GOUDSCHE COURANT.
usm&a tam as&sïiwi»
BtTLLETI ET
Ben Lid van de PROVINCIALE STATEN.
o%> Plmsa^tg SS JoCei 1SSS-
Uitgebracht "^8 Ste»men-
Van onwaarde -
687 Stemmen.
Geldige
Daarvan verkregen de Heeren:
A. KNIJFF Hzn.
R. W. HAENTJENS DEKKER
Zoodat gekozen i» de Keer A. Kmjff Hzn.
betreffende het oplaten eau 86 poitduiren van
Toulouse, op 1 September jl„" ten einde in de eerete
plaats te oocstateeren, of poitduiren haar hok
terugeinden en hoe spoedig, ook als zij worden
opgelaten op grooten afstand en onder de ongun
stigst mogelijke omstandigheden. Als plaats ran
oplating koos men roor dese proef een punt mid
den in de bergen, hoogere en lagere, ran de
Pyreneeën (Spanje). De duiren waren in manden
en gedurende den naoht orer Fransehe grenzen
gebracht.
De afstand was 200 kilometer. De duiren sohe-
nen op de hoogte ran 1800 meter te aarzelen,
naar welke kant tg zioh zouden r er wijderen. Haar
na eenige seconden begonnen zij (de geheele troep
deed dat gezamenlijk) eeue reeks ran kringen te
beschrijven om eene rerticale as en dadelijk daarop
riohteu zij zioh N. N. O. waarts, in de rich-
.ting ran Toulouse, daarbjj de grenzen orertrekkende
op eene gemiddelde hoogte ran 3000 meter. De
eerste duif was op haar hok binnen twee uur
11 minuten, de tweede en derde kwamen eenige
oogenblikken later aande laatste was 3l/a uur
na haar rertrek te Toulouse terug.
HeK feit, dat onderzocht zou worden, werd dus
schitterend geconstateerd. En nu de rerklariug
ran de onbegrijpelijke eigenschap der postduiven
En dépit de» hypothese» ingênievse» el de» progrès
realiseavouons notre ignorance, ohiervons et attendant,
zegt Billot met dr. Ed. Audiguier, die zich ook
lang en reel met deze belangwekkende quaestie
heeft beziggehouden.
Men schrijft uit Londen aan het Nieuw» e. d. Dag
De wel tot regeling ran het aantal werkuren
ran jonge personen in winkels en magazijnen, waarop
wjj onlangs de aandacht vestigden, ia thans uit
handen run het bijzondere comité gekomen eu in
gewijsigden vorm bij hel Lagerhuis ingediend. De
clausule is nu, dat geen «jong persoon" (jongens of
meisjes beneden de 18 jaar) meer dan 72 uren per
week zal werken, en dus niet, zooals oorspronkelijk,
12 uren daags maar er zijn een aantal uitzonderingen
toegelaten, o. a. tijdelijke, doch voorbijgaande groote
drukte, en plotselinge drukte, ontstaan door onvoor
ziene omstandigheden. In elk geval moet de eigenaar
van een magazijn of winkel, marktkraam of pak
huis, waar «jonge personen" werken, naar den Minis
ter gaan en «tot zijne genoegdoening" bewijzen,
niet alleen dat er eene onvoorziene drukte is opgekomen,
die langer werken noodzakelijk maakt, maar «dat
sulk orerwerk geen schade zal doen aan de gezond
heid van de daarbij betrokken personen." The
Standard merkt op, dat de Minister van Binnen-
landsohe Zaken daardoor een soort rau verantwoor
delijk grootvader wordt roor alle in winkels en maga
zijnen werkende «jonge personen."
Volgens eene andere bepaling, moet de werkgever
«de uren gedurende welke jonge personen in den
winkel of het magazijn werkzaam zijn, in eeue in
het oog loopende plaats in zijn winkel of magazijn
aankondigen."
De man, die deze bepaling niet eens of tweemaal
per jaar tot eene prachtige advertentie weet te ge
bruiken, is, zegt the Standard, niet waard, dat bjj
de lucht der negentiende eeuw heeft ingeademd, b. v.
«Ten gevolge van het ongeëvenaard aantal orders op
onze nieuwe Parijsche stalen ontvangen, zijn wjj
verplicht geweest de volgende Order van den Minister
van Binnenlandsche Zaken te verlangen, die wjj,
ingevolge voorschrift, hier laten volgen enz.
enz.« Of «Wij hebben het onmogelijk gevonden met
den jaarlijkschen verkoop onzer winterartikelen, tegen
exceptioneel lage prjjzeu, voort te gaan, zonder de
volgende erder van den Minister te verlangen
ens. enz."
De zonderlingste clausule is, dat de leden van de
familie van den winkelier niet onder de termen der
wet vallen. Zoons en dochters, inwonende neven,
nichten of tantes kunnen gebruikt wordeu ad libitum.
Gelukkig dus de winkelier in de voorsteden, waar
de concurreutie zoo hevig is, die er eene groote
familie op na houdt.
Men ia het er vrjj algemeen over eens, dat als de
wet wordt aangenomen, een aantal winkeliers, die
zioh aan die belemmerende bepalingen niet storen kun-
neo, hun personeel van beneden de 18 jaar bedanken
sullen.
De heer H., Nederlandsoh coosul te Palermo, is'
naar luid van een telegram, 's nachts van den 21steu
dezer uit sjjn bed gesprongen en heeft alles verbrijzeld
wat in het vertrek was. Zjjce meid, het geraas
hoorende, snelde toe om te zien wat er gaande was.
Doch dit was haar ongeluk. Haar meester, in
razenden toestand, witrp zich op haar en braoht
haar verscheidene dolksteken toe. Op hare kreten
kwamen eenige barendoch het was, naar het zich
laat aanzien, al te laat om de meid te redtlen.
Daar de politie den consul, als behooreode tot het
corps diplomatique, zonder specialen last niet mocht
vatten, zoo bleef zij hem iu het oog houden. De
heer H. ging na die vlaag van razernij weer te
bed en kwam in slaap.
Den volgenden dag is hjj naar het krankzinni
genhuis gebracht.
Donderdag bracht de telegraaf het bericht van
het overlijden van Leopold von Ranke.
Toen in 1887 de Berljjnsche hoogleeraar zjju 60-
jarig jubilé als doctor in de letteren en wijsbegeerte
vierde en de geheele koninklijke familie van Pruisen,
met een aantal vertegenwoordigers der wetenschap
binneu en buiten Duitschland, daaraan deelnam, be
schouwden velen dit als de bekroniug der loopbaan
van den «staats-geschiedschrijver" van Pruisen. Von
Ranke heeft nog negentien jaren daarna geleefd, in
dien tijd nog eeu aantal historische werkeu, ouder
anderen de uitgaven der Denkwürdigkeiten de» Staats-
kanzlers, Fiirsten von Hardenberg, bezorgd, en nog
op het eiod van het vorig jaar, 21 Deo. met groote
feestelijkheden zijn negentigsten verjaardag mogen
viereu, waarbij weer de deelneming der autoriteiten
niet ontbroken heeft.
Leopold Ranke (het adellijke «von" is er eerst
later bijgekomen) is te Wiehe aan de Unstreet, in
Thüringen, geboren. Hij werd in het bekende
instituut Schulpforta opgeleid, studeerde te Leipzig,
en deed, na eenige kleinere proeven, in 1821 zijn
eerste groote werk verschijnen «Geschichte der
Romanischen und Germanischen Völker van 1495—
1535, en daarnevens eeu tweede «Zur fCritik Neuerer
Geschichtschreiber," bewijzend hoe hij in de beide
takken zjjner wetenschap, de critisohe en de zelf
standig optredende meester was, eg door de eene de
andere kon rechtvaardigen. Beide werken deden
veel van zich spreken, en Ranke werd van leeraar
aan het gymnasium tot professor aan de Universiteit
van Berlijn benoemd. Van deze positie, en de
gelegenheid, die zjj hem bood, om arohieven en
verzamelingen te bestudeereu, maakte hjj ruim ge
bruik.
Von Ranke's eigenschappen, in al zijne geschrif
ten optemerken, zijn grondige bronnenstudie, mees
terlijk verwerken der opgenomen stoffen, eu onpar
tijdigheid, voorzoover deze laatste met het hechten
aan eenige hoofddenkbeelden samengaat. Deze
eigenschappen worden in prof. A. Pierson's opstel
in de Oid» van 1877, en in dat van rar. J. A.
Sillem in hetzelfde tijdschrift, zooals in de studie
van dr. Ter Haar - in het helderste licht gesteld,
ofschoon er in het tweede Gids-opstel op gewezen
wordt, hoe Von Ranke zjjn oordeel over eenige
feiten wellicht onderandere bewoordingen gebraoht
had, indien het niet de daden van Pruisische
vorsten gegolden had.
Hoe door paring onder elkaar een ras van doof
stommen geschapen wordt, Alph. de Caodolle
{Arch. d. Sciences phy». et naturelle», XV. 60) deelt,
op grond van onderzoekingen van den onderwjjzer
van doofstommen Graham Bell, den uitvinder van
de telephoon en mikrophoon, eene belangrijke bijdrage
mede betreffende de erfelijkheid der doofstomheid. In
1880 werdeu in de N.-Amerikaansche Unie geteld
33,878 (18,567 m. eu 15,311 vr.) doofstommen.
Een derde gedeelte werd beschouwd als doofstom
te zjjn geboren; een ander derde had de doofstom
heid later verkregen en bij het laatste tierde was
eene oorzaak niet te vinden. (Die verdeeliug in
rubrieken moet slechts als benaderend beschouwd
worden.) Bell verzamelde zjjne feiten vooral in 6
groote- doofstommen-inrichtingen in de V. S., die
van 18171857 zijn gesticht. In de eerste plaats
was opvallend (bij het doorzien der journalen) het
terugkeereu van geljjke, op zioh zelf niet vaker voor
komende namen. In het American Asylum (Connecticut;,
met 200 kweekelingen, was er 43 pCt. wier namen
minstens 3maat voorkwamen. In een ander gesticht
was dat bjj slechts 23 pOt. het geval. Maar bet
eerstbedoelde gesticht bestaat reeds sedert 1817, het
andere eerst sinds 1846. Alle 6 instituten hebben
(te zamen gerekend) 29.5 pCt. van wederkeerig aan
verwante personen, die eveneens doofstom waren;
1 inrichting had onder 2106 hoofden 693 <j. i.
30 pCt,, bij welke doofstomheid op zjjn minst van
een broeder of eene zuster geoonstateerd was; 15
hadden 5, 11 hadden 6 doofstomme broeders of
zusters. Huweljjken onder doofstommen zjjn ge
vaarlijk, en in Amerika aan het toenemen. Doofstom
geboren ouders hadden, bljjkens de uitkomsten van
het American Asylum, 30 pCt. doofstomme kinderen.
Was slechts een der ouders doofstom van geboorte,
de andere normaal, dan bleef er altijd nog 16 pCt.
Gaau deze kindereu weder huwelijken aan met doof
stommen, dan neemt het kwaad toe. Veel sneller
dan de bevolking over 't geheel, neemt in Amerika
het aantal doofstommen toe. Tot bevordering san
de huwelijken van doofstommen onder elkander, draagt
de omstandigheid in hooge mate bjj, dat de Ameri-
kaansche doofstommen vooral in de teekenspraak on
derricht worden, en slechte 14 pCt. van alle doof-
atommen gearticuleerd kunnen spreken, terwjjl in
Europa dat ojjfer 65 pCt. bedraagt. Daardoor wordt
de scheiding en afsluiting van de buitenwereld in
hooge mate bevorderd, en werd daar ook reeds voor
gesteld, de doofstommen in afzonderlijke landstreken
te doen wonen en zoo een «voortdurend ras van
ongelukkigeu" te scheppen I
In bet negende nummer van de «Schweizer Al-
penzeitung" komt het volgende verhaal voor aan
gaande een ongeluk, dat bjj een tocht op den
Wetterhorn (3703 meter), in het Berner Oberland,
aan een gezelschap, bestaande uit de heeren Schwei-
zer-Iugold met eebtgenoote, Bossard, Felber en Weiss
overkomen is.
«Omdat onze gids, de oude Plater, bewezen
bad niet volkomen te vertrouwen te zjjn, werd
bovendien nog de krachtige en met de omstreken
welbekende gemsjager Rieder voor dezen tocht aan
geworven, en zoo hadden wij dus vier man, gidsen
en dragers. De karavaan kwam bjj het prachtigste
weder gelukkig op den top aan. Op den terug
weg eehter gebeurde het volgende Het was reeds
vier uur in den namiddag eu wjj bevonden ons
tusschen de tallooze spleten van den Rosenlani-
gletscher. Het gezelschap was in twee kolonnen
verdeeld en Riedel ging voorop. Plotseling stort
onder hem eene brug van sneeuw in, alhoewel deze
vooraf zoo voorzichtig mogetjjk onderzocht was.
Riedel, een kolos van een man, valt in de ontstane
spleet en is op het punt mevr. Schweizer-Ingold,
die met hem door een touw verbonden is, mede
te steepen. Gelukkig kon de derde aan hel touw,
de heer Felber, aan den ruk weerstand bieden, en
mevrouw Schweizer nog op den rand van den af
grond tegenhouden. De vierde aan het touw, de
heer Weiss, sprong juist over eeue andere spleet en
kon dus eerst later den voor het behoud van de
geheele kolonne zoo noodigen weerstand bieden 1
Snel- kwamen de overigen ter hulp, bevrjjdden zich
zelf van hun touw, hielpen de ongelukkige dame
uit hare positie tusschen leven en dood, en wier
pen Riedel een touw toe, dat deze, zooals terstond
zou bljjken, op eene ongelukkige wijze om zich
vastbond. Hjj wordt met vereende krachten naar
boven gebeschenmaar welk een schrik I Zjjn
gezicht is blauw gezwollen, er is geen beweging
meer in hem, bjj schijnt dood. Terstond wordt hjj
van het touw bevrjjd en worden er op het veilige
en toch zoo onveilige ijs alle pogingen in het werk
gesteld, hem iu het leren terug te roepen. Een
half uur ging met vergeefsche pogingen roorbij.
Toen besloot men, dat de heeren Bossard en Weiss
met den gids Plater achter gouden blaren en de
overige hulp en proviand tonden gaau halen. Slechts
weinig beschutting in den vorm van reisdekens kon
aan de achterbly venden worden versterkt, om ze
ouder den ongelukkigen Riedel, die onophoudelijk
gewreven moest worden, te leggen. By het aau-
breken van den naoht werd de koude by praohtigen
sterrenhemel, op een hoogte vaa ongeveer tiendui
zend voet en op het blanke ys bijna onuitstaan
baar. Eindelijk, kort na acht uur, sloeg Riedel
het eene oog op, maar bleef nog steeds bewuste
loos. Meu wikkelde hem nog meer in de dekens
en gaf hem een ransel tot hoofdkussen. Spoedig
viel hg in een vasten slaap, die echter door koorts
achtige droomen afgebroken werd. Men moest alle
krachten inspannen om den sterkeu man, die steeds
in rollende beweging was, voor een nieuwen val
iu de van alle kanten gapende gletsoherspleten te
behoeden. Na middernacht kwam de laog verbeide
rust. Toen tegen het aanbreken van den dag de
koude te vinuig werd, moest men zioh, om niet
dood te vriezen, volstrekt beweging verschaffen en
den verderen terugtocht wagen.
Riedel werd gewekt en op zyn voeten gezet. Het
duurde lang, voordat hij volkomen tot bewustzijn
van zijn toestand kwam het ging echter langzamer
hand beter, en toen men in de nabyheid van het
Dossenjoch aangekomen was, kwam ook de geweuschte
hulp uit het dal opdragen, dat toen zonder verdere
ongevallen bereikt werd.*
De electriciteit speelt een groote rol by de door
graving van de landengte van Panama.
Zij dient namely'k om de gelijktydige ontbranding
te weeg te brengen der talryke dynaraietpatronen,
welke de terreinen moeten losmakeQ en de mate
rialen voortbrengen, welke door wagonk weggevoerd
worden, ten eiude daarmede de steile oevers var.
bet toekomstige kanaal te vormen.
Wij ontleenen* aan een plaatselijk blad eenige be
langrijke bgzouderheden over de werkelijk verwon
derlijke uitwerking der electrische vonk.
„Vaa de plaats waar wy onze opklimming be
ginnen bg paal 8 stggen wg tot paal 12,
hetgeen beteekent, dat er 12 meter moeten worden
uitgehaald om aan den waterspiegel van het kanaal
te komen.
„De aannemers, de hh. Artigues en Sonderegger,
DEB
V00R -
Gouda. Druk yan A. BRINKMAN.