Bultcnlandsch Overzicht.
ADVERTENTIfiN.
Burgerlijke Stand.
Moordrecht:
Gouderak
Stolwijk:
Beeuwijk
getuigen» af omtrent de wijze, waarop de suppoosten
rich ran hun taalr kwjjten.
In sommige lokalen ran het gesticht hadden eenige
rernienwingen en de nnodige herstellingen plaats.
Begenten achten de rernieuwing ran den solder
boren de keuken zeer wenseheljjk en de rernieuwing
ran het metselwerk der muren ran de stookplaatsen
alsmede die ran de gieren platen dringend noodig.
In het Bestuur kwam eene rerandering doordien
de heer J. M. Noothoven ran Goor, die zjjn ont
slag als Begent nam, rerrangen werd door den heer
H. G. Hoefhamer.
Hel Collegie ran Regentessen bleef onreraoderd.
Het Oode-Vrouwenhuis is onder hetzelfde bestunr
ale het St. Catharina-Gasthuis.
So. Het Iirailietisch Armbestuuronder welks
beheer ook staat het Oude Mannen- en Vrouwen
huis roor Israëlieten.
Deie instelling wordt niet raD wege de Gemeente
beheerd, maar door haar gesubsidieerd.
Het armbestuur verleende onderstand onafgebroken
aan 5 huisgezinnen en 5 afzonderlijk lerende per
sonen, en tijdelijk aan 6 huisgezinnen en 4 afzon
derlijk lerende personen.
In het borengenoemde gesticht werden op den
In Januari verpleegd: 7 mannen en 7 vrouwen.
In den loop ran bet jaar werd 1 man daarin op
genomen, terwijl 1 vrouw stierf. Op den 31n De
cember bedroeg het aantal verpleegden wederom 14,
namelijk 8 mannen en 8 vrouwen.
Volgens de laatste goedgekeurde rekeningen (dienst
jaar 1884) bedroegen de subsidiëu door de Ge
meente aan de Instellingen van Weldadigheid ver
leend J 20805.—.
Wordt vervolgd.)
Bene woning met ongeveer 15 hectaren gewoon
Wei- en Bouwland werd dere week te Zevenhuizen
verkocht voor 22,000. Dit ten bewijze dat de
daling der landprjjzen hier nog zoo erg niet is.
In «Felix Meritis' te Amsterdam had Zondag het
hulde-betoon aan den heer W. J. Hofdijk plaats, ter ge
legenheid van des dichters 70sten verjaardag.
Een commissie, waarvan Dr. J. Ten Brink voor
zitter en de heer J.H. Bossing secretaris is, had ge
zorgd, dat den jubilaris een stoffelijk bewijs van
sympathie mingeboden werd, hetgeen bij monde van
den Leidscheo boogleeraar plaats had.
Er werd een prachtig gedenkalbum bijgevoegd.
Bovenaan op de ljjst prijkte de naam ran H. D.
H. de Groothertogin van Saksen-Weimar en voorts
tal van personen, in 't geheel 600 namen.
Namens een aantal geboren Alkmaarders werd door
den heer A. B. Geele, en namens de club der Flo-
risten door den heer A. W. Biegen een geschenk
aangeboden.
Ook werd het woord geroerd door den burgemeester
Mr. Van Tienhoren, Dr. Hasebroek, professor Quack,
Dr. Dorbeek, prof. De Vries, prof. Frédéricq uit
Gent, de heeren Laurillard, Sehölvinck, Bianchi en
prof. Stokvis, namens verschillende corporatiën.
«Amstels Mannenkoor" en de zanger Rogmans
luisterden de plechtigheid op.
't Feest werd besloten door een maaltijd op
«Duinlust" te Santpoort, waar veel gesproken en
gezongen werd, o. a. zeer geestig door den heer
Harerachmidt.
Dirk van Steen, 15 jaar, kantoorbediende, lang,
haar kort en donkerbruin, oogen bruin, kleur gezond,
postuur slank, knap uiterlijk, wond aan den binnen
kant der rechterband, gekleed met donkerblauw pak,
nieuwe fantasiehoed en nieuwe bottines, heeft zich
26 dezer schuldig gemaakt aan misbruik van ver
trouwen, ten nadeele van de firma A. Noorduin
en Zn te Nijmegen, door het zioh toeeigencn vau
een hem ter aanteekeuing ter hand gestelden brief
aan het adres van Lippman Rosenthal en Co. te
Amsterdam, inhoudende f 14,300 aan bankbiljetten,
en wel 1 van 1000 lett. Q no. 379, 44 van 300
en 1 van 100 en een kassiersbriefje, getrokken
door Hope en Co. te Amsterdam op de Associatie
Cassa aldaar, groot 231.37.
In zijn geselschap is waarschijnlijk Adriaan Pieter
Boose, 18 jaar, ververs-leerling te Nijmegen, haar
blond, lang, oogen blauw, gekleed met bruin geruit
faataaiepak, fantasiehoed en bottines, wit overhemd
en omliggend boord.
Beide jongens hebben gisteren Nijmegen verlaten.
De commissaris van politie aldaar verzoekt hunne
opsporing, aankonding en berieht.
Het jaar 1886 zal in de geschiedenis kunnen
aangeteekend worden als een bijzonder keraenjaar.
Handelaars in deze fruit herinneren zich niet
dat de meeste boomen gedurende hun regime zoo
goed gedragen hebben als thans. Het spreekwoord
zegt lest heugt best, maar indien de harde wind
van verleden Zaterdag niet zooveel schade had
aangericht dan sou men miatcbien den tijd be
leefd hebben dat een pond kerseu voor 3 of 4
oent werd verkooht. Onder Kappelle zijn vier boo
men verkooht voor /110. De prijs per mand
daalde van 1 tot f 0.50. (M. C(.)
Het Politienieuws bevat de akte van beschuldi
ging tegen Ferdinand Herman liese, den kellner,
die zooals men zioh herinneren zal, betrokken is in
de geheimzinnige zaak van den kapper L' Amblé,
wiens lijk op 30 Nov. iu verkoolden toestand werd
gevonden op zjjn bed in perceel 57, Kloveniers
burgwal hoek Zandstraat, Amsterdam. Het O. M.
bg het Gerechtshof aldaar heeft geen termen ge
vonden om L. te beschuldigen van moord. Het
lgk is geschouwd en uit het onderzoek der deskun
digen is gebleken, dat L'Amblé kort roor zjjn
overlijden sterken drank had gebruikt dat hij
gestorven is tengevolge van stikking en dat hjj
verbrand is, na te zijn gestiktdat de hals, de
nek en het hoofd zoo sterk gebrand hadden, dat
er geen bewijzen te ontdekken waren voor het
aanwezig geweest zijn van een strop of een paar
geweldplegende handen.
Besch. houdt vol, dat hij, nadat L'Amblé en hjj
beschonken waren ingeslapen, bij zijn ontwaken
zgn vriend dood naast zich in bed had gevondeu.
Hg had op alle wjjzen beproefd hem te
wekken, dooh vergeefs daarna had hg het plan
opgevat zich de zaken van den overledene toe te
eigenen en tot het volvoeren van dit plan gewacht
tot bet avond was. Voor het inpakken had hjj
toen licht noodig gehad en uit vrees voor ontdek
king door de buren slechts een kaars aangestoken.
Deze, door hem zonder eenig boos opzet voor het
bed van den overledene geplaatst, moet volgens
hem den brand hebben veroorzaakt. De door besch.
medegenomen voorwerpen werden, behalve een hor
loge, een ring, een portemonnaie en een portefeuille,
allen iu .zjjn bezit gevonden en een grijze overjas,
door hem gedragen, welke zooals men weet, zjjn
ontdekking ten gevolge had. Hjj wordt thans be
schuldigd van diefetal bij nacht in een bewoond
hut».
Het Maimer Tageblait heeft een aantal nieuwe
grappen van het exercitieveld.
Onderofficier Ik weet eigenlijk in 't geheel niet
wat jelui marcheeren beteekent. Bij jelui vergeleken,
is een slak met een gebroken been een hnrdlooper;
het been komt bij jelui veel te langzaam vooruit
dat moet te voorschijn schieten, als een gesmeerde
bliksem I»
Korporaal bjj de recruten, tot den onderofficier
n Ik weet niet, waarin het liggen kan, dat dezen
kerel geen enkele helm past 1" Sergeant, na
een korte poos man en helm bekeken te hebben
«Waaraan dat ligt De helmen zijn goed, maar de
kop van den kerel is buiten model I
Onderofficier, tot een rekruut, die te kort geknipte
haren draagt «Als je morgen weer met zulke korte
haren aankomt, wandel je in arrest voor drie dagen,
begrepen
Waohtmeester «Jjj, Strobel, waarom zjjn de
sabels der huzaren krom Strobel om den houw
beter te doen aankotnen." Wachtmeester «De
«abels der huzaren zgn krom, omdat de scheden
gebogen zjjn aoders kouden ze er immers niet in P"
Luitenant, tot den rekruut«wat ia het hoogste
sieraad van den soldaat De punt op zijn
Piokelhaube, luitenant
Omtrent het ondëhwerp der heideontginning tot
werkverschaffing wordt san wege directeuren der
Ned. maatsch. ter bevordering van nijverheid, het
volgende rapport medegedeeld van de commissie,
daartoe benoemd door de maatschappij ter bevor
dering van nijverheid, gezamenlijk met de vereeniging
voor fabriek- en hsnd#erksnjjverheid, en bestaande
uit de heeren mr. J. H. Sohober, mr. F. Fahud
de Montanges, W. G. Boele, J. van Hasselt en
jhr. mr. Elout vsn Soeterwoude, tevens secre
taris.
De commissie heeft eenige vergaderingen gehouden
ter voorloopige besprekingen, en was zij eenstem
mig van oordeel, dat de werkeloozen in de groote
steden in den regel niet in de termen kunnen
vallen onder zoodanigen, wie door heide-ontginning,
onder welken vorm ook; werk zog kuunen worden
verschaft, omdat die werkeloozen grootendeels am
bachtslieden zjjn, zooals metselaars, timmerlieden,
schilders, meubelmakers enz., allen mensohen, die
het spitwerk niet verstaan en ook niet bjj
machte zjjn dat werk te verrichten, zooals dit
bij ontginning van heigronden gevorderd moet worden.
Zij hebben dan nooit gedaan, noch geleerd hunne
lichamelijke ontwikkeling maakt hen daarvoor onge
schikt, terwijl daarenboven zulke menschen, die
gewoon zgn aan een stadsleven, niet of moeilijk
zioh kunnen gewennen aan een landleven. Mochten
er dus onder zoodanige werkeloozen gevonden worden
die, door nood gedrongen, zich voor het hierbe-
doeld landwerk hadden aangemeld, dan zal en moet
het noodwendig gevolg biervan zjjn, dat zjj, zoodra
mogelijk, hun landwerk weder in den steek zouden
laten, om stadwaarts terug te keeren. Teleurstelling
van beide parljjen zal met zulke lieden het natuurlijk
en noodzakelijk gevolg zijn.
Bjj de bespreking door de commissie van de
wgze, waarop de beoogde heide-ontginning het
meest doeltreffend zou zgn, zoo ook bjj de
overweging van de financieele gevolgen daarvan,
kwam van zelf de vraag op, of, en zoo ja, waar
heide ter ontginning zou zijn te verkrijgen. Deze
vraag kon door de commissie niet worden beant
woord de president werd daarom gemaobtigd,
hieromtrent een onderzoek in te stellen en verder
zoodanige inlichtingen en gegevens te verzamelen,,
als noodig waren om de commissie in staat te
stellen, met vrucht hare taak te vervolgen eu een
practiseh resultaat te verkrijgen. Het eerst heeft
men zioh daarvoor gewend tot den minister van
binuenlandache zaken, met verzoek door bemidde
ling van de commissarissen des Koniogs in de
verschillende provinciën, die inlichtingen ter zake
te verschaffen die men boodig had. Tot aller
leedwezen heeft de minister evenwel geene termen
gevonden, zijne zoo zeer gewaardeerde medewerking
daartoe te scheuken. De commissie heeft zioh
daarna gewend tot de burgemeesters van gemeenten,
waar zioh heidegronden bevinden, met de vraag
hoeveel daarvau voor het doel van ontginning zoude
kunnen worden afgestaau en tegen welken prjjs
per hectare. Tevens heeft de commissie zich ge
wend tot de directie der maatschappij tot bevorde
ring van nijverheid, tot de hoofd-directie van het
Nut van bet algemeen en tot de hoofddirectie van
de vereeuiging voor fabrieks- en handwerksnijver-
heid, met verzoek, door bemiddeling barer afdee-
lingeo en departementen, zoodanige inlichtingen en
gegevens te verschaffen, waardoor eene soort van
statistiek der werkeloosheid zou kunnen verkregen
worden. Middelerwijl heeft men zich ook gewend
tot de versohijlende autoriteiten en specialiteiten op
het gebied van heide-ontginning in het buitenland%
om te weten te komen, wat de ervaring op dit
gebied daar heeft geleerd.
De commissie is nu wachtende op antwoorden
op al die vragen, de boop koesterende, dat zjj
daardoor ia staat zal worden gesteld, hare werk
zaamheden voort te zetten en tot een goed en
doeltreffend resnltaat te komen.
De Werkmansbodehet orgaan van het Neder-
lsndsch Werkliedenverbond, vestigt de bijzondere
aandaoht op het adres aan den Minister van Wa
terstaat ent. van wege de Kamer van Koophandel
te Amsterdam gezonden, over een wjjziging in de
«algemeene voorwaarden", waaraan de aannemers
van Bjjks- en meerendeels van particuliere werken
bij openbare aanbestedingen zich moeten onderwerpen.
Genoemde Kamer zegt geraadpleegd te hebben met
wezenlijke deskundigen, en toont in dat tchrjjven
aan, welke bepalingen niet met de rechtvaardig
heid en billijkheid strookeu, aia waardoor een zware
risico op den aannemer bljjft drukken wegens ge
beurtenissen die hjj óf niet kan voorkomen, óf die
't gevolg zijn van fouten, verkeerde berekeoingen,
omschrijvingen of aanwjjzingen door de bestedere-
zelven gemaakt. Deze zaak verdient onze volle
aandaoht en belangstelling, zegt het blad, want hoe
meer zich de solide, flinke aannemers aan openbare
werken onttrekken en dit verklaren zj] thans
voor een niet gering deel te moeten doen des
te slechter wordt de toestand voor de ouder hen
werkende arbeidslieden. Dit springt in 't oog en
de feilen bewijzen het tevens: wordt er een werk
aangenomen, dat voor de aangenomen som niet op
te leveren is, indien men de kerk in 't midden wil
laten, dan ziet man meestal dat de werkman op zjjn
loon beknibbeld wordt, om een beetje tot verhaal
te komen.
Zeker zullen onze belangstellende lezers met ons
van harte wenaoheu, dat de flinke stap van de
bedoelde Kamer met een gunstigen uitslag bekroond
worde, gedaohtig aan de ondervindiog gaat het
den flinken soliden aannemer goed, dan vergeet
hij zgn jongens niet.
Door De Amsterdammer zijn onlangs een drietal
artikelen gewjjd aan de beoordeeling van de aanhangige
ontwerpen tot herziening van de Geneeskundige
wetten. De daarbjj voorgestelde afschaffing van de
Geneeskundige Raden en bun vervanging door ad
viseurs noemt het blad een practisohen en verstan-
digen maatregel van bezuiniging. De wenscheljjkheid
van de afschaffing was reeds een bij de genees
kundigen in 't algemeen gevestigde overtuiging.
Maar O. a. voor de visitatie van de apotheken
moest er iets anders root inde plaats komen. Het
ts echter de vraag, of van het voorstel om die
taak aan onbezoldigde adviseurs op te dragen niet
bljjken tal, dat de zuinigheid de wjjtheid heeft
bedrogen, daar het teer moeieljjk tal zjjn, phsr-
maoeutiiohe adviseurs te vinden, die ter wille vao
dien eerepost zich het voordeel van medicijnen te
leveren zullen ontzeggenmocht di; bljjken, dan
kon men er eohter later altijd nog toe overgaan,
om bel stelsel van bezoldigde inspeoteurs van de
spotheken te ombelzen maar ook dan nog is het
van de adviseurs noodig als steuu voor den inspec
teur, die anders geheel op zichzelf zon slaan en
daardoor te machteloos zou zgn.
Voor een latere regeling, iu verband met een
wijziging van de wet op het Hooger Onderwijs,
beveelt de sohr. het denkbeeld van den heer Beelserts
van Blokland aan, om arroudiasements-commissiën
roor de grootere gemeenten aan te stellen. Aan de
eischen, welke aan een goede geneeskundigen orga
nisatie gesteld moeten worden, meent de Begeering
dat door het bestaande eeoigermste is voldaan den
bestaanden grondslag behoudende, moest hjj aange
vuld worden met wat de ondervinding weuscbeljjk
had doen bljjken, zuinigheidshalve vereenvoudigd
waar dit zonder schade kan geschieden. Wat men de ei
gen hygiënische werkplaats voor den Inapeoteur bedoeld
wordt, it de Anut. hem eohter niet precies duideljjk,
evenmin als bjj da bedoeling begrjjpt van de bepaling,
dat «andere deskundigen" tot de sameukomsten der in
specteurs tullen worden toegelaten. Den maatregel,
dat aan de in te stellen gezondheids-coinmissiëu
de bevoegdheid zou worden toegekend om ongevraagd
advies uit te brengeu aan Gemeenteraad en Ge
meentebestuur, juicht de tehrjjver zeer toe.
De toekenuing van het recht aan de inspecteurs
en adviseurs om onder Zekere voorwaarden allerlei
gebouwen, fabriken eu werkplaatsen binnen te
treden, bevredigt hem échter niet hjj had hun de
verplichting tot geregeld bezoek willen opleggen.
Wat de Begeeriog wjjsigeu wil in art. 6 der
wet op de artsenjjbereidkunat, tot wegneming van
de aohtersteliing van apdtbekert voor een verkeop van
niet in de pharmacopea vermelde middelen, komt
hem billijk voor -, maar uiet, dat de Regeering met
de eene hand terugneemt wat zjj met de andere
gaf. door op het privillege der apothekers uitson
deringen voor te stellen. Van den apotheker worden
wetenschappeljjke studiën gevorderd, maar dan mogen
de privileges, zoo duur door hen^ekouht niet gratis
aan oonourreereride handelaren worden toegekend,
ook niet ter wille van het publiek, dat vele ge
neesmiddelen daar goedkooper verkrijgen kun want
voor de bescherming, die het vraagt, moet het dan
ook hoogeren prjjs Willen betalen voor de be-
sohermde artikelen.
Uit bet verbod'om genaèsmiddelen, waarin ver
giften lijn voorgeschreven, meer dan eenmaal af te
leveren, zou de sohrjjver de geoursiveerde woorden
willeu doen vervallen, ten bate van den medicus,
den auctor intellectualis van het recept, die nu
maar eenmaal de beloooing daarvoor kan genieten
en er s. i. iedere maal recht op heeft.
Met het voorschrift, dat het voorwerp, waarin
het geneesmiddel wordt afgeleverd, verzegeld moet
zjjn, als middel tegen bedrog, voor de aoliede apothe
kers als waarborg tegen lichtvaardige beschuldigingen
en omdat de meest bekende pharmacenten verklaard
hebben, er geen bezwaar in te zien.
De bjj het ontwerp uitgebreide verplichtingen
omtrent hel houden van registers voor den verkoop
van vergiften en de nieuwe artt. betreffende krank
zinnigheid en habitueele dronkenschap van apothe
kers, vermeldt de sohrjjver met instemming.
Met de uitbreidiug, aan art. 24, omtrent het
visiteeren van npothekeo gegeven, kan hjj sicb in
hoofdzaak vereenigen. Hjj meent echter, dat het
voorschrift om proces-verbaal op te maken ook zou
moeten uitgestrekt worden tot het aanwezig zjjn van
de weeg-, meet- en andere werktuigeu. De quaestie
der zindelijkheid zon hij daarentegen aan de apothe
kers en de appreoiatie van bet publiek durven
overlaten.
Do bezwaren erkennende, door de Regeering ge
opperd tegen het liohtvaardig afgeven van verklarin
gen van overljjden door geneeskundigen, keurt de
sobrgver ecbler de daartegen voorgestelde wijzigingen
in zooverre af, als de geneesheer daarvoor in strjjd
kan komen met zjjn eed van de ziekte des overle
denen te verzwjjgen, waaromtrent ook het ontwerp
in botsing komt met de jurisprudentie op dat punt.
Daarentegen beveelt hij, iu het belang van een
zuivere statistiek, aan, een bepaling op te nemen,
dat bij aangifte de oorzaak des doods vermeld
worde in de bjj het geneeskundig'Staatstoesioht in
gebruik zijnde terminologie.
Tegen het verbod aan geneeskundigen om binnen
een maand na het overljjden van den apotheker
in gemeenten waar slechts één apotheker woont,
geneesmiddelen te verkoopen, beeft de sohrjjver be
zwaar want stelt de Regeering het voor in het
belang der instandhouding van apotheken, hjj wil
liever opruiming daarvan in het belang der genees
kundigen.
De voorschriften tegen het overbrengen der be
smetting van kraamvrouwenkoorts acht hij onvol
doende óf het art. moest voorschrijven, dat de
practjjk iu ieder geval een paar weken gestaakt
moeten worden, óf er hadden meer afdoende voor
schriften omtrent desinfeotatie gegeven moeten worden.
Met het voorschrift tot schorsing van vroed
vrouwen, lijdende aun ziekten of kwalen, die gevaar
aanbrengen voor kraamvrouwen, kan de schrijver
tieh vereenigeo maar waarom die bepaling ook
niet voor mannelijke verlosknndigen
Ten opzichte der uitbreiding gegeven aan de toe
kenning van de bevoegdheid om de geneeskundige
praktjjk op Nederlandsche zeeschepen, met aitzoo-
ring van oorlogsvaartuigen, uit te oefenen, acht
hjj scherper formuleering noodig, want zooals het
voorgestelde art. nu luidt, zou men er bijv. ook
de dooters-djawa ouder kunnen verstaan. De be
doeling, en deze is billijk, is echter kennelijk alleen
om eervol ontslagen officieren van gezondheid, die
in Indië het aanmllings-examen hebben gedaan,
er onder te begrijpen.
Aan een der Duitsche bladen wordt uit Munchen
een merkwaardig tooueeltje in herinnering gebracht,
dat jaren geleden tusschen de twee helden in het
treurig drama, koning Lodewijk van Beieren en dr.
Gudden, voorviel. Het was in i 875, weinige dagen
voordat 's konings broeder, Otto, krankzinnig ver
klaard werd. Koning Lodewjjk had den beroemden
krankzinuigendokter in audiëntie geroepen, om van
hem zelf zijne meeuing omtrent den toestand vso
'skonings ongelukkigen broeder te vernemeu. Het
onderhoud had getuigen, want bet werd met open
deuren gevoerd, en in de voorkamer werkten een
aantal heeren van het koninkljjk secretariaat. Toe
vallig was er ook de toenmalige secretaris van den
later gestorven prins Adalbert bij, Baier, die zich
later, na den dood van den prius, vergiftigde.
Dr. Gudden stond midden in de kamer, toen
koning Lodewjjk Irotach en met opgericht hootd
binnentrad en hem scherp aanzag. «Wat dunkt u
van den toestand van mjjn broeder vroeg de
koning rechtaf. Majesteit", antwoordde de dokter
met eene buiging, «naar mijne meening is zijne
koninklijke hoogheid bedenkelijk ziek." «Zoo
De koning zweeg zeer lang, toen zeide hjj «Zou
mün broeder ouder uwe verpleging genezen
«Dat is niet te beloven", antwoordde Gudden,
«maar bet is te hopen, althans indien datgene ge
schiedt, wat ik zou willen doen." «Nu, en wat
souden dat dan roor dingen zjjn P Ik ben er nieuws
gierig naar." Gudden ovpjlegde bij zich zelf, en
zeide toen, den konipg aanziende «Ik moet uwe
majesteit opmerken, dat in zulke gevallen alles
streng naar bet oordeel van den dokter moet worden
opgevolgd. Zoo moest zjjn koninklijke hoogheid geheel
onder mjjn toezicht, onder mjjn commando geplaatst
worden. De prins moet in één woord alles doen,
wat ik voor raadzaam boud, kan ik hoop beloven,
anders niet."-
Bij deze laatste Woorden liep de koning met ge
kruiste armen voor Gudden heen en weer. Plotseling
bleet hjj staan en zeide «Ik dank u, dokter, een
Wiltelsbacher moet uiet, onthoud dat." De koning
keerde zioh om, en verdween zonder Ie groeten,
Gudden kreeg iulusschen toeh het oppertoezicht
over prins Otto, en de prins «moest," echter zonder
gevolg. Koning Lodewjjk echter «moest" niet, hij
beeft het den man der iwetenachap op vreeseljjke
wijs bewezen.
De Duitsche rjjksdag it nament de regeering door
den minister Von Bötticher gesloten.
Deze zitting van den Rjjksdag duurde bjjna acht
maanden. In dien tjjd werden 95 algemeene ver
gaderingen en een menigte bijeenkomsten der com
missies gehouden. De vrucht vau dezen arbeid is -.
uitbreiding der verzekering tegen ongelukken op
personen, die tot den soldatenstand behooren rege
ling der pensioen-wetgevingvoorloopige regeliug
der suiker-belasting en het verleenen der geldmid
delen voor het Noord-Oostzeekanaal. Het merkwaar
digste is echter dit zittingjaar door een negatief
resultaatda verwerping van prins Bisnaaroks voor
stel tot invoering van het alcohol-monopolie en
afkeuring der vervolgens voorgestelde verbruiksbe
lasting.
Het manifest vau den Graaf van Parijs ia voor
zjjn doen een kras stuk, wsnl da Orleansen waren
altjjd overdreven voorzichtig. Tk Parjjs beeft men
dan ook vreemd opgezien van die taalzulk een
aankondiging van de herstelling der monarchie had
niemand verwacht. Da opmerking wordt gemaakt,
dat de verklaring vao den Graaf, dat hjj als particulier
persoon in Frankrjjk woonde, wel wat met dit
mauifett in strjjd is. Niemand is intuaschen zoo
met dia stuk ingenomen alt de Minister-president
Freycinetwat beeft men hem al niet naar het
hoofd geworpen om die verbanningswet, en zie dat
manifest kan op goeden grond nu worden aangehaald
als een bewjjs, dat het tjjd werd zulke heeren te
verzoeken elders hun tenten op ie slaan. Het laat
zich aanzien, dat de verbanningsgeschiedenis spoedig
vergeten zal zijn, behalve bij de rechterzijde, die
nu reeds geen gelegenheid laat voorbijgaan om de
Regéering in de Kamer te dwarsboomen.
De burgemeesters der gemeenten uit de nabjjbeid
van Brussel hebben weer een bijeenkomst gehouden
met den heer Buis, ten einde te beraadslagen over
de betooging, welke de socialisten tegen 15 Aug.
hebben aangekondigd. Een beslissing werd niet ge
nomen, doch deze werd overgelaten aan den burge
meester van Brussel, die alleen de verantwoordelijkheid
op zich heeft genomen.
Het Noorweegsohe Storting heeft met 57 tegen
32 stemmen een verklariug aangenomen, waarin
het Noorweegsohe volk, met handhaving der trouw
jegens koning en vaderland en van de eer en de
rechten van het rijk, een zoo groot aandeel verlangt
in de leiding der buitenlandsche aangelegenheden,
als toekomt aan een zelfstandigen en met Zweden
gelijk gestelden staat. De minister Swerdrup ver
klaarde, dat de regeering zich volkomen met deze
resolutie vereenigt.
Rusland heeft te Konstantinopel aanmerking laten
maken op de houding van Vorst Alexander van
Bulgarije en de Porte aangemaand krachtig tus-
schenbeide te komen. De Porta beeft daar nooit
lust in gehad en zal er ook wel geen lust in
krjjgen. Dat Ruslaod zich steeds aan Bulgarije
ergert, laat zich hooren, maar niemand gelooft, dal
het daarom gewapenderhand zal optreden, want dat
zou een algemeenen oorlog ten gevolge hebben en
zulk een oorlog past Rusland vooreerst niet, vooral
niet uit een finsnciëel oogpunt.
In Spanje heerscht onder alle politieke partijen
onrust en bezorgdheid, het ergst onder de liberalen,
die een onbewust voorgevoel hebben, dat er iets
tusschen de carlisten en conservatieven gesponnen
wordt; waarvau men de draden op het Vaticaan
bijeenhoudt, en hetgeen ten koste der vrijzinnige
beginselen is. Deze onrust openbaart zich in den
toon der liberale bladen, welke hun verbittering
en vergramdbeid tegen de streng oonservatieven
achter geen stoelen of banken steken deze onrust
treedt duideljjk op den voorgrond bjj het debat
over het adres van antwoord op de troonrede.
Het kost vrij wat behendigheid en sluwheid van
Sagasta's kant om ongedeerd tusschen die verschil
lende politieke gemoedsbewegingen door te zeilen,
maar het is de vraag of het ministerie er gehetl
zopder averjj afkomteen scheuring in de meer
derheid der ministerieelen beschouwt men niet als
onwaarschijnlijk.
GEBOREN26 Juni. Bart, ondere P. de Jong en W. M.
Wagenaar. Frank, ondera F. de Weger en C. Reperon.
Elizabeth Clazios, ondera M. Eaaer en H. A. van der Pijl
Dirk Johannes, ondera J. B. Goedhart en A- Pnijk.
Margaretha Pieternella, oudera G. Sibbea en E. de Jong. -
27. Michel Johannes Arnoldos, ondera J. Houdijck en H.
M. Peetera. 28. Willem, ondera W. Hoegee en P. Bennis.
OVERLEDEN26 Juni. C- J. vau de Pavoordt, <73j.
27. E. ven Eek, 83 j. M. W, ven der Roer, wed. I. P.
Wagner, 33 j. 28. B. Boef, 1 j. 10 m. J. Dijkman, 1 j. 8 m.
GEBOREN Francina, ouders M. tan der Linden en T
Hazendonk. Adriana Maria, ouders A. Weggeman en M. Vis
OVERLEDENG. van Schaik, hnisvr. van A. Bikker, 60 j
GEHUWD: A. Koot en C. Bouwman.
GEBORENCornelia, ooders C. de Jong en J. van Adri-
chem. Cornelia, onders J. Ment en T. Boadesteijn.
GEHUWD: C. Verstoepen P. van Wijk.
OVERLEDEN: G. Uittenboogeerd, 14 d.
GEHUWD: D. Vonk en G. Kool.
GEBORENEva, ooders E. van Dgk en N. de Jong.
Jan, ouders D. Groenescheij en C. de Groot. Johannes,
ooders G. van der Winden en A. Splinter.
ONDERTROUWD: A. de Gans en T. de Knikker.
Bevallen van eene Dochter,
E. SIBBES—de Jong.
Gouda26 Juni 1886.
Heden overleed in het St. Catharina
Gasthuis, in den ouderdom van rnim 83jaren,
onze Tante Mejufrrouw ELIZABETH van ECK.
M. van ECK.
H. BLOK.
E. BLOK—van Eck.
Gouda27 Juni 1886.