P
N.
taald
zsche
unie.
N° 3340.
Zondag 17 Januari.
1886.
even.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Gouda.
AAS
BINNENLAND.
1
mater.
►ing
JRCQ.
EN
EB,
r M. O.
N bö
IK,
97«
huu keurig
tooneeUoopbaan herdacht. Wa. dit
19163
20916
1672
I
1;
IO®
o
I
(de Zon-
;s van 10
leljjke Se-
I)e atoomtramdieuat Gouda-Bodegraveu ia, wegen»
defect eau 3 locomotiercu, tot uader order genaakt.
Men blijft het hier zeer wenscheljjk
Totaal
1058
614
963
790
5|
JERSvan
i 20* JA-
n 10 ure,
de hierna
JOPEN
JOMEN
staande
Katten-
anig als
i aan?e-
de tweede
NSCH
t. KOK
le Decem-
bij voort-
in de vak-
s-kantoren
reken-,
iche Cou-
:n door den
Gouda.
N Jr.,-P,
m; Mr. D.
IHUIS te
1.20
cien,
Gouda.
omstreeks 9,/« ®r®» heeft de
Ned. Rhijuspoorweg Maat*
Zoodat de Bevolking op 81 Deo. 1885 bedroeg 19244
waaronder 9042 mannen en 10202 vrcuwen.
In het afgeloopen janr zijn 125 Huwelijken vol*
trokken en geene echtscheidingen ingeschreven.
Zij verminderde door vertrek met
en door overlijden met
GOUDSCHE COURANT.
Op de „lezing" maken de artisten kennis met het stuk
en leest ieder zyne rol »oor.
2) De keukenmeid aan wie Molière zijne stukken voorlas.
ring maar ééue meeniug het zou
de hoofdrol vervulde en eene
der utelpersoon zou leveren, had
afloop der
GOUDA. 16 Januari 1886.
Loop der bevolking van de Gemeente Gouda ge
durende het jaar 1885
Zielen.
Op den 1 Januari 1885 telde de bevolking
van Gouda
Zij vermeerderde in het afgeloopen jaar door
vestiging met
en door geboorte met
Bij de op 13 Jan. jl. te Amsterdam door het
Departement van Koloniën gehouden aanbesteding
werd door de Goudsche Machinale Garenspinnerij
alhier het minst ingeschreven voor 7 40 k. spinaalgaren
a 984,20 en voor algemeene behoeften a f 322,75.
Door de directie vau den Nederl. Rijnspoorweg
werd aaubestred het leveren van ijzerwerk en bet
doen van aauhoorig werk voor de versterking van de
Gouwebrug te Gouda.
Minste inschrijvers waren de heeren Deprez en
Co. te Tilburg voor 2020.
Viel het stuk zeer in den smaak, ook het spel
verwierf aller goedkeuring; Willem va., Zuijlen,
de beide Haspels, Faassen ea de dames Oath. Beers -
mans en Marie Vink dwongen door huu keurig
spel aller bewondering af.
Oudewater, Berkenwoude en Lekkerkerk. Van Schoon
hoven, Berg-Ambacht, Ouderkerk a/d IJsel en Krim
pen aan de Lek was tot gisteren nog geen antwoord
ingekomen. ‘1
achten dat allen in deze environs daartoe
werken.
Hoewel door verhindering van onzen tooneel-
verslaggever om de voorstelling van Donderdag j. 1.
bij te wonen, een uitvoerige bespreking daarvan
ditmaal achterwege moet blijven, mag die voor
stelling echter niet geheel onbesproken blijven.
Daarvoor was zij te genotvol.
Gelijk onze lezers weten, werd het nieuwe stuk
van Rosier Faassen gegeven, get. De Remplaqant,
dat uitstekend beviel aan het talrijk publiek. Hei
waren zulke echt Hollandsche toestanden, die ge*
schetst werden, zulke ware persoonlijkheden, die ten
tooneele verschenen alles behalve tooneel-figuren
zulk een flinke dialoog, die gevoerd werd, dnt bet
geheel een zeer guustigen indruk maakte.
Ter benoeming van een gem.-secretaris zijn door B. en
W. van Aarlanderveen uil een 60-tal sollicitanten
aanbevolen de heeren D. Bakker en R. M. Houtaar,
cand.-gem.-ambtenaren, reap, te Krimpen a/d. IJ.
en Nykerk o/d. Veluwe.
De aanbeveling steunt op een vergelijkend examen,
in beperkten kring, waarbij zich, na de aaubevole-
neu, door bekwaamheid achtereenvolgens onderscheiden
hebben de heeren J. W. De Wit van Beverwyk,
K. Wieringa van Purmerend, M. van den Brandeler
van Gouda en A. H. J. Van Wijngaarden van Zeist.
schrappen en de inleiding te bekorten, slaat hij
ouvoorwaardelyk af. /zIk ken ons publiek" zoo
verdedigt hij zich >het is traag van beg’ip-
Het is bovendien bij den aanvang der voorstelling
altoos rumoerig, het wordt in zijn aandacht ge
stoord door telaatkomers. Begrijpt het de expositie
niet, dan loop ik gevaar dat hel geen belang stelt
in hetgeen volgen moet. Laat ik dus sommige
dingen maar tweemaal zeggen en wat lang van
stof zijn iu den beginne."
Ook zijn in bijna elk zijner werken gedeelten
aan te wijzen, die schijnbaar buiten verband met
het geheel staan, en naar de meeniug der acteurs
en van den regisseur wel gemist zouden kunnen
worden. Doch de auteur laat zich niet van zijn
stuk brengen en blijft onwrikbaar in zijn besluit
om niets te schrappen. #Ik heb er mijn reden voor.
Dit tooneeltje moet blijven als tegenstelling met
hetgeen volgt. Ik hield het wat luchtig van toon,
opdat het dramatische tooneel waaraan het vooraf
gaat, des te krachtiger indruk zou maken."
Litterair staan Faassen’s stukken niet hoog
en hij die naar den indruk, die de lectuur zijner
werken maakt, hunne waarde voor het tooneel wil
beoordeeleu, komt steeds bedrogen uit. Ik woonde
de lezing 1) van vier zijner stukken by, en een
gevoel van teleurstelling sloeg telkens ieder om het
hart, die er aan deelnam. Over //Zwarte Griet" -
dat ub. het meeste succes had bestond bij de
anisteu tot op het laatste oogenblik vóór de opvoe
ring maar écne meeniug het zou vallen ais een
baksteen 1 Zij, die
meesterlijke creatie
niet de minste hoop, totdat zij mij na afloop der
laatste repetitie ter tyde nam en toefluisterde//ik
begin toch meer vertrouwen te krijgen." Hoe zoo
vroeg ik. *De tooneel knechts zyn niet tusschen de
coulissen vandaan geweest en hebben het stuk geheel
gevolgd. Ook heb ik gezien, dat ze elkaar by ver
scheidene scènes goedkeurend toeknikten." Nu weet
ieder dat de tooneelkuecht voor ons de moderne
Laforêt 2) is, en als de tooneelkuecht content ie
blijkt het publiek meestal ook content.
Platijn en Co., dat litterair ongetwijfeld het hoogst
staat eu het oorspronkelijkst van vinding is, heeft,
om een tooneellerm te gebruiken, //het minst gedaan".
Van oorspronkelijk" gesproken. Men heeft Faas
sen verweten, het niet altoos even nauw te nemen
met andermans goed, eene beschuldiging trouwens, die
niet een tooneelschrijver van vroeger of later tijd
ontgaan is. Nu zal *t wel waar zyn, dat Anne-Mie
in hoofd trekken op het een of ander Fransch drama
uit de oude school gelijkt, het einde van Zonder Naam
veel overeenkomst heeft met het slot vau Le Batard
van Tonronde, Afnam de Snorder aan Het Jurkje van
Coppée herinnert, en tegclykertyd de dronkemaus-
scèue uit De Orgeldraaier en zyn Pleegkind iu bet
geheugen roept, doch iu hoever hierbij aan opzette
lijke navolging te deuken is, valt niet uit te maken.
Wel weet ik dat Faassen aan Platijn en Co. arbeidende,
mij op een goeden dag verzekerde een zeer oor
spronkelijke ontknooping te hebben gevonden, name
lijk de geboorte van een kind. Natuurlijk was hij
onbekend met hei feit dal Hooft hem in Warenar
hiermede was vóór geweest. Dit diene tot bewijs,
dat er ook in de kunst meer Rel ijk dan eigen is.
Noemde ik zooeven Faassen’s stukken litterair niet
hoog staande, dit wil niet zeggen dat zij geen artistieke
waarde bezitten. Op sommige eigenaardigheden van
onze mindere standen heeft Faassen een scherpen blik
en hij is dan een meester in het wedergeven van
zijne indrukken. Schier al zyue stukken hebben
tooneeltjes aan te wijzen uit ons volksleven, even
juist als fraai van teekening en humoristisch van
opvatting. En in deze details is.hy ook oorspronkelijk
in den vollen zin des woords. De bruiloft en het
verjaarpartijtje in Zonder Naam, de vrijaadje op de
stoep der Amsterdumsche woning, de straatscèue,
de schafikelder iu Hannet-, de herberg in Zwarte
Griet; de visite in Platijn en Co.het bezoek van
Wekker, de oppasser, bij Charlotte en het gesprek
Onder de optredende leden was een jubilaris, nl.
de heer D. Haspels, die deze week zijn 25-jarige
tooneeUoopbaan herdacht. Was dit feit iu Rot
terdam op feestelijke wyzc herdacht en daarin
groote belangstelling getoond, ook hier ter stede
zou het niet onopgemerkt Voorbijgaan.
Na bet einde van bet 3e bedryf werd o. a. de
heer D. Haspels teruggeroepen eu toen werd hem,
onder schetterende fanfares eu aanhoudend' en luid
applaudissemrnt vau bet publiek, een prachtige
lauwerkrans vereerd door dtfafd. tGouda" van het
Nederlandsch Tooneelverbond. Op de daaraan» be
vestigde linten stonden de opschriften Aan D. Hoepelt
I86ln/11886 en Afd. gGouda" Tooneelverbond.
Vernamen wij aangaande tdeze voorstelling niets
dan lof, van verschillende zyden hoorden wij ook
roet lof gewagen van de muziek, die iu de pauzen
werd ten geboore gebracht door de hh. muzikanten
der dd. Schutterij alhier ouder directie vau den heer
J. G. Arentz. Toen dit corps bij de afscheids-
voorstelling van Mevr. Kleine in April 11. dat feest
opluisterde, kwam by velen de vraag op de lippen
waarom niet steeds dat uitgenoodigd by de tooneel-
voorstellingen Hen deed het dan ook genoegen
dat tneu èu voor de voorstelling van 7 èn voor die van
14 Januari daartoe was overgegaan eu voorzeker
mag bij deze gelegenheid de wensch worden uitge
sproken, dat deze stadgenooten voortaan tteedt bij
de abonnemente-voorstellingen mogen wordeu ge
ëngageerd. Vooreerst voldeden cy meestal even
goed, soms beter, dan het corps, hetwelk vroeger
daarvoor van elders kwam bij de vorige voor
stelling werd o. a. een solo door den heer Arentz ten
beste gegeven, die inderdaad uitstekend voldeed en
dan ook luide geapplaudisseerd werd en ten
gunste daarvan spreekt ook dit, dat de Goudsche
muzikanten steeds tot het einde der voorstelling
blijven eu by bet heengaan nog een flinke op
wekkende marsch kunueu spelen, terwijl de vreemde
musici soms op zeer ongelegen oogenblikken (ieder
herinnert zich nog het feit hoe zy eerrt iu de
meest aandoenlijke scène van het gespeelde stuk met
veel geraas beenvlugtn om den laatste» trein nog
te halen 1) moeten weggaan. In meer dan één opzicht
is dus de voorkeur aan de Goudsche musici te
verdedigen.
Iu het jongste nr. van de Lantaarn wydt de
beer H. L. Berckenhoff, oud-admimstrateur van het
Ned. Tooneel een artikel aau den looneeltchrijver
Rosier Faassen. Daaraan onlleenen wij het volgende,
dat zeker met belangstelling zal worden gelezen
door hen, die met Faassen’s stukken kennis maakten
Van A. Dreyfus bestaat eene conférence, die de
vraag behandeltboe men een komediestuk maakt.
Bij verschillende schryvers van naam klopt hij aau
om inlichtingen, maar niemand weet hem bet ge
heim zyner kunst te openbaren. Doch moge het
buiten twyfel zyn, dat een goed schryver niet naar
enn recept werkt, zeer zeker wordt bij geen kunst-
beoefeuaar meer vakkennis vereischt, meer practische
bekwaamheid zy die dan ook par droit de
naitsance zyn eigendom dan juist bij den too-
lieddichter. Gelyk hy, als de bouwkunstenaar,
artist behoort te zijn in den hoogeren zin van het
woord, zoo dient hij, ook even als deze, een man
van de practijk te wezeu en de doelmatigheid, de
pgactische bruikbaarheid voor het tooneel, van zijn
gewrocht in bet oog te houden. Iu deze kennis der
praktijk van de kunst nu, is Faassen een meester.
Er is niets in zyne stukken aan het toéval over
gelaten, alles is vooraf gewikt en gewogen en zelfs
wat de criliek schijnbaar met alle recht in
zijne werken gispt, is door den schryver opzettelijk
dus en niet anders behandeld. Zoo is de expositie
in zyue stukken voor den ophttenden eu scherp-
zinnigen toeschouwer meestal niet vrij van lang-
wyligheid, en wordt hy telkens op herhalingen ver
gast. Doch dit weel Faassen zelf beter dan iemand,
en het dringendste verzoek om die herhalingen te
Heden morgen,
Restaurateur van de 1
schappij alhier, G. L., door ophanging een einde aan
zijn leven gemaakt.
De heer F. J. A. M. Wierdels, kapelaan te Haas
trecht, is als zoodanig benoemd te Beverwijk. Als
zijn plaatsvervanger is benoemd de heer J. M. Haf-
kenscheid.
Uit Stolwijk schryft men dd. 14 Jan.Tot het
voorstel, uilgegaan van Stolwyks ijsclub, om geza
men lijk het knoeien en afspreken by hardrijderijen
tegen te gaan, zijn reeds toegetreden Haastrecht,