r
FW'
emelk;
EVEREN in
p
L'
t
UI
N° 3459.
man,
uit de Liefde
lemerkingen,
en dn Ern-
i en nuttige
BINNENLAND.
Vrijdag 22 October.
1886.
er-
;r,
uwden
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
i
n He
b bekei
eene 1
EN zaMaai}.
:s.”
Buiteniandsch Overzicht.
I
M
ra j
j.1
j r
uwden,
e en Geeste-
dslagen van
j
M terdamsi
I»
1401, aan het
-
t
n
f te Gouda.
ik hebben?
dan
Zoo
ar.
Huwelijks
ver het Ge-
RUDOLPH
GOUDSCHE COURANT.
p afgeleverd
m gezonden,
gemakihalvt
van 10 cents
KOSTER
tpe Boeken,
stand komen
o. 1399 aan
lande fabriek
ritte MANÜ-
welke tegen
particulieren
.U Zuyleii, J. en D. Haspel., Rosier Faassen,
in en Poolman.
entitling der Rotterdameohe Arrondissement!
Dinsdagmorgen werd veroordeild
j2 j. sjouwer te Gouda, bek!, van dief*
mantel en drie jassen, tot 2 maanden
iimag in hit kiesdistrict Sneek gehouden
'goor da verkiezing, van een lid der
Hr, is de Heer mr. P. J. G. Van Dig-
^„„.J.bpet 2086 rap de 4063 geldig
stemmed, De beer baron Brantsen van
tik en Kath.) verkreeg 1977 stemmen.
I van onwaarde verklaard.
In de plaats van zoodanige critiek wenscht de
redenaar te stellen eene psychologische critiek, welke,
bij de beoordeeling van de oudste oorkonden der
Christelijke Kerk, tot het ridderen van hen tracht
door te dringen, aan wie die oorkonden hun ont
staan verschuldigd zijn. Gritiek behoort te waar-
deeren en dus niet de zoogenaamde ketterijen, de
afwijkingen van de officieels kerkleer, als dwalingen
in het donker Ie laten, terwijl enkel op de lotge
vallen der officieele Kerk licht wordt uitgestort.
De redenaar zal om die reden niet in engen zin de
kerkgeschiedenis en de geschiedenis van kerkeiyke
dogmata, maar de geschiedenis van het christendom
en zijne leerstellingen in vollen omrang op zyne
lessen ontvouwen. Met leedwezen sprak de redenaar
als zijne overtuiging uit, dal een onoordeelkundig
vasthouden aan de overlevering, en de miskenning
van den geest die voor een nieuwen tijd nieuwe
vormen zoekt, nog altijd aan de orde van den dag
zijn als bewijs citeerde hij de pogingen om hier
aan een bouwstijl, elders aan eene dogmatiek, welke
niet meer passen roor onzen tijd, de oude heer
schappij terug te schenken. Als terugslag van zoo
danig streven beschouwde hij het zoo droevig feit,
dal in onze dagen vrijheid des geestes en vroom
heid van zin elkander meestal buitensluiten.
De redenaar eindigde met de gewone toespraken
tot curatoren, professoren en studenten, en met den
wensoh, dat onze in de laatste jaren zoo zwaar geteis
terde universiteit den geleerden Ranke en den grijzen
Hofstede de Groot moge zien herstellen.
Uit Amsterdam wordt een niet onaardig staaltje
meegedeeld omtrent de innige overtuiging, welke
by sommige opruiers tot ojpoer daarvan de drijf
veer is. De veelbesproken ontslagen kapitein P. A.
Jansen is, zooals men weet, nu een der aanvoer
ders van de socialisten. Als zoodanig sprak bij
niet alleen Zondag te Amsterdam, maar droeg
by ook een door hemzelven gemaakt en op noten
gezet socialistenlied voor. Hierin is echter het be
vreemdende van de zaak niet gelegen, wel in het
geen een correspondent van bet Vtr. DU., na de
mededeeling van het feit, er bijvoegt, namelijk dat
J. niet lang geleden op geheel andere wijze zijn
fortuin nis componist beproefde. Toen vervaardigde
hy lofliederen .op leden van het Koninklijk Huis
en zond die als blijk van zijn hulde aan Hnune
Majesteiten. «Hetzy nu aldus vervolgt de
correspondent dat met deze voortbrengselen zyner
gaven als toon- en rerzendiehter en de toezending
aan HH. MM. hit doel niet werd bereikt, hetzij er
andere motieven in het spel zyn, deze vorige hul-
debrenger aan het Koninklijk Huis houdt nu lof
spraken op de roode vlag der revolutie en wijdt
met geestdrift zijn zangen aan de sooiaal-democraten.
«Je moet ze maar proeven I* roepen op onze
straten de fruitverkoopers achter hun wagens."
Gelyk wij hebben gemeld, werd de eerste zitting
der staats commissie voor den Landbouw Maandag
geopend met eene toespraak van den Minister Van
den Bergh. By de regeering zeide hij o. m.
is het besef levendig geworden, dat de vraag
ernstige overweging verdient, of hare belangstelling
in hel volkswelzijn niet, ten aanzien van den land
bouw, ondubbelzinniger zou kunnen blijken. Van
belanghebbenden kwamen vele aanzoeken om onder
steuning, doch daaraan kon niet worden voldaan
na vaststelling van een wel geordend plan,
kan noch omtrent vermeerdering der proef
stations, noch omtrent de oprichting van rakzui-
velscholen, noch omtrent de wyze waarop het land
bouwkrediet kan worden bevorderd, eene beslissing
worden genomen voor de inlichting van deskun
digen was verkregen. Alles wees op de noodzake
lijkheid dezer voorlichting ter beantwoording der
vragen in welk opzicht het landbouwbedrijf in Neder
land hervorming behoeft, en of die hervorming met
of zonder den directen steun der Regeering. kan
worden verkregen. Dit onderzoek zeide de
Minister komt de Regeering van U vragen.
Da heer mr. C. J. Siokesz, voorzitter der com
missie, beantwoordde den Minister. Aangaande de
staatshulp zeide hij
«Al heeft hel particulier initiatief sioh vaak krachtig
doen gelden, al hebben ook onze landbouwmaatscbap-
pyen veel tot ontwikkeling bijgedragen, telkens en
overal bleek het, dat men zonder krachtigen steun van
den Staat weinig vermocht en dat er veel in het belang
van den landbouw sonde kunnen worden gedaan, waar
alleen de Regiering handelend konde optreden.
De voorloopige poging tot verzoening tnseehen de
radicalen en liberalen ia in België goed geslaagd.
De heer Rroneaux, ziende dat zyn verlangen naar
algemeen stemrecht de schikking zou doen mis
lukken, trok zyne candidatuur in waarop beide
partijen het eens werden over de candidatuur van den
heer Jules Guillery. Deze is een bekend en algemeen
geacht advocaat te Brussel. Wat zyn beginselen
betreft, behoort hy tot de radicalen, maar hij acht
het oogenblik nu niet geschikt tot uitvoering van
bet radicale programma. Daarom zijn ook de libe
ralen bereid den advocaat, die reeds vroeger Brussel
in de Kamer vertegenwoordigde, te steunen. Wan
neer de heerf Guillery de candidatuur aanneemt, is
cyi e verkiezing zoo goed als zeker.
Intusschen is het dericale ministerie afgeschrikt
door de krachtige houding der liberale party. Ofschoon
de clericalen in de Kamer een verpletterende meer
derheid hebben, durft de minister het besluit van
den gouverneur tot afzetting van Ronveaux, niet
uit te voeren. Niet alleen oefent de schepen van
Namen nog steeds zijn ambt uit, maar zelfs is bij
GOUjDA, 21 October 1886.
Donderdag is'october e. k. heeft de eerste abon-
nements-rooratefling plaats van de vereenigde Rot-
sohe tooneelisten, dir. Ite Gras en Haspels.
Opgesperd wordtMaHTBLAUza, Drama in 5 bedr.
van d’öjnery en Tarbé. Daarin treden o. a. op de
dames qlalh. Beersmans, Burlage-Verwoert, Marie
Vink enTooiman-Huijzers, benevens de heeren Wil-
i d* Jri - -----
lUGn
Wu 1
«Reeds jaren geleden werd herhaaldelyk daarop
gewezen en werd het nauwe verband, dat bestaat
tusseben de algemeens volkswelvaart en de meerdere
of mindere productiviteit van den bodem, als de hoofd
reden genoemd, waarom men roet grond ook voor den
landbouw Staatshulp mocht vragen. Vooral echter sinds
in de laatste jaren de prijzen van den bodem en van
de voortbrengselen van den grond deelen gingen in
den algemeenen achteruitgang, is meer dan ooit de
wenschelijkbeid betoogd, dat by erkenning natuur
lijk van hetgeen er in die richting reeds is geschied,
de Regeering meer dan vroeger den landbouw de
band zoude reiken en krachtiger zoude meêwerken
om do ontwikkeling van het landbouwbedrijf te
bevorderen.»
Voorts wees mr. Siokesz op de verschillende
deelen der omvangrijke taak, welke de commissie
wacht, eer zij de regeering een vast plan kan aan
bieden.
Ook bij het onderzoek van het wetsontwerp tot
handhaving van de accyns op het gedistilleerd op
het bedrag, dat thans wordt geheven, hebben sommige
leden der Kamer weder gesproken van den drnk
op den minvermogende. De Zoon doet hieromtrent
opmerken, dat die leden van een geheel onjuiste
grondstelling uitgiogen. Al ware het niet, dat een
verlaging met drie gulden alleen de tappers en
slijters ten goede zou komen, in geen geval sou zij
strekken ten bate van den minderen man. De on
waarheid nog daargelaten, dat ’t vooral de mindere
man zou zijn, die den accijns op het gedistilleerd
opbrengt alsof niet bijna bet geheele volk jenever,
cognac, likeur enz. enz. drinkt maar de bewering
nu eens als waarheid aannemeude, wat dan Dan
alaat men voor het feit, dat in ons land 48 liters
sterken drank door eiken man per jaar worden ge
bruikt dat daarvoor 23, in T geheel 50 millioen
gulden wordt betaald dat de Nederlandsche bevol
king die 50 millioen gulden jaarlijks van baar,
vaak zuur verdiend geld wegwerpt aan een drank,
die nooit nuttig, altijd min of meer schadelijk, zeer
vaak verderfelijk werkt.
Wie durft nu beweren, dat een belasting op het
gedistilleerd den minvermogende drukt «Laten zij
hem drukken zegt De Zoom als lood zoo zwaar,
op zyn ziel, die 23 millioen accijns. Laten zij hem
neerdrukken, verpletteren met het bewustzijn dat
die 50 millioenen 's jaars, nu in de herberg weg
geworpen, zijn welvaart konden verhoogen, nuttig
konden besteed worden, voor gezond voedsel of voor
besparing of voor honderd andere doeleinden. Laten
zij hem drukken, drukken zooveel zij kunnen, tot
hij er tegen in verzet komt en glas en flesch te
pletteren werpt. Dan zou er een jaiebkreet in Ne
derland kunnen opgaan en niemand zoti hebben te
vragen hoe de schatkist nu komen zou aan haar
23 millioenen ’s jaarswant een volk, dat geen
jenever drinkt en een millioen ’a weeks, thans weg
geworpen, nuttig besteedt, zulk een volk zou de
schatkist ook ruimschoots scchadeloos stellen door
opvoering ven alle andere bronnen van inkomsten,
die verband houden met de volksreZraarf».
En opdat ieder daartoe bet zijne doe, spreke
voortaan geen enkel Kamerlid meer van den druk
der belasting op bet gedistilleerd, nooh van de bate,
welke gelegen zou zyn in een grootere borrel.
i
j stal *a<) een i
rfevangruisstrali
ByJd^Diii»
herstem ipjugfk
Tweefle IKadtet.
gelen (Im.) gekozen
uilgebraMte
de Zijp ’(until. T
Er werden 30 briefjes
Men schrijft uit Groningen dd. 19 dezer aan de
N. R. Ct:
Na den eed in handen van curatoren der rijks
universiteit te hebben afgelegd, hield heden middag
de nieuwbenoemde boogleeraur dr. C. H. van Rbijn,
opvolger vau den zoo spoedig doof den dood aan
onze universiteit ontrukten prof. dr. De Koe, zyne
inwijdingsrede in hei groot auditorium van ons
academiegebouw. Te midden van bet talrijk gehoor
merkte men prof. dr. Lamers uit Utrecht op, neef
van den nieuwen hoogleeraar en vroeger zelf boog-
leernar aan oase aniveraiteil.
De heer dr. Vau Rhyn is belui met het onderwys
iu de geschiedenis van den christelijken godsdienst,
in de geschiedenis der christelijke leerstellingen en
in de letterkunde der oudste ohristeneeuwen. Hoofd
zakelijk aan deze drie vakken ontleende hij zyne
voorbeelden Ier bepaling van de elkander beperkende
rechten van traditie en critiek. Waar de traditie
de alleenheerschappij uitoefent, wordt de door God
gewilde orde omgekeerd, welke daarin bestaat, dat
de traditie in den dienst van bet ideaal vormende en
bevestigende kracht openbaart. Wur integendeel met
tie traditie onvoorwurdelijk gebroken en de poging
gewaagd wordt eene geheel nieuwe aera aan te
rangen, leert de uitkomst, gelyk in de Franscbe
revolutie, boe ydel en onvruchtbaar zoodanig streven
is. De stichter des christendoms bracht nieuw en
heilig leven, mur huldigde in zyn persoon de traditie,
door wel en profeten niet af Ie schaffen, maar te
vervullen. Over de grenzen, binnen welke de traditie
zich behoort te doen gelden, ontspon zich reeds itt
de oudste Kerk een slryd tegenover den universa
listisch gezinden Paulus stonden de zuilenapostelen,
gelijk de Tubingen met groote klaarheid, ofschoon
niet zonder overdrijving, hebben aangetoond. Van
de Tubingen sprak de redenaar met lofaan hen
is men eene consequent volgehouden proeve ver
schuldigd om de geschiedenis der Christelijke Kerk
als een tafereel van organische ontwikkeling af te
schilderen; zyn zy in hun atnven niet geslaagd, dan
moet men dit daaraan toesohryven, dat zij bel wonder
en met het wonder de heerschappij van deu levenden
God, loochenden. Met minder sympathie sprak de
redenaar over hen, die, zelfs in onze dagen, de din
gen des geestes niet in de vrijheid des geestes wilden
doen wortelen ook in de oudste Christenkerk werd
lucht uilgeoefcnd, maar over het leven der belijders,
I terwijl door God, gelyk bet voorbeeld van Ananias
en Sapphira leert, de uitgesproken straf werd voltrok
ken. Als droevige tegenhanger met zoodanige tucht-
uitoefening wordt genoemd bet slaafsch vasthouden
aan de letter der Schrift en het schenden van de
wet der liefde door Luther in zyn stryd met Zwingli;
ook werd van de houding van Calvyn tegenover Servet
afkeurend gewaagd. Ala een ander gebrek aan cri
tiek, dat juist in onze dagen zich vertoont, wordt
geschetst de manier van ben, die zich beroemen
literarische critiek over de schriften van het Nieuwe
Testament uit te oefenen, maar vergeten dat die
schriften ten deele met groote overhaasting zyn on
gesteld, en dat het niet aangaat, van ieder der
schrijvers te eischen, dat hy er een volledig stelsel
van dogmatiek op zou hebben nagehouden.