- Buitenlandse!) Overzicht. KOEPOKINENTING. AFKONDIGING. POLITIE. ZPOSTEiRLJ-HlIsr. te ontvangen, omdat sij ilecht was, bedorven aan kwam en in slecht, geen pekelhoudend fust verion- den werd» Voor de eer der visscherg kwam een ineender in de Vlaardingscke Courant van 19 Aug. 11. hier tegen op. „Zulke berichten waren afkomstig van slecht onderrichten en onkundigen0, beweerde de inzender. Ook waren het „valsche berichten dat de HoUandsche haring in slecht fust in Amerika geweigerd is'. De „ongemeen heeten zomer van bet vorige jaar had het slechts gedaan, dat waar van zeer gering gehalte in tonnen of kleine vaatjes verpakt, afgewezen en ten deele weggeworpen moest worden', merkte ook nog de inzender, teu slotte aan. Nu behelsde dezer dagen het Nieuw Advertentieblad een schrijven uit Londen over de Hollandscbe boter, waaruit blijkt, dat het er nog niet beter op geworden was. Bjj vernieuwing werd daarin de aandacht gevestigd op de knoeiergen, die in spijt van de herhaalde waarschuwingen in den boterhandel worden aange troffen. Door voorbeelden werd aaugetoood hoe de binnen wanden der vaten met eene laag vet besmeerd worden. „In Holland laat men de knoeiers onge moeid', dus heette het iu (lat schrijven, „en ziet bet lijdelgk aan, dat een der beste bronnen vnu welvaart, door geméene praktijken verloopt". En de N. R. Ct. ontving van Geb. Roseustein uit New-York eeu schrgven over de Hollandscbe haring 1 Daarin wordt gewag gemaakt van onbevre digende resultaten, sleohte quaüteit van pekel, die weggeloopen is uit slecht gekuipt vaatwerk secunda haring, die absoluut oubruikbaar werd eu in deu loop van den zomer weggeworpen of als roest moest verkocht worden. „Dat de goede roep der HoUandsche haring hier te lande geheel verloren gaat, indien het vertrouwen der koopers noch verder misbruikt wordt, valt niet te ontkennen", schrgven o. a. Geb. Rosenstein. Man en paard zgu genoemd. Nu zou de Vlaarding- sche Courant tegen zulke aantijgingen vau onkundigen, slechte berichten en valsche onderrichten, meer dan ooit reden kunnen vinden zich het harnas aan te gorden. Bij de beschuldiging toch dat HoUandsche haring in de Yereenigde Staten als mest verkocht wordt, zou het reeds onduldbaar zijn het zwijgen te bewaren. De thee-uitvoer uit China sedert bet begin van bet seizoen tot heden is als volgt geweestuit Hankow eu Shanghhi' 66 millioen pond legen 63 mill. p. in 't zelfde tijdvak van 't vorige jaar uit Fooehow 37 mill. p. tegen 49 mill, p., en uit Kanton 13 mill. p. tegen 19 mill. p. Te samen 136 mill. p. tegen 117 mill. p. in 't vorige jaar. Het hoofdbestuur der Ned. Maatschappij t/b. der Geueeskunde, uitvoering gevende aan het besluit der alg. vergadering, heeft aan een commissie opgedragen, de rai.ldelen aan te wgzen ter verbetering van de visitatie van apotheken. Ofschoon erkeuende, dat zeer veel nut is gesticht door de tot heden gevolgde methode, wenscht die commissie, blijkeus haar nu verschenen rapport, echter daarin de volgende wijzigingen De visitatiën des zomers te doen, en de gunstig bekende apotheken niet jaarlgks te onderzoeken. Nauwkeurig te omschrgven, welke eischen bij de visitatie zullen gesteld worden. Geeu speciale inspecteurs met die visitatie te be- lasteu de afstompende eentonigheid dezer werkzaam heid en de meerdere uitgaven, daardoor veroorzaakt, maken dit niet wenschelgk. Veeleer verdient aau- beveling, deskundige leden van den Geneeskundigen Ra^d te benoemen en aan den inspecteur over te lateu, welke apotheken gevisiteerd zullen worden. Ook moet het reistarief op zoodanige w ijze herzien worden, dat van de vrijwillig onbezoldigde visiteurs niet langer financieele offers geëischt worden aan beveling verdieut, hun de gedane uitgaven te vergoeden. Stellig noodig z|jn verder een vebod en een strenge strafbepaling tegen het houden van twee apotheken in hetzelfde huis. Thans toch hondeu sommige ge neeskundigen er twee apotheken op na een parade apotheek en een apotheek waaruit de geneesmiddelen bereid worden b|j de komst der commissie wordt dan alleen de eerste ter visitatie aangeboden. Daarom is een voorschrift noodiglo. dot alle in de apotheek aanwezige middelen schouwbaar en deugdelijk moeten zijn, en 2o. dat de vergiftkasten niets anders mogen bevatten dan de geueesmiddelen, daarin behoorende. Nog wordt noodig geacht herziening van de l|jst der geneesmiddelen, die een geneeskundige, wien het leveren van geneesmiddelen is toegestaan, voor handen moet hebben, en moet bg maatregel van inwendig bestuur vastgesteld worden, dat in de apotheek van een apotheker de ooodige pharraaceuti- scbe toestellen, werktuigen en reagentia niet mogen ontbreken. De commissie acht dus ten slotte wenschelijk her- herziog van art. 22 der wet van 1 Juni 1865 (Sibl. No. 58), art. 9 der wet van 1 Juni 1865 {Stbl. No. 60), artt. 4, 7 en 21 der wet van 1 Juni 1866 {Stbl. No. 61). Bij de visitatie tal slechte dan de visiteerende commissie den toestand der apotheek goed mogen noemen in geval blijkt de deugdzaamheid der voor handen geueesmiddelende aanwezigheid van een genoegzame hoeveelheid der geneesmiddelen die voorhanden zijnde bewaring der geneesmiddelen in daartoe geschikte voorwerpen de opschriften volgens art. 6 der wetde afsluiting en aanwijzing der ver giften de aanwezigheid van een register der afgeleverde recepten, en de orde en netheid in de apotheek. Er is weder een „Staatkundige brief" verschenen van mr. S. van Houten, die aanvangt met de verzekering, dat „het koele Nederlandsche volk warm begint te worden en teekenen van ongeduld gaat geven. De gloed der nieuwe wgsgeerige en eoonomische denkbeelden verwekt een spanning, die voortgang brengen moet in de Nederlandsche staats machine, of haar zal doen barsten. Naar allen sohiju'zal er voortgang ontstaan." Schr. wgst op de verschijnselen, die z. i. aanduideu, dat bij dt overgroote meerderheid ook in de politieke kringen, de noodzakelijkheid van verruimiug der kiesbevoegd heid vast staat, dat eene uitbreiding van bet kies recht, die slechts de lagere bourgeoisie zou bereiken daardoor verijdeld is, dat uitbreiding van bet kies recht tot den werkman „met eenig geduld eu be leid weldra bereikt zal worden." De schr. somt de bewijzen voor die stelling op. Daarbij veroor deelt h|j het „commissoriaal unie project," en ge waagt er met instemming van dat het nu reeds alleen geschikt is verklaard voor een „avant project van een toekomstige conservatieve Uuie". Het ge voeligst werd het commissoriaal plan in de kamer zitting vau 29 September getroffen. Geen minder dan de heer Gleichman maakte zioht kort en bondig los van de stuurlieden aan den wal, die de liberale partg naar zulk een hoogeu huurwaarde census wilden doen koers zetten. Hg verklaarde zich toen voor de toekenning van het kiesrecht aan den iu zijn stand gezeten werkman. Deze uiting is eeue kloeke daad tegenover de adviseurs der liberale Uuie. Eu zij is zuLks niet minder met het oog op de geschiedenis (Ier liberale partij in de laatste jaren. In een vorigen brief heb ik, zegt de Schr., de liberale partg voorgesteld als eeu aantal per sonen, die aan eene l|jp trekken. In 1879 was de destijds bestaaude breuk tusschen mr. Knppe|jne en mij hersteld, roaar bij den toen door mr. Kappegne gedaneu ruk was de lijn tusschen zijue vrienden eenerzijds eu mr. Gleichman c. s. ander zijds gebroken. Door de aangehaalde woorden knoopte de heer Gleichman de gebroken einden weder aaneen. Kort na dezen aan bet woord ko mende, wees ik op de hooge beteekeuis zijner woorden voor de positie der liberale partij, en haalde ik tevens den knoop vaster aan, door op de zake lijke overeenstemming tusschen de gebezigde formule „in zijnen stand gezeten werkman" met die van mr. Tak, die het kiesrecht eischte voor allen die iu hun eigen onderhoud en dat der hunnen voor zien te wijzen. Ik onderzocht tevens, of door den ruk, dien mr. Gleichman aan de lijn moest doen, om weder bij zijn voorman te kuuneu aanknoopen wellicht achter hem gevaar voor breken was. Geeu lid der liberale partij verwierp echter het door mr Gleichman geuite deukbeeld. De l|jn doorstond de proefzoo goed zelfs, dat ook de zinkende minis ter Heemskerk het geraden vond zijne hand er naar uil te strekken, door te zeggen, dat ook de regee- ring nagenoeg hetzelfde denkbeeld koesterde als de heer Gleichman, en op dit punt wijziging van zijn voorstel aan te kondigen. Eu de aldus mee gesleepte Heemskerk zal op z|jne beurt de kroon wel medesleepen." De laatste uitdrukking leidt den Schr. tot de behandeling der toestemmend door hem beantwoorde vraag, of het koningschap niet eigenlijk vooraan moest gaan in de tegenwoordige beweging." In de tegenwoordige staatkundige crisis is niets, dat met het wezen of beginsel onzer monarchie strgdt. Integendeel. Onder Willem I wa9 de monarchie vereeuigd met de aristocratie sedert 1848 toonde zij zich vereenigbaAr met de plutocratie maar mij dunkt eerst in een democratisch koningsehap is de grondgedachte ver wezenlijkt der grondleggers onzer dynastie." Erkennende dat de formule „kiesrecht voor deu gezeten werkmau", slechts eene theoretische foxraule is, zoodat aan het theoretisch beginsel nog practisch uitvoering gegeven moet worden, verdedigt h|j het door hem in zijn ontwerp van grondwetsherziening voorgestane denkbeeld om het gekweten aanslagbiljet in het personeel voorloopig tot titel te maken voor inschrijving op de kieterslgsleu. „Approximatief, zegt hij, zal het kenmerk van deu gezeten werk man zijn, dat hij aangeslagen is in de ter zake van deu uiterlijken staat geheven algemeene directe belasting (het personeel). Nu is echter de grenslijn onzer perioneele belasting verouderd. De tiendui zenden oninvorderbare posten bewijzen, dat z|j afdaalt tot eene volksklasse, waarin of eene mate van onmacht of eene mate van onwil hetrscht, die met het begrip vau gezeten werkmau onbe staanbaar is. Een gezeten burger (werkman of niet) laat z|jn naam niet brengen op deu staat van oninvorderbare posten. Wie zich zelf aldus voor eeB fiscalen non-valtur laat verklaren, kan zich niet beklagen, als de staat hem ook tot een electoralen non-valeur maakt." Er ontstaat hierbg echter eene andere moeielgk- heid. „Het verzuim, om t|jdig bet goede reobt van den gezeten werkman te erkennen, heeft, zegt de Schr., eene verbroedering te weeg gebraeht tussohen de gezeten werklieden en de leiders van het prole tariaat. De rechtmatige aanspraak van den werkman op waarborgen, dat de wetgever zijne rechten ea belangen niet bg die van grondeigenaar en patroon acbteratelle, wordt tegenwoordig vereenigd en ver ward met de wenschen der hongerigen naar brood en der werkeloozen naar arbeid. De leiders (of ver leiders) van de laatsten spiegelen hun voor, dat, als zij kiesrecht hebben, eu daardoor hunne dienaren bij de kassen van staat eu gemeente kunuen plaatsen, werk en brood hun hieruit zullen toestrooraen, en dat het sldus uit de openbare kasseu uitstroomende gemakkelgk zal kunuen wordeu aangevuld door be lasting van erfenissen eu inkomsten. Het c|jfer van 75 pCt. ia reeds genoemd. Wrie lust zou hebben onder zulk een regime een inkomen te verwerven of ecu vermogen te besparen, leeren onze socialisten niet. Wauhopende om ooit het volk in zijne alge meenheid te overtuigen, dat zulke paardemiddelen de maatschappelijke kwalen zullen genezen, en dat het slachten der hen, die de gouden eieren legt, duur zame verbetering kan annbreogen, ontzien z|j zich nitt zich te wendeu tot dezulken, die voor eeu kor ten vreugderoes hun leven in de waagschaal zouden willen stellen. Voor zalk een gehoor wordt drog reden op drogreden gestapeld, om den natuurlijken afkeer van bloedstorting en van een beroep op de ruwe kracht te overwinnen. Omdat helaas sommige oorkonden van den vooruitgang der menschbeid met bloed geschreven zgu, verkondigen de leiders der sociaal-democratie, dat zonder bloedige tooueelen geeu vooruitgang mogelijk is; sommigen hunner hoorende, zou men bijna meenen, dat er slechts bloed behoeft gestort te worden, om de maatschappij vo?r- uit te brengen." „Bij de September-dcraoiistratiën liepen beide stroomingen der volksbeweging samen. Men zal, bij den nu gevorderden spoed, de nu verbroederdeu, althaus tijdelijk vereenigden, weder moeten trachten te scheiden. „Hiervoor is slechts noodig de vraagstukken zuiver te stellen. Want iuderdaad is er geen sterker antagonisme denkbaar, dan tusschen de idealen van de werklieden en die der leiders van het proletariaat. De eersten strijden tegen de „uitbuiters." Wat is een uitbuiter? Immers iemand, die uit het door den gemeenschappelijke!» arbeid voortgebrachte op de eeu of andere wijze meer wéét ie bemachtigen, dau in overeenstemming is met de dieusten, die b|j heeft gepraesteerd. Is dit begrip niet ten volle toepasselijk op den proletariër, die zonder arbeid of zonder evenredigen arbeid geld uit de staatskas ueerat? Moeten degeuen, die de rechteo van den arbeid verdedigen, niet evenzeer de have- looze als de aanzienlijke uitbuiters bestrijden? Eu zijn niet de havelooze door hun getal en door de snelheid waarmede z|j zich kunnen vermenigvuldigen als elke beweegreden tot voorzorg vervalt, voor de rechten van deu arbeid eu de welvaart der maat schappij nog gevaarlijker dar» enkele groote? De liberale staatkunde richt zioh volgens bare beste traditien tegen alle parasieten, groot en klein, ge galonneerd of haveloos. Zij wil geene parasieten als beheerders van de kas der gemeenschap. Wie z|joe positie „bij bet laadje" - gelijk een soci alistisch spreker ziob uitdrukte wil gebruiken om uit dat laadje groote of kleine sommen in eigen zak te doen overgaan, moet er van geweerd worden. De bedeelde behoort niet bij de kas, en behoort geen invloed te hebben op de bepaling van het bedrag, waarmede hij bedeeld wordt De nuchtere waarneming der feiten leert ons als de bolwerken der beschaving beschouwen, vooreerst de schaamte van een werkman om de hand uit tè strekken voor eene gift, en ten andere de sohaamte van eene vrouw om zich over te geven aan een man, als deze niet met haar bereid en in staAt is, voor de opvoeding van te wachten kinderen te zorgen. In het omverhalen dezer bolwerken doof drogredenen ligt de dwaling der sociaal-democratische leiders en het nadeel hetwelk zij aan de maatschappij berokkenen. Hunne leer moet de individuen ver slappen. De organisatien, die in hunne phanlasie uitgebroed worden, lijden alle aan het gebrek, dat de iu *8 roeiïBcbeu natuur gegronde prikkels tot arbeid en voorzorg daarbij hnnne kracht verliezen, „Ik geloof dan ook geenszins, dat de zelfstan dige werkman, die in zijn eigen onderhond en dat der zijnen voorziet, zich op eene lijn wil stellen met den bedeelde. Ik geloof zelfs, dat de leden der sociaal-democratische vereenigingea, die de drogre den aaubooren, dat de bedeelde eigenlijk een scbuld- eischer is die zijne vordering incasseert, zelve deze positie met alle macht vermgden. Waar het de vraag geldt, wie het beheer der kas zal hebben, moet het verschil van positie tegenover die kas van beslissen- den invloed zijn. „Het stemrecht der werklieden, die in hun eigen ouderhond en dat der hnonen voorzien en hunne plichten tegenover den Staat vervullen, als eisch des rechts erkennende, zal men toch bet proletariaat, eveneens krachtens de eischen des rechts, „van het laadje" moeten blnven weren." Na nog gewezefT te hebben op den strijd, die ook onder liberalen over de uitbreiding van kiesrecht nog zou kunnen ontstaan en de wenschelijkheid van strijd over een groot begiusel tot staling der kracht, eindigt Schr. aldus „De woordvoerders der werklieden zullen nit den loop der Septeraber-beweging ook deze les wel beb- beu getrokken, dat in hun eigen kring nog een ruim arbeidsveld is, en dat de stembiljetten hunner minder ouafhaukelijke en minder ontwikkelde siandgenooten, althans aanvankelijk, aan hunne economische idealen nog wel eeu» sterkere beletselen in den weg kunnen leggen, dan alle tegenwoordige staatsmachten te zamen. Eu ook uit dit oogpuut zou ik hun ontraden partij te kiezen voor het stemrecht van proletariërs, die één vogel in de haud verkiezende boven een zwerm iu de lucht al vast zouden kuuneu begin nen vau bun stemrecht partij te trekken, door het voor geld veil te hebben, en op die wyze een nieuw voetstuk zouden kunnen worden voor de overmacht van het geld." Volgeus Ontvangen berichten uit Zuid-Afrika, is in Bechuanalaud goud en zilver ontdekt. Over ge noemd land en wat men er, nu door Sir Charles Warren de orde i» hersteld, mede zal aanvangen, verscbijneu uitvoerigè artikelen iu Standarden Times. In eerstgenoemd blad zegt eeu ex-lid van den staf van de jongste expeditie „dat elk ambtenaar van hei Ministerie vau Koloniën, hetzij conservatief of liberaal, en elk lid van he; kaapsche Parlemeut, onverschillig zgne staatkuudige gevoelens, zonder reserve het door Sir Warren ingediende voorstel tot kolonisatie van het land veroordeelt." Deze chauvinistische aller chauvinistische Engelschen stelt niets minder voor dan eene kolonisatie uitsluitend van Engelschen ai Ëugelsche kolonisten, die later huttne eigendommen niet anders kunnen overdragen dan aau afstammelingen van Engelsche ouders. „Kan iets", dus vraagt de schrgver, de Heer Ralph Ch. Williams, „meer tegen alle raogelgke ver lichte ideëu onzer dagen gekant zijn dan dit voorstel? Wat gaan wij een menigte ras-moeilijkheden zaaien Wat tullen wij een massa rassenhaat oogsten l. In deze unieke kolonie zal geeu drop sterke drank mogen worden ingevoerd Dit is voorgesteld, op dat Engelsche ouders hunne deugnieten vau zonen daarheen kunnen zenden, waar zij door pnrlementsakten tot nuttige kolonisten moeten opgroeien, met strikte afschaffersgewoonten eu hevige anti-Hollaudsche neigingen; alzyo een nieuw bolwerk vormende voor ons Rijk in Zuid-Afrika. Uit dat deugdzame grond gebied moeten alle elementen verbannen worden, die bezoedeld werdeu door iubrengiug vau het gehate Hollandscbe bloed, en het is besterad om voor 'de wereld te schitteren als een voorbeeld van de weder geborene macht van het Anglo-Saksiscbe ras „Een nieuw Jerusalem, met den Eerwaarden John Mackenzie als Hooge Priester De schrijver gaat op die wijze voort, om aan te tooueu welk een gevaarlijk voorstel voor de rust van geheel Zuid-Afrika dat van Sir Warren is, en bepleit de zaak der trouwe HoUandsche kolonisten. „Want loyale Hollanders zijn er bij duizenden, ihdien wij hen slechts loyaal laten, en hen niet Van ons vervreemden." Het artikel eiadigt als volgt: „Vdor alles: breidt het Rijk uit en houdt Britsche belangen vast. Maar laat ons vermgden de grootste van alle vloeken rassenhaat uit te breiden. Laat ons boven alles iu onze staatkunde practisch zijn. Een zendeling is *alle eer waard in zijn eigen beroep, maar als een staatkundige maakt hij altijd fiasco. De scheppiug van eene kolonie op de voor gestelde wijze kan alleen opkomen in het brein van den uitstekenden zendeling-politicus Mackenzie, aan wien wij zoovele onzer jongste raoeilykhedeu te wijten hebben." Het artikel in the Times is van den heer Charles Terry, geschreven uit het hoofdkwartier van Generaal Warren. De denkbeelden van den Heer Terry zijn lijnrecht in strijd met die van den Heer Williams. Eerstgenoemde wenscht uitsluitend Engelsche kolouisten in Beohnannlaud. want, zegt bij, bet groote verschil tusschen de Engelschen en de Holiauders ligt in hunne behandeling van de iuboor- lingen. De Engelschen erkennen gelijke landrechten voor de inboorlingen en zouden eene wet goedkeuren, gelyk van toepassing op blanken en zwarten de Hollanders niet. De Pall Mall Gazettede beide artikelen bespre kende, zegt dat er veel waars iu beide is, doch dat in bet belang van den vrede in Znid-Afrika de denkbeelden van den Heer Williams de voor keur verdienen. „Het ideaal", zegt de Pall Mall, „moet niet zijn om te streven naar een uitsluitend overwegend Engelsch Zuid-Afrika, maar het moe; ziju het ideaal vao een land, waarin de Engelschen, de Hollanders en de inboorlingen nevens elkander in vrede kunnen leven, onder de onpartijdige be scherming van de Engelsche kroon. Het denkbeeld om de Hollanders nit Zuid-Afrika te verdrijven is onpractisch, en elke poging om het ten uitvoer te brengen zou eindigen met de vernietiging van alle kanfe, die practisch is, om de blijmoedige berus ting der HoUandsche bevolking in de Britsche Re- geering te winnen." De Zuid-Afrikaaosche toestand is een der neteligste en meest ingewikkelde vraagstukken, die het Nieuwe Parlement eu de alsdan aan het ro*r zijnde Regeeriug zullen hebben 'op te lossen, eu er zal vedP^leid toe noodig zijn, om het niet tot een uitbarsting te laten komen. Het ontbreekt anders niet aan op hitsers onder de Engelsche bladen. De 8t. Jame's Gazette hoopt „dat bij het benoemen van een nieuwen gouverneur van Natal {Sir Heury Bulwer is tot gou verneur van Cyprus benoemd) zal worden uitgezien naar een man, die de Zulu-quaeatie weet te behandelen, dat is, zegt het blad, de quaestie of de Zulus geheel door de Boereu-vrijbuiters moeten worden „opgegeten* of niet. „De rechten in de zaak", zegt de St. James's Gazette en daarbij schynt zij den Heer Esselen totaal te negeereu „2|jn duidelijk, eu de oplossing is gemakkelijk. Een politie-officier en een paar compagniën Britsche troepen zouden spoedig de republikeinen van Zululand Uit deu weg ruimen, indien die ondernemende personen eenigen tegenstand boden, hetgeen onwaarschijnlijk is. Anders zullen w|j waarschijnlijk een Sir Charles Warren en een klein leger uoodig hebben, om later met hen af te rekenen. Het is t®. hopen, dat het niet zoover komt, want zoo^ls de Heer Hofmeyer zich onlangs uitliet, in het geval van eene ernstige botsing tusschen Engeland eu de Hollanders, zij het in Bechnaualaud, Transvaal of Zululand, is het niet onmogelijk, dat de geheele AfrikaHnsche partij zich onder eeue banier schaart. De onderlinge geschillen en,verschillende opvattingen zouden dan ter zijde worden gesteld en men zou misschien dan gaan strijden voor „Zuid-Afrika voor de Atrikaanders." De nienwe Fransche Kamer zal bestaan uit om streek» 200 monarcbaleu eu 384, republikeinen. Van deze iaatsteu kwamen 105 bij de eersre stem ming op de radicale caudidafen-lijsten voor. Hierbij dient men echter iq het oog te houden dat er ook nog radicalen Terscbenen waren op lijsten, die hel uitvloeisel waren vau samenwerking tusschen de versehiltende groepen der linkerzijde. Hun aantal ia dus grooter dau 105. Men mag intusschen aannemen dat er onder ben rerscheideue zulleo zijn, die met het oog op de stembus hun programma wat sterk gekleurd hebben, eu thans met bet oog op bet gevaar, dat van monarchalen zijde kan dreigen, verstandig ge noeg zullen zijn om eene duurzame regeering mo gelijk te maken. De republikeinsche bladen in Frankrijk kunnen natuurlijk tevredeii zijn met den uitslag der herstem mingen, waarbij de ropublikeiuen een volledige over winning hebben behaald. Maar tocb zegt o. a. de XIX Siècle moeten we erkennen, dat de oandidaten der tegenpartij bijna evenveel stemmen kregen in menige plaats, waar de republikeinen aan een onbetwiste en volledige over winning gewoon waren. Wij zijn ernstig gewaar schuwd. Het land beeft voor bet eerst in tien jaren geaarzeld. Het volk wanhoopt niet aan de republiek, die de meest gewensehve regeeringsvorm blijft, maai het wanhoopt aan de republikeinen en aau de eenheid oude! hen. Er is dus een krachtige poging noodig om de eenheid te herstellen en te behouden". De Temps rekent nit dat, van de 382 republi keinen, die op 4 en 18 Ooiober werden gekozen. 105 ook op de losten der radioalen voorkwamen. Het blad meent eohter dat dit geen bezwaar is tot het vormen van een regeeringsmeerderheid, daar alleen de onvoorwaardelijke intrausigenten daartoe niet zullen medewerken. Evenzoo oordeelt de De'bats, maar toch acht het blad de 200 stemmen, waarover de monarchisten in* de Kamer zullen beschikken, voldoende om elk geregeld bewind te verhinderen, wanneer de repn blikeinen niet de meest volmaakte tïoht weten te handhaven. Men is het er nog niet over eens, wanneer de volksvertegenwoordigers te Berlijn zulten bijeenkomen. Gisteren werd uit Berlijn gemeld, dat de Rijksdag in de eerste week van November a. s. en de Prui sische Landdag eerst in Januari van het volgende jaar zal worden bijeengeroepen. Iu den Bruntwljksohen Landdag is de behandeling der regentskeuze voortgezet. De ataats-rechteriijke oommissie heeft verslag uitgebracht over het voorstel van den regentsohapsraad om prins Albert van Pruisen te kiezen, waarop de prins onmiddeiijk met algemeene stemmen tot regent werd gekozen. De vredelievende berichten van het Balkansohier- eiland worden bevestigd en als in koor wordt door de Furopeesche staatslieden bet refrein aangeheven, dat de kleine Staten den vrede van de groote niet mogen verstoren. Bulgarije schikt ziob het meest gedwee, overtuigd, dat het van de welwillendheid der Mogendheden nog hel meest beeft te wachten. Servië houdt een alag om den arm, maar de groote staatslieden zien zoo knorrig, dat die slag alleen voor het fatsoen is, waut er zei weinig te halen zijn te Konatantinopei. Zelfs Gladstone immers heeft de houding der kleine Balkanstaten afgekeurd.'t Is te hopen, dat de Bulkan-heeren de opgedane erva ring ter harte zullen nemen en op een anderen tijd zich bedaarder honden dat past ook voor bon beur». Men wil welen, dat Bismarck 't heeft doorge dreven, dat er zoo conservatief mogelijk zon worden te werk gegaan en aau de woelwaters op het Bal- kanschiereiiand niets toegegeven, behalve betgeen nu toch eenmaal geschied was, de betrekkelijke vereeni- ging van de Bulgarije 'a. ï1 De spanning tusschen het ministerS^Aitrup en het Folkething in Denemarken neemt steedsTffh. Er hebben reeds ernstige volksmanifestaties tegen de regeering plaats gehad, zoodat reeds gesproken wordt van tua- schenkomst der soldaten. In allen geralle heeft de regeering besloten rol te houden en elk verzet met geweld te onderdrukken. GEVONDEN en aau bet bureau vau politie gedeponeerd: een Sleutel, een donker Jasje, een onderstuk san een gouden Oorbel met een pareltje, een blanw Schort, ook kunnen inliohtingen gegeven worden aan het burau van politie omtrent een konijn groot aoort grija eu wit van kleur dat alhier ia opgenomen. LIJST van BRIEVEN geadresseerd aan onbekenden door tnsschenkomst van het Postkantoor terug te bekomen. H. v. d. Linden, Amsterdammej. L. van Eik, 's Graveuhage Adriaan Boer, Linschoten J. Heelaar, Rotterdam j J. v. d. Valk, Rotterdam Johanna v'. d. Noot, ScheveningenJ. van Rijke, Veende Boer, Zwolle. Van het hulpkantoor WADDINGSVEEN Janmaat, Gouwersiuis. ZEVENHUIZEN P. Ronyns, Rot'erdam. Verzonden geweest naar AMERIKA J. Broer, Ntw-York. De Directeur van bet Postkantoor, SIMONS. De BURGEMEESTER van Gouda, brengt ter al gemeene kennis, dat aanstaanden ZONDAG den 25 October 1885, des middags 12 uur, op bet Raadhuis niet alleen voor minvermögendett maar voor ieder die zich daartoe aanmeldt, gelegenheid zal bestaan om, ziöh geheel kosteloos rechtstreeks van het kalf te doen inenteu of herinenten. Gouda, den 21 October 1885. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van Gouda, Gezien het besluit van den Heer Commissaris des Konings in deze Provincie, van den lln September 1885 A. No. 810, 3e afd. Provblad No. 58) betreffende de verplichting tot het doen van suppletoire aangiften voor de BELASTING op het PERSONEEL over het dienstjaar 1885/86. Brengen ter algemeene kennis, dat, volgens de artt. 27 en 42 der. wet op de Personeele Belasting, van den 29n Maart 1S33 Staatsblad No. 4), zooals die zijn gewyzigd en aangevuld bg de artt. 7 en 14 der wet van den 9n April 1869 Staatsblad No. 59) tot het doen van suppletoire aangifte ver*

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 2