MD I lIIK i BINNENLAND. TWEE ADVIEZEN. ISS-5. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ihuizen, 'ERLAND- IAPPIJ op lukken, ge- gemeenten drecht aatschappjj ping N° 3310. Vrijdag 6 November. m 1 4i MAKERIJ, DH. Souda, aldaar - - - - F I V.s'D.lG aan- g van ruim lere inlich en Notaris swik- nog sen 1.20 sen 1.— 1.20 1.10 1.30 2— hooger. en hooger. ste netheid 385,voorm. ran GOUDSGHE courant 'a een goed schikt voor i0 tot 600 ;en franco :er Courant. e Gonda. rebehooren, BEIDERS- 10 UW- en K. alles ge- srompte en met UEd. GOUDA, 5 November 1885. De heer J. H. ven der Voort, leenar aan de rijks hoogere burgerschool alhier is benoemd tot Lid der Commissie, in 1885 belast met het afoemen in de Engelsehe taal voor de in November en De cember detes jaars te houden examens voor het middelbaar onderwys. In de rilling van Dinsdag der Botlerdamsohe Arr. Rechtbank werd veroordeeld J. B. pijpenmaker te Gouda, bekl. van den agent van politie v. Baaien op 16 Sept, geslagen te hebben, tot 15 dagen gev. eens. Vervolgens stond terecht J. L., huisvr. vsn J. v. W., wasohrrouw te Gonda, bekl. van verschillende goederen welke haar door haren meester Sehrsve, bleeker te Gouds, varen toevertrouwd, te hebben ontvreemd. Eisch i maan den ger. eens. Orer 8 dagen uitspraak. Aan de odd-stndenten der Utrechtsohe hoogeschool is eene circulaire getonden, onderteekend door een groot aantal personen, over het geheels land verspreid, die aan genoemde hoogeschool hunne Academische opleiding genoten. Daarin wordt voorgeatald door de aanbieding van een huldeblijk van bljjvenden aard, bij gelegenheid van bet 250jarig bestaan, uiting te geven aan de gevoelens, die lij steeds voor de hoogeschool hebben gekoesterd. Men wil de feestgave sooveel mogelyk een algemeen karakter doen dragen. Op grond dat er in 's lands kas somtyds een aantal millioenen ongebruikt en renteloos liggen, heeft de Minister van financiën aan de Tweede Kamer voorge steld die sommen productief Ie maken, door het ter leen verstrekken van gelden, tegen sakelijke zekerheid, uitgezonderd koopmanswaren en roerende goederen alsook verhandelbare fondsen. Tot 1 April 1889 verwacht de regeering van dat middel eene ver sterking van inkomsten met enkele tonnen gouds. Men schrijft uit Schoonhoven Algemeene belangstelling heeft den dag van het vijftigjarig jubilé van den heer S. E. van Nooten alhier, als boekhandelaar en uitgever, tot een waar feest gemaakt. i Het bestuur der liberale Unie heeft behalve «het reeds door ons besproken stuk omtrent de kieshervorming, ook twee andere adviezen ffaati de overweging der afdeelingen onderworpen, namelijk omtrent de onderwijsquaestie en de ^belastingherziening. Wellicht is daardoor wel Jlwat veel werk op eens gegeven aan dé leden, Memeer daar reeds tegen het begin dezer maand llliun meening omtrent déze verschillende adviezen gevraagd is. Intusschen geldt het hier slechts eene voorloopige gedachtewisseling, want ge- ruime tijd zal er nog wel verloopen, eer men omtrent deze hoofdpunten tot eene vaste deeniug gekomen is, die de geheele partij tot eiddraad kan verstrekken. Op vele plaatsen S de behandeling dezer qnaestiën reeds afge- oopen, doch ons is nog niet gebleken, dat zij rier ter stede een onderwerp van overweging tebben uitgemaakt, zoodat net misschien niet ■ongepast is ook de beide andere genoemde stukken even te bespreken. Omtrent de belastingherziening zal wel in den boezem der liberale partjj het gemakkeljjkst eenstemmigheid verkregen worden, vooral in dien men den practischen weg van het Unie- bestuur volgt en allieen in groote trekken de richting aangeeft, waar de hervorming der financiën te zoeken ia. De conclusie van het advies wordt voorafgegaan door eene historische uiteenzetting van de rol, die de liberalen op dat gebied hebben gespeeld. Van Bosse, Thor- becke en Betz worden in dankbare herinnering gebracht en duideljjk wordt aangetoond, dat steeds eene billijke verdeeling der lasten, steu nende op het inkomen der ingezetenen, het Ontheffing der i en meerder druk op de ge- steeds het wachtwoord. Ten slotte wijze wordt voorzien, onthoudtde overheid zich van het direct verschaffen van onderwijs. De regeering zorgt dat voor onvermogenden gelegenheid besta tot het kosteloos ontvangen van (eenvoudig) lager onderwijs.» Wij laten de beide laatste alinea’s der tegen woordige lezing weg, omdat er géén verandering bedoeld wordt. Zeer uiteenloopend zjjn derhalve de besluiten der Kiesvereenigingen over deze zaak. Het is dau ook uiterst moeil jjk, zelfs voor hen die het meest verzoenend gezind zjjn, om een stap tot den vrede te doen, nu nog zoo weinig bekend is van hetgeen de clericalen eigenlijk wenschen. Wjj voor ons kunnen ons met de denkbeelden van dit advies in zake de onderwijsquaestie <lwel vereenigen, zij zjjn geheel in ove'reenstem- ming met hetgeen wij vroeger schreven. Maar wij begrijpen de aarzeling van velen onzer vrienden, die, hoezeer gezind mede te werken lot tempering van den strjjd, nog te veel liefde koesteren voor ons openbaar onderwijs om door te groote concessiën aan de tegenpartij de belangen daarvan te schaden. Voorshands schijnt het meest gewenscht, zich duideljjk te doen kennen als voorstanders van goed onder- wjjs van overheidswege, dus in den geest van het bestaande, en zich niet nit te laten over de wijzigingen in het belang der tegenpartij aan te brengen, vóórdat van die zijde zelve een voorstel uitgaat, dat duideljjk aangeeft wat men eigenljjk verlangt. Het nieuwe voorstel der regeering, dat nog slechts een paar dagen publiek domein geworden is, zal ons wellicht aanleiding geven om op deze quaestie terug te komen. Vooreerst wordt zjj toch niet van de agenda afgevoerd. doel onzer partij is geweest, mindere standen goeden was t.2 zegt het bestuur het volgende: «Deze geschiedenis is ontmoedigend, in zoover zij toont, dat aan de liberale partjj in haar geheel, hoewel zjj meerderheid was, de zedeljjke kracht heeft ontbroken om de financieele lasten rechtvaardiger te verdeelen naar de draag kracht der belastingschuldigen. Zjj is bemoedigend tegeljjk, want zij bewjjst de veerkracht van het liberaal beginsel, dat, hoe dikwerf ook verstooten, telkens terugkeert. Dat beginsel belasting naar het inkomen als de beste maatstaf der draagkracht kan op verschillende wjjzen worden uitgewerkt: hetzij door ééne belasting op alle inkomsten, zoowel uit kapitaal als uit arbeid^ hetajj door afzonderlijke heffingen op inkomsten uit roe rende goederen, uit onroerende goederen, uit handel en njjverheid, uit beroepen en ambach ten voorts door bij eene algemeene inkomsten belasting de verschillende soorten van inkomsten te belasten naar denzelfden of naar verschil lenden maatstaf; bovendien door, wat de belasting der inkomsten uit roerend vermogen betreft, de heffing te berekenen naar het kapitaal of naar de renten. Doch, hoe ook de uitwerking van het beginsel moge zjjn, daar mede zal ongetwijfeld moeten samengaan zoo veel mogeljjk afschaffing van de nog bestaande accjjnzen op levensbehoeften en van eenige heffingen waardoor handel en njjverheid te zeer worden belemmerd. In ieder geval moet worden doorgetrokken de historische lijn, die de liberale partjj sedert I Ue inrichting 1848 gevolgd heeft en die voor haar de aan- wordt, met eerbi gewezen Ijjn blijftontlasting der minder ge- begrippen der ouders en voogde goeden, die nu, in verhouding tot hunne draag- deren, door de wet geregeld. _r_. kracht, onevenredig veel betalenzwaarder onderwjjzer heeft recht tot uiting zijner belasting van hen die meer kunnen dragen. ningen, dóch moet alles vermjjden wat En daarom ook de inkomstenbelasting in dien zin, dat de grootere inkomsten betrekkeljjk zwaarder worden belast dan de kleinere. Dit moet zoo spoedig mogeljjk geschieden. De liberale partjj late zich niet ontmoedigen door de vroegere mislukking van zoovele pogingen, daar die mislukking nooit het ge volg was van ernstige bestrijding van het beginsel. Zjj hale in wat verzuimd is. Meer derheid of minderheid regeeringspartjj of niet. Om het even. Zjj doe het hare. Haar wacht-, woord zjjbelasting-herziening in den aange geven zin. De Liberale Unie spreke hier het opwekkend woord, een woord dat hen die te beslissen hebben, tot handelen krachtig maant. Zjj kieze geen partjj in de vraag, of de nieuwe belasting zal zjjn eeue algemeene inkomsten belasting dan wel eene partieele. Zij verklare niet of zjj de belasting liever naar de renten, dan naar de hoofdsom van het kapitaal in portefeuille berekend wil zien. Doch zjj spreke zich des te stelliger over het beginsel uit. Haar ernstige en eenstemmige leuze zij hervorming van het satqónstel onzer belas tingen onverwjjld door 'belasting naar de inkomsten, en wel met progressieve percentage; geen verhooging van belastingen zonder die hervorming verhooging alleen dan, maar dan ook stonds, wanneer zij onvermjjdeljjk is.» Het komt ons voor, dat deze wenken ten volle behartigenswaard zjjn en zonder veel debat kunnen worden goedgekeurd. De eenige vraag is, en deze quaestie is in eene enkele vereeniging reeds ontkennend beantwoord, of nrogreeeieve percentage wel billijk is. Ons lacht net in beginsel wel aan, mits met voorzichtig heid en de noodige waarborgen voor onbilljjken druk toegepast, doch indien er bij velen be zwaar tegen mocht bestaan, dan zonden wij in het schrappen dezer voormarde wel kunnen berusten. De onderwjjsquaestie is van veel ingei kelder aard dan de financieele. Het zal veel voeten in de aarde hebben, eer daarom trent eenstemmigheid heerscht onder onze I partjjgenooten. Velen zjjn tegen elke veran dering van art. 194 gekantwellicht dat dit getal wel het grootst zal bljjken te zijn. Intus- scben heeft dit artikel zooveel gebreken en laat het zooveel aan duideljjkheid te wenschen over, dat er haast geen grondwetsherziening denkbaar is, zonder ook deze bepalingen aan de orde komen. Het standpunt van de non- poszurnue-mannen zal wel niet te handhaven zjjn, te meer daar de regeering zelve de nood zakelijkheid van verandering heeft ingezien en haar voorstel inderdaad eene duideljjker lezing bevat. Andere wenschen deze gelegenheid aan te grjjpén om den schoolstrijd te temperen en aan de bezwaren der tegenpartij te gemoet te komen, altjjd met handhaving van het hoofd beginsel onzer onderwijswet. Tot dezen be- hooren wjj, zooals onzen lezers weten, en ook het bestuur der Liberale Unie. Dit laatste heeft geen nieuw artikel geformuleerd, doch uit zjjne uiteenzetting blijkt ten duidelijkste, dat men het bekende «overal» wil laten ver vallen en dns geen scholen wenscht op plaatsen, waar het byzonder onderwys aan alle behoeften voldoet. In een onzer bladen vonden wij in een schema voor art. 194 de wenschen van het bestuur der Unie bijeengebracht. Wjj nemen dit voor het gemak onzer lezers over. Een artikel in den geest van het advies der Unie zou aldus luiden: «Het onderwys is een voorwerp van de aan houdende zorg der regeering. I De inrichting van het openbaar onderwys eerbiediging van de godsdienstige i en voogden van de kin deren, door de wet geregeld. De openbare stalenzwaarder onderwjjzer heeft recht tot uiting zijner mee- t ge loofshaat en verachting van andersdenkenden kan aankweeken. Er wordt in het Rjjk van overheidswege voldoend openbaar lager onderwys gegeven. Daar waar door het bjjzonder onderwys, zonder subsidie van overheidswege, in de behoeften op, naar het oordeel der regeering, voldoende TC

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1885 | | pagina 1