Buitenlandscb Overzicht. vloeistof» waaraan men eenige droppels ammonia liquida (geest van salmiak) toevoegt, waardoor de vlekken zeer snel verdwijnen. Bij vlekken van ouden datum is bet noodig de weefsels in een on- diepen schotel met een groote hoeveélheid water- stofsuperoxyde te behandelen, en grasvlekken behoeven eene vrij langdurige inwerking van die vloeistof zonder bijmenging van ammonia. Bij vlekken door ijzerhoudenden inkt ontstaan, blijft een geelachtige vlek over, die echter daarna door wasschen verdwijnt. Ook geel geworden linnen, katoenen, wollen en zijden stoffen herkrijgen daardoor hunne oorspronkelijke witte kleur. Voor linnen en katoen is eene oplossing van 5 deelen waterstofsuperoxyde in 100 deelen water voldoende wol en zijde behoeven eene sterkere op lossing. Ook marmer, albast en geel geworden beenen voorwerpen kunnen door waterstofsuperoxyde met ammoni gereinigd worden, zonder dat de gepolijste oppervlakte daardoor benadeeld wordt. Evenmin benadeelt dit bleekmiddel de struktuur of de sterkte der genoemde weefsels, wat reeds daaruit blijkt, dat de uiterst teedere struisveren door het bleeken met waterstofsuperoxyde niet in 't minst lij den. Het vaatwerk, waarin men waterstofsuperoxyde bewaart, moet van glas, porselein, verglaasd aarde werk of blank tin zijnhet moet volkomen van licht afgesloten worden en in eene zoo laag mogelijke temperatuur bewaard. Aan de Parijsche correspondentie in de haarl. Ct. ontleenen wij het volgende: Midden in de sneeuw heeft Parijs «de feesten der zon" gevierd. Liefdadigheidsfeesten, aanbevelens waardig als altijd, eenigzins eentonig en weinig ver makelijk als zoo dikwijls. Wij kunnen het dan ook niemand kwalijk nemen, als hij zich niet althans niet ten tweeden male naar het Paleis de 1'In dustrie begeeft en zijn penningske of zijn bankbiljet liever op eene andere wijze aan de slachtoffers der overstroomingen in het zuiden (want zij zijn het, te wier behoeve de feesten werden georganiseerd) doet toekomen. Thans, nu zij ten einde spoeden, zij er nog even gewag van gemaakt, ter wille van de ver tooningen, die om zoo te zeggen als apotheose moe ten dienen. Die vertooningen dragen den hoogdra- venden naam van stierengevechten. Stierengevechten te Parijs, wat dunkt u daarvan? Gij hebt zeker dik werf van stierengevechten gelezen en er misschien eene enkele maal een bijgewoond, een echt, een heusch stierengevecht. Zoo ja, dan zult gij moeten toestemmen, dat hier de werkelijkheid niet onder doet voor de beschrijving, dat de indruk te gelijk ontsmettend en onweerstaanbaar boeiend is. Herin nert u de woede en de ruwe kracht van den stier, de fierheid en vlugheid van den man; herinnert u de hulpelooze, ontzielde paarden, het stroomende bloed, de wuivende doeken, het handgeklap, de hartstoch telijke kreten der vrouwen, de onbeschrijflijke en aanstekelijke geestdrift, die de lucht doortintelt. Het is een grootsch schouwspel, dat te gelijk onze edelste en onze ruwste hartstochten in beweging brengt. Stierengevechten te Par\js1 Stel u gerust en lach niet het zijn: vaarzengevechten. En eigen lijk zijn het ook geene gevechten, want er zal geen druppel bloed vergoten worden. Voor het overige voldoen zij aan de qualificatie: stierengevechten. Als men het niet weet, zal jpen niet ligt raden, aan wie het wellicht ie danken is, dat er h^er geen on schuldig stierenbloed zal vloeien. Aan niemand anders dan aan Louise Michel en consorten. Het niet alleen voor de verdrukte burgers, maar ook voor de verongelijkte dieren opnemende, hebben zij eene ver gadering van protest georganiseerd. Grootmoedig zijn deze rooden in de bres gesprongen voor het dier, dat, gelijk men weet, waanzinnig van drift wordt bij het aanschouwen van hunne kleur. Heeft nu werkelijk dit protest de stierengevechten zoo doen regelen als zij ons thans worden opgedischt? De vörtooningen zullen plaats hebben op den löden, 20sten en 23sten dezer, gedeeltelijk 's middags, ge deeltelijk 's avonds. Zoowel de in de Landes als de in de Provence gebruikelijke wijze zal men te zien krijgen en, wel te verstaan, geene stieren, maar vaarzen zullen de hoofdrol "spelen, geene zeer tragische hoofdrol, want aan het einde zal de held niet sneven. In den letterlijken zin van het woord zal hem zelfs geen haar gekrenkt worden; het ge bruik wil, dat ten slotte met een gloeiend ijzer de naam van den eigenaar op de huid van het dier ge brand worde; ook dit wordt, als barbaarsch, achter wege gelaten. Wij hebben hier te doen met de zoogenaamde stierengevechten zooals zij in het zui den van Frankrijk (waar de echte hoe langer hoe zeldzamer worden, ofschoon ik er vóór eenige jaren te Niraes én Arles nog bijwoonde) in zwang zijn. Zjj bestaan uitsluitend uit dansen en sprongen rondom en over een dier, dat, evenals de stier, toevallig tot het runderengeslacht behoort en gevoegelijk door een ram of eene geit of ander gehoornd beest want i er moet een schijn van gevaar zijn vervangen zou kunnen worden. De vreedzame herkauwer staat gemeenlek zekeren tijd versteld 'te kijken, als ver baasde hij zich over de dwaze bokkesprongen der verstandige mensohen; daarna wordt hij een weinig zenuwachtig en eindelijk, bedwelmd en duizelig door het gedraai om en over hem heen, valt of knielt hij niet zelden neder, daardoor een einde makende aan het gevecht of liever aan het spel. Een paar denspel is even interessant. In China heeft het spiritisme groote vorderingen gemaakt. Eene dame, miss Adèle Fielde, die als on derwijzeres in China haar brood verdient, heeft van een aantal Chineesche meisjes, haar leerlingen, bij zonderheden daaromtrent vernomen. De tijd, waarin het mogelijk is, een blik naar gene zijde des grafs te slaan, of gestorven vrienden op te roe pen, is in China alleen de achtste maand des jaars, de week dqr volle maan dan komen, volgens Chineesch begrip, 4e sferen van boven- en benedenwereld met elkaar in aanraking. De Chineesche vrouwen komen dan ip het geheim, want de mannen zien deze priés niet gaarne bijeen, en sluiten zich ten getale van tien of twaalf in eene kleine kamer op. Op eene tafel in de kamer brandt eene geparfumeerde kaars, en er ligt wat van het papieren geestengel d" dat de practische Chineezen ook bij hun offers gebruiken. Wie nu een blik naar de overzij des grafs wil slaan gaat aan de tafel zitten, slaat zich een zwarten sluier om het hoofd, en houdt een geparfumeerde kaars en een brandend stuk papier vóór zich. Terwijl eenige vrouwen zoo zitten, zwaaien de anderen met kaarsen, verbranden papiertjes en krabbelen met een bam boesstokje aan den rand van de tafel. Nu zijn nau welijks de tooverspreuken meer noodig, om de onbewegelijk voor de tafel zittende vrouwen tot stuiptrekkingen te brengen. Zij zien dan al ,wat zij wenschen, spreken met de geesten der overledenen en betreden den hemel, een hemel in Chineeschen stijl. Zij komen dus nog verder dan de Europeesche spiritisten miss Adèle Field, eene leerlinge der academie van Philadelphia, maakt daarenboven de opmerking, dat de Chineesche spiritisten-vergade ringen dit vóór hebben op do onze, dat zij gratis plaats vinden, en er dus enkel bedrogenen, geen be driegers bij zijn. Iets nieuws hebben echter de Chi neesche vrouwed in den hemel nog evenmin ge vonden als hare Amerikaansche en Europeesche geest verwanten. Vrijdag werd te Hoorn overeenkomstig het vast gestelde programma de feestelijke en gecostumeerde optocht gehouden ter herinnering aan den geboor tedag van Jan Pietersz. Coen, die 8 Januari 1587 te Hoorn hot levenslicht aanschouwde. Het huis in de Gravenstraat, waar zijne ouders toen woonden, zal worden gerestaureerd. Aan de zorgen van het bestuur en de feestcommissie der Vereeniging voor volksvermaken is het te danken dat de feestelijkheden konden plaats vinden. Hoewel de sneeuw eenig bezwaar opleverde voor de vele voetgangers zoo deed hot zachte weder dit ongerief over het hoofd zien, en kon het feest zonder stoornis worden volvoerd. Voorop gingen de commissarissen van orde dan volgde de muziek van Sonnemann's kapel, vervolgens in rijtuigen het bestuur der Vereeniging voor volks vermaken (dat in deze zaak het initiatief had geno men) en het burgerlijk en militair bestuur der ge meente Hoorn. Dan volgden de 50 gecostumeerden, voorstellende de voornaamste personen uit do voor het vaderland en de Oost-Indische Compagnie zoo beteekenisvolle jaren tusschen 1618 en 1629 name lijk de scheepsbevelhebbers van Twisch, v. Heems- kerck, Harmansz en Wintgens, de hoofdpersoon J. Pz. Coen, de bewindvoerders de Carpentier, Reaal, Van Speult, v. d. Hagen e. a,, de Indische rijksbe stuurders Arja Rana Menggala van Bantam en Ing- Gnalogo van Mataram benevens Claes Syms, Jan Merens en Willem Crap, bewindhebbers der kamer Hoorn van O. I. C. Achter dezen stoet volgden acht verschillende vereenigingen met hare vaandels en banieren. Alles is in de beste orde afgeloopen. In de Parklokalen had matinée en soiree plaats, ter wijl het concert 's avonds zal worden afgewisseld door tableaux vivants, voorstellende gebeurtenissen uit Coens leven. Terwijl men In Europa voor de vrouwen alle rechten vordert, uitgezonderd dat van soldaat te zijn, heeft het tegendeel plaats in Azië en Afrika, waar men haar alle rechten onthoudt, maar uitmuntende soldaten van haar maakt. Het paleis van den koning te Golconda wordt 'bewaakt door een bataljon vrouwen, uitsluitend voor den dienst bij de poorten van den harem. Die vrouwen zyn met geweren gewapendhare uniform bestaat uit eene gegaloneerde roode schako met groene pluim, eene rood lakensche jas met witte galons, een groene pantalon, en wit lederwerk. Men verzekert dat zij er in dit schitterend gekleurd costuum zeer krijgshaftig uitzien. De lijfwacht van den koning van Siam ie ook- zeer merkwaardig. Zij bestaat uit vierhonderd vrou wen, uit de schoonste en sterkste onder de jonge meisjes van het land gekozen. Op den leeftijd van dertien jaar worden zij in dienst genomen, en al» zij vijf-en-twintig jaar zijn komen zij in de reserve. Dan verlaten zij den per soonlijken dienst van den vorst en worden als wacht in de Koninklijke gebouwen of opdekroon- bezittingen gebruikt. Die vrouwen doen eene gelofte van kuischheid, welke zij niet mogen verbreken, tenzij de koning haar onder zijne wettige echtgenooten opneemt. Haar wapen bestaat in eene lans, die zij behendig weten te hanteeren. Dit bataljon is verdeeld in vier compagnies, elke van honderd vrouwen, onder bevel van eene harer, die zij kiezen. In Afrika houdt de koning van Dahomey er eene keurbende op na van achthonderd strijders, waar van de helft jonge en schoone vrouwen zijn, wie de plicht van kuischheid streng is opgelegd zij zijn met sabels en geweren gewapend. Die Oostersche en Afrikaansche vorsten hebben allen wel eenige overeenkomst met dien negerkoning, die de Europeanen wilde nabootsen en op een goe den dag verklaarde dat hij zijn volk eene constitutie zou geven. Hij stelde er dan ook eene op maar het waa eene zeer korte, want zij bestond uit slechts twee artikelen Artikel 1. Alle mannen zijn slaven van den koning. Artikel 2. Alle vrouwen bebooren den koning toe. Graaf Joachim Pfeil, die als gouverneur-generaal naar het Somali-land vertrokken is, heeft verleden jaar bij zijne natuuronderzoekingen op het Ulanga- gebied een dier ontdekt, waaromtrent hij het vol gende mededeelt „Dikwijls zagen wij een dier op het water zwem men, dat wij aanvankelijk voor eene slang hielden, omdat het bij het zwemmen dezelfde bewegingen al» eene slang maakte en slechts enkele oogenblikken boven water verscheen. Toen wij er eens op scho ten, rees er tot onze verbazing een vogelgedaante uit het water op en vloog weg. Later gelukte het ons een exemplaar van dit dier machtig te worden. Het had ongeveer de grootte van eene tamme eend, was van eene zwarte kleur met een metaalachtigen glans, en had op de vleugels eenige heldergele, zeer smalle vederen, die zich scherp tegen het li chaam van het dieT afteekenden. De hals was on- geövenredigd lang, zeer dun en liep uit in een langen, puntigen snavel, waarvan de randen spit» uitgetand waren. Op het eerste gezicht was er geen kop te zien en scheen de snavel oniniddelijk aan den hals verbonden te zijn. Het dier zwemt gewoonlijk met het lijf geheel onder wateralleen de hals komt er boven te voor schijn, en ziet er dan in de verte zeer bedriegelijk als eene slang uit. Wordt het dier gestoord, dan duikt het onder of het verheft zich door middel van zeer lange en breede vlerken, die het door sterke spieren beweegt, en vliegt met groote snelheid weg. Later zagen wij dien vogel, die tot de ganzensoort behoort, dikwijls op de struiken zitten, waar hij zich met de lange scherpe klauwen, welke h(j ai» verdedigingswapen aan zijne zwempooten heeft, ge makkelijk kan vasthouden. Het dier heeft ook nog de eigenaardigheid dat het wanneer het uit het water komt, zich met uitgespreide vleugels op de struiken legt, om in de zon en den wind te drogen. Het vlee8ch van den vogel heeft een onaangenamen tranigen smaak. Naar gelang van het beroep, het bedrijf, de betrekking, waarin de mensch werkzaam is, ver anderen de kansen op een langen levensduur. De statistiek is ook in dit opzicht werkzaam geweest, en uit hetgeen door haar na langdurig onderzoek in het licht is gesteld, deelt «Ons Belang" de na volgende byzonderheden mede. Het zal vermoedelijk niemand verbazen, dat de beoefenaren der wetenschap, die bij het opsommen der faculteiten eener hoogeschool in den regel het eerst worden genoemd, boven aan de lijst staan. Gedurende de jongstverloopen jaren is het sterftecijfer onder de theologen, voor zoover zij in den leeftijd staan van 25 tot 60 jaar, per 1000 individuen dooreengenomen, niet hooger geklommen dan tot 8.60. Veel minder bevoorrecht zijn do beoefenaren eener andere wetenschap, de rechtsge leerden want bij de advocaten en leden van de rechterlijke colleges klimt hot gemiddelde sterfte cijfer tot 13.03 en by de beoefenaren der genees kunde voor zooverre zij die practisch uitoefenen is de verhouding nog veel ongunstiger want het sterftecijfer stijgt bij hen tot 17.36. Wie zich wijdt aan den tuinbouw en aan do vetweiderij heeft heel wat gunstiger uitzicht op een langen levensduurwant onder de eeratbedoelden ia het sterftecijfer in den leeftijd van 25 tot 60 jaar niet hooger dan 9.27 bij de andere categorie ia de verhouding iets minder gunstig, per 1000 name- ljjk 9.76. De veldarbeiders volgen hen op den voetwant het gemiddelde sterftecijfer is bij hen 10.84. On derwijzers en leeraren aan hoogere burgerscholen zijn minder gunstig dan de laatst voorafgaande, indien men in aanmerking neemt, dat dooreen genomen het sterftecijfer per jaar is 11.12. Het vak van timmerman en scheepsbouwer schijnt meer levensgevaar te veroorzaken bij hen ia het sterftecijfer, wat de eerstgenoemden betreft, 12,69 en bij de anderen 12,99. Het stof van steenkolen en andere gevaren, waar aan mijnwerkera zijn blootgesteld, blijken volgens de statistiek minder menschenlevens te vorderen bij mannen van den genoemden leeftijd, zooals velen als uitgemaakt zeker beschouwen want het gaat in den regel niet hooger dan 12.90. In sommige mijndis- trioten, waar veel ontploffingen van brandbare gas sen plaats hebben, is het cijfer echter veel hooger, namelijk 28.45 pet. Onder de metselaars en het meerendeel der overige handwerkslieden, sjouwerlui, enz-, wisselt bet in den regel af tusschen 13 en 20. Van schippers in de binnenvaart, die bij de uit oefening van hun bedrijf erg zijn blootgesteld aan allerlei weer en wind, klimt het cijfer dooreen tot 20.19. Toch zijn de bierbrouwers, die in den regel lang binnen de muren der brouwerijen werkzaam zijn, van minder goeds conditie dan de zoo even ge noemden. De statistiek leert dat het sterftecijfer bij hen, door elkander genomen, per 1000 mag worden gesteld op 21.06. Houders van .vergunningen", bedienden in die inrichtingen en hotels en restaurants, welke een ge vaarlijk bedrijf oefenen zij uit I Het is nog nadee- liger voor het leveu dan dat der beambten bij spoor wegen en andere openbars middelen van verkeer, zelfe dat van de schoorsteenvegers. Bij de laatstge noemden ia het sterftecijfer per 1000 23.50, bij de spoorwegbeambten en andere middelen van verkeer slechts 22.93, en bij de eerstbedoelden klimt het van 23.53 tot 24.21. Ëene klasse van lieden, die wel niet uitsluitend, maar toch meerendeela in de groots steden te huis behooren, zijn de straatventers met moesgroenten, ooft, visch en andere eetwaren. Hun bedrijf schijnt eene zeer ongunstige werking op den gezondheids toestand uit te oefenen immers, het sterftecijfer dier wandelend neringdoende personen staat betrekkelijk zeer hoog, ja, veel hooger dan van degenen, die, gelijk zij, steeds in de open lucht verkeeren bij de uitoefening van hun beroep of bedrijf; het sterftecij fer is gemiddeld in die klasse in den leeftijd van 25 tot 65 jaar 29.07 per 1000 individuen. De .Nod, Inil." meent, dat voor handel en nijver heid de vooruitzichten voor het jaar 1887 niet on gunstig zgn. Het geld in de eerste helft van 1886 zoo bijzonder ruim, ia schaamcher geworden, wat getuigt van meer omzet zoowel in goederen nis in effecten. (fHnts dit geschreven werd, is intusschen de markt, misschien tijdelijk, weer veel ruimer ge worden). De Indische toestanden zijn zeer gebaat door de prijsverhooging der koffie, die goed ordinair in Juli genoteerd stond 25 en thans 40 cent, en die op dat standpunt vooreerst wel zal blijven, in aan merking genomen den betrekkelijk kleinen beschik baren voorraad (502;800 balen en 193.100 zeilende tegen 859.600 balen en 73.000 zeilende een jaar geleden). Onze Java-koffie, West-Indische bereiding, hetzij in Uost-Indië, hetzij hier gedopt (om de blauwe kleur niet te verliezen) wordt meer en meer gezocht de cultunr breidt zich uit en vervangt hoe langer zoo meer de plantage op Oeylon, waarvan de opbrengst jaarlijks minder wordt, hoofdzskeljjk door de bladziekte, zoodat vele landen, vroeger met koffie- boomen beplant, thans ingericht zijn en wonlen voor thee en kina. De koffie ongedopt, of, zooals men 't noemt, in den hoornsohil, wordt nu te Amsterdam gedopt en gesorteerd door machines in grof, middel Öjn en randboon, en daarna door meisjes of vrouwen het beschot er uitgezocht, dat in de wandeling pik- sel wordt genoemd. Dezo nieuwe industrie geeft aan vele handen werk en brengt veel werkioon in omloop. Niet alleen te Amsterdam, ook te Botter dam bestaan thans groote inrichtingen voor dopping en bewerking. Suiker is ook vaster. Er gaat ongelooflijk veel om in beetwortelsuiker. Van Java-suikeris het best te zwijgen de statistiek bewijst genoeg, dat bet leeuwendeel hiervan niet meer herwaarts komt, maar naar andera landen gaat. Toch meenen bevoegde marktkenners dat de suikerprijs zich vooreerst zal staande houden, zelfs eerder in prijs iets verbete ren dan iets verliezen, daar de oude voorraden verminderd zijn. Op den toestand, buiten Nederland, den blik richtende, zegt het blad o. a. Al de voortbrengselen der ijzerinduatrie in Dnitach- land, waar o. a. Krnpp zich verheugen raag in de levering van 50.400 ton rails voor Victoria, maken hoogere prijzen. Een voorname oorzaak daarvan ligt in de sedert eenige maanden gedurig stijgende vraag uit Noord-Amerika, vooral ook naar staal in alle vormen. Staaldraad is een der belang rijkste artikelen van de Duitsche markt geworden men zou oppervlakkig niet denken dat de vervaar diging daarvan een bijna even grooten omvang ver kregen heeft, als die van spoorweg-materieel. Van Juli 1885 tot Juli 1886 rekent men dat Duitsch- land alleen ongeveer 450.000 ton draad heeft af geleverd, den-derde daarvan aan Amerika, het overige voor tolegraaf- en telefoon-behoefte in Duitschland zelf, waarvoor het draad eerst gegal vaniseerd wordt. De hoogovens die voor weinige maanden nog aanzienlijken voorraad in magazijn hadden, zijn, voornamelijk door uitvoer naar Amerika daarvan bevrijd. De vraag blijft aanhouden, de prijs is doorgaans 100 M. en er wordt aan geen lager bod toegegeven. Dit is een gunstig voorteeken. Hetzelfde verschijnsel valt bij andere takken van ijzerindustrie waar te nemen. Naar spoorstaven, dwarsliggers enz. is de vraag bijzonder levendig. Belangrijke aanbestedingen, 23 Dec. te Keulen gehouden, bewijzen dat aan eene reactie niet te denken valt, en dit is van te meer beteekenis, dewijl anders omtrent dezen tijd des jaars de prij zen gemeenlijk een neiging tot daling vertoonen. Italië, Spanje, Zweden hebben zich ook in verle vendiging van den algemeenen gang van zaken te verheugen. En België heeft tegenwoordig ook geen reden van klagen meer. Telkens hoort men van belangrijke buitenlandsche opdrachten van werk. De toenemende vraag naar stalen rails, die veel voordeeliger blijken met>het oog op de slijtage van alle apoorwegmate- rieel, draagt niet weinig daartoe bij en aan Portugal heeft de ijzerindustrie een flinken afnemer gekregen. Ook de toon van den Engelschen «Economist" is hoopvol. In Engeland is in het laatste semester reeds een verbetering der zaken merkbaar geweest uit de, zij 't ook niet zeer belangrijke, vermindering van het uitleenbaar kapitaal (de private deposits der Engelsche bank namen de laatste 3 maanden met bijna 1 millioen pd. st. af) en uit de toeneming der in de Clearing-bouses verrekende bedragen (Londen in 1886 4.447.595.000 pd. st. tegen 4.366.075.000 in 1885, Manchester 2.252.323.000 pd. st. in de tweede helft van 1886, tegen 2.194.972.000 pd. st. in de eerste helft van dat jaar en 2.157.825.000 pd. st. in de laatste helft van 1885, alles zonder fle verreke ningen op de effecten- en consolsdagen). Bovendien is bij vele artikelen voor de prijsdaling, die aan 't eind van het eerste halfjaar tot staan kwam, een prijs verbetering in de plaats getreden. Zoo voor Schotsch ruw ijzer, dat op 25 Dec. noteerde 2. 4 sh. 1 d. tegen 2. 1 sh. 6 d. een jaar vroeger. Ten deele is dit echter toe te schrijven aan beperking der pro ductie. Gunstiger verschijnsel nog is de prijsverbe tering van stalen rails, een gevolg louter van grooter vraag. De prijs steeg namelijk van 8.12 sh. 5 d. op 31 Juli tot 4. 6 sh. De grondstoffen der textiel-nijverheid bedingen bijna alle hooger prijzen dan een jaar geleden. Van koloniale artikelen is het in Engeland ook de koffie, die de grootste prijsver betering heeft aan te wijzenbewoog die zich in 't eerste semester tusschen 54'/> en 58'/t sh. thans is die gekomen tot 76 sh. Stijgende zijn onder meer ook de volgende artikelen lood, dn, koper, thee, petroleum. Volgen» «the Econ.» kan het niet meer worden betwijfeld of de verbetering op handelsgebied, op welke men een jaar geleden nog slechts kon hopen, ia thans een feit. De omvang der transactiën is toenemende, en men mag verwachten dat dit in nog sterker mate het geval zal worden, omdat deze be weging zich niet bepaalt tot Groot-Brittannië, maar, na in de Vereenigde Staten flinken voortgang te hebben gemaakt, thans ook op het vasteland zich begint te vertoonen. Blijft de vrede gehandhaafd, dan belooft derhalve 1887 geen onvoorspoedig jaar te zullen worden. De commissie voor de Duitsche legerwet heeft;, haar taak volbracht. Zaterdag reeds werd door den rapporteur Von Huene het verslag voorgele zen, dat twee uren in beslag nam en behoudens enkele wijzigingen werd goedgekeurd. Vermoede lijk zal de Rijksdag het ontwerp nu heden ten tweeden male in behandeling nemen, zoodat de beslissing nog in de volgende week kan worden genomen. Over den uitslag der tweede stemming van het ontwerp sohrjjft een Berlijnsche correspondent «De tweede behandeling der nieuwe legerwet door de commissie was belangrijker dan de eerste. Vooreerst waa het alleen te danken aan de sociaal democraten, dat het ontwerp niet geheel werd verworpen, want van de 28 leden der commissie, waartoe ook 2 sociaal-democraten behooren, stem den 14 tegen en 12 voor het regeeringsvoorstel, terwijl de beide sociaal-democraten zich van stem ming onthielden. Hadden de sociaal-democraten, die tot de tegenstanders der wet behooren, aan de stemming deelgenomen, dan hadden de stemmen gestaakt en in dit geval wordt elk ontwerp als verworpen beschouwd. De sociaal-democraten wensch- ten echter niet de verwerping, daar zij nog hopen in den Rijksdag de wet naar hun opvatting te kunnen wijzigen, maar natuurlijk vervullen zij in den Rijksdag niet zulk een beslissende rol, aü iu de commissie. «Bovendien verdient het de aandacht, dat de meerderheid,-welke voor het ontwerp stemde, uit de liberalen, clericalen en Polen bestond, terwijl de nationaal-liberalen en conservatieven tegen stem den. Deze vreemdsoortige groepeering is hierdoor te verklaren, dat het de beslissing gold over het ontwerp, gelijk dit door de clericalen en liberalen was gewijzigd, nl. een bewilliging voor drie jaren inplaats van voor zeven jaren, gelijk de regeering verlangt. «De staat van zaken is nu aldus. De eommis- sie raadt den Rijksdag aan het geheele ontwerp aan te nemen, met deze eene wijziging, dat de gevraagde manschappen slechts voor drie jaren worden toegestaan, want het voorstel der liberalen om ook het aantal te vermeerderen, dat bij de eerste behandeling werd aangenomen, is nu verwor pen. De groote vraag is nu, of de regeering be reid is in dit opzicht toe te geven, daar het cen trum, dat den doorslag moet geven, vast besloten is ook in den Rijksdag zijn eischen te handhaven". Met het Engelsche Ministerie is het nog niet in orde. Salisbury schijnt geen unionistische liberalen te kunnen vinden, die Goschen willen volgen. Het spreekt vanzelf, dat het Kabinet nu den spotlust opwekt van de volgers van Gladstone, die groeien in de moeilijkheden van Salisbury. Men stelt hier Salisbury ook voor als een hoogst gevaarlijk man aan het hoofd van Buitenlandsche Zaken, daar hij door zijn drift zeer licht Engeland iu een oorlog zon kunnen meeslepen. Men zal in verband daarmee ook de oorlogsberichtjes van de «Daily News" beter begrijpen. Het standhouden van het Ministerie-Salisbury, zij 't ook in anderen vorm, wordt te Berlijn opgevat als een goed teeken voor het behoud van den vrede, daar Salisbury steeds naar overleg met Duitschland en Oostenrijk is blijven streven en ook bij hem het behoud van den vrede zeer zwaar weegt. Wat de voorwaarden betreft, welke laatst door Rusland zouden zijn gesteld, waaronder ook de Mingreliër weer voorkwam, wordt opgemerkt, dat voor 1 Rusland eigenlijk de hoofdzaak is, hoeveel Russische officieren de nieuwe Vorst van Bulgarije zal mee brengen. Bismarck moet voortdurend druk in de weer zijn, om een transactie tot stand te brengen en de stemming van Rusland zou iu den laatsten tijd vrij gunstig zijn. Vandaar dan ook dat de Duitsche oflicieusen niet met oorlog dreigen, al kwam hun dit ook goed te pas met het oog op de nieuwe legerwet. De Bulgaarsche regeering heeft weer een nota gericht tot de mogendheden. Daarin bestrijdt zij het beweren der Russische regeering, dat generaal Kaul- bars het vormen van een ministerie uit de beide partijen heeft aangeraden. Integendeel, de Bulgaar sche regeering deed dit voorstel aan Zankoff, die het in overleg met Kaulbars van de hand wees. Overi gens behelst de nota niets nieuws. Evenals de vorige eindigt ook dit stuk met de verklaring der regenten dat zij bereid zijn elke schikking aan te nemen, welke de goedkeuring van alle groote mogendheden kan verwerven. Het groote struikelblok is de prins van Mingrelie. Indien Rusland de candidatuur van dezen vorst wilde terugtrekken en zich vereenigen met de keuze van den hertog van Oldenburg, Leuchtenburg ofSaksen- Coburg-Gotha, dan ware licht een vergelijk te tref fen. Daarom wil de Bulgaarsche deputatie, nu Duitsch land dit weigerde, de Eransche regeering overhalen, Rusland de intrekking harer candidatuur voor te stellen, maar de Eransche minister Elourens gaf den Bulgaarschen heeren even weinig hoop als graaf Herbert Bismarck. De Eransche Ministerraad machtigde den Minister van Financiën de Kamer weer een buitengewone be grooting voor te leggen, waarvan de inkomsten zullen worden gevonden door het uitgeven van schatkistbiljetten op korten termijn. Ook zal door Goblot aan de Kamer worden voorgesteld 63 onder prefecturen op te heffen, waannee bespaard worden 400090 fr. De Minister Fourens zal weer 30 mil lioen vragen voor Tongkin.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2