«sis mm raat,
I
Meid of eene Weduwe
LINNENGOED.
Bolteolaodscb Overzicbt.
ADVERTENTIÉN.
Chem. fabriek van H. von Gimbora
INGEZONDEN.
NA DE VERKIEZINGEN.
Burgerlijke Stand.
Nieuwe sorteering-
A. van OS Az. Kleiweg E 73°.
Iet» over het hoofdhaar. De physiologisohe be
stemming der baren bestaat voornsmelgk daarin
om het hoofd, dat aan uitwendige invloeden bloot
gesteld is, een beschutting en een natuur lijk kleed
te verschaffen. Als sieraad van het hoofd zjjn tg
het voorwerp van bijzondere zorg, hetgeen vooral
bljjkt uit de kanstrol en niet tonder eenige archi
tectonische waarde aangelegde hoofden ran „dandies"
en sommige „kellners", die de haren rechts en
links van het achterhoofd naar de ooren kammen,
en te dan, daar te in die richting niet willen big-
ten, met 't een of ander welriekend plakmiddel
besmeren. Reeds in de oudste tijden salfde men
hel hoofdhaar bg feestelijke gelegenheden.
Dat het hoofdhaar bg velen, too niet bg allen,
ala een belangrijk deel van het lichaam wordt be
schouwd, blgkt uit het feit, dat de naar Califoruië
geëmigreerde arme Chineezen de haarstaarten van
hnnoe in den vreemde gestorvene verwanten naar
hun vaderland terugzenden, om in den schoot van
het Hemelsche rjjk begraven te worden. Ook bij de
wilde bewoners der MarquesaB-eilanden bestaat die
eerbied voor het hoofdhaar hunner afgestorvenen,
en hebben tg dan ook de haren hunner voorvaderen
aangebracht aan hun hoofdbedeksel. Ook bij ons
leeft in hel hoofdhaar dikwjjls nog het aandenken
voort aan geliefde personen. Van daar verwekt een
weinig haar in een medaillon een geheel ander ge
voel, dan een haar dat men toevallig in de soep
vindt. Het grijs worden der haren, het sein van
den naderenden ouderdom en de zwakheid om
jonger te willen sohjjnen dan men werkelijk is,
werden de uitvindsters der pruiken en haarverven.
Het dragen van pruiken werd reeds door den
kerkvader Tertullianus nadrukkelijk verboden, opdat
niet de haren van een ter helle aangekomen heiden
overgeplant zouden worden op gewijde ohristenhoofden.
In weerwil van den banvloek, die bisschop Sanel-
lus uitsprak over hen, die pruiken droegen, heeft
deze belachelijke mode, die in den tijd van Lodewijk
XIV baar hoogsten bloei bereikte, stand gehouden
tot in het begin dezer eeuw.
Julius Caesar, die volgens Suetonius zjjn kalen
schedel trachtte te verbergen door het naar voren
kammen van zjjne spaarzame achterhoofdharen, en
als hg zich het hoofd krabde, dit voorzichtig met
één vinger deed, zooals nog wel in onzen tijd oude
heeren dit plegen te doen, gevoelde zioh zeer geluk
kig door het Senaatsbesluit, hetwelk hem het recht
toekende, voortdurend een lauwerkrans te dragen,
om zijn kalen schedel te bedekken. Volgens sommi
gen zou ten gevolge van het voortdureud afscheren
van het hoofdhaar de schedel dikker worden.
Petrus Pauw, een beroemd Hollandsch anatoom
uit bet begin der 17de eeuw, verhaalt in allen ernst,
dat de Spaansche soldaten, die afgezonden waren
om Aogola te veroveren, de opdracht hadden gekregen
vooral niet op de gesohorene schedels der negers in
te hakken, om hunne zwaarden niet ie breken.
(Zondagtblad.)
Wedstrijden voor handwerkslieden. Het Roti.
Nieuwtblad herinnert er aan, dat op de 36ste
algemeens vergadering van de Vereeniging tot
Bevordering van Fabrieks- en Handwerksnjjverheid,
te Middelburg te houden, o. a. de vraag zal be
handeld worden op welke wgze een organisatie van
wedstrijden voor handwerkslieden in Nederland zou
kunnen geschieden. Bene oommissie, waartoe ook
de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en het
Algemeen Nederl. Werkliedenverbond elk twee leden
delegeerden, lal over dit onderwerp, rapport uit-
breugen.
Het blad wjjst er op, dat het doel met deze wed
strijden beoogd, niet in hoofdzaak is het verschaf
fen van een gelegenheid om een toevallig voor
komend tijdperk van werkeloosheid aan te vallen
en te benuttigen; al was dit de aanleiding tot het
uitschrijven der wedstrijden, op den achtergrond
ligt een zeer ernstige poging om het handwerk te
verheffen tot een staat van voortreffelijkheid, niet
te veel afstekende bg hetgeen vroegere geslachten
op bèt gebied van kunst-industrie hebben ge
presteerd. v
Hiertoe is noodig leiding en samenwerking.
Leiding, voor wal betreft de aanwijzing van de
maatschappelijke behoeften en den heersbhenden smaak.
Zij, die zioh geroepen gevoelen, en de arbeidende
klasse aan zich te verplichten, door sich met de
leiding der artistieke handwerksnij verheid te be
lasten, moeten van een aantal dingen op de hoogte
zijn, die dt werkman moaieljjk kan weten en die
ook niet zoo iieht in kleinen kring bekend worden.
Hiernit volgt reeds dadelijk de wenacheljjkbeid
van aansluiting der verschillende vereenigingen, die
dese schoone taak hebben aanvaard.
Nog andere zegenrijks gevolgen van de toepas
sing van dit grootsehe denkbeeld ziet het blad in 't
verschiet. De overtuiging zal levendiger .worden, dat
er nog zooveel ontbreekt aan de opleiding onzer
ambachtzlieden, en de aandrang zal toenemen om
hierin zoowel door aanwending van particuliere
krachten als door regeeringsmaatregeleo te voorzien.
Dat is de allernaaste schrede die we op onderwijs-
wjjsgebied behooren te doenhet ouderrioht in
handwerken, tot heden toe zoo stiefmoederlijk bedeeld,
moet de aandacht trekken van allen, wien de va-
derlandsche welvaart ter harte gaat.
Er is hier eene sociale hervorming te bewerkstel
ligen. Het handwerk in eere worden hersteld, en
minstens de gelijke worden van de fabrieksnijverheid,
welker goedkoope producten de markt te zeer be-
hoerschen. En wanoeer we ietten op de teekenen des
tjjds, op de groole waarschijnlijkheid dat goed
koope beweegkracht van kleinen omvang de samen-
hooping van arbeiders in groote indnstrieele inrich-
riohtingen spoedig minder noodzakelijk zal maken,
verwachtingen te koesteren omtient de toekomst van
bekwame en vlijtige werklieden, die een verstandig
gebruik maken van de zich steeds nitbreidende
hulpmiddelen der huis-nijverheid.
Ter aanvulling der berichten, in de laatste dagen
medegedeeld, omtrent de verwoestingen door de
Borri-Berri onder onze soldaten op Atjeh aange
richt, deelt men aan het HU. het volgende uittrek
sel mede van een sehrijven uit Pahang i
„Ik geloof dat ik niet overdrijf, wanneer ik zeg
dat de helft der soldaten, die in het begin van
1885 in Nederl.-Indië waren, te Atjeh door de
Berri-Berri werd aangetast, en van deze helft zijn
velen, hetzij op Atjeh zelf, of op weg naar Padang
of ook wel in het hospitaal alhier overleden. In
1386 stierven in het hospitaal te Panta-Perak (Atjeh)
1800 soldaten en dwangarbeiders, terwijl 13000 in
genoemd jaar werden verpleegd. In het hospitaal
alhier overleden gedurende 1886 1075 man. Buiten
dien werden velen afgekeurd, hetzij voor den dienst
in 't algemeen of voor den dienst te velde, en een
massa zieken ligt nog in het hospitaal, waar dan
ook sedert meer dan een jaar voortdurend meer
zieken verpleegd worden dan ooit te voren.
„Terw ijl vroeger om de veertien dagen twee trans-
port-sehepen elkander geregeld tnsschen Atjeh en
Batavia kruisten, geschiedde zulks nu om de tien
dagen, en de Nederlandsch-Indische Stoomvaart
maatschappij geniet daarvoor maandelijks 15000.
Ieder schip, dat van Atjeh komt, zet bier van
200 tot 300 zieken aan wal. Deze menschen zijn
hulpbehoevend als kleine kinderen en kannen zelfs
na vele maanden nog niet loopen, laat staan ban
dienst verrichten.
„Waarheen deze toestand leiden zal, is een raad
sel) maar het wordt tjjd dal men in Nederland
krachtige maatregelen neme om er een einde aan
Ie maken f'
Aan een gesprek met den beroemden verzamelaar
en handelaar in wilde dieren, den heer Jamrach,
is het volgende ontleend omtrent den haudel in
leeuwen
Op het oogenblik heb ik geen enkelen leeuw en
gewoonlijk houd ik ze ook nooit in voorraad. Ze
zijn te kostbaar daarvoor Gewoonlijk werden
de leeuwen in grooten getale van de Kaap aange
voerd, maar de kolonisatie heeft ze dieper land
waarts ingedreven, en de hitte van het binnenland
schijnt de prachtige zwarte manen, die het onder
scheidend kenmerk van den Zuid-Afrikaanschen leeuw
zijn, te doen verbleeken. De zwarte manen zjjn
nu eene groote zeldzaamheid. Bovendien is de leenw
slechts een dier voor de menageries. Gedurende
eenigen tijd heeft de oorlog in Soedan de hoofdbron
van den aanvoer van leeuweo gesloten. Vóór den
oorlog was het de gewoonte, dat ieder handelaar
in dit artikel, die noodzakelijk een groot kapitaal
«moet bezitten, een eigen karava^i uitrustte, waar
mede hg zelf dan reisde. Hg trok dan de woestijn
in en kocht leeuwen van de inlandsche jagers,
totdat hij een genoegzaam getal verzameld bad.
Vervolgens begaf hij zioh naar Soeakim en soheepte
zijn lading in met bestemming naar Trlëst of elders.
Abyasinië verschaft ons natuurlijk een aantal dezer
dieren en deze worden verzameld, hetzjj door de
inboorlingen, hetzij door de haidelaar» van beroep.
Maar de handel is vol risico. Wel is waar telen
de leeuwen alt katten voort, en ik ken een
Frautohman, die eigenaar is van een wildebeesten-
■pel, die er aohtentwintig in zjjn menagerie beeft,
maar de hier geteelde dieren pijn onderhevig aan
allerlei ziekten en lijden aan misvorming, kromme
poolen en zwakke roggen, en zjjn niet in vergelijken
bjj den wondleeuw.
De landlieden (zoo lezen wij in der Landwirth
van 4 Juli dezes jaars) worden met het oog op
het algemeeoe heil en de gezondheid er op indachtig
gemaakt, toch in het huidige warme jaargetijde,
geljjk altjjd, geen doode mollen langt wegen en
velden te laten liggen, maar te begraven, opdat
geen vlieg het ljjkengif opnemen en meutoh en
dier nadeel berokkenen kan. Onlangs vond te
Keulen een sterke 33-jarige man door zulk een
giftigen vliegenateek den (dood. (Lib. Ct.)
Een even vreeselijk als onverklaarbaar ongeluk
heeft te Leutewitz bg Biesa (Saksen) plaats gevonden.
Op eene hofstede moest een gierput geledigd worden,
waarbg de pomp verstopt raakte. Een 16jarige
knaap daalde in den put afj doch kwam niet meer
boven. Hem- volgde een zwager van den boer, doch
bleef eveneens omlaag. Daarna klom de eigenaar
der hofstede naar beneden, met hetzelfde gevolg.
Toen men opal het geroep geen antwoord bekwam,
liet een vierde man zich zakken aan een tonw,
doch deze kreeg bet zoo benauwd, dat hij, toen
men hem ophaalde, het bewustzijn verloren bad.
Nu daalde nog weder een vijfde in de kolk, van
wien niet* meer vernomen werd. Vier mannen
hebben dus het leven verloren, op het behond van
den eenen, dien men opgehaald heeft, bes'.8at weinig
hoop. Wat het geval oog onbegrijpelijker maakt,
is, dat vóór twaalf jaren op dezelfde hofstede,
door dezelfde oorzaak, een man is omgekomen.
Aan de Zoniagikout in het Handelsblad ontleenen
wij het volgende
Even regelmatig als de examens keeren in eiken
voorzomer de ongelukken, aan bergbestjjgera over
komen, terug. Dit jaar trof de tijding dieper dan
ooit, omdat een welbekend landgenoot tot de
slachtoffers behoort. Er is iets ontzettend droevigs
in dat plotseling geheimzinnig verdwijnen van dien
ridderlijken jongen man, dien een sohitterende
loopbaan wachtte.
Naar aanleiding van dit voorval kan men
weer veel verstandige Woorden hooren over de
„bespottelijke manie" van bergen .beklimmen.
Ik ben zoo vrij te twjjfelen of zjj, die zoo
■preken, wel ooit een sneenwspits onder den voet
hebben gehad. Wjj, platlanders, zijn wel het minst
geschikt om over die liefhebberij een joist oordeel
te vellen. Zoolang men over weilanden en vaarten kijkt
tot den horizon, schijnt het inderdaad vrij belachelijk,
dat men naar de Alpen gaat om er zjjn leven te
wagen voor een ruim uitzicht maar de zwaar-
wichtigete platlander gaat' anders spreken, als hij
een tijdlang onder de betoovering van het hoogge
bergte heeft adem gehaald. Dan is het niet alleen
het uitzicht, niet alleen de blik in die ontzettend
grootsebe jjswereld die aantrekt, maar bovenal
de moeilijke tocht naar het doel met zijne gevaren,
zijne vermoeieuieaen, zijne aangrijpende verraeaiogen
en die heerlijke overwinning aan 'teind.
Ik heb te Chamonnix de meest kalme en beredeneerde
menschen gezien, die, na eenige kleinere gletscher-
toeren gemaakt te hebben, slechts één wenech hadden,
nl. nu ook den Mont-Blano zelf te bestijgen, 't Is
inderdaad vermakelijk, te tien hoe spoedig de
meest bepaalde anti-bergklouterij neigingen in zulk
een midden veranderen. Alles werkt daartoe mee.
Ieder spreekt over toeren, die hij gaat maken of
gemaakt heeft, en overdrijft schromelijk het ge
not. Men is avonds getuige van het hartelijk
afscheid, als de karavaan van heeren en gidsen vreoljjk
wegtrekt, naar de Grands Mulcts, waar overnacht
wordt om zioh in 't vroege morgenunr op te maken
voor den Mont-Blanc. Men volgt de bestijgen
op den zwaren, moeitevollen tocht stap voor slap
door de reuzen-kijkers, die op vereohillende plaatsen
in het dorp zijn Opgesteld. Men hoort de eere-
sohoten, als ze 't avonds behonden zijn teruggekeerd,
en deelt in de vreugde, die aan tafel heersoht,
wanneet de koene bergbeklimmers met den feestwijn
worden toegedronken of in geuren en kleuren de
gevaren en de genoegenajhunner onderneming vertellen.
Dan wotdt ook gij aangetast door de algemeene
opwinding, en den volgenden morgen kan men n
zien uittrekken met den gids, om n te overtuigen
van de zoo hooggeroemde bekoring van een gletscber-
toobt. En tien tegen éen, dat ge op den terugweg
met uw gids een plan beraamt van wijdere strek
king. Het is ook hier maar de qttaestie van des
eersten stap.
Toohten in de hooge gestreken zijn voor gezonde
naturen in groole mate aantrekkelijk. De friesehe,
hooge, ijle Inoht wekt op; men voelt et zijn volle
krachtloomheid en moedeloosheid zijn in het
warme dal achtergebleven. Daar in de hooge bergen,
waait dezelfde heerlijke vrüheidswind, die over den
oceaan gaat. Aan dienzelfden verheffenden invloed
der natuur danken die twee kleine volken, Zwitser
land en Hollaod, hun vrjj bestaan. De elementen
hebben de opvoeding voltooid en den jongeling ge
maakt tot den man, die op eigen kraohten vertrouwt
en zal strijden tot den laatstee ademtocht voor zjjn
bergen en zjjn zee. De Tol» en de Do Buyters zijn
zonen van deaeelfden rader.
Maardat levenegevaar dier toohten,
hoor ik u zeggen.
Een hartstochtelijke bergbettjjger zal n antwoorden
dat joist dat levensgevaar een groot deel der be
koring vormt.
I
i
Door het lange koord met zjjn toebtgenooten
tot één samengebonden met den bespijkerden sohoen
onder den voet en den slpenstok in de hsnd, onder
neemt hij den strijd met de natuur. Al zijn tegen
woordigheid van geest, al zjjn kraoht heeft hjj
noodig. Wanneer hjj over gladde, loaliggende steenen
lange een gapenden afgrdnd trekt, kan elke misstap
den dood ten gevolge hebben. Elk oogenblik kan
de sneeuw, die eaamgepakt over de kloven ligt en
een natuurlijke brug vormt zoolang ze hard is, weg
zakken en hem meèsleepen in de blauwe kristallen
diepte. Lawinen of sleenvallen kunnen bem over
rompelen en meevoeren ten wissen dood.
Dat gevoel, te midden van gevaren te verkeeren,
wel verre van angstig of zenuwachtig te maken,
staalt den wil en bezielt het gunsche wezen. De
polsslag versnelt, de longen sohijuen zich uit te
zetten, het oog wordt juister, de voet vaster; men
leeft en voelt zich leven eu is op zulke oogenblikken
tot de uiterste krachtsontwikkeling in staat.
Daarenboven duren die oogenblikken van groote
spanning slechts kort en heeft men, naast minuten
van gevaar, uren van ongekend genot. O, het is
er zoo wonder, zoo aangrijpend schoon in die
jjswereld 1 Hier is de gletscber kalm en effen als
een (heerbaan voor reuzen, ginds staan naast blauwe
diepten hooge pyramiden, slanke zuilen, welker
regelmatigheid de vraag op de lippen brengt of dit
door menschenhaoden is gemaaktweer iets verder
is het een chaotische wanorde, huiveringwekkend
in haar grootsebe woestheid. Het eenige geluid,
dat men er hoort, is het fluisterend gemurmel der
beken of de donderende knal met zjjn langzaam
wegrollende echo's eener lawine, en ou en dan bet
gekraak, u herinnerende, dat zelfs hier geen volkomen
rust heersoht en deze ijsmassa ziehlvoortdurend beweegt.
En hoe dieper ge doordringt, hoe grooter bet
verlangen wordt steeds verder, steeds hooger te gaan,
ja ook in de bergen wonen sirenen, die met
baar zoete lokstem den wandelaar onweerstaanbaar
tot zioh trekken.
De EngeUche verkiezingen blij reu deotelfden
•troom volgen; de contervttieven gen ietec de f oor-
keur, ook op het plattelandzij hebben volgent
de gitteren ontvangen berichten reed* 89 meer dan
in het ontbonden Lagerhuis en zyn nog alechta
46 stemmen verwijderd van de volstrekte meerder
heid tegenover 108 plaatsen, die nog vervuld
moeten worden. De mogelykbeid dat de conserva
tieven de meerderheid sullen krijgen, begint dus
waarschijnlijkheid te worden. In elk geval beeft
de conservatieve party nu reeds snik een cijfer
bereikt, dat naar parlementair gebruik aan haar de
tengels dienen te worden overgegeven, en toch
brengt ty 't niet soover dat zy kan optreden als
een sterke Begeeriogdaarvoor is in Engeland een
groote meerderheid noodig. De vraag is echter
of er in het Engelsohe parlement ooit weer die
onde traditioneele meerderheden tollen worden ver
kregen j immers, vroeger had men in hoofdtaak
slechts twee partyennu heeft men er vier.
Meer dan aanvankelyk scheen, heeft de schending
van een artikel vau1 het Berlynaohe traotaat de
hoofden der Enropeescbe diplomaten warm gemaakt
en de pennen der Enropeescbe pers in beweging
gebracht. In Berlin neemt men de saak vrij
koeltjes op, wat somraigeu doet veronderstellen,
dat Busland niet gehandeld heeft Bonder vorst
Bismarck te raadplegen, want sooals een diplo
maat deter dagen zeer joist opmerkte de Doit-
sche rijkskanselier siet ongaarne, dat tractaten, onder
zyn leiding tot stand gebracht, zonder zyn toe
stemming worden gesohondeu.
Ofschoon bet zeer onwaarsohynlyk biyft, dat
behalve Engeland een der andere groote mogend
heden tegen Bnslands beslissing omtrent Batoem
«al protesteeren, baren toch de niet uit te blyven
gevolgen van dezen stap ook in Woeoen ernstige
bezorgdheid.
D« Weeuer oorrezpondent der Daily Netst had
een onderhond met oen aauzienljjk Hongaarich
•taaltman, die in scherpe woorden de daad van
Rusland afkeurde, gedaan op een oogenblik, dat
Groot Briltaoje staat in het heetat van een ern-
stlgen binnenlandsehen strjjd. Maar ook dese
Hongaar twijfelde, of er iets kon gedaan worden.
Batoem toob is reeds jaren geleden iu san sterke
Buaaiaohe haven omgevormd, zoodat da verklaring
van heden nietz dan de formeele aankondiging van
een reeds lang bestaand feit is. Hjj achtte het
mogelgk, dat Rusland Batoem alleen gebruikt als
een ballon d'eteai om ecus ta zien boe ver bet
in deze richting kan gaan sonder gewapenden tegen
stand bjj de mogendheden te ontmoeten.
Da Frantche Kamer heef» den proteotionizten een
geduohte teleurstelling bezorgd.
Het ontwerp tot verhooging der graanrechten ia op
voorste fan den minister van landbouw,den heer Dtvelle,
met 273 tegen 264 stemmen naar de Commissie terug
verwezen. Te vergeefs verzette De Meline, voorzitter
der commietie, zich tegen dit beztuit, dat met een
verwerping geljjk werd geeteld. De rapporteur der
oommiiaie verlangde dat de regeering nn het geheele
ontwerp zou terugtrekken, maar volgens het oordeel
van den voorzitter der Kamer, Floquet, ontving
de commieeie door de terugzending de' opdracht
om haar rapport voor de Kamer aaB te vullen.
In allen gevalle ia dns het ontwerp tot de vol
gende zitting uitgesteld.
Ook besloot de Kamer bjj de vaateteiling der
directe belastingen, dat bet bedrag dezer belasting
in die departementen, waar gemiddeld meer dan 4,6
pet. van bet inkomen wordt betaald, met 11,000,000
fros. zou verminderd worden.
De commieeie uit defFransche Kamer heeft zich
verklaard tegen bet wetsontwerp, waarbij de Regee-
ring het aanplakken ran opruiende geschriften straf
baar stelt. Met algemeene stemmen werd besloten
om de Kamer voor te stellen de behandeling van
van dit ontwerp tot Ociober a. s. te verdagen, daar
de regeering door de bestaande wetten voldoende
tegen dergelijke oproerige handelingen is beschermd.
Een deputatie der monarchistische journalisten is
te Tunbridge aangekomen, ten einde den graaf van
Fargs het adres te overhandigen, dat zij in hun
bijeenkomst te Parijs vaatatelden.
Op last van den nieuwen Parjjschen aartsbisschop
Bichard, zal kardinaal Gnibert in de Notre-Dame,
en niet op den Montmartre, worden bjjgezet. De
aartebieachop weet, dat de regeering daar voor demon
straties vreest en zal daarom voor de overbrenging
van hst lijk naar de kerk op den Montmartre
rustiger tjjden afwachten.
In de Spaansche Cortee hield de republikein
Pi y Margall bjj de behandeling der civiele Ijjsl
een heftige redevoering tegen de monarchie. Een
tjjner grieven tegen den overleden koning Alfonsua
XIII waa o. a., dat hjj tijdens het geschil over
de Carolina-eilanden niet onmiddellijk aan Daitsch-
land den oorlog had verklaard. Een andere grief
der democraten was, dat koning Alfonso zich
schuldig had gemaakt aan beursspeculaties. Deze
beschuldiging bracht groote opschudding te weeg en
werd door deo minister van financiën voor volko
men ongegrond verklaard.
De verkiezingen zjjn afgeioopen, de liberale partjj
is in de meerderheid. Alle zetels, op deo éénen van
Utreobt na, werden behondenvijf werden gewonnen;
in die districten, waar tagenover de verbonden tegen
standers de overwinning niet te behalen was, werd
toeb de eer der vlag echitttrend gehandhaafd. De
zedelijke waarde der zege overtreft nog de beteekenis
der numerieke majoriteit.
Deze verheffende uitslag ie verkregen door de macht
der liberale beginselen, door bet bewustzjjn van den
ernst der beslissing, door de overtuiging van de
noodzakelijkheid der grondwetsherziening, bovenst iu
zake van kiesrecht, door het veriaogen naar een
krachtig hervormend etaatebeleid, door den afkeer van
politiek obstructionisms, door den tegenzin tegen
godsdienstige onverdraagzaamheid en tegen het be
derven van het staatkundig leven onder den invloed
van kerkelijke partijzucht.
Hjj ia verkiegen door da wakkerheid der kiezers
door de toewjjding der leiders, door de onvermoeide
inspanning bjj voorlichting en opwekking, door de
aaoeensloiting der liberalen.
Het ie ous, bestuurders van de Liberale Unie,
eene behoefte, onzen warmen dank te betuigen aan
allen die dese zege hebben helpen behslenaan
de kiezers en de leiden, aan de redacteuren der
liberale pen, ook aan zoovele uitnemende mannen
buiten deze kringen, die allen door woord en ge
schrift, door penoonijjke bemoeiing en opwekking
van anderen, de natie hebben voorgelicht eo deo
kiezen de beteekenie van hunne taak hebben voor
gehouden onzen dank ook aan zoovelen, die ons in
slaat hebben gesteld, om in de bedreigde en twijfel
achtige districten de wtkkere geestverwanten te stennen.
De Libenle Unie heeft thans voor da eerste maal
aan de voorbeniding der verkiezingen deel genomen.
De opgedane ervaring heeft de maoht der aaneen
sluiting bewezen zjj heeft ook omtrent hetgeen der
Unie te doen slaat, ons veleriti geloerd. Wjj zjjn
doordrongen van de overtuiging, dat geregeld, en
niet alleen in den verkiezingstijd, de natie meer moet
worden voorgelioht, bovenal ook door het levende woord,
door persoonlijke bespreking eo door het politiek
debatop dit puot is onze aandaoht in bijzondere
mate gevestigd. Onmiskenbaar bracht ons de uitslag
hoop en' moed voor de toekomsteven onmiskenbaar
legt hjj, met het oog op die toekomst, nieuwe
pliohteu op. Voor de vervulling van die plichten
vragen wjj nieuwe medewerking en steun.
Is de zege betaald, thans komt het er op aan,
dat Van haar worde partjjgetrokken ten bate van het
land, opdat eene hervormende staatkunde worde ge-
volgd, opdat eene frisscbe en vreedzame ontwikkeling
van one politiek leven intrede, opdat de kiezers en
die het eerlang zullen worden, uit de daden, die zjj
zien, kunnen weten wat het volksbelang van de
liberalen te wachten heeft.
Dit te doen is de taak van de aangewezen leiders,
de teak van hen, die tot vertegenwoordigers van
bet volk gekozen zijn. Met vertrouwen wachten
wjj hnnne daden af.
Het Bestuur van de 'Liberale Unie
G. A. van Hamel, Voorzitter.
E- H. Kabsten, Vice-Voorzitter.
UitgegevenAm- H. J. DijckmEESïeb, Penningm.
STERDAM Juli '86, G. H. VAN BoLHÜIS.
P. J. DE Witt, H. L. Drückeb.*
Secretarie. E. Fokker.
J. B. Kan.
L. Miechiels van Kessinich.
D. WlCHERLINK.
GEBOREN0 Jali. Ggsberilins, Maria Loniza, ondera
F. raa de Paroordt en G. J. van Straaten. 10 Franciaona,
osdera C. de Vroom eo P. van dea Hort. 11. Margirelba,
ondera A. Kompier en J. de Jong. Wilhelmina Geertruide,
ondera G. Gravesteijn en M. j. van der Pool. 12. Eva
Maria, oodera H. de Rooij en L. Zieltman. Pieter, ondera
P. Nobel eo J. van Vliet.
OVERLEDEN0 Juli. A. Stoffel, wed. J. van der Speld,
84 j. 10. C. Lapontre, n. - L Bloot, 4 i. 4 m'.
11. S. c. van der Waeter, 12 w. 12. A. H. Dekkinga, 3 m
Getronwd
C. G. LANGERAAR
EN
Chr. J. MIJNLIEFF,
die, ook namens wederzijdsche Familie, hunnen
dank betnigen voor de vele bljjken van be
langstelling, bg hun Huwelijk ondervonden.
M&rhri aid UeelJ 12 Jnli 1886'
Bevallen van een levenloos Meisje,
D. SAMSOM—
Gouda12 Juli 1886. Kruijt.
De Heer en Mevrouw SIMONSvan
Aken, betnigen bjj deze hnnnen dank voor de
bewgzen van deelneming, ondervonden bg het
overigden van hnnnen Broeder en Behuwd-
broeder den WelEdelG. Heer J. J. SIMONS
te Oorschot.
Gouda13 Jnli 1886.
Met NOVEMBER te HUUR, een
bevattende 7 KAMERS, ALCOOF, DIENST
BODE- en PROVISIEKAMER, KELDER en
KEÜKEN. -Adres onder No. 1345, aan het
Bnrean dezer Courant.
Wordt gevraagd zoo spoedig mogelgk eene
bejaarde
zonder kinderen. Brieven franco onder No. 1346
aan het Burean dezer Courant.
ZILVEREN MEDAILLE:
Amsterdam 1883. Antwerpen 1885.
te Emmerik a/d Rijn en Heerenberg (Gelderland).
BÓRST-PASTILLEN.
In zakjes a 15 ets. eu in doosjes a 30 en 50 cents.
SLIJM-MAAGPILLEN.
In dooqe met 50 pillen 26 eents.
TEER-CAPSOLES.
In flacons met 60 capeules 60 cent.
J. G. ZELDEN RIJK, Qouda.
J. H. C. HUINCK, Gouda.
Wed. WOLFF Zoon, Sckoouiovtn.