:ns
ta,
I
HING
zoop.
ïl
I
.1
Woensdag 20 Januari.
1SS6.
3341.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
Mie uw ti
en
ND,
gelegen
SEVER,
BINNENLAND.
,j
q
I
pingr
tintend
II
[B
irg-en,
UIZEN
;t Jaag-
1886,
De inzending van ad vertentién kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave
4
GOUDSCHE COURANT
Notaris
;n
Voorburg is benoemd
het kasteleinschap der
jemakkelgk
Ir is gele
de Lande-
Voning tot
r, benevens
Rijnland-
over 188o
i
IUUR,
NGEN eni.
R, ERVEN
D naast en
m 6 Aren.
Jaagpad en
G. C. FOR-
>emd.
Koffiehuis
r, van
>ed onder-
IBERG en
i ERVEN,
r verhuurd,
'erstond te
sden 3 Ka
rs en Zolder
De uitgave aezer Courant geschiedt ZONDAG
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER-
DAG. De prijs per drie maanden is 1.25
franco per post 1.50.
vóór den
n 9 tot 11
ERVEN
31 tot 34.
mrd voor
voor ƒ3.80.
n ERVEN,
r verhuurd,
,F aan de
Nr. 374.
eeneu
aaü zijn stadgenooteo, I
GOUDA, 19 Januari 1886.
Z. M. heeft benoemd tot commissaris ran politie
alhier den beer J. W. Tuiueuburg, thans commis
saris van politie, tevens commissaris van Rijkspolitie,
te Bols ward.
Tot gemeente-ontvanger van Voorburg is benoemd
de heer W. A. L. van Mierop alhier.
De photograaf P. A. Mottu somt in het N. v. d. B,
eenige beswaren op, welke naar zijne meening be
staan tegen de mogelijkheid van een zzphotographische
Willem De Haan, wiens /yKaiserstochter" dezer dagen
met zooveel bijval is opgevoerd werd in 1849'le Rotter
dam geboren en voor den koopmansstand bestemd. Maar
liefde tot de muziek bracht verandering in die
plannen en de jonge De Haan werd leerling van de
Muziekschool te Rotterdam. Nicolai, Bargiel en De
Lange waren zijn leermeesters. In 1870 bezocht hij
het conservatorium te Leipzig en maakte in den
volgenden winter een reis om bet muzikale leven te
Berlijn, Weenen, Muchen, Keulen, enz. te leeren ken
nen. In 1873 aanvaardde hij de betrekking van
muziekdirecteur te Bingen, in 1876 die van dirigent
van het zzMozar Verein" te Darmstadt. Twee jaren
later werd hij aldaar 2e hofkapel meester aan bet
Grootbertogl. Hoftheater, een jaar later le kapel
meester, welke betrekking hij nog bekleedt. De Haan
schreef verschillende werken voor orkest en soli (Der
Köuingssohu Harpa enz. verder liederen en duetten
Zyn opera zzDie Kaiserstochter'' vond te l'armstadt
buitengewoneu bijval.
AD VERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Ad verten tien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschijnt.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Voor de verpachting van I
Sociëteit zzOns Genoegen* zijn de volgende inschry-
vingen iugekomen.
J. W. Blanken, Gouda, 2600J. Faas
A Hart, Gouda, f 2500en 20 pCt. van de netto
winst; N. F. van Straale, Leiden, f 2500—; B.
A. Kleintjes, ’s Hage, f 2500W. R. Schwemmer,
Gouda, 2500C. P. Backers, Gouda,
2320.E. Ephraim, Leiden, 2260.
B. Sanderse, Rotterdam, 2250G. van Reedt
Portland, Amstf 2200.—; B. C. Herfkens,
2000.D. v. d. Meer, Cuilenburg, 1750—.
Voor het Haagsohe Gerechtshof atond Zaterdag
in hooger beroep terecht A. S., woonachtig le
Ouderkerk a/d. IJssel, door de Rotterdameche Recht
bank ter zake van mishandeling tot 5 dagen een
zame opsluiting veroordeeld. Bekl werd namelyk
beschuldigd dat hij, by gelegenheid vau de jongste
Goudsche kermis, bij een opstootje een koetsier een
slag zou hebben gegeven. Bekl. ontkende, welke
ontkentenia door verscheiden getuigen d décharge
werd bevestigd.
Mr. Kranenburg, adv. te Utrecht, wees op de
eenstemmige verklaringen van de getuigen d décharge
die allen pertinent verklaarden dat bekl. niet geslagen
had, en op de tegenstrijdige, en daarom z. i. minder
vertrouwbare, verklaringen van de getuigen d charge.
PI. concludeerde dan ook tot vrijspraak.
Het O. M. requireerde bevestiging van het vonnis
a quo.
De uitspraak iu deze zaak is bepaald op Don
derdag a. s. *s middags ten 3 uur.
De Rechtbank te ’s Gravenhage beeft, in haar
zitting van gisteren, Gerardus Hoogendoorn, schrijver
van een ingezonden stuk in het Humoristisch
Satyriek Weekblad Argus, dd. 19 Sept, jl., waarin
de sigarenhandelaar de Jonge, wonende op den Den
nenweg, vroeger kastelein in het koffiehuis op den
hoek van de Elandstraat en de Hemsterbuisstraat
te ’s Hage valscbelyk werd beticht van vergrijp
tegen de zeden (iu een vorig nr. reeds door ons
vermeld), tot 3 maanden celstraf eu een boete van
25 veroordeeld. De Rechtbank nam aan, dat
zoowel het noemen van bet vroeger beroep als de
woonplaats van den aangeduiden persoon voldoende
aanwijzingen waren om den onschuldig betichte ten
onrechte aan de verachting zijner medeburgers prijs
te geven, en dat het anders schryven van den naam
en het noemen van de ouders van den persoon,
wien de schrijver op het oog had, niets ter zake deden
en de schuld van bekl. niet verminderden.
Door den heer C. J. Begeer, eigenaar der Utrecht-
sche zilverfabriek is, met het oog op de aanstaande
herdenking van het 250—jarig bestaan der academie
van Utrecht, het model van eeneu gedenkpenning
gemaakt. In eene circulaire
Het kapitaal voor de Duitsche Opera te Rotterdam
is nog steeds niet volteekend.
De heer Behreus beeft intusschen besloten, in
geval hij de directie over de Opera weder op zich
neemt, af te zieu van zijn plan tot exploitatie der
schutterij muziek, zoodal hij alsdan de belangen der
Opera meer zal kuuneu behartigen.
geeft, in de Ned. Sport, de eerste verschijnselen
op van dolheid bij houden.
Zij zijn Verlies van eetlust. Indien deze onver
klaarbaar is, 'sla dan uwen hond goed gade. Aan
val. Vreesachtige honden verliezen alle vrees en
happen of bijten zonder eenige aanhitsing groote of
kleine honden. Gewoonlyk vechten zij niet, maar
happen slechts, dikwijls voorafgegaan van een kort
geblaf door dei» woedenden hond. De kat, ja zelfs
zijn metgezel, is het voorwerp van zijn aanval.
Verandering van karakter. Levendige honden worden
gemelijk en knorrig, rustige worden onrustig, en
goedaardige worden twistziek. Zij hebben een neiging
om zich in donkere hoekeu te verschuilen. Blaffen.
Zeer kenmerkend, kort, afsebuwelijk, hol, half blaffen,
half huilen, de verandering wordt dadelijk opge
merkt, daar de gewone stem van den buis- of
hofhond wel bekend is aan den eigenaar. Onna-
tuurlijk voedsel. Hoewel een dolle hond gewoonlijk
alle voedsel weigert, zal hij alle vuiligheid, steenen,
stroo, enz. verslinden. Hij zal groote neiging toooeu
om aan het hout van zijn hok, doeken, kleeden,
poolen van tafels en stoelen, enz, te knagen. Neiging
tot zwerven. Een dolle hond is zeer geneigd weg te
loopen en te gaan zwerven. Indien bij eenig symp
toom van verontrustenden aard toont, moet hij opge
sloten of aan een ketting gelegd word n. Water.
Dolle honden hebben geen vrees voor het water, zij
steken hun bek in het water eu kuuneu iu de eerste
periode van hun ziekte op bun gemak drinken. Ka
kement. In geval van stille dolheid, hangt de onder
kaak verlamd neer, en is de bek voorldureud geopend
juist of die verstijfd is.
Een gebeten bond moet streng bewaakt worden,
en iudien men vooronderstelt dat hij door een dollen
hond gebeten is, onmiddellijk afgemaakt.
meldt de beer Begeer dat, bij voldoende onder
steuning, bet hem eene eer zal zijn dezen gedenk
penning te mogen slaan en tevens de opbrengst,
na aftrek der kosleu, te mogen doen strekken als
bijdrage voor het op te richten nieuwe academiegebouw.
Hij stelt zich voor de bronzen medaille tegen
1.75, de zilveren tegen f 10 in den handel te
brengen.
De Nederlandscbe Rynspoor is begonnen met de
verwarming derde klasse ry tuigen met waterstoven.
Naar het Haagsche l)bl. Verneemt, bestaat bij
Z. M. den Koning het plan in ren aan te koopen
gedeelte van de Scheveningsdie bosebjes eene villa
te doen bouwen.
Z. M. de Koning heeft deqer dagen voor Prinses
Wilhelmina eene verzameling van ruim 50 buiten-
landschc zangvogels aangekocht, welke in fraaie
kooien thans de kamers van het Prinsesje versieren.
--
Uit Millingen wordt aan de Gelderlander mede
gedeeld, dat de pastoor aldaar verleden jaar door
opgravingen in den Eversberg, een stuk weiland,
waaraan allerlei volkssprookjes verbonden zyn, ont
dekte dat op die plaats een der vele blokhuizen
heeft gestaan, door Drusus vermaard, en reeds voor
’t begin der christelyke jaartelling aan den zuide
lijken oever van den Rijn gebouwd. Nu trachtte
hij terug te vinden de begraafplaats van het gar
nizoen, dat genoemd blokhuis moest bezet hebben,
en weldra werd die in de nabijheid gevonden. Een
aantal urnen, schoteltjes van terra sigillata en andere
aardsoorten, amphoriën, enz. kwamen aau het licht.
Velen lagen slechts even onder de oppervlakte en
zijn dientengevolge gebroken. Dit is ook ’l geval
mek. eene glazen flrsch met langen hals, waarvan
de Wiste bewaard is, als bewys dat men destyde
reeds de glasblazerij kende. De pastoor heeft door
zijn onderzoek bewezen, dat in Millingen een der
blokhuizen, door Drusus gebouwd, gestaan heeft,
dat de Romeinsche weg van Vetera Gastra naar Leiden
over Millingen langs dat blokhuis naar Geut liep;
dat langen tijd een garnizoen op dat blokhuis ge
weest is, aangezien in de nabyheid eene begraafplaats
is ontdekt, waarop zeer veel urnen enz. gevonden
zyn, die getuigen, dat zij honderd en meer jaren
in ouderdom verschillen. Verder is gebleken, dat
het garnizoen uit armoedige soldaten heeft bestaan,
omdat op de begraafplaats slechts zeer eenvoudige
urnen, potjes en pannekens gevonden zijn en zeer
weinig munten en sieraden, en deze nog van weinig
waarde. Eindelijk is gebleken dat de Romeinen
niet al hunne lijken verbrandden. Millingen schijnt
dus wel zoo oud als de stad Nijmegen, maar niet
zoo bezocht of liever bewoond te zyn geweest door
den staf van het Romeiusche leger. De pastoor is
overtuigd dat de dappere Batavier Claudius Civilis
hier moet begraven liggen en hij twyfelt niet ol de
plaats wordt uog gevonden, en dan zal Claudius*
asch eene waardige plaats in het Archeologisch
Museum te Leiden worden aangewezen, waar reeds
vele Romeinsche overblyfsels uit Millingen zijn, of
liever op het Stadhuis te Nijmegen, waarvoor Mil
lingen zekerlijk voorliefde heeft, als zijnde de stad
der Batavieren, waar Cesar zijne beroemde burcht
bouwde, en omdat Millingen tot het eiland der
Batavieren behoorde.
De heer A. J. Sewel, veeartseuijkundig inspecteur