Buitenlandscb Overzicht.
vloeistof» waaraan men eenige droppels ammonia
liquida (geest van salmiak) toevoegt, waardoor de
vlekken zeer snel verdwijnen. Bij vlekken van
ouden datum is bet noodig de weefsels in een on-
diepen schotel met een groote hoeveélheid water-
stofsuperoxyde te behandelen, en grasvlekken behoeven
eene vrij langdurige inwerking van die vloeistof
zonder bijmenging van ammonia. Bij vlekken door
ijzerhoudenden inkt ontstaan, blijft een geelachtige
vlek over, die echter daarna door wasschen verdwijnt.
Ook geel geworden linnen, katoenen, wollen en zijden
stoffen herkrijgen daardoor hunne oorspronkelijke
witte kleur. Voor linnen en katoen is eene oplossing
van 5 deelen waterstofsuperoxyde in 100 deelen water
voldoende wol en zijde behoeven eene sterkere op
lossing.
Ook marmer, albast en geel geworden beenen
voorwerpen kunnen door waterstofsuperoxyde met
ammoni gereinigd worden, zonder dat de gepolijste
oppervlakte daardoor benadeeld wordt.
Evenmin benadeelt dit bleekmiddel de struktuur
of de sterkte der genoemde weefsels, wat reeds daaruit
blijkt, dat de uiterst teedere struisveren door het
bleeken met waterstofsuperoxyde niet in 't minst lij
den. Het vaatwerk, waarin men waterstofsuperoxyde
bewaart, moet van glas, porselein, verglaasd aarde
werk of blank tin zijnhet moet volkomen van licht
afgesloten worden en in eene zoo laag mogelijke
temperatuur bewaard.
Aan de Parijsche correspondentie in de haarl.
Ct. ontleenen wij het volgende:
Midden in de sneeuw heeft Parijs «de feesten der
zon" gevierd. Liefdadigheidsfeesten, aanbevelens
waardig als altijd, eenigzins eentonig en weinig ver
makelijk als zoo dikwijls. Wij kunnen het dan ook
niemand kwalijk nemen, als hij zich niet althans
niet ten tweeden male naar het Paleis de 1'In
dustrie begeeft en zijn penningske of zijn bankbiljet
liever op eene andere wijze aan de slachtoffers der
overstroomingen in het zuiden (want zij zijn het, te
wier behoeve de feesten werden georganiseerd) doet
toekomen. Thans, nu zij ten einde spoeden, zij er
nog even gewag van gemaakt, ter wille van de ver
tooningen, die om zoo te zeggen als apotheose moe
ten dienen. Die vertooningen dragen den hoogdra-
venden naam van stierengevechten. Stierengevechten
te Parijs, wat dunkt u daarvan? Gij hebt zeker dik
werf van stierengevechten gelezen en er misschien
eene enkele maal een bijgewoond, een echt, een
heusch stierengevecht. Zoo ja, dan zult gij moeten
toestemmen, dat hier de werkelijkheid niet onder
doet voor de beschrijving, dat de indruk te gelijk
ontsmettend en onweerstaanbaar boeiend is. Herin
nert u de woede en de ruwe kracht van den stier,
de fierheid en vlugheid van den man; herinnert u
de hulpelooze, ontzielde paarden, het stroomende bloed,
de wuivende doeken, het handgeklap, de hartstoch
telijke kreten der vrouwen, de onbeschrijflijke en
aanstekelijke geestdrift, die de lucht doortintelt. Het
is een grootsch schouwspel, dat te gelijk onze edelste
en onze ruwste hartstochten in beweging brengt.
Stierengevechten te Par\js1 Stel u gerust en
lach niet het zijn: vaarzengevechten. En eigen
lijk zijn het ook geene gevechten, want er zal geen
druppel bloed vergoten worden. Voor het overige
voldoen zij aan de qualificatie: stierengevechten. Als
men het niet weet, zal jpen niet ligt raden, aan wie
het wellicht ie danken is, dat er h^er geen on
schuldig stierenbloed zal vloeien. Aan niemand anders
dan aan Louise Michel en consorten. Het niet
alleen voor de verdrukte burgers, maar ook voor de
verongelijkte dieren opnemende, hebben zij eene ver
gadering van protest georganiseerd. Grootmoedig
zijn deze rooden in de bres gesprongen voor het
dier, dat, gelijk men weet, waanzinnig van drift
wordt bij het aanschouwen van hunne kleur. Heeft
nu werkelijk dit protest de stierengevechten zoo
doen regelen als zij ons thans worden opgedischt?
De vörtooningen zullen plaats hebben op den löden,
20sten en 23sten dezer, gedeeltelijk 's middags, ge
deeltelijk 's avonds. Zoowel de in de Landes als de
in de Provence gebruikelijke wijze zal men te zien
krijgen en, wel te verstaan, geene stieren, maar
vaarzen zullen de hoofdrol "spelen, geene zeer
tragische hoofdrol, want aan het einde zal de held
niet sneven. In den letterlijken zin van het woord
zal hem zelfs geen haar gekrenkt worden; het ge
bruik wil, dat ten slotte met een gloeiend ijzer de
naam van den eigenaar op de huid van het dier ge
brand worde; ook dit wordt, als barbaarsch, achter
wege gelaten. Wij hebben hier te doen met de
zoogenaamde stierengevechten zooals zij in het zui
den van Frankrijk (waar de echte hoe langer hoe
zeldzamer worden, ofschoon ik er vóór eenige jaren
te Niraes én Arles nog bijwoonde) in zwang zijn.
Zjj bestaan uitsluitend uit dansen en sprongen rondom
en over een dier, dat, evenals de stier, toevallig tot
het runderengeslacht behoort en gevoegelijk door een
ram of eene geit of ander gehoornd beest want i
er moet een schijn van gevaar zijn vervangen
zou kunnen worden. De vreedzame herkauwer staat
gemeenlek zekeren tijd versteld 'te kijken, als ver
baasde hij zich over de dwaze bokkesprongen der
verstandige mensohen; daarna wordt hij een weinig
zenuwachtig en eindelijk, bedwelmd en duizelig door
het gedraai om en over hem heen, valt of knielt hij
niet zelden neder, daardoor een einde makende aan
het gevecht of liever aan het spel. Een paar
denspel is even interessant.
In China heeft het spiritisme groote vorderingen
gemaakt. Eene dame, miss Adèle Fielde, die als on
derwijzeres in China haar brood verdient, heeft van
een aantal Chineesche meisjes, haar leerlingen, bij
zonderheden daaromtrent vernomen.
De tijd, waarin het mogelijk is, een blik naar gene
zijde des grafs te slaan, of gestorven vrienden op te roe
pen, is in China alleen de achtste maand des jaars, de
week dqr volle maan dan komen, volgens Chineesch
begrip, 4e sferen van boven- en benedenwereld met
elkaar in aanraking. De Chineesche vrouwen komen
dan ip het geheim, want de mannen zien deze
priés niet gaarne bijeen, en sluiten zich ten getale
van tien of twaalf in eene kleine kamer op. Op eene
tafel in de kamer brandt eene geparfumeerde kaars,
en er ligt wat van het papieren geestengel d" dat
de practische Chineezen ook bij hun offers gebruiken.
Wie nu een blik naar de overzij des grafs wil slaan
gaat aan de tafel zitten, slaat zich een zwarten sluier
om het hoofd, en houdt een geparfumeerde kaars en
een brandend stuk papier vóór zich. Terwijl eenige
vrouwen zoo zitten, zwaaien de anderen met kaarsen,
verbranden papiertjes en krabbelen met een bam
boesstokje aan den rand van de tafel. Nu zijn nau
welijks de tooverspreuken meer noodig, om de
onbewegelijk voor de tafel zittende vrouwen tot
stuiptrekkingen te brengen. Zij zien dan al ,wat zij
wenschen, spreken met de geesten der overledenen
en betreden den hemel, een hemel in Chineeschen
stijl. Zij komen dus nog verder dan de Europeesche
spiritisten miss Adèle Field, eene leerlinge der
academie van Philadelphia, maakt daarenboven de
opmerking, dat de Chineesche spiritisten-vergade
ringen dit vóór hebben op do onze, dat zij gratis
plaats vinden, en er dus enkel bedrogenen, geen be
driegers bij zijn. Iets nieuws hebben echter de Chi
neesche vrouwed in den hemel nog evenmin ge
vonden als hare Amerikaansche en Europeesche geest
verwanten.
Vrijdag werd te Hoorn overeenkomstig het vast
gestelde programma de feestelijke en gecostumeerde
optocht gehouden ter herinnering aan den geboor
tedag van Jan Pietersz. Coen, die 8 Januari 1587
te Hoorn hot levenslicht aanschouwde. Het huis in
de Gravenstraat, waar zijne ouders toen woonden,
zal worden gerestaureerd. Aan de zorgen van het
bestuur en de feestcommissie der Vereeniging voor
volksvermaken is het te danken dat de feestelijkheden
konden plaats vinden. Hoewel de sneeuw eenig
bezwaar opleverde voor de vele voetgangers zoo deed
hot zachte weder dit ongerief over het hoofd zien,
en kon het feest zonder stoornis worden volvoerd.
Voorop gingen de commissarissen van orde dan
volgde de muziek van Sonnemann's kapel, vervolgens
in rijtuigen het bestuur der Vereeniging voor volks
vermaken (dat in deze zaak het initiatief had geno
men) en het burgerlijk en militair bestuur der ge
meente Hoorn. Dan volgden de 50 gecostumeerden,
voorstellende de voornaamste personen uit do voor
het vaderland en de Oost-Indische Compagnie zoo
beteekenisvolle jaren tusschen 1618 en 1629 name
lijk de scheepsbevelhebbers van Twisch, v. Heems-
kerck, Harmansz en Wintgens, de hoofdpersoon J.
Pz. Coen, de bewindvoerders de Carpentier, Reaal,
Van Speult, v. d. Hagen e. a,, de Indische rijksbe
stuurders Arja Rana Menggala van Bantam en Ing-
Gnalogo van Mataram benevens Claes Syms, Jan
Merens en Willem Crap, bewindhebbers der kamer
Hoorn van O. I. C. Achter dezen stoet volgden
acht verschillende vereenigingen met hare vaandels
en banieren. Alles is in de beste orde afgeloopen.
In de Parklokalen had matinée en soiree plaats, ter
wijl het concert 's avonds zal worden afgewisseld door
tableaux vivants, voorstellende gebeurtenissen uit
Coens leven.
Terwijl men In Europa voor de vrouwen alle
rechten vordert, uitgezonderd dat van soldaat te zijn,
heeft het tegendeel plaats in Azië en Afrika, waar
men haar alle rechten onthoudt, maar uitmuntende
soldaten van haar maakt.
Het paleis van den koning te Golconda wordt
'bewaakt door een bataljon vrouwen, uitsluitend voor
den dienst bij de poorten van den harem.
Die vrouwen zyn met geweren gewapendhare
uniform bestaat uit eene gegaloneerde roode schako
met groene pluim, eene rood lakensche jas met witte
galons, een groene pantalon, en wit lederwerk.
Men verzekert dat zij er in dit schitterend gekleurd
costuum zeer krijgshaftig uitzien.
De lijfwacht van den koning van Siam ie ook-
zeer merkwaardig. Zij bestaat uit vierhonderd vrou
wen, uit de schoonste en sterkste onder de jonge
meisjes van het land gekozen.
Op den leeftijd van dertien jaar worden zij in
dienst genomen, en al» zij vijf-en-twintig jaar zijn
komen zij in de reserve. Dan verlaten zij den per
soonlijken dienst van den vorst en worden als
wacht in de Koninklijke gebouwen of opdekroon-
bezittingen gebruikt.
Die vrouwen doen eene gelofte van kuischheid,
welke zij niet mogen verbreken, tenzij de koning
haar onder zijne wettige echtgenooten opneemt.
Haar wapen bestaat in eene lans, die zij behendig
weten te hanteeren.
Dit bataljon is verdeeld in vier compagnies, elke
van honderd vrouwen, onder bevel van eene harer,
die zij kiezen.
In Afrika houdt de koning van Dahomey er eene
keurbende op na van achthonderd strijders, waar
van de helft jonge en schoone vrouwen zijn, wie de
plicht van kuischheid streng is opgelegd zij zijn met
sabels en geweren gewapend.
Die Oostersche en Afrikaansche vorsten hebben
allen wel eenige overeenkomst met dien negerkoning,
die de Europeanen wilde nabootsen en op een goe
den dag verklaarde dat hij zijn volk eene constitutie
zou geven.
Hij stelde er dan ook eene op maar het waa
eene zeer korte, want zij bestond uit slechts twee
artikelen
Artikel 1. Alle mannen zijn slaven van den
koning.
Artikel 2. Alle vrouwen bebooren den koning toe.
Graaf Joachim Pfeil, die als gouverneur-generaal
naar het Somali-land vertrokken is, heeft verleden
jaar bij zijne natuuronderzoekingen op het Ulanga-
gebied een dier ontdekt, waaromtrent hij het vol
gende mededeelt
„Dikwijls zagen wij een dier op het water zwem
men, dat wij aanvankelijk voor eene slang hielden,
omdat het bij het zwemmen dezelfde bewegingen al»
eene slang maakte en slechts enkele oogenblikken
boven water verscheen. Toen wij er eens op scho
ten, rees er tot onze verbazing een vogelgedaante
uit het water op en vloog weg. Later gelukte het
ons een exemplaar van dit dier machtig te worden.
Het had ongeveer de grootte van eene tamme eend,
was van eene zwarte kleur met een metaalachtigen
glans, en had op de vleugels eenige heldergele,
zeer smalle vederen, die zich scherp tegen het li
chaam van het dieT afteekenden. De hals was on-
geövenredigd lang, zeer dun en liep uit in een
langen, puntigen snavel, waarvan de randen spit»
uitgetand waren. Op het eerste gezicht was er
geen kop te zien en scheen de snavel oniniddelijk
aan den hals verbonden te zijn.
Het dier zwemt gewoonlijk met het lijf geheel
onder wateralleen de hals komt er boven te voor
schijn, en ziet er dan in de verte zeer bedriegelijk
als eene slang uit. Wordt het dier gestoord, dan
duikt het onder of het verheft zich door middel van
zeer lange en breede vlerken, die het door sterke
spieren beweegt, en vliegt met groote snelheid weg.
Later zagen wij dien vogel, die tot de ganzensoort
behoort, dikwijls op de struiken zitten, waar hij
zich met de lange scherpe klauwen, welke h(j ai»
verdedigingswapen aan zijne zwempooten heeft, ge
makkelijk kan vasthouden. Het dier heeft ook nog
de eigenaardigheid dat het wanneer het uit het water
komt, zich met uitgespreide vleugels op de struiken
legt, om in de zon en den wind te drogen.
Het vlee8ch van den vogel heeft een onaangenamen
tranigen smaak.
Naar gelang van het beroep, het bedrijf, de
betrekking, waarin de mensch werkzaam is, ver
anderen de kansen op een langen levensduur. De
statistiek is ook in dit opzicht werkzaam geweest,
en uit hetgeen door haar na langdurig onderzoek
in het licht is gesteld, deelt «Ons Belang" de na
volgende byzonderheden mede.
Het zal vermoedelijk niemand verbazen, dat de
beoefenaren der wetenschap, die bij het opsommen
der faculteiten eener hoogeschool in den regel
het eerst worden genoemd, boven aan de lijst
staan. Gedurende de jongstverloopen jaren is het
sterftecijfer onder de theologen, voor zoover zij in
den leeftijd staan van 25 tot 60 jaar, per 1000
individuen dooreengenomen, niet hooger geklommen
dan tot 8.60. Veel minder bevoorrecht zijn do
beoefenaren eener andere wetenschap, de rechtsge
leerden want bij de advocaten en leden van de
rechterlijke colleges klimt hot gemiddelde sterfte
cijfer tot 13.03 en by de beoefenaren der genees
kunde voor zooverre zij die practisch uitoefenen
is de verhouding nog veel ongunstiger want het
sterftecijfer stijgt bij hen tot 17.36.
Wie zich wijdt aan den tuinbouw en aan do
vetweiderij heeft heel wat gunstiger uitzicht op een
langen levensduurwant onder de eeratbedoelden ia
het sterftecijfer in den leeftijd van 25 tot 60 jaar
niet hooger dan 9.27 bij de andere categorie ia
de verhouding iets minder gunstig, per 1000 name-
ljjk 9.76.
De veldarbeiders volgen hen op den voetwant
het gemiddelde sterftecijfer is bij hen 10.84. On
derwijzers en leeraren aan hoogere burgerscholen zijn
minder gunstig dan de laatst voorafgaande, indien
men in aanmerking neemt, dat dooreen genomen het
sterftecijfer per jaar is 11.12.
Het vak van timmerman en scheepsbouwer schijnt
meer levensgevaar te veroorzaken bij hen ia het
sterftecijfer, wat de eerstgenoemden betreft, 12,69
en bij de anderen 12,99.
Het stof van steenkolen en andere gevaren, waar
aan mijnwerkera zijn blootgesteld, blijken volgens de
statistiek minder menschenlevens te vorderen bij
mannen van den genoemden leeftijd, zooals velen als
uitgemaakt zeker beschouwen want het gaat in den
regel niet hooger dan 12.90. In sommige mijndis-
trioten, waar veel ontploffingen van brandbare gas
sen plaats hebben, is het cijfer echter veel hooger,
namelijk 28.45 pet. Onder de metselaars en het
meerendeel der overige handwerkslieden, sjouwerlui,
enz-, wisselt bet in den regel af tusschen 13 en 20.
Van schippers in de binnenvaart, die bij de uit
oefening van hun bedrijf erg zijn blootgesteld aan
allerlei weer en wind, klimt het cijfer dooreen tot
20.19. Toch zijn de bierbrouwers, die in den regel
lang binnen de muren der brouwerijen werkzaam
zijn, van minder goeds conditie dan de zoo even ge
noemden. De statistiek leert dat het sterftecijfer bij
hen, door elkander genomen, per 1000 mag worden
gesteld op 21.06.
Houders van .vergunningen", bedienden in die
inrichtingen en hotels en restaurants, welke een ge
vaarlijk bedrijf oefenen zij uit I Het is nog nadee-
liger voor het leveu dan dat der beambten bij spoor
wegen en andere openbars middelen van verkeer,
zelfe dat van de schoorsteenvegers. Bij de laatstge
noemden ia het sterftecijfer per 1000 23.50, bij de
spoorwegbeambten en andere middelen van verkeer
slechts 22.93, en bij de eerstbedoelden klimt het van
23.53 tot 24.21.
Ëene klasse van lieden, die wel niet uitsluitend,
maar toch meerendeela in de groots steden te huis
behooren, zijn de straatventers met moesgroenten,
ooft, visch en andere eetwaren. Hun bedrijf schijnt
eene zeer ongunstige werking op den gezondheids
toestand uit te oefenen immers, het sterftecijfer dier
wandelend neringdoende personen staat betrekkelijk
zeer hoog, ja, veel hooger dan van degenen, die,
gelijk zij, steeds in de open lucht verkeeren bij de
uitoefening van hun beroep of bedrijf; het sterftecij
fer is gemiddeld in die klasse in den leeftijd van
25 tot 65 jaar 29.07 per 1000 individuen.
De .Nod, Inil." meent, dat voor handel en nijver
heid de vooruitzichten voor het jaar 1887 niet on
gunstig zgn. Het geld in de eerste helft van 1886
zoo bijzonder ruim, ia schaamcher geworden, wat
getuigt van meer omzet zoowel in goederen nis in
effecten. (fHnts dit geschreven werd, is intusschen
de markt, misschien tijdelijk, weer veel ruimer ge
worden). De Indische toestanden zijn zeer gebaat
door de prijsverhooging der koffie, die goed ordinair
in Juli genoteerd stond 25 en thans 40 cent, en die
op dat standpunt vooreerst wel zal blijven, in aan
merking genomen den betrekkelijk kleinen beschik
baren voorraad (502;800 balen en 193.100 zeilende
tegen 859.600 balen en 73.000 zeilende een jaar
geleden). Onze Java-koffie, West-Indische bereiding,
hetzij in Uost-Indië, hetzij hier gedopt (om de
blauwe kleur niet te verliezen) wordt meer en meer
gezocht de cultunr breidt zich uit en vervangt hoe
langer zoo meer de plantage op Oeylon, waarvan de
opbrengst jaarlijks minder wordt, hoofdzskeljjk door
de bladziekte, zoodat vele landen, vroeger met koffie-
boomen beplant, thans ingericht zijn en wonlen voor
thee en kina. De koffie ongedopt, of, zooals men 't
noemt, in den hoornsohil, wordt nu te Amsterdam
gedopt en gesorteerd door machines in grof, middel
Öjn en randboon, en daarna door meisjes of vrouwen
het beschot er uitgezocht, dat in de wandeling pik-
sel wordt genoemd. Dezo nieuwe industrie geeft
aan vele handen werk en brengt veel werkioon in
omloop. Niet alleen te Amsterdam, ook te Botter
dam bestaan thans groote inrichtingen voor dopping
en bewerking.
Suiker is ook vaster. Er gaat ongelooflijk veel
om in beetwortelsuiker. Van Java-suikeris het best
te zwijgen de statistiek bewijst genoeg, dat bet
leeuwendeel hiervan niet meer herwaarts komt, maar
naar andera landen gaat. Toch meenen bevoegde
marktkenners dat de suikerprijs zich vooreerst zal
staande houden, zelfs eerder in prijs iets verbete
ren dan iets verliezen, daar de oude voorraden
verminderd zijn.
Op den toestand, buiten Nederland, den blik
richtende, zegt het blad o. a.
Al de voortbrengselen der ijzerinduatrie in Dnitach-
land, waar o. a. Krnpp zich verheugen raag in
de levering van 50.400 ton rails voor Victoria,
maken hoogere prijzen. Een voorname oorzaak
daarvan ligt in de sedert eenige maanden gedurig
stijgende vraag uit Noord-Amerika, vooral ook naar
staal in alle vormen. Staaldraad is een der belang
rijkste artikelen van de Duitsche markt geworden
men zou oppervlakkig niet denken dat de vervaar
diging daarvan een bijna even grooten omvang ver
kregen heeft, als die van spoorweg-materieel. Van
Juli 1885 tot Juli 1886 rekent men dat Duitsch-
land alleen ongeveer 450.000 ton draad heeft af
geleverd, den-derde daarvan aan Amerika, het
overige voor tolegraaf- en telefoon-behoefte in
Duitschland zelf, waarvoor het draad eerst gegal
vaniseerd wordt.
De hoogovens die voor weinige maanden nog
aanzienlijken voorraad in magazijn hadden, zijn,
voornamelijk door uitvoer naar Amerika daarvan
bevrijd. De vraag blijft aanhouden, de prijs is
doorgaans 100 M. en er wordt aan geen lager bod
toegegeven. Dit is een gunstig voorteeken. Hetzelfde
verschijnsel valt bij andere takken van ijzerindustrie
waar te nemen. Naar spoorstaven, dwarsliggers enz.
is de vraag bijzonder levendig.
Belangrijke aanbestedingen, 23 Dec. te Keulen
gehouden, bewijzen dat aan eene reactie niet te
denken valt, en dit is van te meer beteekenis,
dewijl anders omtrent dezen tijd des jaars de prij
zen gemeenlijk een neiging tot daling vertoonen.
Italië, Spanje, Zweden hebben zich ook in verle
vendiging van den algemeenen gang van zaken te
verheugen.
En België heeft tegenwoordig ook geen reden van
klagen meer. Telkens hoort men van belangrijke
buitenlandsche opdrachten van werk. De toenemende
vraag naar stalen rails, die veel voordeeliger blijken
met>het oog op de slijtage van alle apoorwegmate-
rieel, draagt niet weinig daartoe bij en aan Portugal
heeft de ijzerindustrie een flinken afnemer gekregen.
Ook de toon van den Engelschen «Economist" is
hoopvol. In Engeland is in het laatste semester
reeds een verbetering der zaken merkbaar geweest
uit de, zij 't ook niet zeer belangrijke, vermindering
van het uitleenbaar kapitaal (de private deposits der
Engelsche bank namen de laatste 3 maanden met
bijna 1 millioen pd. st. af) en uit de toeneming der
in de Clearing-bouses verrekende bedragen (Londen
in 1886 4.447.595.000 pd. st. tegen 4.366.075.000 in
1885, Manchester 2.252.323.000 pd. st. in de tweede
helft van 1886, tegen 2.194.972.000 pd. st. in de
eerste helft van dat jaar en 2.157.825.000 pd. st. in
de laatste helft van 1885, alles zonder fle verreke
ningen op de effecten- en consolsdagen). Bovendien
is bij vele artikelen voor de prijsdaling, die aan 't
eind van het eerste halfjaar tot staan kwam, een prijs
verbetering in de plaats getreden. Zoo voor Schotsch
ruw ijzer, dat op 25 Dec. noteerde 2. 4 sh. 1 d.
tegen 2. 1 sh. 6 d. een jaar vroeger. Ten deele
is dit echter toe te schrijven aan beperking der pro
ductie. Gunstiger verschijnsel nog is de prijsverbe
tering van stalen rails, een gevolg louter van grooter
vraag. De prijs steeg namelijk van 8.12 sh. 5 d.
op 31 Juli tot 4. 6 sh. De grondstoffen der
textiel-nijverheid bedingen bijna alle hooger prijzen
dan een jaar geleden. Van koloniale artikelen is het
in Engeland ook de koffie, die de grootste prijsver
betering heeft aan te wijzenbewoog die zich in 't
eerste semester tusschen 54'/> en 58'/t sh. thans is
die gekomen tot 76 sh. Stijgende zijn onder meer
ook de volgende artikelen lood, dn, koper, thee,
petroleum.
Volgen» «the Econ.» kan het niet meer worden
betwijfeld of de verbetering op handelsgebied, op
welke men een jaar geleden nog slechts kon hopen,
ia thans een feit. De omvang der transactiën is
toenemende, en men mag verwachten dat dit in nog
sterker mate het geval zal worden, omdat deze be
weging zich niet bepaalt tot Groot-Brittannië, maar,
na in de Vereenigde Staten flinken voortgang te
hebben gemaakt, thans ook op het vasteland zich
begint te vertoonen. Blijft de vrede gehandhaafd,
dan belooft derhalve 1887 geen onvoorspoedig jaar
te zullen worden.
De commissie voor de Duitsche legerwet heeft;,
haar taak volbracht. Zaterdag reeds werd door
den rapporteur Von Huene het verslag voorgele
zen, dat twee uren in beslag nam en behoudens
enkele wijzigingen werd goedgekeurd. Vermoede
lijk zal de Rijksdag het ontwerp nu heden
ten tweeden male in behandeling nemen, zoodat
de beslissing nog in de volgende week kan worden
genomen.
Over den uitslag der tweede stemming van het
ontwerp sohrjjft een Berlijnsche correspondent
«De tweede behandeling der nieuwe legerwet
door de commissie was belangrijker dan de eerste.
Vooreerst waa het alleen te danken aan de sociaal
democraten, dat het ontwerp niet geheel werd
verworpen, want van de 28 leden der commissie,
waartoe ook 2 sociaal-democraten behooren, stem
den 14 tegen en 12 voor het regeeringsvoorstel,
terwijl de beide sociaal-democraten zich van stem
ming onthielden. Hadden de sociaal-democraten,
die tot de tegenstanders der wet behooren, aan
de stemming deelgenomen, dan hadden de stemmen
gestaakt en in dit geval wordt elk ontwerp als
verworpen beschouwd. De sociaal-democraten wensch-
ten echter niet de verwerping, daar zij nog hopen
in den Rijksdag de wet naar hun opvatting te
kunnen wijzigen, maar natuurlijk vervullen zij in den
Rijksdag niet zulk een beslissende rol, aü iu de
commissie.
«Bovendien verdient het de aandacht, dat de
meerderheid,-welke voor het ontwerp stemde, uit
de liberalen, clericalen en Polen bestond, terwijl
de nationaal-liberalen en conservatieven tegen stem
den. Deze vreemdsoortige groepeering is hierdoor
te verklaren, dat het de beslissing gold over het
ontwerp, gelijk dit door de clericalen en liberalen
was gewijzigd, nl. een bewilliging voor drie jaren
inplaats van voor zeven jaren, gelijk de regeering
verlangt.
«De staat van zaken is nu aldus. De eommis-
sie raadt den Rijksdag aan het geheele ontwerp
aan te nemen, met deze eene wijziging, dat de
gevraagde manschappen slechts voor drie jaren
worden toegestaan, want het voorstel der liberalen
om ook het aantal te vermeerderen, dat bij de
eerste behandeling werd aangenomen, is nu verwor
pen. De groote vraag is nu, of de regeering be
reid is in dit opzicht toe te geven, daar het cen
trum, dat den doorslag moet geven, vast besloten
is ook in den Rijksdag zijn eischen te handhaven".
Met het Engelsche Ministerie is het nog niet in
orde. Salisbury schijnt geen unionistische liberalen
te kunnen vinden, die Goschen willen volgen. Het
spreekt vanzelf, dat het Kabinet nu den spotlust
opwekt van de volgers van Gladstone, die groeien
in de moeilijkheden van Salisbury. Men stelt hier
Salisbury ook voor als een hoogst gevaarlijk man
aan het hoofd van Buitenlandsche Zaken, daar hij
door zijn drift zeer licht Engeland iu een oorlog
zon kunnen meeslepen. Men zal in verband daarmee
ook de oorlogsberichtjes van de «Daily News" beter
begrijpen.
Het standhouden van het Ministerie-Salisbury, zij
't ook in anderen vorm, wordt te Berlijn opgevat
als een goed teeken voor het behoud van den vrede,
daar Salisbury steeds naar overleg met Duitschland
en Oostenrijk is blijven streven en ook bij hem
het behoud van den vrede zeer zwaar weegt. Wat
de voorwaarden betreft, welke laatst door Rusland
zouden zijn gesteld, waaronder ook de Mingreliër
weer voorkwam, wordt opgemerkt, dat voor
1 Rusland eigenlijk de hoofdzaak is, hoeveel Russische
officieren de nieuwe Vorst van Bulgarije zal mee
brengen. Bismarck moet voortdurend druk in de
weer zijn, om een transactie tot stand te brengen
en de stemming van Rusland zou iu den laatsten
tijd vrij gunstig zijn. Vandaar dan ook dat de
Duitsche oflicieusen niet met oorlog dreigen, al
kwam hun dit ook goed te pas met het oog op
de nieuwe legerwet.
De Bulgaarsche regeering heeft weer een nota
gericht tot de mogendheden. Daarin bestrijdt zij het
beweren der Russische regeering, dat generaal Kaul-
bars het vormen van een ministerie uit de beide
partijen heeft aangeraden. Integendeel, de Bulgaar
sche regeering deed dit voorstel aan Zankoff, die het
in overleg met Kaulbars van de hand wees. Overi
gens behelst de nota niets nieuws. Evenals de vorige
eindigt ook dit stuk met de verklaring der regenten
dat zij bereid zijn elke schikking aan te nemen,
welke de goedkeuring van alle groote mogendheden
kan verwerven.
Het groote struikelblok is de prins van Mingrelie.
Indien Rusland de candidatuur van dezen vorst wilde
terugtrekken en zich vereenigen met de keuze van
den hertog van Oldenburg, Leuchtenburg ofSaksen-
Coburg-Gotha, dan ware licht een vergelijk te tref
fen. Daarom wil de Bulgaarsche deputatie, nu Duitsch
land dit weigerde, de Eransche regeering overhalen,
Rusland de intrekking harer candidatuur voor te
stellen, maar de Eransche minister Elourens gaf den
Bulgaarschen heeren even weinig hoop als graaf
Herbert Bismarck.
De Eransche Ministerraad machtigde den Minister
van Financiën de Kamer weer een buitengewone be
grooting voor te leggen, waarvan de inkomsten
zullen worden gevonden door het uitgeven van
schatkistbiljetten op korten termijn. Ook zal door
Goblot aan de Kamer worden voorgesteld 63 onder
prefecturen op te heffen, waannee bespaard worden
400090 fr. De Minister Fourens zal weer 30 mil
lioen vragen voor Tongkin.