KuitenlantM Overzicht.
TEEKEPï-ONDERWIJS op de
Lagere School.
INGE ZONDEN.
VERVALSCHING van
LEVENSMIDDELEN.
Openbaarmaking van scheikundige analyses
Ahin vervalschte artikelen, en van de
namen der producenten.
Afloop van Openbare Verkoopingen
van Onroerende Gpederen.
Kerkwgk om bg benoeningen ton ei piert en beainb-
ten iteede do oollegget tan regenten tè hooren.
Men meldt sit VHage:
Aan het ttetion der Nederlendtoho Rgnspoor-
weg-maaticbappg alkier itaat een apoorwegrgtuig,
voortien tan een noodteinloettel ten behoefe ran
paaaagiert, die wegena geraar, bij omvallen of om
andere noodtakelgke redenen, den trein willen laten
etoppen.
Te dien einde beaindt aioh builen bet rijtuig
boren bet portierraam een gespannen koperdraad.
Wanneer men aan deten draad trekt stopt de trein
plotseling. De lijde aan welke dè draad loopt, ia
in den waggon door de punt ran een pijl aangewesen.
Dete noodrem, alleen te gebruiken roor treinen
met den Westingbouse-rem is aan het einde ran
iederen wagen berestigd. De lucht, die aick in de
builen, aangesloten met bet Westinghonse-toestel,
onder het rijtuig berindt, wordt afgesloten door
middel ran een kraan, boren aan den trein aichtbaar.
Die kraan, met een dun touwtje aan een gseren
staafje rastgeheoht om beweging gedureuüe hel rjjden
te roorkomen, is eerbonden met bat koperdraad langs
den buitenwand gespannen. Een flinke ruk aan den
draad is roldpende om het touw te rerbreken, de
kraan opent aioh en de lucht ontsnapt, waardoor
de trein tot stilstand wordt gebracht.
Froeren met dit toestel genomen, lererden het
Terrassende resultaat dat de trein in 12 a 15 se
conden na opening ran de kraan op boreagemelde
wijae stopte.
Het spréékt ran zelf dat de spoorwegmaatschappij
het middel slechts in de uiterste gerallen wensoht
te zien aangewend.
Hieraan wordt het publiek herinnerd in de ge
bruiksaanwijzing op een bordje dat in de wagens
opgehangen is.
De passagier, die den trein buiten noodzaak doet
stoppen, wordt onrerbiddeljjk nit den trein ffrwij
den!, op welk afgelegen punt dié zich ook berinde.
Het groote nul rao dit middel berust wel voor
namelijk in de eenroudige, weinig omslachtige wijze
waarop bet ia toe te passen.
De Vereeniging tegen de kwakzalrerjj heeft zich
gewend tot de Tweede Kamer der Stalen-Qeneraal
met rerzoek de bij die Kamer aanhangige geneeskun
dige wetten op die «ijte rast te stellen, dat de
algemeene beginselen, waarvan de wetgerer bij het
raatstellen der geneeskundige wetten in 1865 is
uitgegaan, thans nauwkeuriger worden omschreven,
en wei in dier roege, dat de rolgende punten dui
delijk worden opgenomen
„De rerkoop in het klein ran geneesmiddelen is
alleen geoorloofd aan bevoegden. Met rerkoop wordt
geljjk gesteldhet in roorraad houden, uitstallen,
aanbieden of aankondigen ten rerkoop. Het uitoefe
nen ran geneeskuudige praktijk is alleen geoorloofd
aan beroegden. Met het uitoefenen ran geneeskun
dige praktijk wordt gelijkgesteld het aanbieden of
aankondigen ran geneeskundige hulp, het aanbieden
of aankondigen ran geneesmiddelen tegen bepaalde
ongesteldheden.
De Vereeniging is orertuigd dat door het opnemen
ran dusdanige'bepalingen in de wetten niet alleen
rele misbruiken sullen worden geweerd, maar rooral
ook de rolksgezoudheid en 4e rolkawelraart zeer
zullen worden gebaat.
Vervolg.)
Al de ingekomen antwoorden overziende, blijkt
in elk getal, dat iedere Gemeente, touder uitson
dering, hare eigene opvatting volgt, en dat er
zélfa geen dubbeltal te viuden is,, dat overeenstemt
in orde, tijd en toepassing.
Er sal wel Biemand zijn, die in deze beginsellooze
ongelijkheid geen verandering begeert.
Is het teekenonderwys op de lagere school wen-
schelijk, dan kome er hoe eerder hoe liever die
ernstige en weldoordachte regeling van tot stand,
die den eeuigen weg kan openen tot geleidelijke
ontwikkeling van onze jeugd.
Het behoeft geen breed betoog, hoe in de laatste
jaren het teekeuouderwys als bet ware een der bran*
dende vragen van den dag geworden is. Door de
meestbevoegde pennen is het in boekjes, tijdschriften 0
en dagbladen besproken als een - hoofdzaak bij de
volksopvoeding, een zaak waarmede onze lijd wel
degelijk rekening diende te houdeu en wier verzuim
■iet straffeloos kou worden begaan. In den aanvang,
nu een tiental jareu geleden, eerst als een nieuwig
heid, een modegril, met eenig sohouderophalen ont
vangen en weinig belangstelling waardig gekeurd,
hebben de opgegane stemmen van lieverlede weer
klank gevonden. Mannen van onderwijs en industrie,
van volksopvoeding en staatsbelang, ook het groote
publiek, voor zoovsr dit zich de -nationale belangen
aantrekt, zijn al meer en meer tot de overtuiging
gekomen, dat de opleiding van ons volk, reeds van
jeugdigen leeftijd afaan, een anderen, meer praktisohen
weg dieode op te gaan, dan den sleurgang van
vroeger, en dat het brooduoodig was, daaraan vau
stonde afaan de hand te slaan, gelyk andere Staten
der besohaafde wereld daaromtrent reeds waren vooraf
gegaan. Ook onze Hodge Regeering werd van die
noodzakelijkheid zioh bewust en toonde dit door
bare wetswijziging van 1878, waarbij het teeken-
onderwijs op de lagere school werd aanbevolen, zon
der het nog, uit gebrek aan de noodige onderwijs
krachten, verplicht te kunnen stellen.
Bij al deze sprekende getuigen mag het wel eenigs-
zins een vreemd verschyosel geacht worden, dat de
Gemeentebesturen, in wier hand de toepassing voor
calk een groot deel ligt, zich deze zaak zoo bitter
weinig blijken te hebben aangetrokken.
Over het algemeen schy'nt nog altoos bij velen
het begrip te heerschen, dat het teekenen in het
onderwgs een bijvak is, een vak, dat alleen ten
bate komt van het ambaohtsbedryf, en dat men vol
staan kan met aan den knaap, die daarvoor wordt
-opgeleid, eenige oppervlakkige handigheid te geven,
die hem bij zijn werk later wellicht van eenigen
dienst zou kennen zijn; voor den bouwkundige en
meubelmaker by name. Maar overigens een vak
van weelde, zelfs van overdadige weelde voor het
groote algemeen, een zaak van liefhebberij, wel goed,
maar niet noodig, evenals tot eeue meer beschaafde
opvoeding de muziek en het danseu behooren die
voor de praktyk van het maatschappelijk leven best
gemist kuuuen worden. De groote menigte is nog
ver van de bewustheid, dat het teekeueo, niets
minder dan het lezen en schrijven, eeu der krach
tigste middelen is tot ontwikkeling van algemeene
beschaving, een middel tot vorming van begrip en
gemoed, tot verstandelijke en zedelyke voorbereiding,
begeerlyk zoowel voor de vrouw als joot den man,
voor den welopgevoede evenzeer als voor den minder
bedeelde; eeu onmisbare oefening van die beide
heerlijke organen, het oog en de hand, waardoor
wij leeten zien, opmerken, denken en oordeelen,
in staat gesteld wordeu om onze gedachten te
kannen mededeelen door vormen en beelden; door
die algemeene taal, de eenige die gesproken en ver
staan wordt door alle volken, hoe ook in tongral
van elkander vervreemd. Een zedelijke kracht bo
vendien, tot ontginning tan dat edeler beginsel
in den menseb, dat naar het behagel ij ke en ichoone
zoekt in plaats van bet piat-alledaag9ohe en leelyke;
eeu middel, dat voor ieder, wie hg ook zij, een
bron opent van ruim en rein genot, door het zien,
het opmerkend zien van alles wat ons omringt;
den smaak verfijnt en het gemoed vatbaar maakt
voor bet genieten van al bet liefelijke in natuur
en knnst.
Mocht men meeUeo, dat deze bewering niet vrij
is van eenige overdrijving, of althans^ van geringe
toepassing zal blijken bij het jeugdige kind uit de
volksklasse, Directeuren verwyzen naar de verslagen
van Amsterdam. Assen, Breda, Buitenpost, Delft,
's Graveuhage, Groningen, Haarlem, Haarlemmermeer,
's Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Nykerk, die,
uit eigen ervaring sprekende, er op wyteo, hoe de
kleinen van allerlei leeftijd en stand naar het uur
vau teekeneu verlangen hoe dit onderwgs meer dan
eenig ander aantrekkelijk is, omdat het kind zich er
door bewust wordt naar eigen begrip zelf iets te
kunnen makenen hoe het teekenen tevens een alles
behalve te versmaden invloed heef: op orde, netheid
en leerzaamheid. Op dezen grond reeds alTeen zou
het weuschelijk zijn, dat aan dit leervak een plaats
wietd ingeruimd op de lagere school, eu wel zoo
mogelijk ia alle klassen, met gelydelykeu voortgang,
opdat hel twaalfjarige kind genoeg onderlegd zon
wezeo, dat bet daar aangeleerde op de herbalings- en
burgeravondscholen meer in praciisohe richting kon
worden voortgezet.
Zijn Directeuren als van zelf tot deze opmerkingen
geleid, volmondig erkennen eg; dat het niet ligt op
den weg onzer Maatschappij, zich te verdiepen iu
paedagq^ische betoogen. De Nederlands^he Maat-
schappy ter bevordering, vau Nijverheid heeft zich
te beperken tot haar eigen werkkring j. de zorg voor
de belangen onzer vaderlandeche industrie. En in
dit opzicht heeft zij ook hier recht van spreken.
Zij kan niet ernstig, niet dringend genoeg wgzeu
op de achterlijkheid van onze kunstnijverheid, zoo
herhaald gebleken bjj gelegenheid van alle interna
tionale tentoonstellingen. Zij mag aanvoeren, boe
ons volksbelang, onze nationale eer, onze financiën
en ouze fierheid niet langer mogenalAden, dat onze
voortbrengselen over het algemeen jffp overvleugeld
wordeu door die van andere, zelfs even kleiue Staten.
Zij behoort in de bres te springen voor onzen vaderJ
landscheu industrieel, voor den kleinen ambachtsman
evenzeer als voor den grooten fabrikant, wier stoffelijk
belang samenhangt met de degelijkheid van huunen
arbeid. Zy mag den finger leggen op het econo
misch belang van Staat en Gemeenten, die voor een
deel de schuld dragen, dat kapitalen gouds naar den
vreemde worden uitgevoerd ten nadeele van onze
bianenlandsobe welvaart. Zg mag den twyfel niet
achterhouden, of bij onze algemeene volksopvoeding
de kennis niet op den voorgrond wordt gedreven ten
koste van de kunst, en of niet het koele weten bet
warme streven naar het schoone en ideale wat al te
overheerschend onderdrukt. Zij durft zich de vraag
vermeten, of, by de zorgen die Gymnasiëu en Hoogere
Burgerscholen plegen tc wijden aau de wetenschap
pelijke vorming'Van de zonen der meergegoeden, de
knaap uit de volksklasse voor de pracktyk van zgn
toekomst op de lagere school wel mede krijgt wat hg
voor zijn bestaan en zijn welvaart in de allereerste
plaats behoeft t vatbaarheid en vaardigheid om met
het werk zijner handen eeu meer of minder sober
brood te vinden voor zich en de xynen.
Zij mag op grond van al deze redenen niet
luide stem vragen, dat bij de opleiding van onze
jonge staatsburgers, bij het onderwgs van al onze
kinderen, onder alle standen, de wegen worden
opengesteld en de middelen worden aangegrepen,
die bg alle Staten om ons heen reeds bezig zgn
zalke kostelijke vrachten af te werpen. Waar Enge
land, Oostenryk met al zijn kroonlanden, Zwitserland,
Wurtemberg, Beieren, Italië, Rusland, Frankrijk,
België, Amerika, sinds lang het elementair teeken
onderwys op de openbare lagere school, meestal met
3 of 4 uren 's weeks, onder de verplichte leervakken
hebben opgenomen en dit onder toezicht hebben
gesteld van daartoe aangewezen Inspecteurs, wordt
het meer dau tijd, dat hier te laude niet langer
aan de willekeur vau Gemeentebesturen en hoofden
der scholen worde overgelaten, of eg dit onderwijs
meer of minder wenscheu in te voeren of er zelfs
minachtend op neérzien.
Directeuren weten zoo goed als ieder ander, dat
er geen yzer met handen te breken valt. Zg zien niet
voorbij, maar waardeeren ten volle, dat onze Hooge
Regeering in de laatste jaren getoond heeft, zich
aan deze zaak ernstig te laten gelegen zgn, aller
eerst door hare aanbeveling in de Wet van 1878
met hare memorie van toelichting; later door het
teekenen te brengen onder de vakken, waarin de
kandidaten voor de akte van hoofdonderwijzer en
hoofdonderwijzeres examen hebben af te leggen; ein
delijk door de oprichting van een normaalschool voor
teekenonderwijzers, gevestigd te Amsterdam. Langs
deze goede wegen zullen gaandeweg de leerkrachten
gevormd- worden, die noodig zyu om in het nog
bestaande groote gebrek te voorzien. Evenmin zien
Directeuren voorby, maar brengen alle hulde aau de
pogingen, die er van bijzondere inrichtingen uitgaan
om het teekenonderwys reeds vnn vroegaf te doen
aanvangen en algemeen te maken, en verheugen zij
zioh in de toenemende zucht om, ten bate van onze
ngverheid, kennis, smaak, werkkracht jen warmte op
te wekken en aan te vuren. Maar openlgk en met
klem te herhalen, dat ons volk over het algemeen
achterstaat in waardeering en bevordering van onze
vaderlaudsche ambachti- en kunstnyverheid; er op
aan te dringeo, dat het gevoel voor lynen en vormen,
het besef van het nobele en reine, dient aangekweekt
te worden bij alle standen touder onderscheid; sla
hunne overtuiging uit te spreken, dat teekenonder-
w|js, vroeg begonnen, als de oogeu het heiderat en
de vingers het lenigst zijn, geleidelijk voortgezet
en behoorlgk toegepast, voor het persoonlijk eu
maatschappelijk belang van het Nederlandsche volk
ib onzen tijd zoo noodig is als broodvoor het
stoffelijk welzgn en de eer des lands op dit ge
bied strgd te voeren tegen verwaarloozing en
lauwheid dit acht de Maatsohappy van Nijver
heid haar recht eu haar plicht, omdat z|j, ge
lijk elk onzer, met billijken trots terug ziet op die
dagen van een roemvol verleden, toen Holland in
kunstzin en welvaart aan het hoofd stond van alle
natiën, eu omdat z|j de toekomst van ons volk te lief
heeft, dan dat z|j n|et waarsohuwend zou durven wijzen
op het betreurenswaardig onderscheid tussehen toen
en thans.
Directeuren veroorloven zich onder dankbare waar
deering van het reeds.gedane, tot Uwe Excellentie te
komen met het eerbiedig verzoek, ten le om het
teekenonderwgs met die uitzonderingen, die Uwe
Exc. noodig mocht oordeelen zoo spoedig mogelijk
te plaatsen onder de verpliohte leervakken der openbare
lagere schooleu ten 2e dit onderlijs, ook in verband
met de herhaling*- en burgeravondscholen, te stellen
onder de leiding en handhaving van een daartoe
bepaald te beooemeu Ambténaar.
Directeuren der Nederlaudsche ^Maatschappij ter
bevordering van Nijverheid
Haarlem. J. F. W. CON K AD,
12 December 1885. h Voorzitter.
F. W. van EEDEN,
Secretarie.
Wel is de vrede tussehen Servië eu Bulgarije nog
niet geteekend, maar took heeft de Serrische regee
ring haar Veriet opgegeten, Volgene de tolit. Corr.
luidt het rerdrag nu aldus „De trede taseohen Ser-
tië en Bulgarije ie bereteld van af de onderteekeniug
tan dit traotaat. Oter 14 dagen en too mogelijk
nog troeger zal het te Baobareet «orden be
krachtigd"
De correepondent tan de Tempi te Athene inter-
tiewde den miniater Delyaonis oter den toesiand.
Delyannis terklaarde dat Griekenland onmogelijk de
tereeniging tan Buigaige en Oost-Kumeiië kan er
kennen. Het «are dwaasheid, wanneer de Grieken
alleen Turkije aautieleu, maar zij zullen gewapend
blij ren, totdat een gunstige gelegenheid ziob aan
biedt. Niet toor dat Griekenland! eischen zijn
ingewilligd, "tal het leger worden gedemobiliseerd.
Noch een demonstratie tan bet internationaal eskader,
noch zelfs de rernietigiog der Grieksche tloot kan
dit besluit veranderen. Zelfs Triconpis, de leider
der oppoaitie, terlangt voortzetting der krijgstoerus
tingen, totdat een gunstige gelegenheid aioh aanbiedt.
De ëoMS-ririë-quaestir ie in Engeland de vraag
fan deo dag. Eogelsohe dagbladeu eu tijdschriften
openen hen kolommen voor voor- eu tegenstanden
'van Gladstone'» hervormingsplannen, en aan raadge
vingen, hoe het lastige vraagstuk is op te lossen,
ontbreekt het niet. Een beknopt artikel in de Maart
aflevering van de Contemporary Review, onder den
titel The hitch Difficulty, geeft een eohema van
kome-rule aan, dat den schrijver voldoende voorkomt
om alle moeilijkheden op te lossen. De Ierache
bevolking bedraagt tegenwoordig 5.160.000 personen,
waarvan 1.150.000 protestanten en 4.010.000 roomich-
katholieken. Van de 20.000.000 morgen land be
hoort de helft aan 750 eigenaars, en van de landlords,
die in 1671 elk meer dan 100 morgen bezaten,
hielden 4.842 zich buiten Ierland op en slechts 6.589
woooden op het eiland. Er beetaal geen werkelijk
plaatselijk bestuur. Geen spoorweg kan worden ge
bouwd, geen waterleiding aangelegd zonder een beroep
op het parlement in Westminster. Maar dit zijn
oude grieven, hetzelfde geldt voor de gerechtelijke
verdrijving van het bezit. Tussehen 1846 lot 1880
hadden meer dan 90.000 gerechtelijke uitstootingen
plaats, 460.560 personen Va f*n de geheeie bevol
king geheel rnïneerende en tot gebrek veroordeelend.
Maar ie er gevraagd bracht de Land Jet van
1861 geen verbetering van dtl verschrikkelijk kwaad F
Men had zioh dit voorgesteld en er zon ook zeer
veel verbeterd zjjo, indien geen daling van prijzen
had plaatz gehad. Toen de Land Jet was aauge-
nomea, bezat Ierland kudden vee ter waarde van
87.000.000 JE. De waarde van denzelfden veestapel
bedraagt nu waarschijnlijk slechts 25.000.000 JE.
Andere landbouwproducten hebben een geljjke daling
ondergaan, zoodat de tutrere renten van 1881 het
gebeele bezit, en meer dan het bezit van de pachters
in 1886 zgn, en niet knonen betaald worden. Hier
ligt de rijke bron van Iersche ontevredenheid en
het is rolslrekt noodig, dat hq worde gedempt.
Alle partijen zijn bereid eenig syiteem fan land-
wetgeving aan te nemen, waarbij bet land aan de
Iersche bevolking terug wordt gegeven zonder de
landlords te benadeeleu. Veronderstel dat dit iz
gebeurd, dan moet de qauestie van ulj-goeernment
opgelost worden.
De eohrijrer stelt voor twee loeale of provinciale
parlementen in te stellen, heteeneeijn zetel hebbend
tie Belfast voor het mtllioen protestanten nit het
Noorden van letland, het andere in Dublin voor
do rier ntillioen katholieken uit het Zniden. Wanneer
de agrarische quaestie ia geregeld, zou de macht dezet
beide parlementen er alleen toe beperkt worden,
dat zij geen buitengewone lasten van personen mochten
heffen en volkomen godsdienstige vrijheid moesten
verzekeren. Ierland, iu het bezit ran geheel loeaal
ulf-government, sou dus zgn aandeel in de verte
genwoordiging in het keizerlijk parlement verliezen.
De «ohrjjver der Contemporary slaat voor het getal
tot 60 afgevaardigden te redeceeren (tegenwoordig
bedraagt het getal parlementsleden soor Ierland 103,
waarran bij de laatste verkiezing 86 llome-rulert),
gekozen door de provinciale parlementen.
Wat dit daatste punt betreftde vertegenwoor
diging van Ierland in bat Eagelsobe - parlement, dit
biedt de grootste moeilijkheden, eu de door den
sohrijver van het .artikel in de Contemporary Review
voorgestelde maatregel lost alle bezwaren geenszins
op. Engeland, Schotland eu Wales zullen er Biet
in toestemmen, dat Ierland helpt wetten maken voor
deze drie deelen van bet Britsohe rgk, terwjjl Enge
land, Wales en Schotland zich niet mogen mengeu
in de Iersohe wetgeving. Er zou een bepaling kannen
gemaakt worden, dat de Iersche leden alleen stemmen
moohfen over zaken het keizerrijk betreffende.
Maar welke tallooze bezwaren doen zich op om
hier de juiste grenslijn te trekken. Den eenen dag
sou een ministerie kunnen vallen over een Ierache
kwestie, en den volgenden dag een votum van ver
trouwen kuuuen ontvangen bij behandeling van wets
ontwerpen, betrekking hebbende op Groot-Brijtanie.
De Ffantehe Senaat hondt zioh bezig met de be
handeling fan bet ontwerp tot regeling der elemen
taire school. Het ameedement ran den senator Paris,
waarbg leden van kerkelijke ordes, die zioh verbinden
om tien jaren bg het onderwgs in bijzondere soholen
werkzaam te zgn, vrijgesteld worden ran krijgsdienst,
werd met 188 tegen 92 stemmen verworpen. De
elericale leden van den Senaat verdedigden het amen
dement hardnekkig, omdat sq mezen dat, zonder dit
voorrecht, geen voldoend aantal onderwijzers voor
hnD bijzondere scholen te vinden zal zgn.
De uiterste linkerzijde van de Kamer beeft beslo
ten om te stemmen voor de rerbanniog der prinsen.
De Freyeinet verklaarde aan een deputatie van deze
partij, dat bij bljjft verlangen om het voorstel niet
in behandeling te nemen. Of het ministerie, de ka-
binets-qnaestie daarbij 'tellen ie mg niet in den
ministerraad uitgemaakt.
Te Decazeville blijft de toestand gespannen. De
afgevaardigden Baaly en Camélinat sporen de mijn
werken tot verzet aan.
De mijnwerkera big ren weigeren en de eigenaars
eveneens. Men vreest voor ernstige ongeregeldheden,
daar meer dan 1800 werklieden in de ometreken
zonder arbeid zgn.
De etrijd in de Itaiisansehe kamer dnnrt voort.
Ondanks de heftige aanvallen, op het beleid van den
minister van financiën verwacht men, dat de minis
ter-president Depretia zgn ministerie ral knnnen hand
haven. Beede zijn 37 verschillende voorstellen om
tot de orde van den dag over te gaan ingediend,
waarran 25 tegen de regerriDg.
Onlangs kwam in de Goudeche Courant een artikel
roor, dat bier en daar zeer de aandacht trok. Het
betrof de rerralsohing ran lerensmiddelen. Met
verwondering vroeg men xieh af hoe het mogelyk
was dat de Gemeenteraad en de Gezondheids-com
missie zich ernstig voornamen deze belangrgke zaak
ter harte te nemen en zelfs een begin van uitvoe
ring gaven aan hunne plannen, terwijl er ten slotte
niets van terecht kwam en de genomen besluiten
eenvoudig onuitgevoerd bleven.
Io verscheidene kringen hciorde men de zaak
bespreken en me; recht meest in afkeurenden zin.
Sommigen echter begrepen niet goed hoe de vork
in deu steel zat eu daaronder mijn persoon, die
verscheidene leden van den Raad en ook leden der
Gezondheids-commissie kennende, mg, met het oog
op hun flink karakter eu krachtige persoonlijkheid,
niet kon verklaren boe zg toelaten dat er op die wgze
gehandeld wordt.
Als ik iets nfet begrijp berust ik daarin niet, maar
ga op informatie uit, zoo ook nu. Ik vervoegde mg
bg personen, die iu deze het naadje van de kous
konden weten en vernam dat bet hier gold een hoogst
moeielijke zaak. Men zou willen zeide men mij
dat de levensmiddelen, bij verschillende leveranciers
te verkrijgen, onderzocht werden en dat dan de namen
van die zaken, welke vervalscht bleken te zijn, wer
den gepubliceerd met opgave van de verkoopers.
Oorspronkelijk was zulks ook de bedoeling. Maar
gesteld dat men vau een artikel by 6 winkeliers
een zekere hoeveelheid tot onderzoek laat balen
(natuurlijk zonder dat deze weten waartoe het
dienen moet) en later wordt openlgk bekend ge
maakt dat de waar van A. zooveel vervalscht
en die vanB. zooveel verknoeid is enz., dan
zullen die winkeliers het bewijs komen vorderen
dat de onderzochte artikelen bij hen gehaald zgn en
zg tollen de hulp van de rechter inroepen en eeu
rechtsvordering instellen wegenw laster, hoon of be-
leediging tot vergoeding vau schaden en van het
geleden nadeel. Door een en ander zullen groote
moeielijkheden ontstaan en dat is de reden, waarom
aan de zaak geen gevolg is gegeven.
Was ik big nu eindelgk te weten wat er van de
zaak was, het is mg, niet minder aangenaam te kunDen
aantoon en dat die vrees voor moeielijkheden ongegrond
is. Het Maandblad tegen de vervaltching van Levene
middelen en Handelsartikelen (onder redactie van Dr.
van Hamel Rods te Amsterdam) bevat nl.'in zgn
nr. van 1 Maart het volgende artikel van de hand
van eert zeer bekwaam reohtsgeleerde, Mr. Caroli,
Advocaat te Amsterdam.
Waaneer ik mij niet bedrieg, heeft dit Maandblad
zijn outstAan voornnmelyk te danken aau de betreu
renswaardige praktijken, die bg de vervaardiging van
handelsartikelen en de voortbrenging van leveusinid-
delen, ten nadeele van de gezondheid en het welzijn
der oonsumeDten gepleegd worden. Het aaugewezen
middel om aan dergelijke praktgken de grootst mo*
gelijke afbreuk te doen, bestaat o. a. daariu, dat de
artikelen, die men van veriralsching verdenkt, u i
scheikundig onderzoek onderworpen, en de uitkomsten
van de analyses ter kennisje van de belanghebbenden
gebracht worden. Maar zal men langs dezen weg
slagen, dan is één ding v<^or alles wensohelgk, t. w.
dit, dat nevens de uitkomsten, ook de gevolgtrekkingen
uit het chemisch onderzoek aan de kennisneming van
het publiek onderworpenen teoene de namen van de
producenten den volke verkondigd worden. Daarin,
maar ook alleen daarin, ligt het eenig afdoende
middel tegen de dagelyks grooter wordende verval-
schingen.
Een gevaar echter is er, dat zich daarby dreigend
vertoont, het gevaar nl. dat hij, wiens praktgken door
de toepassing der scheikunde ontmaskerd wordt, zioh
de hulp des rechters tracht te verschaffen, tegen
degenen die, zeer zeker het belaog der maatschappy,
maar daardoor gewis niet dat van den vervalsehendeu
producent bevorderen.
Aan wie van de partijen, die dus ihet elkander in
botsing komen, zal in de rechtszaal de overwinning
verblyven Door de geaobte Redactie van dit blad
nitgeuoodigd, daarover een beknopt advies uittebren-
gen, voldoe ik gaarne aan dat verzoek.
Ik wil mijn gevoelen slechts zeer kort uiteenzetten;
de beantwoording toch der gestelde vraag acht ik niet
twijfelachtig.
De bepalingen die de qnaestie moeten oplosseu, zijn
de artt. 1408 en 1412 B. W. die aldus luiden
Art. 1408. „De burgerlijke rechtsvordering ter sake van
laster, boou of beleedigiBg strekt tot vergoeding der schsdeu,
en tot betering van het nadeel, in eer van goeden naam
geleden."
Art. 1412. „De burgerlijke rechtsvordering ter zake van
laster, hoon of beleedigmg kan niet worden toegewezen,
indien niet blykt van het oogmerk om te beleedigen, maar
integendeel noodzakelyke verdediging, rechtmatige aanklaohte,
verplichting om getuigenis der waarheid te gfven, plichten
van ambt, post, bediening of eenige wettige betrekking, of
ook andere rechtmatige of geoorloofde inzichten, tot de Md
welke anders hoonend of beleedigend zoude zgn, billgken
grond en aanleiding hebben gegeven."
De gevolgtrekking die uit deze artikelen valt op
te maken, is eenvoudig geene andere dan deze, dat
de producent, wiens vervalsohiug aan de kaak wordt
gesteld, door het publiceeren van zijn naam en de
analyse zijner vervalschte waren, nimmer de hulp dier
wetsbepalingen zal kunnen inroepen, dewijl uit die
openbaarmaking nimmer de bedoeling om deu pro
ducent in eer of goeden naam te krenken, kan ot
mag afgeleid, wordeu. De rechtspraak ten onzent
beveiligt den deskundige tegen ieder gerechtelijk
optreden van den vervalsehrr of kwakzalver, getuige
de bekende procedures waarin het «Maandblad van
de Vereeniging t駫p de Kwakzalvery de zege
behaalde, 't Is waar, slechts eenmaal (in het geding
van Oidtmann) werd bedoeld blad in het ongelijk
gesteld. Mais il y avait de qnoihet blad had
zich laten verleiden, tot het uiten van eenige voor
Oidtmann alles behalve vleiende opmerkingen, ten
gevolge waarvan het verre getreden was buiten den
kring der werkzaamheden, waardoor het de belangen
der maatschappij mocht en moest behartigen.
Indien dus de scheikundige, ziedaar myn con
clusie zich eenvoudig bepaalt tot het vermelden
van zijn bevindingen en van den naam van den fa
brikant, die het onderzochte artikel aflevert, kan lig
gerust de gerechtelyke stappen van den ontmaskerden
vervalscher afwachten.
Eenige geringe twijfel zou echter nog knnnen
overblijven. Toegegeven nl. dat de hierboven bedoelde
handelwijze van een scheikundige niet in de termen
van art. 1408 B. W. valt, zou dan zijn daad, zonder
beleedigenddaarom toch niet onrechtmatig kannen
zijn en hem tot schadevergoeding-kunnen verplichten,
krachtens art. 1401 B. W. P
Art. 1401 B. W. „Elke onrechtmatige daad, waardoor aaa
een aoder schade wordt toegebracht, stelt dengene door wiens
schuld de schade veroorzaakt is, in de verplichting om de«
zelve te vergoeden."
Ook deze vraag moet m. i. met beslistheid ont
kennend beantwoord worden. Een eerste vereisehte
van de toepasselgkheid van dat artikel is nl. dat de
daad onrechtmatig d. w. z. dat ze door de wet verboden
zij. Welnu, voor zooveispg bekend is, beslaat er,
gelukkig 1 in de Nedgrlandsohe wetgeving geene
bepaling, die den beoefenaar der chemie verbiedt, zgne
wetensobap ten nutte van het algemeen aan te wenden,
op de wijze als hier *ordt bedoeld.
Mr. J. P. A. N. Caroli.
Amsterdam, 24 Februari, 1886.
i
VEILING 1, MAART,
Schuur, Turfsiugel P lot), 1750,— k. P. van dep
End.
Huis, Turfsingel P 127, J 1075.— k. G. Toortiviet.
Huis, Peperstraat K 264, 810,k. W. de Jong Wz.'
Huis en Bierhal, Dubbele Buurt Groeneweg, L 11
2100,k. H. Bernsen, huisvrouw vau h. j!
Pieters.