1
MD
-1
ners.
li
t j
P
ij
O- i
1
BINNENLAND,
I
N° 3375.
Vrijdag 9 April.
1886.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ouda,
1
op.
kamer,
HEN
ideren,
E 73°.
IÏCHE
r.
JONS
62,
s middags
lts,
eer!!!
ll
I
ft
iLM's
mdige,
FHMA
retten geeft
ghtipg. In
ES
De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave
twee net
iftjjd, ver-
1
..i
▼an
20 atemmen.
Gouda.
1
me WO-
ragen bij
Jediening.
handelaar
-ant onder
N, Boek-
L.OO.
tarmede in
'ENTEN,
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG
WOENSDAG en VRIJDAG. Inae Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prgs per drie maanden is 1.25
i Branco per jpost 1.50.
OPWEKKCNO
ITSVCRDRUVENO
eOEOE
lOTE ZWAKTE
zal bepalen of al dan niet subsidie zal
iet openbaar neutraal
van
in de behoeften der
DON is
.ande par
aar binnen
ard wjjnen.-
k en zacht
cent per
1. Alleen
flUINCK
Hoest en
ents.
HOLM.
'eut.
C. THIM
)NS »an
irer plant-
retlust niet
aangenaam
In donzen
GOUDSCHE COURANT.
Naar aanleiding der uitwerping van Van Raay
uit den bond der .ociaal-democraten en wat daar
mede gepaard ia gegaan schrijft men aan de Arnh. rCt.
het volgende uit de Hofstad
Nu mag ’t waar zijn, dat Van Raay in zijn con
flict met de beerachtige en kapitalistische aanvoer-
derstritz, waartegen hij zich beeft durven verzetten,
hel onderspit gedolven heeft, toch beeft het gezag
van Domela Nieuwenhuis door het conflict zelf, eu
de daarop gevolgde openbaarmaking der grieven een
geduchten knak gekregen, waarvan de gevolgen zich
weldra zullen vertoonen. Nieuwe logenstraffing van
het bekende spreekwoord, dat de wolven elkander
niet verslinden.
Dit is niet zoo’n uit de lucht gegrepen voor
spelling. Dat aan de overwinning van het drieman
schap van bestuur terecht de beteekeuis van eene
Pyrrbus-overwinning moet gegeven worden, kan
hieruit blijken, dat de vergadering, waarop tot
Van Raay’a uitwerping besloten werd, zóó onstui
mig was, dat de president na het uiteengaan
buitengewone voorzorgsmaatregelen noodig achtte.
De heer Domela Nieuwenhuis werd dien avond
naar huis geleid door eene eerawacht van
twee politieagenten, die den apostel der sociaal-
democratie moesten ^beschermen tegen zijne eigen
sociaal-democraten. Ziedaar Nemesis in hare volle
humoristische kracht aan *t werk I De zoo wakker
uitgescholde politie ingeroepen om den weideenden
borger tegen de onwillige burgers, zijne volgelingen,
den goeden herder tegen de weerspannige schapen
de hand boven het hoofd te houden I Zulk een
contrast doet de wezenlijke waarde der beweging,
maar vooral die vap den snorkenden aanvoerder,
GOUDA, 8 April 1886.
De heer mr. W. Hemsiug, ontvanger der registratie
en domeinen alhier ie benoemd tot lid der Staats
Commissie, belast met hel afnemen van het notarieel
examen, dat zal aanvangen Donderdag 1 Juli te
’s Gravenhage.
Heden morgen werd in het gebouw .,Arti Legi*
aanbesteed het eenjarig onderhoud der Kazernege-
bouwen te Gouda en Schoonhoven. Voor dat te Gouda
(raming 2000) waren 4 biljetten ingekomen als
H. J. Nederhorst, 1830.W. Bokhoven,
1785.B. Hoogerwaard, 1695.en N.
Konings, Hz. f 1640.allen te Gouda. Voor
dat te Schoonhoven (raming 1250) waren 2
biljetten ingekomen als H. J. Nederhorst, te Gouda,
1235.en A. Kamman, Schoonhoven, 1209.
Naar wy vernemen, is door ilg~Ansterdamsche
bankiers een schryven aan den 'Minister van finan
ciën gericht, waarin wordt opgekomen tegen de
voorstelling, welke door den Minister in de Tweede
Kamer der Staten-Generaal is gegeven omtrent de
beraadslagingen met hen gehouden, en uogmahls
uitdrukkelijk wordt verklaard, dat over eene con
versie der geheele 4 pCt. schuld niet is onderhandeld.
Hunnerzijds is destijds aan de Regeering in ern
stige overweging gegeven de conversie voor hare
eigen rekening te bewerkstelligen, waarbij zy hunnen
financieelen steun hebben aangeboden, om haar de
noodige kasmiddelen in den rnimsten zin te verschaffen.
(Af. R.
Erfrecht leest men in een «Brief uit de Hof
stad* aan de «Middelb. Ct.* is natuurlijk een
doorn in het oog der sociaal-democraten, maar hun
Haagsohe aanvoerder blijkt er niet afkeerig van.
Onlangs viel hem een erfenis ten deel van ongeveer
een ton goods. Het zal nu te zien staan, wat hy
daarmede zal aanvangen. Verdeden onder zyu lij
dende partygenooten of te hunnen bate (P) aanwen
den door belegging in de eene of andere ouder-
Veming, die hem goede rente geeft Als er nog
maar een uit te denken is, die een sociaal-demc-
cratisoh 'tintje draagt, ocb, dan zal de meerderheid
hem wel toejuiohen voor syn toewijding aan de
«edele zaak* I
Staten-Generaal. Tweedb Kamer. 'Zittingen*
van 6 en 7 April 1886.
De beraadslaging werd Dinsdag voortgezet over
bet ontwerp tot bescherming van onderzeescbe tele
graafkabels en wel over art. 4, waarover den vorigen
dag de stemmen staakten. i
Het artikel werd aangenomen met 31 tegen 23
steihmen.
Het geheele ontwerp daarna met algemeene stemmen.
Een langdurig debat werd gevoerd over bet ont
werp tot onteigening van gronden te Zandvoort, ten
behoeve der Amsterdamsohe Duinwatermaatscbappy.
Als grootste bezwaar werd daartegen aangevoerd,
dat de Zandvoorter asrdappelcultuur daardoor schade
zou lijden.
Do«r den Minister van Binnenl. Zaken werd een
amend, van den heer Roëll overgenomen, om de
laatste alinea ran bet eenig artikel te doen vervallen.
Het ontwerp werd daarna aangenomen met 41 tegen
die al opruiende en stokende zich zoo fraai buiten
schot weet te houden, aan het licht treden. Dit
politie-escorte is waarlyk nog klucbtiger dan de
optocht der Haagsche weesmeisjes, onder Heemskerk’»
geleide, naar de Tweede Kamer-tribune geweest ia.
Ik zou wel gewild hebben dat al de beklemden
▼an gemoed, die er reeds meermalen op aandrongen,
dat die gevaarlijke Domela Nieuwenhuis toch opge
pakt en onschadelijk gemaakt mocht worden, dezen
triomftocht hadden bijgewoond, hunne wenschen zou
den zij ten volle vervuld hebben gezien. Want een
volksleider, de bescherming der politie tegen zijn
eigen volgelingen inroepende, maakt zichzelf volko
men onschadelijk, en belachelijk er bij. Het aller-
koddigst van de geheele zaak echter, en een bewijs
hoe weinig doorzicht en oordeel er bij de aanhangers
van den sociaal-democraterij-prediker te vinden is,
moet hierin gezocht worden, dat men ’t hem kwalijk
neemt dat hij een <heer« en een zz kapitalist* is,
en over de partijgenooten den baas spelen wil, terwijl
andere veel rechtmatiger grieven den vrienden niet
in de gedachten komeu.
Twee personen hebben samen een veer gepacht en
voor de bediening een stoomboot noodigmaar
nauwelijks is het zaakje op gang, of de beeren ont
zeggen elkaar het vertrouwen en besluiten, om den
anderen dag het veer te bedienen en ieder te behouden
wat hij ontvangt. Een tweede zwarigheid is nu
echter het betalen van de onkosten en reparatien
maar ook daar wordt een mouw aan gepasthij die
idea dag* heeft, moet als er iets breekt, wat het
ook is, dit voor zijn rekening laten maken. Doch
nu is de tijd van schilderen aangebroken, althans
naar bet oordeel van den eenen vennoot, en deze
heeft de halve boot opgeschilderd, de ander heeft daar
echter nog geen lust in, en zoo kan men thans van
Rotterdam naar Kateudrecht varen met een veerboot
die half opgeverfd is.
De Andelsche quaestie. Bij gebreke van Wet
houders in de gemeente Andel, heeft de Commissaris
des Konings krachtens art. 127 der gemeentewet de
begrooting van plaatselijke inkomsten en uitgaven
voor het jaar 1886 ontworpen en aan den Gemeen
teraad aangeboden. Bij weigering van den Gemeen
teraad om ter vergadering op te komen, heeft
Konings Commissaris vervolgens de begrooting
vastgesteld en aan de goedkeuring van Ged. Staten
onderworpen.
Ged. Staten hebben aan die begrooting goed
keuring geweigerd :,lo. op grond dat art. 127 der
gemeentewet niet kan geacht worden van Tbapassing
te zijn op het ontwerpen en aanbieden deter be
grooting, omdat bet ontwerpen der begrooting het
werk is van B. en Wen een ontwerp door
anderen opgemaakt, deh waarborg mist, dien de
wet in het ontwerpen door B. en W. gezocht heeft,
vermits de begrooting alsdan niet afkomstig is van
ben, die met de volledige kennis van den gemeente
dienst zijn toegerust, en 2o. omdat volgens de be
doeling van art. 127 der gemeentewet het optreden
van den Commissaris des Konings eerst dan gewet
tigd is, w taneer B. en W. weigeren of nalatig zijn
ev or dr 1 un opdragen uitvoering te zorgen, terwy’l
in de gr aeente Andel geen college van B. en W.
bestaat en er dus ook geen sprake kan zijn
weigering of nalatigheid van dat college.
De Commissaris des Konings heeft in dat besluit
van Ged. St. niet berust en ingevolge art. 209
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschgnt.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Tn de zitting van gisteren werd de discussie
over de Grondwetsherziening voortgezet. De heer
Keuchenius lichtte zyu amendement zeer uitvoerig
toe, bestreed de aanvallen in de Katholieke pers
en verklaarde, dat zijn amendement juister uitdrukte
het anti-revolutionaire beginsel in zake het onderwijs.
De Minister Heemskerk verdedigde het nieuwe
Regeeringsartikel. Geheel kon hij het amendement-
Mackay niet over nemen j het amendement-Keuchenius
week te zeer af van den gewonen wetstijl, en het
amendement-de Beaufort liet, te veel over aan den
gewonen wetgever. Wat het nieuwe artikel zelf
betreft, de eerste alinea eischt vrijheid van het
onderwijs, de tweede handhaaft het beginsel dat
openbaar onderwijs is staatszorg; de derde alinea
huldigt in meest algemeenen zin, dat de gewone
worden gegeven.
De vierde alinea eischt h<
onderwijs daar, waar vrijwillige oprichting
scholen onvoldoende vóórziet
bevolking.
De heer Lohman bleef het amendement der rech
terzijde handhaven.
De beer Van Houten bestreed de amendementen
der rechterzijde en het voorstel der Regeering dat,
vooral door het beginsel der schoolgeldbeffing in
de Grondwet op te nemen, vijandig is aan het open
baar onderwijs. Dezerzijds was men tot het uiterste
gegaan, door neutrale redactie voor te stellen. Weigert
de overzyde die, dab maakt zy wijziging van art.
76 onmogelijk en rnst op haar de verantwoordelyk-
heid voor het behoud van census en tegenwoordige
samenstelling der volksvertegenwoordiging.