TRICOT ONDERGOEDEREN
Mr. A. J. Roest
Mr. J. Fortnljii Droogleever.
4DVERTENTIËN.
SCHENK ZOOi\.
De VERKIEZING.
Spr. verzoekt daarop ieder, die neer aanleiding
der brieven aan de beide caadidaten vragen wenecht
te doen dit thans te zeggen, d>ar dan de heeren
in de gelegenheid tollen ziju bij de ontwikkeling
hunner denkbeelden die vragen te beantwoorden.
Geen der aanwetigen vervocht het woord. Dit
wordt daarop verleend aan den heer Mn. J. For-
TUIJN Droogleever, die ongeveer aldua aanving
Mijne Heeren I
Mijn geaohte mede-candidaat en ik verkeeren
eeniguina in een moeilijk geval. Niet dat wij
niet met groote ingenomenheid de nitnoodiging
tonden hebben aangenomeu om het woord te riehten
tot de kietere in het diatrict, waar men ona de
eer aandeed candidaat te atellen, maar èn door de
dagbladpers, èn door atroobiljetteu èn door mon
delinge geaprekken ia dat, hetgeen no aan de orde
ia in Nederland, en wat ook in dit diatrict vele
harten en hoofden warm maakt, meer en meer
geworden gemeen goed I Ik atel mij dan ook niet
voor veel nieuwe denkbeelden te ontwikkelen, dat
dan trouwens ook m. i. niet het doel is deter
bijeenkomst, maar voornamelijk tal het tijn eens
deels eeue herhaling, anderdeels eeu nadere verklaring
van hetgeen in de gepubliceerde brieven is getegd.
Met mijn mede-candidaat ben ik overeengekomen
dat hij meer in 't bijzonder tal spreken over den
toestand der politieke partijen op dit oogenblik, ter
wijl ik het hoogst belangrijke onderwerp zal behan
delen, dat reeds gedurende vele jaren de staatkunde
bederft, nl. het onderwijs.
Spr. treedt daarop in een korte uiteenzetting van
de achoolquaeatie en bespreekt allereerst art. 194
der Grondwet, dat dete beginselen huldigt 1. De
vrijheid van het geven van ouderwijs, behoudens
zekere waarborgen voor de bekwaatpheid en zede
lijkheid des onderwijzers. 2. Dat het owrol van over
heidswege voldoende tal gegeven worden en 3.
de inriohting van het onderwijs met eerbiediging
van ieders godsdienstige begrippen.
Bij dit laatste punt stond spr. vervolgens stil
en betoogde dat het onjuist was dat de Openbare
school neutraal is. De tegenpartij heeft haar voortdurend
verweten dat zij godsdienstloos is, en het spreekt van
zelf dat in een land als het onze, waar op gods
dienstzin zoo hooge prijs wordt gesteld, dit verwijt
diepen indruk moest maken. Het verwijt was bij
uitstek geschikt om de openbare school in min
achting te brengen, maar ten onrechte werd het
haar naar 't hoofd geslingerd. Zou, vraagt spr.,
op school een leesboek niet geoorloofd zijn, waar
gesproken wordt van God als onze Vader 1 Zou
't niet geoorloofd zijn op scholen, waar uit
sluitend R. C. leerlingen gaan, een kruisbeeld
van Jezus te hangen Nooit is het de bedoeling
geweest van den wetgever God van de openbare
school te weren, immers op die wijze zou de op-
voeding in het huisgezin in volkomen botsing komen
met die op de school en als school en huisgezin in
botsing komen, wat treurige gevolgen zouden daar
van ondervonden wordeu 1 Van de school moet
alleen dat geweerd worden wal de godsdienstige
gezindten van elkander onderscheidt. Door de tegen
partij wordt dat niet erkend omdat op die wijze
het reoht vap bestaan voor hare partijformatie zou
verloren gaan. Spr. herinnerde daarop aan de houding
van de rechterzijde in zake het amendement-de Beaufort.
De poging der liberaleu om tot eeu vergelijk te komen
was geheel te vergeefs gedaan en men bleef bjj zijn
eisch dat de subsidie aan de bijzondere scholen in
de Grondwet zou worden opgenomen. Men was niet
tevreden dat de kans werd geopend op subsidie, men
wilde zekerheid. Wat zou er van Nederland worden,
vroeg spr. als aan dien eisch werd toegegeven Spr.
toonde daarop aan hoe groot het verschil is tusschen
de houding der hedendaagsobe auti-revoluiionnairen
en die van hen, wier volgers zij heelen. Groen's
leuze was In ons isolement ligt ome kracht En
de antirevolutionnairen van thanssluiten
een verbond met de Katholieken. Vroeger was het
beginsel geen staatssubsidie en thans wil
men de subsidie in de Grondwet verzekerd zien I
Vroeger heette het dat geen begrooting mocht
worden afgestemd om redenen buiten de begrooting
en thans weigert men behaudeling van de zoo noodige
Grondwetshertiening, zoolang niet de eisch betr. het
onderwijs wordt toegegeven. Spr. wil leu slotte het
antwoord geven op een vraag hem gedaan naar aan
leiding van zijne missive aan de kieavereeniging. Deze
vraag luidde Moet uwe verklaring dat gij eeniger-
mate te gemoet wilt komen aan de tegenpartij aldus
verstaan worden, dat gij ook aan subsidie der bijzondere
school uw stem kunt geven Spr. vertrouwt dat zjj,
die hem heden hoorden, die vraag niet meer tullen
doen en evenmin zij die hem van vroeger kenden
en tot zijn genoegen zijn vele oude keonissen tegen
woordig maar ten overvloede wil hij dit zeggen
dat zijn bedoeling deze was dat hjj in zoover de tegen
partij wil tegemoet komen als de bedoeling was van
het amendement-de Beaufort, doch verder in geen
geval.
Se 'tijden zjjn hoogst ernstig, vervolg apr, Ndg
enkele dagen en de stembus tal uitspraak doen. Op
het oogenblik dat deze gesloten is, zal beslist zjjn
over het bestaan van de openbare sobool in Neder
land. De aanstaande verkiezing is belangrijker dan
ooit en dat dit begrepen wordt in het land blijkt
uit de groote opgewektheid, die alom heerscht.
Overal meetingen en openbare bijeenkomsten, waar
de candidates selve hunne beginselen bloot leggen,
zoo ook hier. Wanneer het resultaat van mijn
woorden, zegt spr. mocht zjjn dat ook in Gouda de
tegenstandera der openbare school vervangen werden
door voorstanders, ik zou me daar natuurlijk ook
persoonlijk over verblijden, maar die blijdschap be-
teekende niets bij de groote blijdschap, die mjj zou
vervullen als het resultaat van deze verkiezing was
dat de zege werd verzekerd aan de openbare sohool.
Dit derhalve moet ons aller leuze zijn
Zij zullen haar niet hebben, de school in Neder
land 1 Zij blijv' 'en allen tijde der vrijheid dier
baarst pand 1
Een daverend applaus volgde op deze woorden.
Een korte pauze werd daarop gehouden en toen
was aan het woord Mr. A. I. Roest.
Deze ving otlgeveer aldus aan
Mijne heeren 1
Mijn geachte mede-candidaat heeft gesproken van de
eigenaardige moeilijkheid, waarin wjj verkeeren en
dat volkomen terecht. Niet dat ik het niet een
groot voorrecht zou achten in uw midden te ver
schijnen. In dugen van grooten strijd als waarin ons
Vaderland heden verkeert is het goed dat zjj die
onder één vaandel ten strijde trekken eens kennis
met elkartr maken en ik heb behoefte U dank
te zeggen voor de candidatuur, mjj reeds ter
2e male aangeboden.
Spr. behandelde daarop de verhouding van de
staatkundige partjjen op dit oogeubltk.
Wij staan, zeide spr. tegeoover twee confessioneele
groepen, die, zy' 't ook slechts tijdelijk, krachtig
verbonden zijn. Welke is de politieke gedachte, die
- hun ten grondslag legt P Die vraag is gemakkeijjker
te stellen dan te beantwoorden. Het is eerder te
zeggen wat tij niet willen, dan wat zij wel willen,
en in alle gevallen heeft hun streven laatstelijk
hierin bestaan om nuttige hervormingen tegen te
houden, nl^de Grondwetsherziening.
Telkens meent men bij ben een politieke gedachte
te grijpen en telkens blijkt het niets dan een schaduw
geweest te zjjn. Dit is althans een feit, dat zjj de
regeling van allerlei zaken, die dringend herziening
behoeven, tegenhouden, als de kiesbevoegdheid, de
troonsopvolging, 's lands Defensie enz. Wat de kies
bevoegdheid betreft, jzegt spr. een anderen grondslag
dan de tegenwoordige noodig te achten. Algemeen
stemrecht acht hij ten eenenmale verwerpelijk en
geeft de voorkeur aau eeu zoodanige regeling, die
zóó ver gaat om de volksvertegenwoordiging zoo
breed en zoo diep mogeljjk te doen wortelen in het
Ieren des volks.
Spr. acht de handelwijze der tegenpartij ten op
zichte der grondwetsherziening een constitutioneel ver
grijp, cu tegen dergelijke politiek behooren wjj ona
allen te verzetten. Tegen de politiek der tegenpartij
verzetten wij ons, zegt spr., niet tegen haar religie.
Den liberalen wordt voortdurend gemis aan gods
dienstzin toegeschreven en zjj worden vijanden van
deu godsdienst genoemd. Geheel ten onrechte. Zij
willen gelijk recht voor alle religiën, maar geen
ongeloof en geen onverschilligheid Het is onbegrij
pelijk hoe dat leeljjke verwijt den liberaleu kon naar
het hoofd geworpen, daar juist die partjjen, welke
op kerkelijke dogmen gebaseerd zjjn, uit hun aard
uitsluitend, uitdrijvend, exclusief moeten zjjn.
Waar de twee oonfessioneele groepen, Calvijn en
Rome, samengaan om een politiek doel te bereiken,
daar ia de kiem voor bitteren godsdiensthaat gezaaid.
Zjj kunnen niet anders dan noodige hervormingen
tegenhouden, tot rcgeeren zyn zjj onmachtig. Lobman
zelf heeft het verklaard, dat zjjn partij toeneeemt
in kracht naar mate HUrtf eischen verworpen worden.
Doch, werd er bij gevoegd, of met deu bloei van de
partij ook het vaderland zal bloeien, dat moet be
twijfeld wordeu.
Wel ons, zeide spr., die zoo iets niet behoeven
te beweren van ons politiek streven. Wjj kunnen
werkeo met alle macht tot versterking onzer party
en zjjo er van overtuigd dat daardoor tevens het
vaderland gebaat zal ijjn 1
Nadat spr. vervolgens de voortdurende noodzake
lijkheid voor de liberale partjj had aangetoond van
zelfonderzoek en zelfcritiek, waarbij het Herzie u zei/
van Minister Modderman ons steeds voor oogen moet
staau, wees hij op het bekende artikel der Utrecbt-
sohe heeren, die, ofschoon staande op rechtzinnig
standpunt, na de houding der anti-revolutionnairen
in ile Kamer ronduit verklaren thans den liberalen
candidaten hun stem te zullen geren.
Is het U gegaan als mjj, aldus eindigde Bpr. dan
zult gjj dikwjjls lu sombere stemming U hebben af
gevraagd Waar moet het heen, als lieden van erns
tige richting, van beschaving en van studie medegaan
met eend richting die met de heiligste belangen van
het volk speelt P By een aandachtige overweging
van de teekenen der tjjdeo was er alle reden voor
mistroostigheid, doch opnieuw krjjgt men moed sis
men ziet hoe die Ulrechtsohe mannen ronduit breken
met hunne vroegere vrieoden en zeggenzoo kan
het niet langerHun stap begroeten wjj ala een
heucheljjk feit en krjjgen hoop dat weldra een betere
dag in Nederland zal aanbreken.
Moge die niet te lang op zioh doen wachten I
De vergadering betuigde door luide toejuichingen
opnieuw hare instemming met het gesprokene.
De heer Noothoven van Goor nam daarop als
Voorzitter bet woord en zeide het volgende
Mijne Heeren I
Een kort woord als uw Voorzitter voordat ik
deze vergadering sluit.
De beraadslagingen over art. 194 hebben een niet ge
noeg te roemen voordeel opgeleverd het bewije name
lijk dat de tegenpartij (hoewel daartoe in de ge
legenheid gesteld) de bezwaren die zij beweert
te hebben tegen de regeling van het oudcrwjjs
niet opgeruimd wil zien.
Toen toch aangeboden werd ze weg te nemen,
werd deze concessie afgewezen en beantwoord
met het non-possumus.
Men wil den stryd niet doen eindigen men
wil dien doen voortduren.
„Trouwens aldus zegt Mr. Goeman Borgesius
in zjjn jongste brochureHe beteekenis van den
verkiezingsstrijd „de heer Lobman heeft het in
„eeu onbewaakt oogenblik telf gezegd Met eene
„kleine wijziging van art. 194 nemen wij geen
„genoegen, wanthet tegenwoordige artikel 194
„is bijzonder geschikt als middel van agitatie Daar
„zit hem de kneep. De agitatie in den lande nog
„te vermeerderen sohjjnt het hoogste ideaal der
„kerkelijke dryvers. Hunne betuigingen van leed
wezen over het voortduren van den strqd zjjn in
„lijnrechten tegenspraak met hunne daden."
„En over een zoo onvaderlandslievende politiek
„durft men met vertrouwen de uitspraak der kiezers
„afwachten
Ala de rechterzijde haor zin krjjgt moeten ellen
belangen, hoe gewiohtig ook, daarvoor wjjken.
Geheel het veel omvattende werk tot voorbereiding
der Grondwetsherziening zou voor niets gedaan zjjn.
En toch door deze herziening tegen te houden,
worden de dringendste hervormingen uitgesteld, wie
weet voor hoe lang I
Wordt in de nieuwe Kamer de rechterzijde
meerderheid, dan zal men voor vele jaren de hoop
moeten opgeven om b. v. eene betere regeling van
ons kiesstelsel, die evenmin te verkrjjgen is zonder
Grondwetsherziening dan een verbeterd defensie
stelsel en betere regeling der troonsopvolging.
Algemeen is toch terecht de overtuiging doorge
drongen, dat het grondwettig census-stelsel velen uit
sluit, wiens politieke ontwikkeling hem recht geeft
op stemrecht.
Doch ook vooral een betere regeling der troons
opvolging want de tegenwoordige regeling biedt
groote gevaren aan.
De onduidelijkheden daarin moeten verdwijnen en
mijns inziens is de opmerking juist dat naast kies
recht troonsopvolging de gewichtigste is en zelfs ona
onafhankelijk volksbestaan bedreigt.
Thans, nu beide Konings zonen gestorven zyn,
berust onze hoop alleen op onze zóó jeugdige
prinses Wilbelmine.
Meer dan ooit is het noodig thans alles uit
onze Grondwet te verwijderen, wat ook slechts
in de vertebuitenlandsche mogendheden zoude
kunnen nopen zich terecht of ten onrechte
met onze aangelegenheden te bemoeien.
Neen, nu eenmaal door de Kroon de Grond
wetsherziening aan de orde is gesteld, moet dete
worden behandeld en terecht heeft den Koning
op die herziening aangedrongen.
Z. M. kent bet gewicht der omstandigheden
en het werk dat gedaau moet worden, kan beter
geschieden onder 's Konings krachtige leiding dan
wanneer het door roekeloos uitstel mocht
worden gelegd op zwakkere schouders.
De rechterzijde had zonder verzaking van eenig
beginsel en zich houdende aan gestelde eischen
den schoolstrijd een oogenblik kunnen staked, om
met vereenigde krachten te werken aan de oplos
sing dier gewichtige belangen.
Maar het is waar, men heeft niet gewild.
Een leider der anti-revolutionaire party heeft het
openljjk verkondigd, dat „de strjjd moet worden
voortgezet" en onverantwoordelijk daaraan durven
toevoegen
„een stryd, helaas! dieu wjj niet mogen opge
ven maar die, zoo God het niet verhoedt I ons land
teu verderve voert."
De naam des Heeren gemengd in een staat
kunde, die het Vaderland naar den rand des af-
gronds voert I
Onweersproken is dit gebleven en daarmede uit
gesproken, dat de rechterzijde het partybelang boo
ger stelt dan het heil dee Vaderlands.
En ten slotte dit Mijne Heeren
Het Bestuur der Kieevereeniging Burgerplicht
brengt hulde en dank aan de heeren Roest en
Fortujjn Droogleever dat zjj de candidatuur hebben
aangenomen, dat ijj het noodig hebbeu geoordeeld
U persoonlijk te verklaren welke hunne meening
ie omtrent gewichtige punten dat zjj U per-
soonlijk hebben gewezen op het groote gewicht der
verkiezingen van a. a. Dinsdag.
De tairyke opkomst van U, Mijne Heeren bewijst
mjj dat ge (I aansluit bij mijne dankbetuiging.
Men zegthet kiesdistrict Gouda is voor de
liberale zaak verlfeu, de opgewekte geest die thans
in alle horden heerscht doet hopen op het tegendeel.
Laten wy allen tpn krachtigste opwekken om
alles te doen wat mogeljjk is, om a. a. Dinsdag
de overwinning te behalen.
Laat geen uitstapjes, geen genoegens (het is derde
Pinksterdaggeeo drukke bezigheden, geen af
stand ons weêrhouden om onze burgerplicht te ver
vullen.
Laat niemand onzer rust hebben voor dat hjj zelf
ter stembus is gegaan en al zjjne vrienden en be
kenden heeft aangemaand, opgezweept meêgetroond.
Welke dan ook de uitslag moge zjjo, laten wjj
daarin kunnen berusten, dat wjj allen hebben mede
gewerkt, met al onze kracht om eene beslissing te
verkrjjgen, die het meest wenschelyk is in bet belang
van ons dierbaar vaderlaod.
Ik heb vertrouwen in het stemmeu-aantal dat de
vrijzinnigen zullen uitbrengen, al ware het onverhoopt
alleen eeu kraohtig protest.
Ik heb vertrouwen in deu uitslag, al schat ik de
krachteu der tegenpartij niet gering.
Die zjjn aanzienlijk 1
Zij hebben het aanzien hunner geestelijke voor
gangers, huu krachtige organisatie, bun geld 1
Doch wy hebbeu itelfvertrouwen en bezieling. Wij
kunoen op de geschiedenis der joogste dagen met
voldoening terugzien, en de naaste toekomst met
vertrouwen afwachten.
De vrijzinnigen hebben gerechtigheid gewild,
maar de tegenpartij heeft die afgewezen.
Wy streven naar hervormiog, maar de tegen
partij maakt die onmogelijk.
Wjj behartigen de belangen van ons vaderland,
doch de tegenpartij heeft den gevaarvollen politieken
toestand voor hare verantwoording, wjjl zjj haar
partybelang stelt boven het belang des vaderlands.
Toont, Mijne Heeren bij de stembus van a. s. Dins
dag dat gij allen het belang des vaderlands beoogt 1
Een daverend lang aanhoudend applaus bekrach
tigde deze woorden en daarop werd de vergadering
gesloten.
De N. R. Ct. ontving het volgebd sohryven dat
zeker aller aandacht verdient
Met levendige belangstelling heb ik Maandag jl.
de door den oud-Minister mr. Vissering gepresi
deerde meeting in Diligentia bijgewoond ik ging
er heen, niet „ofschoon" zooals mjj dezer dagen
iemand vraagde neen „omdat ik mjj gelukkig
acht gerekend te worden lot die Nederlanders, die
den in Christus geopenbaardeo God beljjden. Zjj
tijn, zeker niet minder dan anderen, geroepen om
met al den ernst die in ben is te protectee,
reu tegen elk zedelijk kwaad, tegen elke zonde.
En wat is het anders dan zonde, als hij die zelf
overtuigd is dat hij door God aan eene bepaalde
plaats gesteld is, weigert de pliobten te vervullen hem
aldaar dus door God opgelegd. Dit nu
hebben de mannen der rechterzijde mijns inziens
ontegenzeggelijk gedaan.
Ik stel er dan ook prjjs op openlijk mjjn dank
te betuigen aan hen die zioh beijverden om mjj
en anderen een helder inzicht te geven in de beteekenis
der naderende verkiezingtot dat einde veroorloof
ik mij uwe welwillende tusacbenkomst in te roepen.
Is het niet onbescheiden daaraan nog een ander
verzoek toe te voegen, dan zou ik u willen vragen
my behulpzaam te willen zyn, opdat aan allen die
op den hierboven door mjj aangegeven godsdienstigen
grond staan, duideljjk gemaakt worde, dat zjj geen
zondige handeling mogende steunen aan God ver
schuldigd zjjn andere mannen af te vaardigen naar
de Tweede Kamer der Staten-Generaal dan die, welke
het „non possumus" huldigden, en zoodoendehei-
laas, door partygeest gedreven en tot zonde verlokt
aan ons dierbaar Vaderland het behoud opdrongen van
eene gebrekkige Grondwet, door hen zeiven veroordeeld.
Aan wie moeten mjjne geestverwanten dan wél huu
stem geven P Regelen kdn ik daarvoor natuurlyk niet
aanduiden. Ik voor my aarzel niet (in dit district)
de liberale candidaten te steunen; ik heb geen enkele re
den, om hun, wat het staatsbeleid betreft, niet mjjn volle
verlrovwen te schenken. Nooit heb ik trouwens ergens
een bewijs gevonden voor de stelling, dat de liberale
staatkunde zou stryden met Gods woord. Overigens
vergete de Christen niet, dat hjj behoort te staan
„in de vrjjheid twjjfelt hjj dus aan wie van de ge
stelde candidaten hjj zjjne stem zal geven, dan
stemme hjj in geeo geval voor een hem opgedron
gen candidaat. Den hem door God opgetegden kies
plicht moet hjj vervullen, en hjj brenge zijne stem
uit op dien persoon, die »aar zjjne meeuing het
meest geschikt is om een mandaat als afgevaardigde
te vervullen, ooverscbillig of dié persoon al dan niet
candidaat gesteld is. Dat doende brengt hjj nooit
een verloren stem uit, immeré verhoogt zijne stem
het cijfer van de volstrekte meerderheid f Hij oefent
dan op de verkieziog, op het beheer van 's lands
zaken, den invloed uit, die God gedoogt neen
verlangt dat hjj daarop zal hebben, d. i. hjj vol
brengt ziju christenplicht.
V dank zeggende voor de mij verleende ruimte,
heb ik de eer mjj te noemen, geachte redacteur.
Uw dienslw. dienaar,
J. D. Six,
Referendaris bij het Dep. van koloniën.
's-Gravenhage, 10 Juni 1886.
INGEZONDEN.
Er is in de laatste dagen veel gesproken en veel
geschreven over de verkiezing. Veel goeds en nut
tigs is er te berde gebracht, doch onder dat alles is
er ééu artikel uitgekomen, dat wel de kroon spant
en dat door ieder kiezer moet gelezen worden. Het
is te groot om hier geheel te worden overgenomen,
maar ten deele althans moeteu de kiezers ook in het
district Gouda daarvan kennis nemen. Wij bedoelen
het stuk der Utrechtsche heeren. Wat toch is het
geval. Eenige hoogst bekwame mannen uit Utrecht
bekend als streog-godsdieustig en de oxthodoxe
richting toegedaan, die tot nu toe steeds de anti
revolutionnairen stemden, verklaren in dat stuk
openljjk de liberale candidaten te zullen stemmen.
De bedoelde heeren zijn Jhr. E. van Weide van
Dijkveld, Prof. Dn. J. J. P. Valeton Jr., Mr.
A. R. Falck en Dr. J. H. Gunning Wen. en zij
zeggen in het artikel hoofdzakelijk het volgende
„De ondergeteekenden verklaren by dezen openljjk
dat zjj by de aanstaande verkieziug van twee leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hun stem
hopen uit te brengen op de liberale candidaten.
Niet gewoon zich op politiek gebied nit te spreken,
achten zij zich nu in hun geweien gebonden deze ver-
klariog af te leggen. De staatkundige toestand van
ons vaderland is donker. Tal van oorzaken hebben
het hare er toe bygebracht dien toestand te doen
worden, zooals hjj is. Maar onder deze zeker niet
het minst de strjjd om de school. De ondergetee
kenden, allen voorstanders van het bjjzonder onder
wijs, omdat zjj wenschen de kinderen ook op de
school onder de beademing des Evangelies te brengen
betreuren het ten zeerste, dat deze strijd niet alleen
is gebracht op politiek terrein, waar hjj niet behoort,
maar ook den politieken toestand zoo zeer beheerscht,
dat elke weusohelyke hervorming en hoevele zjjn
er niet, waaraan de behoefte ten hemel schreit 1
er door wordt onmogelijk gemaakt.
Hiervan ligt naar hunne overtuiging de schuld
voor een groot deel aan de wjjze, waarop deze strijd
door de „anti-revolutionaire" partjj wordt gevoerd.
Met verontwaardiging hebben zij kennis genomen van
de houding vooral ook bij de bespreking van de
voorstellen lot Grondwetsherziening, door de leden
dezer partjj in de Tweede Kamer aangenomen. Zich
houdende aan vroeger gestelde eischen en zonder
versakiog vau eenig beginsel, had men den strijd
voor een oogenblik kunnen staken, ten einde met ver
eende krachten te arbeiden aan de oplossing van
zoovele vtagen, die voor het heil des Vaderlands
van de grootste beteekenis zjjn. Edoch, mer. heeft
uiet gewild. Men heeft openljjk verkondigd, dat de
strjjd moet worden voortgezet, en er het onverant
woordelijk woord aan durven toevoegen „een stryd,
helaas! dien wjj niet mogen opgeven, maar die, zoo
God het niet verhoedt, ons laud teu verderve voert".
Tegen dit woord is geen enkel lid der anti-revo
lutionaire partjj in verzet gekomen. Ronduit heeft
men daarmede uitgesproken het partybelang hooger
te stellen dan de erkende belangen des Vaderlands,
Hierbij komt nog iels. De party, die dit doet,
noemt zich de „Christelijke" bij uitnemendheid. Zjj
strijdt onder heilige leuzen, en beweert op te komen
voor de belangen van ons „Christenvolk"., En toch,
waar de belangen der partjj dit schjjnen te eischen,
daar schroomt tjj niet, de geschiedenis van ons volk
een slag in het aangezicht gevend, op Rome te
steunen en met Rome mede te gaan. Alles wat in
ons is, komt daartegen op. Wjj zjjn er verre, zeer
verre van af, alles voor onze rekening te nemen,
wat er ook in den schoolstrijd van „liberale" zijde
is gezegd en gedaan. Maar evënmin als wjj ons
willen iaten begoochelen door Christelijk klinkende
leuzen, evenmin vreezen wjj den naam „liberaal".
Het is ons te doen om mannen ratf karakter en
tronw, mannen die zich nimmer zullen laten vinden
om, ter wille van eenen zetel, zich de gehoorzame
dienaren te stellen van eene partjj; mannen die zullen
opkomen voor de werkelijke belangen del Vader
lands, ook, als dit noodig is, met opoffering van
eigen wenschen en persoonlijke inzichten."
Hier volgeo dan als onderteekenaars, bovenge-
genoerade namen, waaronder die van Prof. Valeton
en Gunniog.
Wat dunkt U, moet niet menig onzer, die tot
heden ook meer sympathie had voor de anti-
revolutionnaire candidaten, het niet toestemmen dat
de heeren gelijk hebben 1 Geen twjjfel mogelijk of
bij eene aandachtige lezing van bovengenoemde rege
len en bij ernstige overweging daarvan zal menig
waarachtig godsdienstig man in ons district, stemden
Ml "lolt vroeger anti-revolutionnairen, thans hun nirt
zijn Bteni geven, mawr ditmaal aan den heer
i en
25-JARIGE
van
CORNELIS JONKER
j JAARTJE ADRIANA van EEUWEN.
Gouda, 19 Juni 1886.
V Ondertrouwd
J. H. van der TORREN Kzn.
can Zevenhuizen.
N
P. J. C. OOSTHOEK
Alftn a-jd. Rijn, 11 Juni 1886.
Receptie: Alfen a/d Rijn 13 Juni.
Waddingeveen 20
Voorspoedig bevallen van eene Dochter
M. BRUNS,
Woenedajf 9 Juni 1886. geb. Abels.
V Bevallen van een Dochter,
W. J. SPRUIJT—
11 Juni.Redhl.
v Op den 10» JUNI 1886 is te Gouda
overleden de WelEerwaarde Heer DIRK KA-
REL van MEERTEN, rustend Predikant bjj
de Hervormde Gemeente te Oud-Beierland, in
den ouderdom van 81 jaren en 6 maanden.
Heden overleed ons innig geliefd Zoontje
GERRIT JOHANNES, bijna 3 jaar oud.
H. E. van der ROER.
T. van der ROER—
Gouda, 11 Juni 1886. Engelbregt.
*i* De ondergeteekenden betuigen door deze
hun dank voor de vele bewijzen van belang
stelling, ondervonden by het overlijden van
hun jongsten lieveling JOHAN.
J. G. ARENTZ
Gouda, 12 Juni 1886. en Echtgenoot.
Onzen oprechten dank aan allen, zoowel
van' hier als elders, voor de talrijke en harte
lijke bewjjzen van deelneming bjj het ongeval
van onzen Zoon ondervonden.
W. van HELDEN
C. van HELDEN—
Gouda, 12 Juni 1886. Joosten.
voor Mannen, Vrouwen en |Kinderen
in verschillende kwaliteiten en alle grootten.