Buiteni&ndsch Overzicht. KENMSGEVING. KOEPOKINENTING. ADVERTENTIE!^ VERKIEZING van LEDEN voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Burgerlijke Stand. Vlist vertUaubaar te makep. Id het algemeen ia het dui delijk, dat veranderingen in de koopkracht van het ruilmiddel op de verhouding der in dit ruilmiddel uitgedrukte rente tot bet kapitaal geen invloed heb ben kan, want elke verhooging of verlaging der koopkraobt waardoor de feitelijke waarde van het kapitaal, en derhalve ook de vergoeding voor het gebruik eou worden verhoogd of verlaagd, komt in de ipto facto mede veranderde reëele waarde van deu interest vauself tot haar reoht, zonder dat veroude ring der verhouding tusacheu hoofdsom en rente daarvoor noodig is. Evenmin kau veranderde gelds waarde verandering der in geld uitgedrukte prijzen (koersen) van in geld uitgedrukte kapitalen tengevolgè hebben. Maar anders wordt de zaak, voor zoover eene verandering der ruilmiddelwaarde in den eenen of anderen zin voorzien wordt. Wanneer ul. het pu bliek eene zoodanige verandering voorziet, zal de geldschieter onder overigeus gelijke omstandigheden voor eene toekomstige hoogere koopkracht van het ruilmiddel met eene vermindering van den interest willen tevreden zijn, en omgekeerd voor eene toe komstige geringere koopkracht eene vergoeding in den interest zoeken te bedingen, tengevolge waarvan deze laatste eene verhooging zal ondergaan. Terwgl derhalve de beide bekende elementen in den interest, de vergoeding voor het gebruik en de verzekering tegen verlies, slechts een positieve waarde kunnen hebben, m. a. w. slechts tot verhooging van den rentevoet kunuen leiden, kan daarentegen de voorziene toekomstige ruilmiddelwaarde zoowel posi tief als negatief werken. Rangschikking onder eene der twee andere elemeuteu is daardoor ten eenemale uitgesloten. De schr. heeft de beteekenis van genoemd derde element zoo beknopt als dat met eene grondige be handeling overeen te brengen was, ontwikkeld, zoo wel met betrekking tot het disconto als met betrek king tot de economisch veel belangrijker rente van kapitalen op langen termgu, en hij motiveert zgae overtuiging, dat het derde element in den interest over velerlei economische verschijnselen, die tot heden niet begrepen werden, een nieuw en verrassend licht verspreidt. In de Italiaansche „Perseveranza" komt een artikel voor over den slavenhandel in Afrika, waaruit blijkt dat deze nog lang niet tot hel verleden behoort. z/Het centraalpunt van dezen schandelijken hau- del is Soudau, terwijl Bornu, Eezzan, Fidieohelt en Zanzibar de voornaamste en veiligste havens zijn en de grootste uitvoer van slaven naar Egypte en Arabië plaats vindt. Uit Eezzan worden gemiddeld per jaar 10,000 slaven uitgevoerd, uit Zatara 12,000, uit de Nijlstreken 20,000, uit Zauzibar 40,000 en uit Soudau 15,000, hetgeen een totaal van meer dan 100,000 negers oplevert, die tot een leven van slavern|j zijn veroordeeld. Hiervan zijn een 40 a 50,000-tal bestemd voor Egypte, de overigen wor den door Turkije verzwolgen. Ongeveer echter slechts een 8e of 10e deel dezer gelukkigen, die of gekocht, of wel aan hunne fa- miliën zijn ontstolen, bereiken de plaats van be stemming; de anderen bezwijken onderweg, gedeel telijk tengevolge van de vermoeienissen der reis, de ondergane mishandelingen en de epidemiën, en voorts omdat de zwakken, van wien het niet waarschijnlijk is dat zij blijven leven, voor de aankomst te Zan zibar in zee worden geworpen om de invoerrechten te ontgaan, die twee thaler per hoofd bedragen. De prijs, welken deze ongelukkigen opbrengen, is zeer verschillend; te Zanzibar moet men voor een jon geling 30 a 40 lires betalen, en voor een krachtig gebouwden man 100 a 150 lires; voor de vrouwen wisselt de prijs af naar den ouderdom en de schoon heid. De gewone pr|js is echter 500 lires, doch voor de Abysioissche vrouwen worden vaak versohei- dene duizenden lires besteed. De Europeesche surveillance is tot nog toe niet bij machte geweest aan dezen handel een einde te maken; in 1885 werd de slavern|j in 't Otto- manische rijk ouderdrukt, dochde slaven handel bleef bestaan; eene conventie, in 1877 tns- schen Engeland en Egypte tot datzelfde doel ge sloten, bleef eveneens zonder eenige uitwerking. Laat ons nu hopen, zoo eindigt het blad, dat de over eenkomst, in 1885 tusschen Italië, Engeland en Egypte gesloten, betere resultaten moge opleveren De mensch is al op zoovele verschillende manieren beschouwd en besproken, dat hel haast onmogelgk sch|jut iets nieuws over dat onderwerp te zeggen. Toch bl|jkt het te kunnen. Verneem daartoe boe een soheikundige den mensch beschouwt. Uit een chemisoh oogpunt bestaat de mensch nit 13 elementen of grondstoffen, waarvan er 5 gewoonlijk gasvormig en 8 vast z|jn. Een volwassen man weegt gemiddeld 78 kilo gram, daarvan is het grootste gedeelte, nl. 44 kg., znnrstof, en wel in uiterst sameogedrukten staat, want was die zuurstof in gewonen gasvormigen toe stand, dan soa alleen dit bestanddeel van het mensche- Ijjk lichaam reeds eene ruimte innemen van 28 kub. meter. Waterstdf is betrekkelijk minder goed vertegen woordigd edoch in vrijen toestand als gas, eou de 7 kg. waterstof eene ruimte beslaan van 80 kub. meter. De drie andere gassen zijn stikstof (1,72 K.G.) chloor (0,8 K.G.) en fluor (0,1 K.G.). Onder de vaste bestanddeeleu staat koolstof boven aan met ongeveer 22 K.G. Daarna komt phosphorus (800 gram) eu zwavel (100 gram). Gelukkig bevat ons lichaam geene edele metalen. Wie weet wat er anders nog gebeurde met menigeen, die nu voor afbraak niets kan opbrengen. Andere metalen zijn wel aanwezig hoewel in vrij geringe hoeveelheden. Caloium is daarvan het voornaamste (1750 gram); dan komt kalium (80 gr.); natrium (70 gr.); mag nesium (50 gr.) en eindelijk |jzer (45 gr.) Ziedaar de bestanddeelen waarin een soheikun dige het meuschelijk lichaam door elementair analyse zou kunnen ontleden. Hoe deze 13 elementen on derling verbonden zijn kan in geen boekdeel be schreven worden. Zondageblad In Engeland gaat men een eigenaardig boekwerk uitgeven. De firma Macmillan and Co. in Londen heeft eene jubilaeum-uitgaaf van de Picktoick Papen van Charles Dickens ter perse gelegd, in twee deelen vervat en met vele platen versierd. Het Engeland door Eielding besproken verschilt nauwelijks meer vac het hedendaagsche Engeland, dan het Londen van de Pickwick papen vau het Londen ten tijde van het gouden feest van Koningin Victoria. Vijf tig jaren hebben zoodanig verschil teweeggebracht in den aanblik der straten, eu in de gewoouten, zeden eu meeningen harer bewoners, dat de Pick wick papers die een eigenaardige weerspiegeliug le verden van den tijd waarin zij geschreven iverden een tamel|jk antiquaiischen bijsmaak verkrijgen voor het tegenwoordig geslacht van lezers. Samuel Pick wick is een onmogelijk persoon geworden in onze dagen, en de plaatsvervangers van Sara Weller en Jingle gelgken slechts weipig op hunne groote voor beelden. Daarom was het npodig geworden, dat een bekwaam uitgever de zaak ter hand nam, ten einde de nu onbegr|jpel|jk geworden gedeelten te verklareu en niemand kou dit beter doen dan de jonge Dickens. In een uittreksel van de voorrede ver klaart deze, dat hij van het populairste boek zijns vaders Jook daarom eene nieuwe uitgaaf met ophel deringen wil uitgeven,, omdat er tusschen 1836 en 1886 zoo vele wijzigingen in Londen en de bewo ners er van zijn gekomen. Vele in dit werk be- sprokeu plaatsen zijn niet meer te herkennen vele toespelingen kunnen niet meer begrepen worden zonder toelichting. Vandaar bet ondernemen der zaak en de w|js waarop men dat doen wil. Het Heerenv. Adv bl. bevat het volgende toeval uit 't leven van een apotheker, dat vermelding ver dient, al ware het slechts om te doen uitkomen welke eene zware verantwoordelijkheid op die heeren rust eu mogelijke vergissingen een minder bard oordeel verdienen, dan zij bij vele menschen on dervinden. Eiudel|jk sloeg het uur van tienen uit den ouden kerktoren, haastig sloot ik mijne apotheek om eeu welverdiende rust te smaken. Rust Nu ja, als men 't zoo noemen wil. In de laatste weken kwamen vrij wat gevallen van oroup en diphtheritis voor en daardoor was ik menigen nacht reeds uit Morpheus armen gerukt, om poeiers of drankjes gereed te maken. Spoedig lag ik in diepen slaap. Lang duurde 't echter niet. Om elf uur reeds ging de huistal. Oumiddelijk was ik bij de hand, opende de deur met de vraag //wat is er?" doch in plaats van een antwoord reikt een gejaagde bode mij een recept toe. //Zoo in een half uurtje is 't gereed, wilt ge er op wachten". z/Gaarue." De bode zette zich op de baük in den winkel, 't geneesmiddel werd hem ras overhandigd en weg was hij, ik legde o||j weder neer. Pas was ik ingedommeld, of weder ging het klingelinj?, klingeliug. Was 't wonder, dat een on derdrukt //hartel|jk" woordje mij ontviel. Voor de derde maal lig ik weer te bed of na een uurtje wordt er opnieuw gebeld. z/Voor den drommel, denken de lui dan dat ik geen slaap noodig heb? Maar komaau plichtgevoel veroorlooft geene beschouwingen. Aanpakken maar, gel|jk straks. 'l Was het nachtje wel, niet minder dan zes malen werd ik er uitgehaald. Onaangenaam, huiveraobtig neem ik bet laatste recept aau, dat een jongetje komt brengen, 10 gram opiumtiuctuur. Slaapdronken neem ik de flescn, giet de aangegeven hoeveelheid over, sluit het fleschje, hecht er de gebruiksaanwijziging aan en geef bet den jongen, die er Ijlings mee heen loopt. Ik breng de flesoh weder ter plaatse, sla toevallig het oog op het schild en groote Hemelik heb jodiumtinctuur gegeven. Ik voel dat ik bezw|jmen zal, 't gaat gelukkig voorb|j, alle vermoeidheid is eensklaps van mij ge- weken en »de jongen naloopen" zeg ik gejaagd tot mij zelf. Waar woont de zieke? Ik scheur't reoept vau den lias alleen de naam van <jeo patient, geen straat wordt er genoemd. Wat te doea? z/Ge hebt een mensch vergiftigd 1" klinkt het onop. houdelijk in miju oor. Gevangeniseer en goede naam verloren mijn leven verwoest o 'tis om krankzinnig te worden Klingeling, klingeliug, zoo gaat 't nogmaals aan de bel. Werktuigelijk doe ik open. z/Och, meneertje, ik ben gestruikeld en 't flesobje is daarbij stuk geraakt." z/Jongen! f wat zeg je Ben jij zoo pas hier geweest En op 'zijn bevestigend antwoord schreeuwde ik overluid //Hoerah, Hoerah 1" zoodat de jongen mij voor dol houdt, maar ik laat hem geen tijd, til hem in de hoogte, druk hem aan mijn hart, terwijl mg de tranen over de wangen loopen //Niemendal, niemendal ventje, hiér heb je 't goedje nog eens en 't kost niets hoor. Daar, pak aan, eeu rolletje pepermunt op den koop toe Niemand gelukkiger in dien oogenblik dan die knaap eu zniju persoontje. Naar gelang van het beroep, het bedr|jf, de betrek king, waarin de mensch werkzaam is, vermeerderen de gunstige kansen op een langen levensduur. De statitiek is ook in dit opzicht werkzaam geweest, en uit hetgeen door haar na langdurig onderzoek in het licht is gesteld, deelen w|j de volgende bijzonderheden mede. 't Zal vermoedelijk niemand verbazen, dat de be oefenaren der wetenschap, die b|j bet optellen der faculteiten eener hoogeschool in den regel het eerst worden genoemd, boven aan de l|jst staan. Ge durende de jongstverloopen jaren is het sterftecijfer onder de theologen, voor zoover zij in den leeftijd staan van 25 tot 60 jaar, per 1000 individuen dooreengeoomen, niet booger geklommen dao tot 8.60. Veel minder bevoorrecht ziju de beoefenaren eener andere wetenschap, de rechtsgeleerden, wsot bij de advocaten en leden van de rechterlijke col leges klimt bet gemiddelde sterftecijfer tot 13.03 en b|j de beoefenaren der geneeskunde voorzoo* verre z|j die practisch uitoefenen is de verhouding nog veel ongunstiger, want het sterftecijfer stijgt bg hen tot 17.36. Wie zioh wijdt aan den tuinbouw en aan de vet* weiderij heeft heel wat gunstiger uitzicht op een langen levensduur, want onder de eerstbedoeldeu is het sterftecijfer in den leefigd van 25 tot 65 jaar niet hooger dan 9.27 bg de andere categorie is de verhouding iets minder gunstig per 1000, name lijk 9.76. De veldarbeiders volgen hen op den voet, want het gemiddelde sterftecijfer is bij hen 10.84. Onderwij zers en leeraren aau hoogere Burgerscholen zijn min der gunstig gesteld dan de laatst voorgaanden, in dien men iu aanmerking neemt, dat dooreen genomen het sterftecijfer per jaar is 11.12. Het vak van timmerman eu scheepsbouwer schijnt meer levensgevaar te veroorzakenbij hen is het sterftecijfer, wat de eerstgenoemden betreft, 12.69 en bij de anderen 12.99. Het stof van steeukolen en andere gevaren, waar aan mijnwerkers zijn blootgesteld, blgken volgens de statistiek minder ménsobenlevens te vorderen bij mannen van den genoemden leeftijd, eooals velen als uitgemaakt zeker beschouwen, want het gaat in den regel niet hooger dan 12.90. In sommige mgndistricten, waar veel ontploffingen van brandbare gassen plaats hebben, is het ogfer eohter veel hooger, uamel|jk 28.45 pCt. Onder de metselaars eu bet meerendeel der overige handwerkslieden, sjouwerlui, enz., wisselt het in den regel af tusschen 13 en 20. Van schipperlui in de binnenvaart, die b|) de uitoefening van hun bedrgf erg z|jn blootgesteld aan allerlei weer en wind, klimt het ogfer dooreen tot 20.19. Toch z|jn de bierbrouwers, di» in den regel lang binnen de muren der brouwerijen werkzaam z|jn, van minder goede conditie dau de zooeven genoemden. De statistiek leert, dat het sterftecij fer bij hen dooreen genomen per 1000 mag worden steld op 21.06. Houders van //vergunningen", bedienden in die nuttige inriohtingen en in hotels en restaurants, welke een gevaarlijk bedrgf oefenen e|j uit 1 't I» nog nadeeliger voor het leven dan dat der beamb ten bg spoorwegen en andere openbare middelen van verkeer, zelfs dan vau de schoorsteenvegers. Bij de laatstgenoemden is het sterftecijfer per 1000 23.50, b|j de spoorwegbeambten en andere middelen van verkeer slechts 22.93 en bg de eerstbedoeldeu klimt het van 23.53 tot 24.21. Eene klasse van lieden, die wel niet uitsluitend, maar toch meerendeels in de groote steden tehuis behooren, zgn de straatventers met moesgroenten, ooft, fruit, visch en andere eetwaren. Hun bedrijf schijnt een zeer ongunstige werking op den gezond heidstoestand uit te oefenen immers, het sterftecijfer dier wandelende neringdoende personen staat betrek- kelijkerwyte zeer hoog, ja, veel hooger dau van degenen, die, geljjk zjj, steeds in de open luobt ver- keeren bg de uitoefening van hun beroep of bedrgf het sterftecijfer is gemiddeld in die klasse in den leeftgd van 25 tot 65 jaar 29.07 per 1000 indi viduen. De Statist. Korresp., waaraan wg het bovenstaande hebben ontleend, deelt nog een reeks andere bijzon derheden van dien aard mede. Geen vogel wiens, onverwachte verschijning op den mensoh zulk een onaangenamen indruk maakt, als de uil. Daartoe dragen niet weinig b|j de zonderlinge eigenschappen, die hem van andere vogels onderscheiden: zgn groot, rond hoofd, zyn log, zwaar liohaam, zgn gevederte, zoo zacht en donzig, dat egu vluoht volstrekt geen gerucht maaktzijn lichtschuwheid, zgae gewoonte, om ruïnen van oude kasteelen, torens, holle boomen en kerkhoven te bewonen, van waar bg alleen 'a nachts op roof uitgaat, maar bovenal de vreemdsoortige geluiden, die de meeste uilen doen hooren. Van den üku of grooten ooruil Strix bubois het geschreeuw een hol, gedempt, maar eed hoorbaar Pakn en Pahne. #Het klinkt geweldig" zegt VY, Vrolik in sgn Leven en Maaksel der Dieren //bg nacbtelgke stille en in eenzame oorden, vooral zoo velen te zamen het uiten. Met eeu schelklinken(T Hu ver- mengd, doet het in z|jne verschillende modulatiën zich voor, nu eens als een snel, honeud gelach, dan weder als het geblaf en het gehuil van hon den, ook wel als het gejuich van jagers en het gehinnik van paarden." Geen wonder, dat deze vogel b|jgeloovige menschen reeds oudtgds vrees inboezemde, en ben deed ge- looven, dat de uil met bovenaardscbe machten in betrekking staat. De uil zoo heet bet bewaakt schatten in duistere spelonken hij vliegt met den wilden jager in het woedende heirmet zgne groote oogen verlicht hg de beksenvergaderingen, des dui vels grootmoeder waarvan nog sprake is onder het volk vertoont zich onder de gedaante van een uil. De bgnaam van nuil," aan een persoon gegeven, slaat meestal op zgo dom, onaangenaam voor komen en geldt volstrekt niet als een compliment. Wellicht is de scheldnaam ontstaan uit het oude volksgeloof, dat de uil een verwenscht wezen, een b|j nacht vliegende heks sou zijn. De kleine uilen worden ook wel eens «dooden- vogels" of fldgkhoenders" genoemd. Z|j verkondigen door hun nachtelijk geschreeuw waarin men bet kom mede, kom mede op het kerkhof kof hof meent te erkennen en door het slaan met hunne vleugels tegen het venster van zieken* kamers, waartegen z|j door het licht aangetrokken, aanvliegen, den spoedigen dood van den kranke. Ook is het een sleoht voorteeken, als een uil op het huis zit te schreeuwen en daarna er overheen vliegt, dan moet er iemand in dat huis sterren. Schreeuwt een uil overdag, dan breekt er brand uit. De heksen begaan met de voeten en de har ten der uilen heel wat onbetamelijkheden. Ook tooien t|j het haar met de vederen dezer vogels, die bg haar bodendienst verrichten. In de dierenfabel speelt de ail de rol eeoer val- sche kat. 8taat de uil bg de volkeren als ongeluksvogel slecht aangescbreren, bij de Grieken daarentegen werd hg als voorspellende vogel voor heilig gebou- deu en was hg Athene's (Minerva's) vogel, die meestal met een uil wordt afgebeeld. Op hst platteland bestaat nog hier en daar de vreemde gewoonte, om een levenden katuil of kerkuil aan den post van den staldeur te spijkerenop die wgze meent de domme landman zich over geleden schade te wreken of voor ongeluk te vr|jwaren, terwgl hg integendeel den gemartelden vogel dank baar moest «y u voor het wegvangen van muizen en ander ongedierte, dat door de ten onreohte verwenschte n gebiedt. Zondagsblad. Teritond na de aankomit ran generaal Kanlbare e Sofia had Gadban-Effeudi een langdurig onder- oud met den Russisohen gemachtigde en over- andigde daarna een nota van den Turkschen groot eer aan de Bulgaarsohe regeering. Hierin betuigt o®, "°{t® kaar leedwezen, dat de Bulgaren de groote öobranje hebben bijeengeroepen, voordat een Turksche commissaris den t|jd had zioh voldoende op de hoogte n Fr* ^eD >o het vorstendom, erhalve stelt de Groot-vizier voor de bijeenkomst er Sobritnjo uit te stellen en Gad ban ondersteunde dit voorstel ten sterkste. De president van het regentsohap, Stambuloff, antwoordde dat de Bnlgareo door da verklaring, welke zjj den rorigen dag hadden afgelegd, duide lijk hnn strerSh naar gematigdheid en het treffen eener aohikking met Bnaland hadden getoond. Eren- wel had Gad ban noch nit zjjn naam, noch uit naam ran Generaal Kaulbars eenige rerzekering gegeren, betreffende het aanwyzen ran een candidaat roor den Bnlgaarschen troon en daarom ug de rêgeering aich genoodtaak, rich te honden aan de bijeeóroe- ptog der rergadering op 27 October. Derbalre zonden ook de minitiere op den bepaalden dag naar Tirnora rertrekken. »Ik ben orertuigd, roegt de beriebtgeeer der Kblnseche Zetting er bij, dat de Bulgaren nn raet besloten zgn zelfstandig te handelen. Misschien zullen reeds spoedig ernstige besluiten worden ge nomen. Het oerste werk der regenten zal zijn, dat zy hun betrekking neerleggen,' doch het ie buiten twgfel, dut de Sobranje Stambuloff en Mntknroff zal herkiezen en Karaseloff zal uitsluiten." Zankoff beeft aau de afgeraardigden die tot de Bnssische partij bebooren, getelegrapbeerd, dal tij naar Tirnora moeten gaan, doch alleen ten einde te proteeteeren tegen de wettigheid der rergadering. Betreffende de bemoeiingen der Torken in Bul- gnrije, wordt verzekerd, dat de Sultan zeer roor- zichtig te werk gaat. In goed onderrichte politieke kringen, aldus wordt ran officieuze zyde nit Berlyn gemeld, rerzekert men, dat de Porte ook buiten de Bulgaarsohe quaestie, jegens bedeokelgke aan biedingen san Rusland een zeer roorziohtige en besliste houding aanneemt, waarbij de Porte door andere mogendheden op vertrouwelijke wgze wordt ondersteund." De Doitsche Keizer heeft, wat zgn gezondheids toestand betreft, op de Berlgners een uitstekenden indruk gemoakt. Z. M. verricht z|ju gewone bezig heden en er «ga reeds plannen gemaakt voor ver schillende jachtpartgen. De Eransche bladen blgken dns slechts op de hoogte te zijn geweest, toen zg van de groote toenemende zwakte van den Keizer gewaagden. De nieuwe Eransche ambassadeur Herbette kou zioh bij bet overhandigen van zga geloofs brieven van den welstand des Keizers overtuigen. De Fransche Kamer beeft de beraadslaging over het wetsontwerp op het lager onderwgs voortgezet. Verschillende artikelen werden aangenomen, o. a. art. 18, strekkende om te bepalen dat in alle scholen van lager onderwgs voor jongens binnen den tijd van v|jf jaren het teekenonderwga zal moeten inge voerd z|jn. De rapporteur van de begrootingscommissie Wil son beeft de financiëele zaken met den Minister Sadi Caruot geschikt. Men is tot de overtuiging gekomeu, dat om de begrooting geen ministercrisis mag worden gemaakt. De Senaat verwierp het vooratel van den heer Naquet tot wgziging der wet op de echtscheiding, ofschoon de Regeering zich hiermede verrenigde. De beer Xaquet wilde de echtscheiding verplicht stellen, indien een der ochtgenooten, na drie jaren van tafel eo bed gescheiden te «go geweest, biertoe het verzoek doet. Dit voorstel werd verworpen met 140 tegen 108 stemmen. Er is sprake van het uitstellen of elders bijeen roepen van de Hongaarsche Delegatie, welk 4 November te Peat moet bijeenkomen en wel om hel toenemen der oholera. Weenen bl|jft tot heden vr|j van de epidemie. De nieuwe Oostenrgksohe begrooting wordt over 't geheel niet gunstig beooAleeld. Het ,Fremden- blatt" merkt op, dat de uitgaven siju vermeerderd, de inkomsten verminderd en bet deficit is verdobbeld. De berichten ait de Eransche koloniëu Madagascar en Anam luiden gunstiger. Minder aangeuaam is het echter, dat de Toogkin—affaire nog altgd zooveel geld kost. De Resident-Generaal van Tongkio, Paul Bert, raamt de inkomsten van dat land voor het volgende jaar op 14 millioen fr., waarvan 6 millioen fr., aan uit- en invoerrechten. De uitga ven worden op 44 millioen fr. geschat, zoodat in een tekort van 80 millioen fr. zal moeleu worden voorzien INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Aaugenaam zon het m|j wezen, zoo in Uw geacht blad ook voor bet onderstaande een plaatsje mooht kunnen worden ingeruimd, in tegenstelling van het daarin opgenomene, betreffende de gymnastiek, door z/een Ingezetene van Gouda." Mede eeu warm voorstander van haar zgede, en daaraan deelne mende, aoht hij bet onbillgk, de gelegenheid tot gymnastiseereo in de aobterzaal van vhet Hertbuis" aau de Spoorstraat, om dat woord//vergunning" juist in verdenking te brengen. Niet alleen, dat die gymnastiek-zaal geene gemeenschap behoeft te hebben met de zaal der //vergnnuing", bij het in gebruik nemen van de eerste uitdrukkelijk is bepaald met de tweede zioh niet in gemeenschap te stellen, en er tot de eerste een geheel vrije, zeer geschikte ingang bestaat, maar ook ia bet aterk idealiscbte denken ®f.. &ontl zonder schuim zonde zgn, en Zeer ge makkelijk, zooals men wel eens zegt, een stok te vinden om een hond te slsan. Altoo zou men de vele gelegenheden, Zelfs tot bet bonden van lezingen, voordrachten, in hoogeren en lageren kring, moeten vermgden om dat woord //vergunning." Bovendien me een goed onderwgzer is weet ook in dat opzicht zin en lust bg zgne leerlingen zeer goed te beteuge- ®D* Heenszins behoeft men zich ook in die zaal te „behelpen", daar z|j tot bet bewnate doel uitmun- tend geschikt is, zoo voor jongeren als onderen, en men zeer fatsoenlijk daar bijeen kan zijn. Onnoodig acht ook hg het, het Dagelgksch Bestuur, in de gegeven omstandigheden, om eene andere lokaliteit lastig te vallen ten einde ruimer genot te hebben, buiten de verleiding te zgn, en zich zeiven en ande ren nuttig te wezen. Verbljjre onder dankzegging roor de ook hem toe- geitane ruimte Een ander Ingezetene ran Gouda. BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Gonda de VerS»dering tot het kiezen rü'ï L^DEN voor d« Warner van Koophandel m ^ë»,ld»r' teD Baudhnize zal plaats hebben, op WOENSDAG den 24 NOVEMBER 1886, -elke Verkiezing geschiedt ter roorziening in de racatore door de aftreding ran de HH. C. C. H. n5l D" G' TAN VBEl/MINGEN, A. tan REEDT DORTLAND, H. 8TBAVEB en H. BRAAT. De inlerering der itembriefje» door de kiesge rechtigden, in de ter rergadering aanwezige stem- bu» zal aanrangen dei middags ten ticaal/ ure, en voortduren tot dei namiddags ten drie ure, na welk tydstip geene stembilletten meer znllen worden aan genomen, dan die ran de in de zaal tegenwoordige kiezerr, zullende onmiddelgk daarna met de opening der billetten worden aangerangen. Aan ieder kitagerechtigde zal acht dagen roor den dag der serkieziog een stembillet worden bezorgd Wanneer eenig kiezer dit niet mocht hebben ont- rangen, zal hg, ter bekoming daarran, zicb ter plaatselijke Secretarie kannen rerroegen. De igtt der kiesgerechtigden, zijnde zg die ter z«ke ran eenig bedrgf ran handel of fabriekswezen in het patentrecht, tot eene hoofdsom ran zes gulden en hooger zijn aangeslagen, ligt ter Gemeen te-Secretarie ter lezing, tusschen des roormiddags 10 en dei namiddag* 1 ure. Bezwaren tegen die Igst, hetzg die den klager, hetzg die andere ingezetenen betreffen, moeten bij Burgemeeater en Wethouders schriftelijk worden in- gelererd róór of op deu ln November aanstaande, na welk tydstip geen bezwaarschriften meer in aan merking zullen komen. Gouda, den 25 October 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Gouda, brengen ter algemeene kennis, dat geregeld eiken MAANDAG en DINSDAG ten 9 uur in het Gast huis gelegenheid zal bestaan om zioh kosteloos te doen iceoten en berinenten. GOUDA, den 26 Üotober 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. GEBOREN23 Oct. Arie Lambertus Marie, ouders M. Muilaart en M. Leeowenatein. Pieter, oudera J. Huisman eo A. G. van klef ff. 24. Johanna., ouder» P. aan Dorp eo M. C. Ketel. 25. Margaretha Paolioa, oudera P. W rao Kijk en M. Zaal. OVERLEDEN, 25 Oet. T. M. van Eijk, 11 m. - M Scholing, Is. OVERLEDENW. M. Woltors. 22 j. Aan allen, die ons deden blgken van hun belangstelling of deelneming bjj de ge boorte en het overlijden van ons Dochtertje betuigen wjj onzen harteljjken dank. Gouda, 26 October 1886. B. P. van CITTERT Jr. A. P. van CITTEUT-Hubkr.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1886 | | pagina 5