollanders, zij het in Bechnaualaud, Transvaal
of Zululand, is het niet onmogelijk, dat de geheele
AfrikaHnsche partij zich onder eeue banier schaart.
De onderlinge geschillen en,verschillende opvattingen
zouden dan ter zijde worden gesteld en men zou
misschien dan gaan strijden voor „Zuid-Afrika voor
de Atrikaanders."
De nienwe Fransche Kamer zal bestaan uit om
streek» 200 monarcbaleu eu 384, republikeinen.
Van deze iaatsteu kwamen 105 bij de eersre stem
ming op de radicale caudidafen-lijsten voor.
Hierbij dient men echter iq het oog te houden
dat er ook nog radicalen Terscbenen waren op
lijsten, die hel uitvloeisel waren vau samenwerking
tusschen de versehiltende groepen der linkerzijde.
Hun aantal ia dus grooter dau 105.
Men mag intusschen aannemen dat er onder
ben rerscheideue zulleo zijn, die met het oog op
de stembus hun programma wat sterk gekleurd
hebben, eu thans met bet oog op bet gevaar, dat
van monarchalen zijde kan dreigen, verstandig ge
noeg zullen zijn om eene duurzame regeering mo
gelijk te maken.
De republikeinsche bladen in Frankrijk kunnen
natuurlijk tevredeii zijn met den uitslag der herstem
mingen, waarbij de ropublikeiuen een volledige over
winning hebben behaald.
Maar tocb zegt o. a. de XIX Siècle moeten
we erkennen, dat de oandidaten der tegenpartij bijna
evenveel stemmen kregen in menige plaats, waar de
republikeinen aan een onbetwiste en volledige over
winning gewoon waren. Wij zijn ernstig gewaar
schuwd. Het land beeft voor bet eerst in tien
jaren geaarzeld. Het volk wanhoopt niet aan de
republiek, die de meest gewensehve regeeringsvorm
blijft, maai het wanhoopt aan de republikeinen en
aau de eenheid oude! hen. Er is dus een krachtige
poging noodig om de eenheid te herstellen en te
behouden".
De Temps rekent nit dat, van de 382 republi
keinen, die op 4 en 18 Ooiober werden gekozen.
105 ook op de losten der radioalen voorkwamen.
Het blad meent eohter dat dit geen bezwaar is
tot het vormen van een regeeringsmeerderheid, daar
alleen de onvoorwaardelijke intrausigenten daartoe
niet zullen medewerken.
Evenzoo oordeelt de De'bats, maar toch acht het
blad de 200 stemmen, waarover de monarchisten
in* de Kamer zullen beschikken, voldoende om elk
geregeld bewind te verhinderen, wanneer de repn
blikeinen niet de meest volmaakte tïoht weten te
handhaven.
Men is het er nog niet over eens, wanneer de
volksvertegenwoordigers te Berlijn zulten bijeenkomen.
Gisteren werd uit Berlijn gemeld, dat de Rijksdag
in de eerste week van November a. s. en de Prui
sische Landdag eerst in Januari van het volgende
jaar zal worden bijeengeroepen.
Iu den Bruntwljksohen Landdag is de behandeling
der regentskeuze voortgezet. De ataats-rechteriijke
oommissie heeft verslag uitgebracht over het voorstel
van den regentsohapsraad om prins Albert van Pruisen
te kiezen, waarop de prins onmiddeiijk met algemeene
stemmen tot regent werd gekozen.
De vredelievende berichten van het Balkansohier-
eiland worden bevestigd en als in koor wordt door
de Furopeesche staatslieden bet refrein aangeheven,
dat de kleine Staten den vrede van de groote niet
mogen verstoren. Bulgarije schikt ziob het meest
gedwee, overtuigd, dat het van de welwillendheid
der Mogendheden nog hel meest beeft te wachten.
Servië houdt een alag om den arm, maar de groote
staatslieden zien zoo knorrig, dat die slag alleen
voor het fatsoen is, waut er zei weinig te halen
zijn te Konatantinopei. Zelfs Gladstone immers heeft
de houding der kleine Balkanstaten afgekeurd.'t Is
te hopen, dat de Bulkan-heeren de opgedane erva
ring ter harte zullen nemen en op een anderen
tijd zich bedaarder honden dat past ook voor bon
beur». Men wil welen, dat Bismarck 't heeft doorge
dreven, dat er zoo conservatief mogelijk zon worden
te werk gegaan en aau de woelwaters op het Bal-
kanschiereiiand niets toegegeven, behalve betgeen nu
toch eenmaal geschied was, de betrekkelijke vereeni-
ging van de Bulgarije 'a. ï1
De spanning tusschen het ministerS^Aitrup en het
Folkething in Denemarken neemt steedsTffh. Er hebben
reeds ernstige volksmanifestaties tegen de regeering
plaats gehad, zoodat reeds gesproken wordt van tua-
schenkomst der soldaten. In allen geralle heeft de
regeering besloten rol te houden en elk verzet met
geweld te onderdrukken.
GEVONDEN en aau bet bureau vau politie
gedeponeerd: een Sleutel, een donker Jasje, een
onderstuk san een gouden Oorbel met een pareltje,
een blanw Schort, ook kunnen inliohtingen gegeven
worden aan het burau van politie omtrent een konijn
groot aoort grija eu wit van kleur dat alhier ia
opgenomen.
LIJST van BRIEVEN geadresseerd aan onbekenden
door tnsschenkomst van het Postkantoor terug te
bekomen.
H. v. d. Linden, Amsterdammej. L. van Eik,
's Graveuhage Adriaan Boer, Linschoten J. Heelaar,
Rotterdam j J. v. d. Valk, Rotterdam Johanna v'.
d. Noot, ScheveningenJ. van Rijke, Veende
Boer, Zwolle.
Van het hulpkantoor WADDINGSVEEN
Janmaat, Gouwersiuis.
ZEVENHUIZEN
P. Ronyns, Rot'erdam.
Verzonden geweest naar AMERIKA
J. Broer, Ntw-York.
De Directeur van bet Postkantoor,
SIMONS.
De BURGEMEESTER van Gouda, brengt ter al
gemeene kennis, dat aanstaanden ZONDAG den 25
October 1885, des middags 12 uur, op bet Raadhuis
niet alleen voor minvermögendett maar voor ieder die
zich daartoe aanmeldt, gelegenheid zal bestaan om,
ziöh geheel kosteloos rechtstreeks van het kalf te doen
inenteu of herinenten.
Gouda, den 21 October 1885.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van Gouda,
Gezien het besluit van den Heer Commissaris des
Konings in deze Provincie, van den lln September
1885 A. No. 810, 3e afd. Provblad No. 58)
betreffende de verplichting tot het doen van suppletoire
aangiften voor de BELASTING op het PERSONEEL
over het dienstjaar 1885/86.
Brengen ter algemeene kennis, dat, volgens de
artt. 27 en 42 der. wet op de Personeele Belasting,
van den 29n Maart 1S33 Staatsblad No. 4), zooals
die zijn gewyzigd en aangevuld bg de artt. 7 en
14 der wet van den 9n April 1869 Staatsblad
No. 59) tot het doen van suppletoire aangifte ver*