TRICOT ONDERGOEDEREN Mr. A. J. Roest Mr. J. Fortnljii Droogleever. 4DVERTENTIËN. SCHENK ZOOi\. De VERKIEZING. Spr. verzoekt daarop ieder, die neer aanleiding der brieven aan de beide caadidaten vragen wenecht te doen dit thans te zeggen, d>ar dan de heeren in de gelegenheid tollen ziju bij de ontwikkeling hunner denkbeelden die vragen te beantwoorden. Geen der aanwetigen vervocht het woord. Dit wordt daarop verleend aan den heer Mn. J. For- TUIJN Droogleever, die ongeveer aldua aanving Mijne Heeren I Mijn geaohte mede-candidaat en ik verkeeren eeniguina in een moeilijk geval. Niet dat wij niet met groote ingenomenheid de nitnoodiging tonden hebben aangenomeu om het woord te riehten tot de kietere in het diatrict, waar men ona de eer aandeed candidaat te atellen, maar èn door de dagbladpers, èn door atroobiljetteu èn door mon delinge geaprekken ia dat, hetgeen no aan de orde ia in Nederland, en wat ook in dit diatrict vele harten en hoofden warm maakt, meer en meer geworden gemeen goed I Ik atel mij dan ook niet voor veel nieuwe denkbeelden te ontwikkelen, dat dan trouwens ook m. i. niet het doel is deter bijeenkomst, maar voornamelijk tal het tijn eens deels eeue herhaling, anderdeels eeu nadere verklaring van hetgeen in de gepubliceerde brieven is getegd. Met mijn mede-candidaat ben ik overeengekomen dat hij meer in 't bijzonder tal spreken over den toestand der politieke partijen op dit oogenblik, ter wijl ik het hoogst belangrijke onderwerp zal behan delen, dat reeds gedurende vele jaren de staatkunde bederft, nl. het onderwijs. Spr. treedt daarop in een korte uiteenzetting van de achoolquaeatie en bespreekt allereerst art. 194 der Grondwet, dat dete beginselen huldigt 1. De vrijheid van het geven van ouderwijs, behoudens zekere waarborgen voor de bekwaatpheid en zede lijkheid des onderwijzers. 2. Dat het owrol van over heidswege voldoende tal gegeven worden en 3. de inriohting van het onderwijs met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen. Bij dit laatste punt stond spr. vervolgens stil en betoogde dat het onjuist was dat de Openbare school neutraal is. De tegenpartij heeft haar voortdurend verweten dat zij godsdienstloos is, en het spreekt van zelf dat in een land als het onze, waar op gods dienstzin zoo hooge prijs wordt gesteld, dit verwijt diepen indruk moest maken. Het verwijt was bij uitstek geschikt om de openbare school in min achting te brengen, maar ten onrechte werd het haar naar 't hoofd geslingerd. Zou, vraagt spr., op school een leesboek niet geoorloofd zijn, waar gesproken wordt van God als onze Vader 1 Zou 't niet geoorloofd zijn op scholen, waar uit sluitend R. C. leerlingen gaan, een kruisbeeld van Jezus te hangen Nooit is het de bedoeling geweest van den wetgever God van de openbare school te weren, immers op die wijze zou de op- voeding in het huisgezin in volkomen botsing komen met die op de school en als school en huisgezin in botsing komen, wat treurige gevolgen zouden daar van ondervonden wordeu 1 Van de school moet alleen dat geweerd worden wal de godsdienstige gezindten van elkander onderscheidt. Door de tegen partij wordt dat niet erkend omdat op die wijze het reoht vap bestaan voor hare partijformatie zou verloren gaan. Spr. herinnerde daarop aan de houding van de rechterzijde in zake het amendement-de Beaufort. De poging der liberaleu om tot eeu vergelijk te komen was geheel te vergeefs gedaan en men bleef bjj zijn eisch dat de subsidie aan de bijzondere scholen in de Grondwet zou worden opgenomen. Men was niet tevreden dat de kans werd geopend op subsidie, men wilde zekerheid. Wat zou er van Nederland worden, vroeg spr. als aan dien eisch werd toegegeven Spr. toonde daarop aan hoe groot het verschil is tusschen de houding der hedendaagsobe auti-revoluiionnairen en die van hen, wier volgers zij heelen. Groen's leuze was In ons isolement ligt ome kracht En de antirevolutionnairen van thanssluiten een verbond met de Katholieken. Vroeger was het beginsel geen staatssubsidie en thans wil men de subsidie in de Grondwet verzekerd zien I Vroeger heette het dat geen begrooting mocht worden afgestemd om redenen buiten de begrooting en thans weigert men behaudeling van de zoo noodige Grondwetshertiening, zoolang niet de eisch betr. het onderwijs wordt toegegeven. Spr. wil leu slotte het antwoord geven op een vraag hem gedaan naar aan leiding van zijne missive aan de kieavereeniging. Deze vraag luidde Moet uwe verklaring dat gij eeniger- mate te gemoet wilt komen aan de tegenpartij aldus verstaan worden, dat gij ook aan subsidie der bijzondere school uw stem kunt geven Spr. vertrouwt dat zjj, die hem heden hoorden, die vraag niet meer tullen doen en evenmin zij die hem van vroeger kenden en tot zijn genoegen zijn vele oude keonissen tegen woordig maar ten overvloede wil hij dit zeggen dat zijn bedoeling deze was dat hjj in zoover de tegen partij wil tegemoet komen als de bedoeling was van het amendement-de Beaufort, doch verder in geen geval. Se 'tijden zjjn hoogst ernstig, vervolg apr, Ndg enkele dagen en de stembus tal uitspraak doen. Op het oogenblik dat deze gesloten is, zal beslist zjjn over het bestaan van de openbare sobool in Neder land. De aanstaande verkiezing is belangrijker dan ooit en dat dit begrepen wordt in het land blijkt uit de groote opgewektheid, die alom heerscht. Overal meetingen en openbare bijeenkomsten, waar de candidates selve hunne beginselen bloot leggen, zoo ook hier. Wanneer het resultaat van mijn woorden, zegt spr. mocht zjjn dat ook in Gouda de tegenstandera der openbare school vervangen werden door voorstanders, ik zou me daar natuurlijk ook persoonlijk over verblijden, maar die blijdschap be- teekende niets bij de groote blijdschap, die mjj zou vervullen als het resultaat van deze verkiezing was dat de zege werd verzekerd aan de openbare sohool. Dit derhalve moet ons aller leuze zijn Zij zullen haar niet hebben, de school in Neder land 1 Zij blijv' 'en allen tijde der vrijheid dier baarst pand 1 Een daverend applaus volgde op deze woorden. Een korte pauze werd daarop gehouden en toen was aan het woord Mr. A. I. Roest. Deze ving otlgeveer aldus aan Mijne heeren 1 Mijn geachte mede-candidaat heeft gesproken van de eigenaardige moeilijkheid, waarin wjj verkeeren en dat volkomen terecht. Niet dat ik het niet een groot voorrecht zou achten in uw midden te ver schijnen. In dugen van grooten strijd als waarin ons Vaderland heden verkeert is het goed dat zjj die onder één vaandel ten strijde trekken eens kennis met elkartr maken en ik heb behoefte U dank te zeggen voor de candidatuur, mjj reeds ter 2e male aangeboden. Spr. behandelde daarop de verhouding van de staatkundige partjjen op dit oogeubltk. Wij staan, zeide spr. tegeoover twee confessioneele groepen, die, zy' 't ook slechts tijdelijk, krachtig verbonden zijn. Welke is de politieke gedachte, die - hun ten grondslag legt P Die vraag is gemakkeijjker te stellen dan te beantwoorden. Het is eerder te zeggen wat tij niet willen, dan wat zij wel willen, en in alle gevallen heeft hun streven laatstelijk hierin bestaan om nuttige hervormingen tegen te houden, nl^de Grondwetsherziening. Telkens meent men bij ben een politieke gedachte te grijpen en telkens blijkt het niets dan een schaduw geweest te zjjn. Dit is althans een feit, dat zjj de regeling van allerlei zaken, die dringend herziening behoeven, tegenhouden, als de kiesbevoegdheid, de troonsopvolging, 's lands Defensie enz. Wat de kies bevoegdheid betreft, jzegt spr. een anderen grondslag dan de tegenwoordige noodig te achten. Algemeen stemrecht acht hij ten eenenmale verwerpelijk en geeft de voorkeur aau eeu zoodanige regeling, die zóó ver gaat om de volksvertegenwoordiging zoo breed en zoo diep mogeljjk te doen wortelen in het Ieren des volks. Spr. acht de handelwijze der tegenpartij ten op zichte der grondwetsherziening een constitutioneel ver grijp, cu tegen dergelijke politiek behooren wjj ona allen te verzetten. Tegen de politiek der tegenpartij verzetten wij ons, zegt spr., niet tegen haar religie. Den liberalen wordt voortdurend gemis aan gods dienstzin toegeschreven en zjj worden vijanden van deu godsdienst genoemd. Geheel ten onrechte. Zij willen gelijk recht voor alle religiën, maar geen ongeloof en geen onverschilligheid Het is onbegrij pelijk hoe dat leeljjke verwijt den liberaleu kon naar het hoofd geworpen, daar juist die partjjen, welke op kerkelijke dogmen gebaseerd zjjn, uit hun aard uitsluitend, uitdrijvend, exclusief moeten zjjn. Waar de twee oonfessioneele groepen, Calvijn en Rome, samengaan om een politiek doel te bereiken, daar ia de kiem voor bitteren godsdiensthaat gezaaid. Zjj kunnen niet anders dan noodige hervormingen tegenhouden, tot rcgeeren zyn zjj onmachtig. Lobman zelf heeft het verklaard, dat zjjn partij toeneeemt in kracht naar mate HUrtf eischen verworpen worden. Doch, werd er bij gevoegd, of met deu bloei van de partij ook het vaderland zal bloeien, dat moet be twijfeld wordeu. Wel ons, zeide spr., die zoo iets niet behoeven te beweren van ons politiek streven. Wjj kunnen werkeo met alle macht tot versterking onzer party en zjjo er van overtuigd dat daardoor tevens het vaderland gebaat zal ijjn 1 Nadat spr. vervolgens de voortdurende noodzake lijkheid voor de liberale partjj had aangetoond van zelfonderzoek en zelfcritiek, waarbij het Herzie u zei/ van Minister Modderman ons steeds voor oogen moet staau, wees hij op het bekende artikel der Utrecbt- sohe heeren, die, ofschoon staande op rechtzinnig standpunt, na de houding der anti-revolutionnairen in ile Kamer ronduit verklaren thans den liberalen candidaten hun stem te zullen geren. Is het U gegaan als mjj, aldus eindigde Bpr. dan zult gjj dikwjjls lu sombere stemming U hebben af gevraagd Waar moet het heen, als lieden van erns tige richting, van beschaving en van studie medegaan met eend richting die met de heiligste belangen van het volk speelt P By een aandachtige overweging van de teekenen der tjjdeo was er alle reden voor mistroostigheid, doch opnieuw krjjgt men moed sis men ziet hoe die Ulrechtsohe mannen ronduit breken met hunne vroegere vrieoden en zeggenzoo kan het niet langerHun stap begroeten wjj ala een heucheljjk feit en krjjgen hoop dat weldra een betere dag in Nederland zal aanbreken. Moge die niet te lang op zioh doen wachten I De vergadering betuigde door luide toejuichingen opnieuw hare instemming met het gesprokene. De heer Noothoven van Goor nam daarop als Voorzitter bet woord en zeide het volgende Mijne Heeren I Een kort woord als uw Voorzitter voordat ik deze vergadering sluit. De beraadslagingen over art. 194 hebben een niet ge noeg te roemen voordeel opgeleverd het bewije name lijk dat de tegenpartij (hoewel daartoe in de ge legenheid gesteld) de bezwaren die zij beweert te hebben tegen de regeling van het oudcrwjjs niet opgeruimd wil zien. Toen toch aangeboden werd ze weg te nemen, werd deze concessie afgewezen en beantwoord met het non-possumus. Men wil den stryd niet doen eindigen men wil dien doen voortduren. „Trouwens aldus zegt Mr. Goeman Borgesius in zjjn jongste brochureHe beteekenis van den verkiezingsstrijd „de heer Lobman heeft het in „eeu onbewaakt oogenblik telf gezegd Met eene „kleine wijziging van art. 194 nemen wij geen „genoegen, wanthet tegenwoordige artikel 194 „is bijzonder geschikt als middel van agitatie Daar „zit hem de kneep. De agitatie in den lande nog „te vermeerderen sohjjnt het hoogste ideaal der „kerkelijke dryvers. Hunne betuigingen van leed wezen over het voortduren van den strqd zjjn in „lijnrechten tegenspraak met hunne daden." „En over een zoo onvaderlandslievende politiek „durft men met vertrouwen de uitspraak der kiezers „afwachten Ala de rechterzijde haor zin krjjgt moeten ellen belangen, hoe gewiohtig ook, daarvoor wjjken. Geheel het veel omvattende werk tot voorbereiding der Grondwetsherziening zou voor niets gedaan zjjn. En toch door deze herziening tegen te houden, worden de dringendste hervormingen uitgesteld, wie weet voor hoe lang I Wordt in de nieuwe Kamer de rechterzijde meerderheid, dan zal men voor vele jaren de hoop moeten opgeven om b. v. eene betere regeling van ons kiesstelsel, die evenmin te verkrjjgen is zonder Grondwetsherziening dan een verbeterd defensie stelsel en betere regeling der troonsopvolging. Algemeen is toch terecht de overtuiging doorge drongen, dat het grondwettig census-stelsel velen uit sluit, wiens politieke ontwikkeling hem recht geeft op stemrecht. Doch ook vooral een betere regeling der troons opvolging want de tegenwoordige regeling biedt groote gevaren aan. De onduidelijkheden daarin moeten verdwijnen en mijns inziens is de opmerking juist dat naast kies recht troonsopvolging de gewichtigste is en zelfs ona onafhankelijk volksbestaan bedreigt. Thans, nu beide Konings zonen gestorven zyn, berust onze hoop alleen op onze zóó jeugdige prinses Wilbelmine. Meer dan ooit is het noodig thans alles uit onze Grondwet te verwijderen, wat ook slechts in de vertebuitenlandsche mogendheden zoude kunnen nopen zich terecht of ten onrechte met onze aangelegenheden te bemoeien. Neen, nu eenmaal door de Kroon de Grond wetsherziening aan de orde is gesteld, moet dete worden behandeld en terecht heeft den Koning op die herziening aangedrongen. Z. M. kent bet gewicht der omstandigheden en het werk dat gedaau moet worden, kan beter geschieden onder 's Konings krachtige leiding dan wanneer het door roekeloos uitstel mocht worden gelegd op zwakkere schouders. De rechterzijde had zonder verzaking van eenig beginsel en zich houdende aan gestelde eischen den schoolstrijd een oogenblik kunnen staked, om met vereenigde krachten te werken aan de oplos sing dier gewichtige belangen. Maar het is waar, men heeft niet gewild. Een leider der anti-revolutionaire party heeft het openljjk verkondigd, dat „de strjjd moet worden voortgezet" en onverantwoordelijk daaraan durven toevoegen „een stryd, helaas! dieu wjj niet mogen opge ven maar die, zoo God het niet verhoedt I ons land teu verderve voert." De naam des Heeren gemengd in een staat kunde, die het Vaderland naar den rand des af- gronds voert I Onweersproken is dit gebleven en daarmede uit gesproken, dat de rechterzijde het partybelang boo ger stelt dan het heil dee Vaderlands. En ten slotte dit Mijne Heeren Het Bestuur der Kieevereeniging Burgerplicht brengt hulde en dank aan de heeren Roest en Fortujjn Droogleever dat zjj de candidatuur hebben aangenomen, dat ijj het noodig hebbeu geoordeeld U persoonlijk te verklaren welke hunne meening ie omtrent gewichtige punten dat zjj U per- soonlijk hebben gewezen op het groote gewicht der verkiezingen van a. a. Dinsdag. De tairyke opkomst van U, Mijne Heeren bewijst mjj dat ge (I aansluit bij mijne dankbetuiging. Men zegthet kiesdistrict Gouda is voor de liberale zaak verlfeu, de opgewekte geest die thans in alle horden heerscht doet hopen op het tegendeel. Laten wy allen tpn krachtigste opwekken om alles te doen wat mogeljjk is, om a. a. Dinsdag de overwinning te behalen. Laat geen uitstapjes, geen genoegens (het is derde Pinksterdaggeeo drukke bezigheden, geen af stand ons weêrhouden om onze burgerplicht te ver vullen. Laat niemand onzer rust hebben voor dat hjj zelf ter stembus is gegaan en al zjjne vrienden en be kenden heeft aangemaand, opgezweept meêgetroond. Welke dan ook de uitslag moge zjjo, laten wjj daarin kunnen berusten, dat wjj allen hebben mede gewerkt, met al onze kracht om eene beslissing te verkrjjgen, die het meest wenschelyk is in bet belang van ons dierbaar vaderlaod. Ik heb vertrouwen in het stemmeu-aantal dat de vrijzinnigen zullen uitbrengen, al ware het onverhoopt alleen eeu kraohtig protest. Ik heb vertrouwen in deu uitslag, al schat ik de krachteu der tegenpartij niet gering. Die zjjn aanzienlijk 1 Zij hebben het aanzien hunner geestelijke voor gangers, huu krachtige organisatie, bun geld 1 Doch wy hebbeu itelfvertrouwen en bezieling. Wij kunoen op de geschiedenis der joogste dagen met voldoening terugzien, en de naaste toekomst met vertrouwen afwachten. De vrijzinnigen hebben gerechtigheid gewild, maar de tegenpartij heeft die afgewezen. Wy streven naar hervormiog, maar de tegen partij maakt die onmogelijk. Wjj behartigen de belangen van ons vaderland, doch de tegenpartij heeft den gevaarvollen politieken toestand voor hare verantwoording, wjjl zjj haar partybelang stelt boven het belang des vaderlands. Toont, Mijne Heeren bij de stembus van a. s. Dins dag dat gij allen het belang des vaderlands beoogt 1 Een daverend lang aanhoudend applaus bekrach tigde deze woorden en daarop werd de vergadering gesloten. De N. R. Ct. ontving het volgebd sohryven dat zeker aller aandacht verdient Met levendige belangstelling heb ik Maandag jl. de door den oud-Minister mr. Vissering gepresi deerde meeting in Diligentia bijgewoond ik ging er heen, niet „ofschoon" zooals mjj dezer dagen iemand vraagde neen „omdat ik mjj gelukkig acht gerekend te worden lot die Nederlanders, die den in Christus geopenbaardeo God beljjden. Zjj tijn, zeker niet minder dan anderen, geroepen om met al den ernst die in ben is te protectee, reu tegen elk zedelijk kwaad, tegen elke zonde. En wat is het anders dan zonde, als hij die zelf overtuigd is dat hij door God aan eene bepaalde plaats gesteld is, weigert de pliobten te vervullen hem aldaar dus door God opgelegd. Dit nu hebben de mannen der rechterzijde mijns inziens ontegenzeggelijk gedaan. Ik stel er dan ook prjjs op openlijk mjjn dank te betuigen aan hen die zioh beijverden om mjj en anderen een helder inzicht te geven in de beteekenis der naderende verkiezingtot dat einde veroorloof ik mij uwe welwillende tusacbenkomst in te roepen. Is het niet onbescheiden daaraan nog een ander verzoek toe te voegen, dan zou ik u willen vragen my behulpzaam te willen zyn, opdat aan allen die op den hierboven door mjj aangegeven godsdienstigen grond staan, duideljjk gemaakt worde, dat zjj geen zondige handeling mogende steunen aan God ver schuldigd zjjn andere mannen af te vaardigen naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal dan die, welke het „non possumus" huldigden, en zoodoendehei- laas, door partygeest gedreven en tot zonde verlokt aan ons dierbaar Vaderland het behoud opdrongen van eene gebrekkige Grondwet, door hen zeiven veroordeeld. Aan wie moeten mjjne geestverwanten dan wél huu stem geven P Regelen kdn ik daarvoor natuurlyk niet aanduiden. Ik voor my aarzel niet (in dit district) de liberale candidaten te steunen; ik heb geen enkele re den, om hun, wat het staatsbeleid betreft, niet mjjn volle verlrovwen te schenken. Nooit heb ik trouwens ergens een bewijs gevonden voor de stelling, dat de liberale staatkunde zou stryden met Gods woord. Overigens vergete de Christen niet, dat hjj behoort te staan „in de vrjjheid twjjfelt hjj dus aan wie van de ge stelde candidaten hjj zjjne stem zal geven, dan stemme hjj in geeo geval voor een hem opgedron gen candidaat. Den hem door God opgetegden kies plicht moet hjj vervullen, en hjj brenge zijne stem uit op dien persoon, die »aar zjjne meeuing het meest geschikt is om een mandaat als afgevaardigde te vervullen, ooverscbillig of dié persoon al dan niet candidaat gesteld is. Dat doende brengt hjj nooit een verloren stem uit, immeré verhoogt zijne stem het cijfer van de volstrekte meerderheid f Hij oefent dan op de verkieziog, op het beheer van 's lands zaken, den invloed uit, die God gedoogt neen verlangt dat hjj daarop zal hebben, d. i. hjj vol brengt ziju christenplicht. V dank zeggende voor de mij verleende ruimte, heb ik de eer mjj te noemen, geachte redacteur. Uw dienslw. dienaar, J. D. Six, Referendaris bij het Dep. van koloniën. 's-Gravenhage, 10 Juni 1886. INGEZONDEN. Er is in de laatste dagen veel gesproken en veel geschreven over de verkiezing. Veel goeds en nut tigs is er te berde gebracht, doch onder dat alles is er ééu artikel uitgekomen, dat wel de kroon spant en dat door ieder kiezer moet gelezen worden. Het is te groot om hier geheel te worden overgenomen, maar ten deele althans moeteu de kiezers ook in het district Gouda daarvan kennis nemen. Wij bedoelen het stuk der Utrechtsche heeren. Wat toch is het geval. Eenige hoogst bekwame mannen uit Utrecht bekend als streog-godsdieustig en de oxthodoxe richting toegedaan, die tot nu toe steeds de anti revolutionnairen stemden, verklaren in dat stuk openljjk de liberale candidaten te zullen stemmen. De bedoelde heeren zijn Jhr. E. van Weide van Dijkveld, Prof. Dn. J. J. P. Valeton Jr., Mr. A. R. Falck en Dr. J. H. Gunning Wen. en zij zeggen in het artikel hoofdzakelijk het volgende „De ondergeteekenden verklaren by dezen openljjk dat zjj by de aanstaande verkieziug van twee leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hun stem hopen uit te brengen op de liberale candidaten. Niet gewoon zich op politiek gebied nit te spreken, achten zij zich nu in hun geweien gebonden deze ver- klariog af te leggen. De staatkundige toestand van ons vaderland is donker. Tal van oorzaken hebben het hare er toe bygebracht dien toestand te doen worden, zooals hjj is. Maar onder deze zeker niet het minst de strjjd om de school. De ondergetee kenden, allen voorstanders van het bjjzonder onder wijs, omdat zjj wenschen de kinderen ook op de school onder de beademing des Evangelies te brengen betreuren het ten zeerste, dat deze strijd niet alleen is gebracht op politiek terrein, waar hjj niet behoort, maar ook den politieken toestand zoo zeer beheerscht, dat elke weusohelyke hervorming en hoevele zjjn er niet, waaraan de behoefte ten hemel schreit 1 er door wordt onmogelijk gemaakt. Hiervan ligt naar hunne overtuiging de schuld voor een groot deel aan de wjjze, waarop deze strijd door de „anti-revolutionaire" partjj wordt gevoerd. Met verontwaardiging hebben zij kennis genomen van de houding vooral ook bij de bespreking van de voorstellen lot Grondwetsherziening, door de leden dezer partjj in de Tweede Kamer aangenomen. Zich houdende aan vroeger gestelde eischen en zonder versakiog vau eenig beginsel, had men den strijd voor een oogenblik kunnen staken, ten einde met ver eende krachten te arbeiden aan de oplossing van zoovele vtagen, die voor het heil des Vaderlands van de grootste beteekenis zjjn. Edoch, mer. heeft uiet gewild. Men heeft openljjk verkondigd, dat de strjjd moet worden voortgezet, en er het onverant woordelijk woord aan durven toevoegen „een stryd, helaas! dien wjj niet mogen opgeven, maar die, zoo God het niet verhoedt, ons laud teu verderve voert". Tegen dit woord is geen enkel lid der anti-revo lutionaire partjj in verzet gekomen. Ronduit heeft men daarmede uitgesproken het partybelang hooger te stellen dan de erkende belangen des Vaderlands, Hierbij komt nog iels. De party, die dit doet, noemt zich de „Christelijke" bij uitnemendheid. Zjj strijdt onder heilige leuzen, en beweert op te komen voor de belangen van ons „Christenvolk"., En toch, waar de belangen der partjj dit schjjnen te eischen, daar schroomt tjj niet, de geschiedenis van ons volk een slag in het aangezicht gevend, op Rome te steunen en met Rome mede te gaan. Alles wat in ons is, komt daartegen op. Wjj zjjn er verre, zeer verre van af, alles voor onze rekening te nemen, wat er ook in den schoolstrijd van „liberale" zijde is gezegd en gedaan. Maar evënmin als wjj ons willen iaten begoochelen door Christelijk klinkende leuzen, evenmin vreezen wjj den naam „liberaal". Het is ons te doen om mannen ratf karakter en tronw, mannen die zich nimmer zullen laten vinden om, ter wille van eenen zetel, zich de gehoorzame dienaren te stellen van eene partjj; mannen die zullen opkomen voor de werkelijke belangen del Vader lands, ook, als dit noodig is, met opoffering van eigen wenschen en persoonlijke inzichten." Hier volgeo dan als onderteekenaars, bovenge- genoerade namen, waaronder die van Prof. Valeton en Gunniog. Wat dunkt U, moet niet menig onzer, die tot heden ook meer sympathie had voor de anti- revolutionnaire candidaten, het niet toestemmen dat de heeren gelijk hebben 1 Geen twjjfel mogelijk of bij eene aandachtige lezing van bovengenoemde rege len en bij ernstige overweging daarvan zal menig waarachtig godsdienstig man in ons district, stemden Ml "lolt vroeger anti-revolutionnairen, thans hun nirt zijn Bteni geven, mawr ditmaal aan den heer i en 25-JARIGE van CORNELIS JONKER j JAARTJE ADRIANA van EEUWEN. Gouda, 19 Juni 1886. V Ondertrouwd J. H. van der TORREN Kzn. can Zevenhuizen. N P. J. C. OOSTHOEK Alftn a-jd. Rijn, 11 Juni 1886. Receptie: Alfen a/d Rijn 13 Juni. Waddingeveen 20 Voorspoedig bevallen van eene Dochter M. BRUNS, Woenedajf 9 Juni 1886. geb. Abels. V Bevallen van een Dochter, W. J. SPRUIJT— 11 Juni.Redhl. v Op den 10» JUNI 1886 is te Gouda overleden de WelEerwaarde Heer DIRK KA- REL van MEERTEN, rustend Predikant bjj de Hervormde Gemeente te Oud-Beierland, in den ouderdom van 81 jaren en 6 maanden. Heden overleed ons innig geliefd Zoontje GERRIT JOHANNES, bijna 3 jaar oud. H. E. van der ROER. T. van der ROER— Gouda, 11 Juni 1886. Engelbregt. *i* De ondergeteekenden betuigen door deze hun dank voor de vele bewijzen van belang stelling, ondervonden by het overlijden van hun jongsten lieveling JOHAN. J. G. ARENTZ Gouda, 12 Juni 1886. en Echtgenoot. Onzen oprechten dank aan allen, zoowel van' hier als elders, voor de talrijke en harte lijke bewjjzen van deelneming bjj het ongeval van onzen Zoon ondervonden. W. van HELDEN C. van HELDEN— Gouda, 12 Juni 1886. Joosten. voor Mannen, Vrouwen en |Kinderen in verschillende kwaliteiten en alle grootten.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1886 | | pagina 2