twwmm®.
nette WEEKSTEE.
Buitenlandse!) Overzicht
ADVERTENTIEN.
POLITIE.
VERBETERING.
Burgerlijke Stand.
De Timen van 10 dezer bevat in een telegram uit
Calcutta nadere bijzonderheden nopens het ongeluk,
op Oudejaarsavond te Madras gebeurd. Het getal
der slachtoffers, met inbegrip van hen die ten gevolge
van bekomen verwondingen omkwamen, bedraagt
niet minder dan 401'. Een gestreng politie-onderzoek
schijnt thans aangetoond te hebben dat, ofschoon ge
durende de verwarring talrijke diefstallen plaats had
den, niets het vermoeden wettigt, dat men hier met
opzettelijke brandstichting te doen heeft. Er schijnt
echter ongetwijfeld wanbeheer en veel zorgeloosheid
te hebben bestaan. Er was een brandspuit bij de
hand, en binnen het afgesloten gedeelte waren ver
scheiden fonteinen, maar de kransen kondenr niet
geopend en de noodige sleutels niet gevonden worden
dan nadat het vuur reeds 15 minuten gewoed had
en de meeste tenten verbrand waren. Er waren vier
ingangen tot het afgesloten terrein, waar de jaar
markt werd gehouden. Het verschrikte volk drong
slechts naar één dier uitgangen. Bijna terzelfder tijd
verspreidde zich een gerucht daarbuiten, dat een
„cheetoh" uit zyn kooi was losgebroken, en kwam
er een tweede stroom volks, om binnen de om
heining een schuilplaats te zoeken, zoodat alle door
gang afgesloten werd. Als het volk rustig te midden
dor omheiming ware gebleven, zouden waarschijnlijk
geen menschenlevens te betreuren zijn geweestin
elk geval schijnen de betreurenswaardige resultaten
alleen aan de paniek te wijten te zijn. Het schouwspel
moet verschrikkelijk zijn geweest. Dr. Chester zegt
dat het volk Vocht, om naar buiten te komen, en
over elkanders hoofden en schouders heen klauterde.'
Er was een barricade van menschen in hoopen
van vier of vijf voet hoog. Een aantal soldaten
hielpen om de menigte uit de vlammen te sleepen.
Alle geneesheeren en studenten van het algemeen
hospitaal waren den geheelen nacht bezig om de ver
wonden te helpen.
Den volgenden morgen was hettooneel afschuwlljk.
Lijken lagen over het geheele omheinde gedeelte
verspreid, en op één punt was er letterlijk een hoop
lichamen. Eenige lijken waren zoodanig verbrand en
verkoold, dat zij onherkenbaar waren, terwijl andere
niet door het vuur waren aangeraakt. De positie
waarin eenigen werden gevonden, bewees dat hevige
worstelingen hadden plaats gehad.
Mannen, vrouwen en kinderen lagen door elkander,
een moeder en haar kinderen werden elkander
vasthoudend gevonden. Een groote menigte stroomde
naar het terrein der jaarmarkt, sommige slechts door
nieuwsgierigheid gedreven, anderen met verwarde
haren en overstelpt van verdriet heen en weder loo-
pende, om hun dierbare lijken te vinden. Eenige der
slachtoffers wierpen zich brandend in den vijver of
in de Cooiünriviër en verdronken. De hoofdbevel
hebber en lady Arbuthnêt hadden juist voor het
ongeluk het terrein verlaten. 'De maharajah van
Viziaijagram redde met eigen hand twee meisjes van
een wissen dood. Andere heeren hielpen mede zeer
ijverig. Men is bezig voor de weduwen en weezen
der slachtoffers giften in te zamelen.
Het Overzicht van het Jitiff. Dagbl. van Ned.
Indie luidt t
Groote sensatie heeft hier gemaakt de tijding van
het plotseling overlijden van generaal Demmeni,
kort geleden voor herstel van gezondheid van Atjeh
naar de Padangpqhe Bovenlanden gegaan en, op de
tijding van beginnend herstel, reeds naar hier0 op
ontboden, Waarschijnlijk tot overleg omtrent den
door de berri-berri steeds meer en meer bedorven
toestand binnen onze linie. De Javuxche Ct.
eindigt een overzicht van 's generaals langdurige,
zeer eervolle en werkzame militaire loopbaan, van
den laagsten rang af tot dien van generaal-majoor
en commandeur der Willemsorde, met de woorden
„Vooral met höt oog op de taak, die hem nog
in Atjeh wachtte, is het overlijden van generaal
Demmeni een bijna onherstelbaar verlies" woorden,
die in het dorre officieele orgaan bnzonder in het
oog loepen en eenigszins afsteken bij dc kalmte,
waarmee de tijding vnn zijn ziekte en evacueoring
werd opgenomen. Onwillekeurig zoekt men daarin
een zijdelingsche uiting van overweging Ipj de Re
geering omtrent een verandering van het terrein
onzer vestiging op Atjeh, waaruit wij door de berri-
berri verjaagd worden. De energie, de snelheid,
de handigheid, waarmee generaal Demntem de vo
rige concentratie, waartegen men zeer opzag, toet
eere heeft bewerkstelligd, znllen de Regeering
zeker voor den geest gestaan hebben bij deze
woorden, dat „met het oog op de taak, die ons
te Atjeh wacht, het verlies van generaal Demmeni
bijna onherstelbaar is."
De berri-berri heeft denverdere concentreering
tot êen hier in de lucht zijnde gedachte gemaakt.
Moeten wij het pesthol gedeeltelijk abandonneeren
en ons tot een zeker zeer gewijzigd, misschien
verplaatst en beperkt Oleh-leh bepalen moet mis
schien ook dit hoort men soms opperen -
een tweede, gezonder verblijf onzer Atjehtyoepen in
de bergen bij onze vroegere posten per spoorweg
gezocht worden
Laat men zulke maatregelen vooral doen samen
gaan met de uitvoering van een kuststaten-politiek,
het herstel van "Belok Semawe, het plaatsen van
een enkele kustvesting waar het ter hand nemen
van den handel alleen wordt toegelaten op de
voor den handel geopend verklaarde havens, zooals
overal gedaan wordt. Laat in die maatregelen
niet tevens een bezuiniging gezocht worden, waar
integendeel, juist door uitbreiding van geschikte
gewapende marinevaartuigen de politiek, die reeds
lang ter hand genomen had moeten zijn, dan krach
tig aangevat worden, en daarin het middel gezocht
worden om den slechten indruk van een terugtrek
king voor de verpesting van de berri-berri te nou-
traliseeren. En wat er gebeure, laat men niet
wanen, den indruk van een beperking te kunnen
verbeteren door, tegelijk met deze verandering, met
eenige troepen weder wat te gaan branden en
schieten op het gebied, dat wij buiten onze tegen
woordige linie gebandonneerd hebben.
De allerlaatste berichten melden een buitengewo
nen bandjir te Kotta-Radja, die veel schade heeft
aangericht.
De twee compagniën Barisan van Madoera een
350 man, eigenlijk inlandsche landweer, geen ge
huurde soldaten van beroep, worden, na langoverleg
en verzet bij een deel der autoriteiten, uit nood
toch naar Atjeh gezonden. Men denkt bij dit ver
trek aan geen kazerne-leven gewende inlanders naar
berri-berriland aan de oude woordspeling omtrent
het lange leven van „gezonde" soldaten.
De verordening, regelende koelie-contracten voor
Sumatra's Westkust, is eindelijk verschenen, bijna ge
lijkluidend met de oude delische verorde.iing, maar
een weinig meer vryheid van beweging aan de koe
lies latende, die daarentegen strafbaar zullen zijn voor
elk arbeidsverzuim.
Tevens verneemt men dat, op verlangen van Ne-
j derland uit, de koeli-emigratie van hier naar vreem
de landen, waaronder vooral Queensland behoort,
zal gesloten worden.
Be Lpc. heeft dezer dagen de aandacht gevestigd
op den grooten invoer van goedkoope geweren; zoo
wel op Java als elders. Vooral heeft dit plaats in
het gewest Celebes en Onlerhoorigheden, waar in
den regel één a twee dagen na den invoer de voor
raad reeds door inlanders is opgekocht.
Het gevolg van dien onbelemmerden invoer is,
dat de dikwijls niet ojbelangrijke troepenmacht,
welke de inlandsche vorstjes in die streken er op na
houden, zeer goed bewapend is. Nog onlangs, bij de
komst van een der wadjosohe hoofden ter hoofdplaats
Macassar, heeft men dit kunnen zien.
De Java-Bode geeft der Regeering in overweging,
op dien invoer een beter toe7.icht te doen uitoefenen
en hem meer te beperken dan, naar wij zeker weten
te Macasaar geschiedt.
Uit het verslag van de voornaamste gebeurtenissen
in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden,
loopende van 15 tot en met 27 Nov, JL, blijkt dat
weder herhaaldelijk kleine aanvallen op onze ver
sterkingen plaats hadden.
Er was voortdurend hooge waterstand in de Atjeh-
rivior, welke eens buiten haar oevers trad.
De gezondheidstoestand was gunstig, ziektecyfer
hooger, doch sterftecijfer laag.
Studentenwraak was onlangs te Parijs de aanlei
ding tot een comisch rechtsgeding. Voor de balie
verschijnt, hijgende en puffende, de heer Roupeau,
een corpulent burgermannetje en eigenaar van huizen,
en als beklaagde verschijnt mede de student in de
medicijnen, Michel Ponflard.
„Ik ben de beschuldigde" begint deze „de zaak
kan dadejjjk voorkomen."
De ruimte voor het publiek is geheel gevuld met
collega's in de medicijnen. De beschuldigde zelf is
een dier rotsen in den studenten-oceaan, die te raid
den der stroomen onwrikbaar blijken.
Geheele studenten-geslachten zijn aan hem voor
bijgegaan. Hij leeft als een echte Bohémien en ver
huist met zijn papieren halsboord van het eene dak
kamertje naar het andere. „Keine Ruh bei Tag
und Nachtvangt hij zijn verdediging aan. Deze
bourgeois willen vooruit do huur reeds hebben, en
blijft men een maand schuldig dan zetten ze je een
voudig op straat. Mijnheer Roupeau dwong mij
midden in den winter om een armzalige 20 fres.
mijn koffer te pakken en in de sneeuw mijn fortuin
te zoeken. Daarom heb ik me vooroorloofd, hem
een kleine poets te bakken."
„Een kleine poets!" roept nu de dikke huisheer
verontwaardigd uit en springt van zijn stoel op. „Het
was, het was De rechter noodigt den heer
Roupeau uit, te vertellen, wat er gebeurt is.
De heer Roupeau haalt diep adem, zijn oogen
rollen in zijn hoofd en hij begint „Alzoo de heer
Ponflard had mijn huis verlakm. Den volgenden dag
lees ik de courant, dat bij ons een min wordt ge
vraagd. Dat was een oploopAlle minnen van
Parys, die niets omhanden hadden, hielden lri mijn
huis vergadering, 't Leek wel een ambulante
melkhal I
„Van den vroegen morgen tot den laten avond
kon ik het de dames uitleggen, dat wij geen min
noodig hebben, want dat wy, ik en mijn vrouw, niet
eens kinderen hebben. Wij hielden he voor
een vergissing, een by ongeluk verkeerd adres of
iets dergelijks. Maar den dag daarop, o, ontzettend
lezen we in een ander blad „Mevrouw Roupeau
vraagt een keukenmeid." Alle levende potlepels van
Parijs kwamen een dienst zoeken en scholden mij
uit als ik hun vertelde, dat wij geen keuken
meid noodig hebben, aangezien wy, ik en mijne
vrouw, in een restaurant eten.
„Ik dacht, dat men het nu bij de keukenmeiden
zou laten, maar op den derden dag onbeschaam-
heid zonder voorbeeld! staan alle leegloopende
koetsiers van Parijs voor mijn deur.- „Monsieur
Roupeau, waar zijn paard en rijtuig Rijden we
naar het Bois de Boulogne Hé!!"
Nu was mijn geduld dan toch ten einde. Ik had
al lang begrepen, dat deze Ponflard met zijn papie
ren halsboord die streken uithaalde en ik diende
mijn aanklacht tegen hem in wegens beleediging en
verstoring van de rust in mijn huis. Ik verzoek u,
hem streng te straffen
Studiosus1 Ponflard die alles bekent, wordt onder
het aannemen van verzachtende omstandigheden tot
veertien dagen gevangenisstraf veroordeeld.
Victor Tissot deed in 1871 een reis naar het
„land der milliarden", en kwam in 1886 voor het
eerst weer te Berlijn. Groote verbazing I II ne s'y
reconnait plus!
Berlijn, bemerkt hy, is bezig Parijs boven het
hoofd te wassen.
Bijvoorbeeld: Berlijn heeft zoo goed als Londen
zijn „metropolitan railway", de stad doorkruisende
ter hoogte der daken en zolderkamers, terwijl men
te Parijs in den Gemeenteraad 14 jaren lang kibbelt
over allerlei plannen, zonder iets tot stand te bren
gen. Over dien metropolitain, die de verwijderste
stations der buitenwijken samenbindt, vliegen van
des ochtends 6 tot des nachts 12 uren, 450 trei-
non heen en weer, elkander elke vijf minuten opvol
gende. Bovendien fraaie, hooge, goed geventileerde
met gas verlichte wagens, een bescheiden seinfluitje,
de snelheid van een express. Nog spreekt men van
talrijke zijtakken en onderlinge verbindingsbanen,
ten einde de geheele oppervlakte der wereldstand in
het stadbaannet op te nemen.
Daarnevens ontbreekt het aan tramways niet. In
1873 had men er 12.000 meter rails met 22 wagons
vervoerende 780.000 reizigers en thans zyn de
banen met 200.000 meter rails belegd, bevat het
wagenpark 600 rjjtuigen en-worden er 70 millioen
passagiers vervoerd, wat niet verhindert, dat de
lompe, antediluviaansrhe oranihussen 14 millioen
mensohen vervoeren en de koetsiers der droschke'a
op 16 millioen ritten of uren kunnen rekenen. En
aan de tramways kunnen de Parjjzenaars een voor
beeld nemen. De rytuigen lijn netter, de Joop ia
sneller, het oponthoud hij betere controle geringer.
Deze aanwas der middelen van vervoer ia een
vingerwijzing, dat de bevolking zeer sterk is ver
meerderd. Inderdaad de 500.000 zielen van 1861,
in 1871 tot 825.000 aangegroeid, welk cijfer tot
1876 ongeveer stationair bleef, zijn in 1881 reeda
tot 1.150.000 gestegen en thans is het aantal ge
klommen tot 1,825.000. Ook vindt onze Franach-
man, dat men te Berlijn bijzonder drnk trouwt, wat
hij met eenigzins gewaagden, logischen sprong be
schouwt als een gevolg van de frequentie der echt
scheidingen. Er zijn in Berlijn niet minder dan
410.000 getrouwde mannon, ener trouwen er 12.000
per jaar. En dan wat een massa kinderen I Gezin
nen met 2 of 3 spruiten zijn een uitzondering 220
families zijn aan haar twaalfde, 75 aan haar vijf
tiende en een aan het twintigste. Waarschijnlijk
laat deze statistiek wel iets aan nauwkenrigMd te
wenschen over. Immers als er 410.000 getrouwde
mannen en dus ongeveer evenveel getrouwde vrou
wen te Berlijn zijn, en gezinnen met dan 8 kinderen
zijn regel, dan moet het getal inwoners 2, denkelijk
8 of 4 millioen bedragen.
Maar de bevolking is slechts 1.325.000 Houden
wij ons. daaraandat cijfer is authentiek, evenals
dat dor huizen, dat 25.750 bedraagt, bevattende
590.000 vertrekken, waarvan 73.000 niet verwarm-
baar. Er wonen dus meer dan 50 menzoben per
buis, een hooger cijfer dan te Parijs, Londen of
zelfs Weenen. Dit is een voorrecht, dat deze steden
Berlijn zeker niet behoeven te benijdenhet aantal
gebouwen, waarin honderden individuen opeenge
pakt huizen is te Berlijn schrikbarend groot.
Bewijst de drukte der verkeersmiddelen dat de be
volking aanzienlijk is gestegen, zij bewijst tevens, dat
die bevolking,veel uithuiziger ia geworden. Eigen- r
lijke cafe's waren er volgens onzen Franschman tot
tl
1875 nietmen had slechts bierkolders en „conditorei-1
en». Maar in 1875 verscheen het eerste Wiener café j
met ruime lokalen, goed voorzieoe leestafel, uit-
nemende bediening, en wat vooral aantrekkings
kracht uitoefende, des nachts openblijvende. De
Berljjner namelijk is een geaohnrneerde nacht
wandelaar: terwijl de Parijache bourgeois «rangé
et sérieui» dat zijn volgens Tissot specifiek
Parijsche karaktertrekken vroeg onder de wol
kruipt, zouden deftige, bedaarde Berlijnsche huis
vaders meenen in hun plicht tekort te schieten,
als zij niet tot twee of drie uur in den nacht in
hun „Stamm-kneipe" bleven plakken. Voor 1875
vergenoegde men zich dan met kelders, waar de
zorgvuldig gesloten raampjes na het sluitingsuur
de plakkers onttrokken aan het vorschend oog I
der nachtpolitie, belust op het storen der late
drinkgelagen. Maar na 1875 kroeg men de
groote café's, met nachtpermisaie, die hun heer
lijkheden in 't volle licht der openbaarheid moch
ten uitstallen. Sinds dien tijd werd het nachtwan-
delen trouwer en met moer distinctie beoefend. Zelfs
was hot in den eersten tijd „bon ton" na bals en
soirees in gansche gezelschappen in het nachtelijk
uur naar een café te trekken, waar men dan heeren
in rok, witte das en ridderlint en dames in luchtig
dansgewaad om de tafeltjes geschaard zag. Die ma-
nio is nu wel wat bedaard, maar 't is toch altijd
des nachts in de eerste café's nog levendig genoeg.
Inderdaad leeft men te Berlijn des uachts zoo
druk als overdag. Vooral in het elegante „West- j
End», de nieuwe aristocratische wijk, waar de
architecten aan hun fantasie den vrijen loop lebben
gegund en in allerlei stijlen hotels hebben doen
verrijzen, het eene al schitterender dan het andere.
Voor de inrichting heeft onze Parijzenaar niets dan
lof: de vertrekken zijn ruim, fnet smaak ingericht
en vooral, zoo geheel anders dan in Parijs, goed ge
ventileerd. De huren bovendien, wederom in ver
gelijking met Parijs, matig.
In deze wijk nu is het van 15 October tot 1 Mei
een aanhoudend „ffto de nuit", waar kunstenaars,
letterkundigen en bankiers de eerste rol vervullen.
Opmerkelijk is het daarbij, hoe vele gastvrouwen
gewezen actrices zijn „mariées tres légitimement du
roste, et eicellentes mères de familie, mais ayant
gardé dans leur vie de ménage, l'entrain, le brio et
l'éléganee de leur anoienne profession". Mag men
Tissot gelooven, dan is in Duitschland het tooneel
het voorportaal van de trouwkamer.
Vandaar dan ook, dat op de soirees het tooneel
een groote rol speelt, en men er een eer in stelt
in zyn salons de gasten op een „première" te ont
halen. Dan noodigt men „le deesus du panier" van
vrienden en kennissenwie oen vreemdeling van aan
zien wil meebrengen, iz welkom ook een Parijzenaar
wordt met een min of meer ironische welwillendheid,
ontvangen, en men vindt het niet onaardig een
bewoner van de eerste stad der wereld te toonen,
dat men ook te Berlijn weet te leven en zich te
vermaken met meer geeet en gratie en ongedwon
genheid, dan in de Pruisische hoofdstad van voor
heen, met haar ongepolijst uiterlijk en haar grove
manioren.
Men begint op zulk een avond met het nuttigen
van kleine broodjet met eaviaar, gerookte zalm, ans-
jovis enz., besproeid met flinke doses marsala of
sherry. Dan gaat men genieten van de première..
Na afloop hiervan volgt het souper, waarbij de
gastvrouw een uiterst moeiolijke taak te vervallen
heeft, die kieschheul en diplomatieken tact eischt
Zij toch moot de paren bijeenbrengen en eiken
cavalier zijn dame, elke schoone haar ridder aan
wijzen, die verplicht is haar ten diseh te geleiden,
haar van alle schotels en allé dranken te voorzien,
haar met aangenamen kout te verstrooien. Ziedaar
dan een ruime gelegenheid geopend voor intrigos
en de mogelijkheid om de kiem te leggen voor
langdurige veten. (Vai.)
De sitting Tan den Duitschen Rijks lag, waarin
het lot van prins Biamarcks legerwet werd beslist,
duurde niet lang, want men kon terstond met de
stemming beginnen, daar de beraadslagingen waren
gesloten. Eerst werd het oorspronkelijke voorstel
van het centrum, om de gevraagde manschappen
voor één jaar toe te staan, verworpen, en vereenig-
de de meerderheid zich met het tweede voorstel
dier party, dat nu döor de liberalen werd overgeno
men en door den afgevaardigde Von Stauffenberg
^werd ingediend.
Met groote spanning werd de uitslag der stem-
ming te gemoet gezien. Van de 397 afgevaardigden
ontbraken er 29, met inbegrip der vacante zetels,
zoodat een grooter aantal, dan ooit in den Rijksdag
aanwezig was, is gezien. De liberale partij was
geheel voltallig, met uitzondering van drie leden,
die door ziekte waren verhinderd. Voor het voor-
gtel-Stauffenberg, dus tegen de regeering, stemden
de liberalen, het centrum en de Zuid-Duitsche
volkspartij, terwijl de nationaal-liberalen, de con
servatieven en de vrij-conservatieven tegen stemden.
Bij hen sloten zich ook aan de Fransche afgevaar
digde Antoine uit Metz en de Elsasser baron Zorn
uit Bubach, De overige Elzassers en de Deensche
afgevaardigde hielden zich met de sociaal-democraten
buiten stemming.
Zoodra de uitslag der stemming bekend was, las
prius Bismarck het keizerlijk besluit tot ontbinding
voor. In het begin der zitting verkeerde men nog
in het onzekere over Bismarcks plannen, maar wel
dra werd op de ministertafel de bekende roode por
tefeuille zichtbaar, waarin steeds keizerlijke verorde
ningen naar den Rijksdag worden gezonden. Het
vermoeden werd zekerheid, toen prins Bismarck een
poosje later binnenkwam. Mutterder Mann mit
der Aujlöning ist da, riep de Kielsehe hoogleeraar
Trager, de bekende dichter de liberale partij, en
onder groote vroolijkheid ging dit woord van mond
tot mond.
Ook tijdens de stemming heerschte ondanks de
spanning nu en dan groote hilariteit. Zoo gaf het
o. a. aanleiding tot algeraeene vroolijkheid, toen de
veldmaarschelk Von Moltke bij vergissing voor het
voorstel der liberale partij en dus tegen de regeering
stemde. Nadat de kanselier het besluit tot ont
binding had voorgelezen, gingen de leden met een
driemaal herhaald „leve de Keizeruiteen. Eenige
uren later verscheen 'de verordening, dat de nieuwe
verkiezingen bepaald zijn op 21 Februari, derhalve
Maandag a. s. over vijf weken.
De inhoud van de Duitsche kranten kan men
zich ongeveer wei voorstellen over en weer is de
toon heftig cn men gaat warme verkiezingen te ge-
moet. Of Bismarck een meerderheid zal krijgen,
die hem geeft wat hij verlangt, is nog zeer twijfel
achtig. Het is waarschijnlijk, dat de vrijzinnigen
weder eenige plaatsen verliezen, wellicht ook de
Katholieken een paar, maar de meeste districten
van deze partyen zijn zoogenaamde vaste districten
en wanneer er verdeeldheid ontstaat, is het in
vele gevallen waarschijnlijk, dat de sociaal-demo
craten met de winst gaan schuiven en niet de con
servatieven of nationaal-liberalen. De laatsten, con
servatieven en nationaal-liberalen, gaan hand aan
hand en ondersteunen over en weer elkanders
candidaten zij kunnen overal rekeuen op den steun
der ambtenaren en daardoor vertegenwoordigen zij
een groote macht, die wellicht wonderen kan doen.
't Spreekt van zelf, dat er weder een adresbeweging
is ontstaan, om den Rijkskanselier wegens zijn flinke
houding hulde te brongen.
Van het oqrdeel der Franache kranten over Bis
marcks rede verdient nog vermelding, dat van hut
„Journal des Debats". Dit blad verklaart moeilijk te
kunnen gelooven, dat Bismarck niet met meer of min
der opzet overdreven heeftwanneer men, zegt het
blad, het oog slaat op den toestand onzer staatspar
tijen, de gewildheid harer aanvoerders, de uitingen
der openbare meening, het besef, dat wij hebben van
de schrikkelijke kansen, welke ons een Europeesche
oorlog zou doen loopqn, dan heeft raeo moeite om te
begrijpen, hoe ten onzent een oorlogzuchtig bewind
aan het roer zou kunnen komen en blyv eptegen
over de oppositie in den Rijksdag kon de kanselier
echter niet anders dan dit gevaar ia het licht stellen
en vergrooten hij heeft het met tact en behendig
heid gedaan hij heeft zorg gedragen niets te zeggen,
dat ons beleedigen of ook maar kindereu kon, maar
overdreven heeft hy, en het gevaar ernstiger afge
schilderd, dan hij zelf het zag.
De Oostenrykache reernten zyn tegen 20 Februari
opgeroepen de gewone tijd is 1 April.
Uit vrij goede bron wordt gemeld, dat Rusland
de oandidatuur van den Mingreliër heeft laten vallen,
op voorwaarde dat de Mogendheden de andere
eischen helpen uitvoeren. De regenten zouden aftre
den, waarop de Sobranje een tweemanschap zou
benoemen, bestaande uit Grekoff en Zankoffdezen
zouden dan de Sobranje ontbinden en nieuwe ver
kiezingen uitschryvenTurksche en Russische com
missarissen zouden het tweemanschap bijstaan tot de
verkiezing van den nieuwen vorst. Ook Engeland
zou hiertoe meewerken.
Gelijk men weet, heeft de conferentie, welke de
unionisten Chamberlain en Trevelyan met de heeren
Morley en Haroourt, Gladstone's adjudanten, over
de Iersche quaestie hielden, wederhaar zittingen
verdaagd, totdat het Parlement byeenkomt. De
Standard deelde mede, dat de conferentie geen
resultaat heeft opgeleverd, doch de Daily New»
sproekt dit tegen. Volgens Gladstone's blad hebben
beide partyen, na langdurige en ernstige beraad
slagingen, werkelijk een gemeonschappelykeu grond
slag gevonden, breed genoeg om de onderhande
lingen te kunnen voortzetten."
Intussehen worden in het graafschap Kerry de
uitzettingen der weerspannige pachters voortgezet.
Op sommige plaatsen is het daarby weer tot
ernstige botsiugea gekomen tusschen de politie en
de bevolking, welke partij koos voor den pachter
Het zoogenaamde Plan of Champaign is een bijoen-
komst der Iersche liga te Cincinnati besproken en
goedgekeurd. De voorzitter Fitzgerald seinde ter
stond naar Ierland, dat de leiders der beweging
op den steun der Amerikaansche Ieren konden
rekenen.
GEVONDEN en aan het Bureau van Politie ge
deponeerd Een fantasie Broche, een zwarte kin
der Boufante, een zijden kinder Boufante, een Hand
doek, een kinder Handschoen gebreid, een blauwe
Rozenkrans, een Flacon met gouden dop, een jon
gens Oveijasje met bont, zeven Sleutels aan een
ring.
Ook kunnen inlichtingen gegeven worden omtrent
een Zwaan die in bewaring is genomen.
la brt rasdsveralag ia ona vorig ar. stut ia bet By-
voegsel bl. 1 k. 2 regel 23 v. b. 8e wyk. Bit moet rijo
4e wyk.
CORKESPONDENTIE
G. M. e. d. P. Ia oca vorig nr. zeiden wij daidelyk dat
uw brief niet geschikt waa voor ons blud. Dat is nog zoo 1
Dl Rkdactu.
GEBOREN: 14 Jan. Johanna, oodcra J. Vergeer an C.
J. Boare. Arie Cornelia, ouden J. Dinee en E. H. Glas
beek. 15 Arie, oudera A. van der Wal en C. Vermeulen.
Hermanus, oudera D. van Vliet en A. van Eyk. Ma
ria Jacoinina, ouders J. H. Kok en M. J. West i.burger
Huberta Elizabeth Maria, ouders P. J. Rijnaarts en A. L.
Canevssciui. 16. Abraham Hendrik, oudars A. D. vac der
Pool en G. van Wingerden.
0\ ERI EL)EN 14 Jan. W. van Dam, 62 j. 16 H.
O. van Slaveren, 16 d. V. M. de Jona, 4 j. 2 m. 16.
G. M. Deinmink, 2 j. 8 m W. F. van Erk, 4 j. II m.
- J. PLtteel. 11 m. H. A. Hol. 16 m. - 17 C. L A.
van Mierop, 19 j. E Schouten, 3 w. A. Kuijs, 56 j.
*t* Bevallen van een Meisje
A L. RIJN A ARTS,
geb. Canïvascini.
Gouda, 15 Januari_1387.
Heden overl^d onze hartelijk gelietde
Dochter en Zuster CAROLINE LOUISE AL-
BERTINE, in den jeugdigen leeftjjd van 19
jaren.
Uit aller naam,
M'. J. H. van MIEROP.
Gouda, 17 Januari 1887.
Eenige kennisgeving.
Heden overleed onze waarde Vader
en Behuwdvader de heer ABRAHAM KUIJS,
in den ouderdom van circa 57 jaren.
A. KUIJS Ja.
T. KUIJS—
Gouda, 17 Januari 1887. van Dvijn.
A. tan dbr STEEN en Echtgenoot,
betuigen hunnen harteljjken dank voor de vele
bewijzen van belangstelling bjj hnn feest op 2
Jannari ondervonden.
Met wederkeerigen heilwensch brengt onder-
geteekende hierbij zijn hartelijken dank aan
allen, die hem op 1 Jannari bewyzen hunner
belangstelling gaven.
D'. D. TERPSTRA.
Gouda, 15 Jan. 1887.
Wordt gevraagd voor de Zaterdagen eene
Adres WESTBAVEN B 158.
Gevraagd door een Kantoorklerk KOST- en
INWONING met vrij Schrijfkamertje by bur
gerlieden. Prijsopgave met adres onder Ietter
J. aan de Boekhandelaren A. KOK Com p.,
te Gouda.