«sis mm raat, I Meid of eene Weduwe LINNENGOED. Bolteolaodscb Overzicbt. ADVERTENTIÉN. Chem. fabriek van H. von Gimbora INGEZONDEN. NA DE VERKIEZINGEN. Burgerlijke Stand. Nieuwe sorteering- A. van OS Az. Kleiweg E 73°. Iet» over het hoofdhaar. De physiologisohe be stemming der baren bestaat voornsmelgk daarin om het hoofd, dat aan uitwendige invloeden bloot gesteld is, een beschutting en een natuur lijk kleed te verschaffen. Als sieraad van het hoofd zjjn tg het voorwerp van bijzondere zorg, hetgeen vooral bljjkt uit de kanstrol en niet tonder eenige archi tectonische waarde aangelegde hoofden ran „dandies" en sommige „kellners", die de haren rechts en links van het achterhoofd naar de ooren kammen, en te dan, daar te in die richting niet willen big- ten, met 't een of ander welriekend plakmiddel besmeren. Reeds in de oudste tijden salfde men hel hoofdhaar bg feestelijke gelegenheden. Dat het hoofdhaar bg velen, too niet bg allen, ala een belangrijk deel van het lichaam wordt be schouwd, blgkt uit het feit, dat de naar Califoruië geëmigreerde arme Chineezen de haarstaarten van hnnoe in den vreemde gestorvene verwanten naar hun vaderland terugzenden, om in den schoot van het Hemelsche rjjk begraven te worden. Ook bij de wilde bewoners der MarquesaB-eilanden bestaat die eerbied voor het hoofdhaar hunner afgestorvenen, en hebben tg dan ook de haren hunner voorvaderen aangebracht aan hun hoofdbedeksel. Ook bij ons leeft in hel hoofdhaar dikwjjls nog het aandenken voort aan geliefde personen. Van daar verwekt een weinig haar in een medaillon een geheel ander ge voel, dan een haar dat men toevallig in de soep vindt. Het grijs worden der haren, het sein van den naderenden ouderdom en de zwakheid om jonger te willen sohjjnen dan men werkelijk is, werden de uitvindsters der pruiken en haarverven. Het dragen van pruiken werd reeds door den kerkvader Tertullianus nadrukkelijk verboden, opdat niet de haren van een ter helle aangekomen heiden overgeplant zouden worden op gewijde ohristenhoofden. In weerwil van den banvloek, die bisschop Sanel- lus uitsprak over hen, die pruiken droegen, heeft deze belachelijke mode, die in den tijd van Lodewijk XIV baar hoogsten bloei bereikte, stand gehouden tot in het begin dezer eeuw. Julius Caesar, die volgens Suetonius zjjn kalen schedel trachtte te verbergen door het naar voren kammen van zjjne spaarzame achterhoofdharen, en als hg zich het hoofd krabde, dit voorzichtig met één vinger deed, zooals nog wel in onzen tijd oude heeren dit plegen te doen, gevoelde zioh zeer geluk kig door het Senaatsbesluit, hetwelk hem het recht toekende, voortdurend een lauwerkrans te dragen, om zijn kalen schedel te bedekken. Volgens sommi gen zou ten gevolge van het voortdureud afscheren van het hoofdhaar de schedel dikker worden. Petrus Pauw, een beroemd Hollandsch anatoom uit bet begin der 17de eeuw, verhaalt in allen ernst, dat de Spaansche soldaten, die afgezonden waren om Aogola te veroveren, de opdracht hadden gekregen vooral niet op de gesohorene schedels der negers in te hakken, om hunne zwaarden niet ie breken. (Zondagtblad.) Wedstrijden voor handwerkslieden. Het Roti. Nieuwtblad herinnert er aan, dat op de 36ste algemeens vergadering van de Vereeniging tot Bevordering van Fabrieks- en Handwerksnjjverheid, te Middelburg te houden, o. a. de vraag zal be handeld worden op welke wgze een organisatie van wedstrijden voor handwerkslieden in Nederland zou kunnen geschieden. Bene oommissie, waartoe ook de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en het Algemeen Nederl. Werkliedenverbond elk twee leden delegeerden, lal over dit onderwerp, rapport uit- breugen. Het blad wjjst er op, dat het doel met deze wed strijden beoogd, niet in hoofdzaak is het verschaf fen van een gelegenheid om een toevallig voor komend tijdperk van werkeloosheid aan te vallen en te benuttigen; al was dit de aanleiding tot het uitschrijven der wedstrijden, op den achtergrond ligt een zeer ernstige poging om het handwerk te verheffen tot een staat van voortreffelijkheid, niet te veel afstekende bg hetgeen vroegere geslachten op bèt gebied van kunst-industrie hebben ge presteerd. v Hiertoe is noodig leiding en samenwerking. Leiding, voor wal betreft de aanwijzing van de maatschappelijke behoeften en den heersbhenden smaak. Zij, die zioh geroepen gevoelen, en de arbeidende klasse aan zich te verplichten, door sich met de leiding der artistieke handwerksnij verheid te be lasten, moeten van een aantal dingen op de hoogte zijn, die dt werkman moaieljjk kan weten en die ook niet zoo iieht in kleinen kring bekend worden. Hiernit volgt reeds dadelijk de wenacheljjkbeid van aansluiting der verschillende vereenigingen, die dese schoone taak hebben aanvaard. Nog andere zegenrijks gevolgen van de toepas sing van dit grootsehe denkbeeld ziet het blad in 't verschiet. De overtuiging zal levendiger .worden, dat er nog zooveel ontbreekt aan de opleiding onzer ambachtzlieden, en de aandrang zal toenemen om hierin zoowel door aanwending van particuliere krachten als door regeeringsmaatregeleo te voorzien. Dat is de allernaaste schrede die we op onderwijs- wjjsgebied behooren te doenhet ouderrioht in handwerken, tot heden toe zoo stiefmoederlijk bedeeld, moet de aandacht trekken van allen, wien de va- derlandsche welvaart ter harte gaat. Er is hier eene sociale hervorming te bewerkstel ligen. Het handwerk in eere worden hersteld, en minstens de gelijke worden van de fabrieksnijverheid, welker goedkoope producten de markt te zeer be- hoerschen. En wanoeer we ietten op de teekenen des tjjds, op de groole waarschijnlijkheid dat goed koope beweegkracht van kleinen omvang de samen- hooping van arbeiders in groote indnstrieele inrich- riohtingen spoedig minder noodzakelijk zal maken, verwachtingen te koesteren omtient de toekomst van bekwame en vlijtige werklieden, die een verstandig gebruik maken van de zich steeds nitbreidende hulpmiddelen der huis-nijverheid. Ter aanvulling der berichten, in de laatste dagen medegedeeld, omtrent de verwoestingen door de Borri-Berri onder onze soldaten op Atjeh aange richt, deelt men aan het HU. het volgende uittrek sel mede van een sehrijven uit Pahang i „Ik geloof dat ik niet overdrijf, wanneer ik zeg dat de helft der soldaten, die in het begin van 1885 in Nederl.-Indië waren, te Atjeh door de Berri-Berri werd aangetast, en van deze helft zijn velen, hetzij op Atjeh zelf, of op weg naar Padang of ook wel in het hospitaal alhier overleden. In 1386 stierven in het hospitaal te Panta-Perak (Atjeh) 1800 soldaten en dwangarbeiders, terwijl 13000 in genoemd jaar werden verpleegd. In het hospitaal alhier overleden gedurende 1886 1075 man. Buiten dien werden velen afgekeurd, hetzij voor den dienst in 't algemeen of voor den dienst te velde, en een massa zieken ligt nog in het hospitaal, waar dan ook sedert meer dan een jaar voortdurend meer zieken verpleegd worden dan ooit te voren. „Terw ijl vroeger om de veertien dagen twee trans- port-sehepen elkander geregeld tnsschen Atjeh en Batavia kruisten, geschiedde zulks nu om de tien dagen, en de Nederlandsch-Indische Stoomvaart maatschappij geniet daarvoor maandelijks 15000. Ieder schip, dat van Atjeh komt, zet bier van 200 tot 300 zieken aan wal. Deze menschen zijn hulpbehoevend als kleine kinderen en kannen zelfs na vele maanden nog niet loopen, laat staan ban dienst verrichten. „Waarheen deze toestand leiden zal, is een raad sel) maar het wordt tjjd dal men in Nederland krachtige maatregelen neme om er een einde aan Ie maken f' Aan een gesprek met den beroemden verzamelaar en handelaar in wilde dieren, den heer Jamrach, is het volgende ontleend omtrent den haudel in leeuwen Op het oogenblik heb ik geen enkelen leeuw en gewoonlijk houd ik ze ook nooit in voorraad. Ze zijn te kostbaar daarvoor Gewoonlijk werden de leeuwen in grooten getale van de Kaap aange voerd, maar de kolonisatie heeft ze dieper land waarts ingedreven, en de hitte van het binnenland schijnt de prachtige zwarte manen, die het onder scheidend kenmerk van den Zuid-Afrikaanschen leeuw zijn, te doen verbleeken. De zwarte manen zjjn nu eene groote zeldzaamheid. Bovendien is de leenw slechts een dier voor de menageries. Gedurende eenigen tijd heeft de oorlog in Soedan de hoofdbron van den aanvoer van leeuweo gesloten. Vóór den oorlog was het de gewoonte, dat ieder handelaar in dit artikel, die noodzakelijk een groot kapitaal «moet bezitten, een eigen karava^i uitrustte, waar mede hg zelf dan reisde. Hg trok dan de woestijn in en kocht leeuwen van de inlandsche jagers, totdat hij een genoegzaam getal verzameld bad. Vervolgens begaf hij zioh naar Soeakim en soheepte zijn lading in met bestemming naar Trlëst of elders. Abyasinië verschaft ons natuurlijk een aantal dezer dieren en deze worden verzameld, hetzjj door de inboorlingen, hetzij door de haidelaar» van beroep. Maar de handel is vol risico. Wel is waar telen de leeuwen alt katten voort, en ik ken een Frautohman, die eigenaar is van een wildebeesten- ■pel, die er aohtentwintig in zjjn menagerie beeft, maar de hier geteelde dieren pijn onderhevig aan allerlei ziekten en lijden aan misvorming, kromme poolen en zwakke roggen, en zjjn niet in vergelijken bjj den wondleeuw. De landlieden (zoo lezen wij in der Landwirth van 4 Juli dezes jaars) worden met het oog op het algemeeoe heil en de gezondheid er op indachtig gemaakt, toch in het huidige warme jaargetijde, geljjk altjjd, geen doode mollen langt wegen en velden te laten liggen, maar te begraven, opdat geen vlieg het ljjkengif opnemen en meutoh en dier nadeel berokkenen kan. Onlangs vond te Keulen een sterke 33-jarige man door zulk een giftigen vliegenateek den (dood. (Lib. Ct.) Een even vreeselijk als onverklaarbaar ongeluk heeft te Leutewitz bg Biesa (Saksen) plaats gevonden. Op eene hofstede moest een gierput geledigd worden, waarbg de pomp verstopt raakte. Een 16jarige knaap daalde in den put afj doch kwam niet meer boven. Hem- volgde een zwager van den boer, doch bleef eveneens omlaag. Daarna klom de eigenaar der hofstede naar beneden, met hetzelfde gevolg. Toen men opal het geroep geen antwoord bekwam, liet een vierde man zich zakken aan een tonw, doch deze kreeg bet zoo benauwd, dat hij, toen men hem ophaalde, het bewustzijn verloren bad. Nu daalde nog weder een vijfde in de kolk, van wien niet* meer vernomen werd. Vier mannen hebben dus het leven verloren, op het behond van den eenen, dien men opgehaald heeft, bes'.8at weinig hoop. Wat het geval oog onbegrijpelijker maakt, is, dat vóór twaalf jaren op dezelfde hofstede, door dezelfde oorzaak, een man is omgekomen. Aan de Zoniagikout in het Handelsblad ontleenen wij het volgende Even regelmatig als de examens keeren in eiken voorzomer de ongelukken, aan bergbestjjgera over komen, terug. Dit jaar trof de tijding dieper dan ooit, omdat een welbekend landgenoot tot de slachtoffers behoort. Er is iets ontzettend droevigs in dat plotseling geheimzinnig verdwijnen van dien ridderlijken jongen man, dien een sohitterende loopbaan wachtte. Naar aanleiding van dit voorval kan men weer veel verstandige Woorden hooren over de „bespottelijke manie" van bergen .beklimmen. Ik ben zoo vrij te twjjfelen of zjj, die zoo ■preken, wel ooit een sneenwspits onder den voet hebben gehad. Wjj, platlanders, zijn wel het minst geschikt om over die liefhebberij een joist oordeel te vellen. Zoolang men over weilanden en vaarten kijkt tot den horizon, schijnt het inderdaad vrij belachelijk, dat men naar de Alpen gaat om er zjjn leven te wagen voor een ruim uitzicht maar de zwaar- wichtigete platlander gaat' anders spreken, als hij een tijdlang onder de betoovering van het hoogge bergte heeft adem gehaald. Dan is het niet alleen het uitzicht, niet alleen de blik in die ontzettend grootsebe jjswereld die aantrekt, maar bovenal de moeilijke tocht naar het doel met zijne gevaren, zijne vermoeieuieaen, zijne aangrijpende verraeaiogen en die heerlijke overwinning aan 'teind. Ik heb te Chamonnix de meest kalme en beredeneerde menschen gezien, die, na eenige kleinere gletscher- toeren gemaakt te hebben, slechts één wenech hadden, nl. nu ook den Mont-Blano zelf te bestijgen, 't Is inderdaad vermakelijk, te tien hoe spoedig de meest bepaalde anti-bergklouterij neigingen in zulk een midden veranderen. Alles werkt daartoe mee. Ieder spreekt over toeren, die hij gaat maken of gemaakt heeft, en overdrijft schromelijk het ge not. Men is avonds getuige van het hartelijk afscheid, als de karavaan van heeren en gidsen vreoljjk wegtrekt, naar de Grands Mulcts, waar overnacht wordt om zioh in 't vroege morgenunr op te maken voor den Mont-Blanc. Men volgt de bestijgen op den zwaren, moeitevollen tocht stap voor slap door de reuzen-kijkers, die op vereohillende plaatsen in het dorp zijn Opgesteld. Men hoort de eere- sohoten, als ze 't avonds behonden zijn teruggekeerd, en deelt in de vreugde, die aan tafel heersoht, wanneet de koene bergbeklimmers met den feestwijn worden toegedronken of in geuren en kleuren de gevaren en de genoegenajhunner onderneming vertellen. Dan wotdt ook gij aangetast door de algemeene opwinding, en den volgenden morgen kan men n zien uittrekken met den gids, om n te overtuigen van de zoo hooggeroemde bekoring van een gletscber- toobt. En tien tegen éen, dat ge op den terugweg met uw gids een plan beraamt van wijdere strek king. Het is ook hier maar de qttaestie van des eersten stap. Toohten in de hooge gestreken zijn voor gezonde naturen in groole mate aantrekkelijk. De friesehe, hooge, ijle Inoht wekt op; men voelt et zijn volle krachtloomheid en moedeloosheid zijn in het warme dal achtergebleven. Daar in de hooge bergen, waait dezelfde heerlijke vrüheidswind, die over den oceaan gaat. Aan dienzelfden verheffenden invloed der natuur danken die twee kleine volken, Zwitser land en Hollaod, hun vrjj bestaan. De elementen hebben de opvoeding voltooid en den jongeling ge maakt tot den man, die op eigen kraohten vertrouwt en zal strijden tot den laatstee ademtocht voor zjjn bergen en zjjn zee. De Tol» en de Do Buyters zijn zonen van deaeelfden rader. Maardat levenegevaar dier toohten, hoor ik u zeggen. Een hartstochtelijke bergbettjjger zal n antwoorden dat joist dat levensgevaar een groot deel der be koring vormt. I i Door het lange koord met zjjn toebtgenooten tot één samengebonden met den bespijkerden sohoen onder den voet en den slpenstok in de hsnd, onder neemt hij den strijd met de natuur. Al zijn tegen woordigheid van geest, al zjjn kraoht heeft hjj noodig. Wanneer hjj over gladde, loaliggende steenen lange een gapenden afgrdnd trekt, kan elke misstap den dood ten gevolge hebben. Elk oogenblik kan de sneeuw, die eaamgepakt over de kloven ligt en een natuurlijke brug vormt zoolang ze hard is, weg zakken en hem meèsleepen in de blauwe kristallen diepte. Lawinen of sleenvallen kunnen bem over rompelen en meevoeren ten wissen dood. Dat gevoel, te midden van gevaren te verkeeren, wel verre van angstig of zenuwachtig te maken, staalt den wil en bezielt het gunsche wezen. De polsslag versnelt, de longen sohijuen zich uit te zetten, het oog wordt juister, de voet vaster; men leeft en voelt zich leven eu is op zulke oogenblikken tot de uiterste krachtsontwikkeling in staat. Daarenboven duren die oogenblikken van groote spanning slechts kort en heeft men, naast minuten van gevaar, uren van ongekend genot. O, het is er zoo wonder, zoo aangrijpend schoon in die jjswereld 1 Hier is de gletscber kalm en effen als een (heerbaan voor reuzen, ginds staan naast blauwe diepten hooge pyramiden, slanke zuilen, welker regelmatigheid de vraag op de lippen brengt of dit door menschenhaoden is gemaaktweer iets verder is het een chaotische wanorde, huiveringwekkend in haar grootsebe woestheid. Het eenige geluid, dat men er hoort, is het fluisterend gemurmel der beken of de donderende knal met zjjn langzaam wegrollende echo's eener lawine, en ou en dan bet gekraak, u herinnerende, dat zelfs hier geen volkomen rust heersoht en deze ijsmassa ziehlvoortdurend beweegt. En hoe dieper ge doordringt, hoe grooter bet verlangen wordt steeds verder, steeds hooger te gaan, ja ook in de bergen wonen sirenen, die met baar zoete lokstem den wandelaar onweerstaanbaar tot zioh trekken. De EngeUche verkiezingen blij reu deotelfden •troom volgen; de contervttieven gen ietec de f oor- keur, ook op het plattelandzij hebben volgent de gitteren ontvangen berichten reed* 89 meer dan in het ontbonden Lagerhuis en zyn nog alechta 46 stemmen verwijderd van de volstrekte meerder heid tegenover 108 plaatsen, die nog vervuld moeten worden. De mogelykbeid dat de conserva tieven de meerderheid sullen krijgen, begint dus waarschijnlijkheid te worden. In elk geval beeft de conservatieve party nu reeds snik een cijfer bereikt, dat naar parlementair gebruik aan haar de tengels dienen te worden overgegeven, en toch brengt ty 't niet soover dat zy kan optreden als een sterke Begeeriogdaarvoor is in Engeland een groote meerderheid noodig. De vraag is echter of er in het Engelsohe parlement ooit weer die onde traditioneele meerderheden tollen worden ver kregen j immers, vroeger had men in hoofdtaak slechts twee partyennu heeft men er vier. Meer dan aanvankelyk scheen, heeft de schending van een artikel vau1 het Berlynaohe traotaat de hoofden der Enropeescbe diplomaten warm gemaakt en de pennen der Enropeescbe pers in beweging gebracht. In Berlin neemt men de saak vrij koeltjes op, wat somraigeu doet veronderstellen, dat Busland niet gehandeld heeft Bonder vorst Bismarck te raadplegen, want sooals een diplo maat deter dagen zeer joist opmerkte de Doit- sche rijkskanselier siet ongaarne, dat tractaten, onder zyn leiding tot stand gebracht, zonder zyn toe stemming worden gesohondeu. Ofschoon bet zeer onwaarsohynlyk biyft, dat behalve Engeland een der andere groote mogend heden tegen Bnslands beslissing omtrent Batoem «al protesteeren, baren toch de niet uit te blyven gevolgen van dezen stap ook in Woeoen ernstige bezorgdheid. D« Weeuer oorrezpondent der Daily Netst had een onderhond met oen aauzienljjk Hongaarich •taaltman, die in scherpe woorden de daad van Rusland afkeurde, gedaan op een oogenblik, dat Groot Briltaoje staat in het heetat van een ern- stlgen binnenlandsehen strjjd. Maar ook dese Hongaar twijfelde, of er iets kon gedaan worden. Batoem toob is reeds jaren geleden iu san sterke Buaaiaohe haven omgevormd, zoodat da verklaring van heden nietz dan de formeele aankondiging van een reeds lang bestaand feit is. Hjj achtte het mogelgk, dat Rusland Batoem alleen gebruikt als een ballon d'eteai om ecus ta zien boe ver bet in deze richting kan gaan sonder gewapenden tegen stand bjj de mogendheden te ontmoeten. Da Frantche Kamer heef» den proteotionizten een geduohte teleurstelling bezorgd. Het ontwerp tot verhooging der graanrechten ia op voorste fan den minister van landbouw,den heer Dtvelle, met 273 tegen 264 stemmen naar de Commissie terug verwezen. Te vergeefs verzette De Meline, voorzitter der commietie, zich tegen dit beztuit, dat met een verwerping geljjk werd geeteld. De rapporteur der oommiiaie verlangde dat de regeering nn het geheele ontwerp zou terugtrekken, maar volgens het oordeel van den voorzitter der Kamer, Floquet, ontving de commieeie door de terugzending de' opdracht om haar rapport voor de Kamer aaB te vullen. In allen gevalle ia dns het ontwerp tot de vol gende zitting uitgesteld. Ook besloot de Kamer bjj de vaateteiling der directe belastingen, dat bet bedrag dezer belasting in die departementen, waar gemiddeld meer dan 4,6 pet. van bet inkomen wordt betaald, met 11,000,000 fros. zou verminderd worden. De commieeie uit defFransche Kamer heeft zich verklaard tegen bet wetsontwerp, waarbij de Regee- ring het aanplakken ran opruiende geschriften straf baar stelt. Met algemeene stemmen werd besloten om de Kamer voor te stellen de behandeling van van dit ontwerp tot Ociober a. s. te verdagen, daar de regeering door de bestaande wetten voldoende tegen dergelijke oproerige handelingen is beschermd. Een deputatie der monarchistische journalisten is te Tunbridge aangekomen, ten einde den graaf van Fargs het adres te overhandigen, dat zij in hun bijeenkomst te Parijs vaatatelden. Op last van den nieuwen Parjjschen aartsbisschop Bichard, zal kardinaal Gnibert in de Notre-Dame, en niet op den Montmartre, worden bjjgezet. De aartebieachop weet, dat de regeering daar voor demon straties vreest en zal daarom voor de overbrenging van hst lijk naar de kerk op den Montmartre rustiger tjjden afwachten. In de Spaansche Cortee hield de republikein Pi y Margall bjj de behandeling der civiele Ijjsl een heftige redevoering tegen de monarchie. Een tjjner grieven tegen den overleden koning Alfonsua XIII waa o. a., dat hjj tijdens het geschil over de Carolina-eilanden niet onmiddellijk aan Daitsch- land den oorlog had verklaard. Een andere grief der democraten was, dat koning Alfonso zich schuldig had gemaakt aan beursspeculaties. Deze beschuldiging bracht groote opschudding te weeg en werd door deo minister van financiën voor volko men ongegrond verklaard. De verkiezingen zjjn afgeioopen, de liberale partjj is in de meerderheid. Alle zetels, op deo éénen van Utreobt na, werden behondenvijf werden gewonnen; in die districten, waar tagenover de verbonden tegen standers de overwinning niet te behalen was, werd toeb de eer der vlag echitttrend gehandhaafd. De zedelijke waarde der zege overtreft nog de beteekenis der numerieke majoriteit. Deze verheffende uitslag ie verkregen door de macht der liberale beginselen, door bet bewustzjjn van den ernst der beslissing, door de overtuiging van de noodzakelijkheid der grondwetsherziening, bovenst iu zake van kiesrecht, door het veriaogen naar een krachtig hervormend etaatebeleid, door den afkeer van politiek obstructionisms, door den tegenzin tegen godsdienstige onverdraagzaamheid en tegen het be derven van het staatkundig leven onder den invloed van kerkelijke partijzucht. Hjj ia verkiegen door da wakkerheid der kiezers door de toewjjding der leiders, door de onvermoeide inspanning bjj voorlichting en opwekking, door de aaoeensloiting der liberalen. Het ie ous, bestuurders van de Liberale Unie, eene behoefte, onzen warmen dank te betuigen aan allen die dese zege hebben helpen behslenaan de kiezers en de leiden, aan de redacteuren der liberale pen, ook aan zoovele uitnemende mannen buiten deze kringen, die allen door woord en ge schrift, door penoonijjke bemoeiing en opwekking van anderen, de natie hebben voorgelicht eo deo kiezen de beteekenie van hunne taak hebben voor gehouden onzen dank ook aan zoovelen, die ons in slaat hebben gesteld, om in de bedreigde en twijfel achtige districten de wtkkere geestverwanten te stennen. De Libenle Unie heeft thans voor da eerste maal aan de voorbeniding der verkiezingen deel genomen. De opgedane ervaring heeft de maoht der aaneen sluiting bewezen zjj heeft ook omtrent hetgeen der Unie te doen slaat, ons veleriti geloerd. Wjj zjjn doordrongen van de overtuiging, dat geregeld, en niet alleen in den verkiezingstijd, de natie meer moet worden voorgelioht, bovenal ook door het levende woord, door persoonlijke bespreking eo door het politiek debatop dit puot is onze aandaoht in bijzondere mate gevestigd. Onmiskenbaar bracht ons de uitslag hoop en' moed voor de toekomsteven onmiskenbaar legt hjj, met het oog op die toekomst, nieuwe pliohteu op. Voor de vervulling van die plichten vragen wjj nieuwe medewerking en steun. Is de zege betaald, thans komt het er op aan, dat Van haar worde partjjgetrokken ten bate van het land, opdat eene hervormende staatkunde worde ge- volgd, opdat eene frisscbe en vreedzame ontwikkeling van one politiek leven intrede, opdat de kiezers en die het eerlang zullen worden, uit de daden, die zjj zien, kunnen weten wat het volksbelang van de liberalen te wachten heeft. Dit te doen is de taak van de aangewezen leiders, de teak van hen, die tot vertegenwoordigers van bet volk gekozen zijn. Met vertrouwen wachten wjj hnnne daden af. Het Bestuur van de 'Liberale Unie G. A. van Hamel, Voorzitter. E- H. Kabsten, Vice-Voorzitter. UitgegevenAm- H. J. DijckmEESïeb, Penningm. STERDAM Juli '86, G. H. VAN BoLHÜIS. P. J. DE Witt, H. L. Drückeb.* Secretarie. E. Fokker. J. B. Kan. L. Miechiels van Kessinich. D. WlCHERLINK. GEBOREN0 Jali. Ggsberilins, Maria Loniza, ondera F. raa de Paroordt en G. J. van Straaten. 10 Franciaona, osdera C. de Vroom eo P. van dea Hort. 11. Margirelba, ondera A. Kompier en J. de Jong. Wilhelmina Geertruide, ondera G. Gravesteijn en M. j. van der Pool. 12. Eva Maria, oodera H. de Rooij en L. Zieltman. Pieter, ondera P. Nobel eo J. van Vliet. OVERLEDEN0 Juli. A. Stoffel, wed. J. van der Speld, 84 j. 10. C. Lapontre, n. - L Bloot, 4 i. 4 m'. 11. S. c. van der Waeter, 12 w. 12. A. H. Dekkinga, 3 m Getronwd C. G. LANGERAAR EN Chr. J. MIJNLIEFF, die, ook namens wederzijdsche Familie, hunnen dank betnigen voor de vele bljjken van be langstelling, bg hun Huwelijk ondervonden. M&rhri aid UeelJ 12 Jnli 1886' Bevallen van een levenloos Meisje, D. SAMSOM— Gouda12 Juli 1886. Kruijt. De Heer en Mevrouw SIMONSvan Aken, betnigen bjj deze hnnnen dank voor de bewgzen van deelneming, ondervonden bg het overigden van hnnnen Broeder en Behuwd- broeder den WelEdelG. Heer J. J. SIMONS te Oorschot. Gouda13 Jnli 1886. Met NOVEMBER te HUUR, een bevattende 7 KAMERS, ALCOOF, DIENST BODE- en PROVISIEKAMER, KELDER en KEÜKEN. -Adres onder No. 1345, aan het Bnrean dezer Courant. Wordt gevraagd zoo spoedig mogelgk eene bejaarde zonder kinderen. Brieven franco onder No. 1346 aan het Burean dezer Courant. ZILVEREN MEDAILLE: Amsterdam 1883. Antwerpen 1885. te Emmerik a/d Rijn en Heerenberg (Gelderland). BÓRST-PASTILLEN. In zakjes a 15 ets. eu in doosjes a 30 en 50 cents. SLIJM-MAAGPILLEN. In dooqe met 50 pillen 26 eents. TEER-CAPSOLES. In flacons met 60 capeules 60 cent. J. G. ZELDEN RIJK, Qouda. J. H. C. HUINCK, Gouda. Wed. WOLFF Zoon, Sckoouiovtn.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1886 | | pagina 2