twwmm®. nette WEEKSTEE. Buitenlandse!) Overzicht ADVERTENTIEN. POLITIE. VERBETERING. Burgerlijke Stand. De Timen van 10 dezer bevat in een telegram uit Calcutta nadere bijzonderheden nopens het ongeluk, op Oudejaarsavond te Madras gebeurd. Het getal der slachtoffers, met inbegrip van hen die ten gevolge van bekomen verwondingen omkwamen, bedraagt niet minder dan 401'. Een gestreng politie-onderzoek schijnt thans aangetoond te hebben dat, ofschoon ge durende de verwarring talrijke diefstallen plaats had den, niets het vermoeden wettigt, dat men hier met opzettelijke brandstichting te doen heeft. Er schijnt echter ongetwijfeld wanbeheer en veel zorgeloosheid te hebben bestaan. Er was een brandspuit bij de hand, en binnen het afgesloten gedeelte waren ver scheiden fonteinen, maar de kransen kondenr niet geopend en de noodige sleutels niet gevonden worden dan nadat het vuur reeds 15 minuten gewoed had en de meeste tenten verbrand waren. Er waren vier ingangen tot het afgesloten terrein, waar de jaar markt werd gehouden. Het verschrikte volk drong slechts naar één dier uitgangen. Bijna terzelfder tijd verspreidde zich een gerucht daarbuiten, dat een „cheetoh" uit zyn kooi was losgebroken, en kwam er een tweede stroom volks, om binnen de om heining een schuilplaats te zoeken, zoodat alle door gang afgesloten werd. Als het volk rustig te midden dor omheiming ware gebleven, zouden waarschijnlijk geen menschenlevens te betreuren zijn geweestin elk geval schijnen de betreurenswaardige resultaten alleen aan de paniek te wijten te zijn. Het schouwspel moet verschrikkelijk zijn geweest. Dr. Chester zegt dat het volk Vocht, om naar buiten te komen, en over elkanders hoofden en schouders heen klauterde.' Er was een barricade van menschen in hoopen van vier of vijf voet hoog. Een aantal soldaten hielpen om de menigte uit de vlammen te sleepen. Alle geneesheeren en studenten van het algemeen hospitaal waren den geheelen nacht bezig om de ver wonden te helpen. Den volgenden morgen was hettooneel afschuwlljk. Lijken lagen over het geheele omheinde gedeelte verspreid, en op één punt was er letterlijk een hoop lichamen. Eenige lijken waren zoodanig verbrand en verkoold, dat zij onherkenbaar waren, terwijl andere niet door het vuur waren aangeraakt. De positie waarin eenigen werden gevonden, bewees dat hevige worstelingen hadden plaats gehad. Mannen, vrouwen en kinderen lagen door elkander, een moeder en haar kinderen werden elkander vasthoudend gevonden. Een groote menigte stroomde naar het terrein der jaarmarkt, sommige slechts door nieuwsgierigheid gedreven, anderen met verwarde haren en overstelpt van verdriet heen en weder loo- pende, om hun dierbare lijken te vinden. Eenige der slachtoffers wierpen zich brandend in den vijver of in de Cooiünriviër en verdronken. De hoofdbevel hebber en lady Arbuthnêt hadden juist voor het ongeluk het terrein verlaten. 'De maharajah van Viziaijagram redde met eigen hand twee meisjes van een wissen dood. Andere heeren hielpen mede zeer ijverig. Men is bezig voor de weduwen en weezen der slachtoffers giften in te zamelen. Het Overzicht van het Jitiff. Dagbl. van Ned. Indie luidt t Groote sensatie heeft hier gemaakt de tijding van het plotseling overlijden van generaal Demmeni, kort geleden voor herstel van gezondheid van Atjeh naar de Padangpqhe Bovenlanden gegaan en, op de tijding van beginnend herstel, reeds naar hier0 op ontboden, Waarschijnlijk tot overleg omtrent den door de berri-berri steeds meer en meer bedorven toestand binnen onze linie. De Javuxche Ct. eindigt een overzicht van 's generaals langdurige, zeer eervolle en werkzame militaire loopbaan, van den laagsten rang af tot dien van generaal-majoor en commandeur der Willemsorde, met de woorden „Vooral met höt oog op de taak, die hem nog in Atjeh wachtte, is het overlijden van generaal Demmeni een bijna onherstelbaar verlies" woorden, die in het dorre officieele orgaan bnzonder in het oog loepen en eenigszins afsteken bij dc kalmte, waarmee de tijding vnn zijn ziekte en evacueoring werd opgenomen. Onwillekeurig zoekt men daarin een zijdelingsche uiting van overweging Ipj de Re geering omtrent een verandering van het terrein onzer vestiging op Atjeh, waaruit wij door de berri- berri verjaagd worden. De energie, de snelheid, de handigheid, waarmee generaal Demntem de vo rige concentratie, waartegen men zeer opzag, toet eere heeft bewerkstelligd, znllen de Regeering zeker voor den geest gestaan hebben bij deze woorden, dat „met het oog op de taak, die ons te Atjeh wacht, het verlies van generaal Demmeni bijna onherstelbaar is." De berri-berri heeft denverdere concentreering tot êen hier in de lucht zijnde gedachte gemaakt. Moeten wij het pesthol gedeeltelijk abandonneeren en ons tot een zeker zeer gewijzigd, misschien verplaatst en beperkt Oleh-leh bepalen moet mis schien ook dit hoort men soms opperen - een tweede, gezonder verblijf onzer Atjehtyoepen in de bergen bij onze vroegere posten per spoorweg gezocht worden Laat men zulke maatregelen vooral doen samen gaan met de uitvoering van een kuststaten-politiek, het herstel van "Belok Semawe, het plaatsen van een enkele kustvesting waar het ter hand nemen van den handel alleen wordt toegelaten op de voor den handel geopend verklaarde havens, zooals overal gedaan wordt. Laat in die maatregelen niet tevens een bezuiniging gezocht worden, waar integendeel, juist door uitbreiding van geschikte gewapende marinevaartuigen de politiek, die reeds lang ter hand genomen had moeten zijn, dan krach tig aangevat worden, en daarin het middel gezocht worden om den slechten indruk van een terugtrek king voor de verpesting van de berri-berri te nou- traliseeren. En wat er gebeure, laat men niet wanen, den indruk van een beperking te kunnen verbeteren door, tegelijk met deze verandering, met eenige troepen weder wat te gaan branden en schieten op het gebied, dat wij buiten onze tegen woordige linie gebandonneerd hebben. De allerlaatste berichten melden een buitengewo nen bandjir te Kotta-Radja, die veel schade heeft aangericht. De twee compagniën Barisan van Madoera een 350 man, eigenlijk inlandsche landweer, geen ge huurde soldaten van beroep, worden, na langoverleg en verzet bij een deel der autoriteiten, uit nood toch naar Atjeh gezonden. Men denkt bij dit ver trek aan geen kazerne-leven gewende inlanders naar berri-berriland aan de oude woordspeling omtrent het lange leven van „gezonde" soldaten. De verordening, regelende koelie-contracten voor Sumatra's Westkust, is eindelijk verschenen, bijna ge lijkluidend met de oude delische verorde.iing, maar een weinig meer vryheid van beweging aan de koe lies latende, die daarentegen strafbaar zullen zijn voor elk arbeidsverzuim. Tevens verneemt men dat, op verlangen van Ne- j derland uit, de koeli-emigratie van hier naar vreem de landen, waaronder vooral Queensland behoort, zal gesloten worden. Be Lpc. heeft dezer dagen de aandacht gevestigd op den grooten invoer van goedkoope geweren; zoo wel op Java als elders. Vooral heeft dit plaats in het gewest Celebes en Onlerhoorigheden, waar in den regel één a twee dagen na den invoer de voor raad reeds door inlanders is opgekocht. Het gevolg van dien onbelemmerden invoer is, dat de dikwijls niet ojbelangrijke troepenmacht, welke de inlandsche vorstjes in die streken er op na houden, zeer goed bewapend is. Nog onlangs, bij de komst van een der wadjosohe hoofden ter hoofdplaats Macassar, heeft men dit kunnen zien. De Java-Bode geeft der Regeering in overweging, op dien invoer een beter toe7.icht te doen uitoefenen en hem meer te beperken dan, naar wij zeker weten te Macasaar geschiedt. Uit het verslag van de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 15 tot en met 27 Nov, JL, blijkt dat weder herhaaldelijk kleine aanvallen op onze ver sterkingen plaats hadden. Er was voortdurend hooge waterstand in de Atjeh- rivior, welke eens buiten haar oevers trad. De gezondheidstoestand was gunstig, ziektecyfer hooger, doch sterftecijfer laag. Studentenwraak was onlangs te Parijs de aanlei ding tot een comisch rechtsgeding. Voor de balie verschijnt, hijgende en puffende, de heer Roupeau, een corpulent burgermannetje en eigenaar van huizen, en als beklaagde verschijnt mede de student in de medicijnen, Michel Ponflard. „Ik ben de beschuldigde" begint deze „de zaak kan dadejjjk voorkomen." De ruimte voor het publiek is geheel gevuld met collega's in de medicijnen. De beschuldigde zelf is een dier rotsen in den studenten-oceaan, die te raid den der stroomen onwrikbaar blijken. Geheele studenten-geslachten zijn aan hem voor bijgegaan. Hij leeft als een echte Bohémien en ver huist met zijn papieren halsboord van het eene dak kamertje naar het andere. „Keine Ruh bei Tag und Nachtvangt hij zijn verdediging aan. Deze bourgeois willen vooruit do huur reeds hebben, en blijft men een maand schuldig dan zetten ze je een voudig op straat. Mijnheer Roupeau dwong mij midden in den winter om een armzalige 20 fres. mijn koffer te pakken en in de sneeuw mijn fortuin te zoeken. Daarom heb ik me vooroorloofd, hem een kleine poets te bakken." „Een kleine poets!" roept nu de dikke huisheer verontwaardigd uit en springt van zijn stoel op. „Het was, het was De rechter noodigt den heer Roupeau uit, te vertellen, wat er gebeurt is. De heer Roupeau haalt diep adem, zijn oogen rollen in zijn hoofd en hij begint „Alzoo de heer Ponflard had mijn huis verlakm. Den volgenden dag lees ik de courant, dat bij ons een min wordt ge vraagd. Dat was een oploopAlle minnen van Parys, die niets omhanden hadden, hielden lri mijn huis vergadering, 't Leek wel een ambulante melkhal I „Van den vroegen morgen tot den laten avond kon ik het de dames uitleggen, dat wij geen min noodig hebben, want dat wy, ik en mijn vrouw, niet eens kinderen hebben. Wij hielden he voor een vergissing, een by ongeluk verkeerd adres of iets dergelijks. Maar den dag daarop, o, ontzettend lezen we in een ander blad „Mevrouw Roupeau vraagt een keukenmeid." Alle levende potlepels van Parijs kwamen een dienst zoeken en scholden mij uit als ik hun vertelde, dat wij geen keuken meid noodig hebben, aangezien wy, ik en mijne vrouw, in een restaurant eten. „Ik dacht, dat men het nu bij de keukenmeiden zou laten, maar op den derden dag onbeschaam- heid zonder voorbeeld! staan alle leegloopende koetsiers van Parijs voor mijn deur.- „Monsieur Roupeau, waar zijn paard en rijtuig Rijden we naar het Bois de Boulogne Hé!!" Nu was mijn geduld dan toch ten einde. Ik had al lang begrepen, dat deze Ponflard met zijn papie ren halsboord die streken uithaalde en ik diende mijn aanklacht tegen hem in wegens beleediging en verstoring van de rust in mijn huis. Ik verzoek u, hem streng te straffen Studiosus1 Ponflard die alles bekent, wordt onder het aannemen van verzachtende omstandigheden tot veertien dagen gevangenisstraf veroordeeld. Victor Tissot deed in 1871 een reis naar het „land der milliarden", en kwam in 1886 voor het eerst weer te Berlijn. Groote verbazing I II ne s'y reconnait plus! Berlijn, bemerkt hy, is bezig Parijs boven het hoofd te wassen. Bijvoorbeeld: Berlijn heeft zoo goed als Londen zijn „metropolitan railway", de stad doorkruisende ter hoogte der daken en zolderkamers, terwijl men te Parijs in den Gemeenteraad 14 jaren lang kibbelt over allerlei plannen, zonder iets tot stand te bren gen. Over dien metropolitain, die de verwijderste stations der buitenwijken samenbindt, vliegen van des ochtends 6 tot des nachts 12 uren, 450 trei- non heen en weer, elkander elke vijf minuten opvol gende. Bovendien fraaie, hooge, goed geventileerde met gas verlichte wagens, een bescheiden seinfluitje, de snelheid van een express. Nog spreekt men van talrijke zijtakken en onderlinge verbindingsbanen, ten einde de geheele oppervlakte der wereldstand in het stadbaannet op te nemen. Daarnevens ontbreekt het aan tramways niet. In 1873 had men er 12.000 meter rails met 22 wagons vervoerende 780.000 reizigers en thans zyn de banen met 200.000 meter rails belegd, bevat het wagenpark 600 rjjtuigen en-worden er 70 millioen passagiers vervoerd, wat niet verhindert, dat de lompe, antediluviaansrhe oranihussen 14 millioen mensohen vervoeren en de koetsiers der droschke'a op 16 millioen ritten of uren kunnen rekenen. En aan de tramways kunnen de Parjjzenaars een voor beeld nemen. De rytuigen lijn netter, de Joop ia sneller, het oponthoud hij betere controle geringer. Deze aanwas der middelen van vervoer ia een vingerwijzing, dat de bevolking zeer sterk is ver meerderd. Inderdaad de 500.000 zielen van 1861, in 1871 tot 825.000 aangegroeid, welk cijfer tot 1876 ongeveer stationair bleef, zijn in 1881 reeda tot 1.150.000 gestegen en thans is het aantal ge klommen tot 1,825.000. Ook vindt onze Franach- man, dat men te Berlijn bijzonder drnk trouwt, wat hij met eenigzins gewaagden, logischen sprong be schouwt als een gevolg van de frequentie der echt scheidingen. Er zijn in Berlijn niet minder dan 410.000 getrouwde mannon, ener trouwen er 12.000 per jaar. En dan wat een massa kinderen I Gezin nen met 2 of 3 spruiten zijn een uitzondering 220 families zijn aan haar twaalfde, 75 aan haar vijf tiende en een aan het twintigste. Waarschijnlijk laat deze statistiek wel iets aan nauwkenrigMd te wenschen over. Immers als er 410.000 getrouwde mannen en dus ongeveer evenveel getrouwde vrou wen te Berlijn zijn, en gezinnen met dan 8 kinderen zijn regel, dan moet het getal inwoners 2, denkelijk 8 of 4 millioen bedragen. Maar de bevolking is slechts 1.325.000 Houden wij ons. daaraandat cijfer is authentiek, evenals dat dor huizen, dat 25.750 bedraagt, bevattende 590.000 vertrekken, waarvan 73.000 niet verwarm- baar. Er wonen dus meer dan 50 menzoben per buis, een hooger cijfer dan te Parijs, Londen of zelfs Weenen. Dit is een voorrecht, dat deze steden Berlijn zeker niet behoeven te benijdenhet aantal gebouwen, waarin honderden individuen opeenge pakt huizen is te Berlijn schrikbarend groot. Bewijst de drukte der verkeersmiddelen dat de be volking aanzienlijk is gestegen, zij bewijst tevens, dat die bevolking,veel uithuiziger ia geworden. Eigen- r lijke cafe's waren er volgens onzen Franschman tot tl 1875 nietmen had slechts bierkolders en „conditorei-1 en». Maar in 1875 verscheen het eerste Wiener café j met ruime lokalen, goed voorzieoe leestafel, uit- nemende bediening, en wat vooral aantrekkings kracht uitoefende, des nachts openblijvende. De Berljjner namelijk is een geaohnrneerde nacht wandelaar: terwijl de Parijache bourgeois «rangé et sérieui» dat zijn volgens Tissot specifiek Parijsche karaktertrekken vroeg onder de wol kruipt, zouden deftige, bedaarde Berlijnsche huis vaders meenen in hun plicht tekort te schieten, als zij niet tot twee of drie uur in den nacht in hun „Stamm-kneipe" bleven plakken. Voor 1875 vergenoegde men zich dan met kelders, waar de zorgvuldig gesloten raampjes na het sluitingsuur de plakkers onttrokken aan het vorschend oog I der nachtpolitie, belust op het storen der late drinkgelagen. Maar na 1875 kroeg men de groote café's, met nachtpermisaie, die hun heer lijkheden in 't volle licht der openbaarheid moch ten uitstallen. Sinds dien tijd werd het nachtwan- delen trouwer en met moer distinctie beoefend. Zelfs was hot in den eersten tijd „bon ton" na bals en soirees in gansche gezelschappen in het nachtelijk uur naar een café te trekken, waar men dan heeren in rok, witte das en ridderlint en dames in luchtig dansgewaad om de tafeltjes geschaard zag. Die ma- nio is nu wel wat bedaard, maar 't is toch altijd des nachts in de eerste café's nog levendig genoeg. Inderdaad leeft men te Berlijn des uachts zoo druk als overdag. Vooral in het elegante „West- j End», de nieuwe aristocratische wijk, waar de architecten aan hun fantasie den vrijen loop lebben gegund en in allerlei stijlen hotels hebben doen verrijzen, het eene al schitterender dan het andere. Voor de inrichting heeft onze Parijzenaar niets dan lof: de vertrekken zijn ruim, fnet smaak ingericht en vooral, zoo geheel anders dan in Parijs, goed ge ventileerd. De huren bovendien, wederom in ver gelijking met Parijs, matig. In deze wijk nu is het van 15 October tot 1 Mei een aanhoudend „ffto de nuit", waar kunstenaars, letterkundigen en bankiers de eerste rol vervullen. Opmerkelijk is het daarbij, hoe vele gastvrouwen gewezen actrices zijn „mariées tres légitimement du roste, et eicellentes mères de familie, mais ayant gardé dans leur vie de ménage, l'entrain, le brio et l'éléganee de leur anoienne profession". Mag men Tissot gelooven, dan is in Duitschland het tooneel het voorportaal van de trouwkamer. Vandaar dan ook, dat op de soirees het tooneel een groote rol speelt, en men er een eer in stelt in zyn salons de gasten op een „première" te ont halen. Dan noodigt men „le deesus du panier" van vrienden en kennissenwie oen vreemdeling van aan zien wil meebrengen, iz welkom ook een Parijzenaar wordt met een min of meer ironische welwillendheid, ontvangen, en men vindt het niet onaardig een bewoner van de eerste stad der wereld te toonen, dat men ook te Berlijn weet te leven en zich te vermaken met meer geeet en gratie en ongedwon genheid, dan in de Pruisische hoofdstad van voor heen, met haar ongepolijst uiterlijk en haar grove manioren. Men begint op zulk een avond met het nuttigen van kleine broodjet met eaviaar, gerookte zalm, ans- jovis enz., besproeid met flinke doses marsala of sherry. Dan gaat men genieten van de première.. Na afloop hiervan volgt het souper, waarbij de gastvrouw een uiterst moeiolijke taak te vervallen heeft, die kieschheul en diplomatieken tact eischt Zij toch moot de paren bijeenbrengen en eiken cavalier zijn dame, elke schoone haar ridder aan wijzen, die verplicht is haar ten diseh te geleiden, haar van alle schotels en allé dranken te voorzien, haar met aangenamen kout te verstrooien. Ziedaar dan een ruime gelegenheid geopend voor intrigos en de mogelijkheid om de kiem te leggen voor langdurige veten. (Vai.) De sitting Tan den Duitschen Rijks lag, waarin het lot van prins Biamarcks legerwet werd beslist, duurde niet lang, want men kon terstond met de stemming beginnen, daar de beraadslagingen waren gesloten. Eerst werd het oorspronkelijke voorstel van het centrum, om de gevraagde manschappen voor één jaar toe te staan, verworpen, en vereenig- de de meerderheid zich met het tweede voorstel dier party, dat nu döor de liberalen werd overgeno men en door den afgevaardigde Von Stauffenberg ^werd ingediend. Met groote spanning werd de uitslag der stem- ming te gemoet gezien. Van de 397 afgevaardigden ontbraken er 29, met inbegrip der vacante zetels, zoodat een grooter aantal, dan ooit in den Rijksdag aanwezig was, is gezien. De liberale partij was geheel voltallig, met uitzondering van drie leden, die door ziekte waren verhinderd. Voor het voor- gtel-Stauffenberg, dus tegen de regeering, stemden de liberalen, het centrum en de Zuid-Duitsche volkspartij, terwijl de nationaal-liberalen, de con servatieven en de vrij-conservatieven tegen stemden. Bij hen sloten zich ook aan de Fransche afgevaar digde Antoine uit Metz en de Elsasser baron Zorn uit Bubach, De overige Elzassers en de Deensche afgevaardigde hielden zich met de sociaal-democraten buiten stemming. Zoodra de uitslag der stemming bekend was, las prius Bismarck het keizerlijk besluit tot ontbinding voor. In het begin der zitting verkeerde men nog in het onzekere over Bismarcks plannen, maar wel dra werd op de ministertafel de bekende roode por tefeuille zichtbaar, waarin steeds keizerlijke verorde ningen naar den Rijksdag worden gezonden. Het vermoeden werd zekerheid, toen prins Bismarck een poosje later binnenkwam. Mutterder Mann mit der Aujlöning ist da, riep de Kielsehe hoogleeraar Trager, de bekende dichter de liberale partij, en onder groote vroolijkheid ging dit woord van mond tot mond. Ook tijdens de stemming heerschte ondanks de spanning nu en dan groote hilariteit. Zoo gaf het o. a. aanleiding tot algeraeene vroolijkheid, toen de veldmaarschelk Von Moltke bij vergissing voor het voorstel der liberale partij en dus tegen de regeering stemde. Nadat de kanselier het besluit tot ont binding had voorgelezen, gingen de leden met een driemaal herhaald „leve de Keizeruiteen. Eenige uren later verscheen 'de verordening, dat de nieuwe verkiezingen bepaald zijn op 21 Februari, derhalve Maandag a. s. over vijf weken. De inhoud van de Duitsche kranten kan men zich ongeveer wei voorstellen over en weer is de toon heftig cn men gaat warme verkiezingen te ge- moet. Of Bismarck een meerderheid zal krijgen, die hem geeft wat hij verlangt, is nog zeer twijfel achtig. Het is waarschijnlijk, dat de vrijzinnigen weder eenige plaatsen verliezen, wellicht ook de Katholieken een paar, maar de meeste districten van deze partyen zijn zoogenaamde vaste districten en wanneer er verdeeldheid ontstaat, is het in vele gevallen waarschijnlijk, dat de sociaal-demo craten met de winst gaan schuiven en niet de con servatieven of nationaal-liberalen. De laatsten, con servatieven en nationaal-liberalen, gaan hand aan hand en ondersteunen over en weer elkanders candidaten zij kunnen overal rekeuen op den steun der ambtenaren en daardoor vertegenwoordigen zij een groote macht, die wellicht wonderen kan doen. 't Spreekt van zelf, dat er weder een adresbeweging is ontstaan, om den Rijkskanselier wegens zijn flinke houding hulde te brongen. Van het oqrdeel der Franache kranten over Bis marcks rede verdient nog vermelding, dat van hut „Journal des Debats". Dit blad verklaart moeilijk te kunnen gelooven, dat Bismarck niet met meer of min der opzet overdreven heeftwanneer men, zegt het blad, het oog slaat op den toestand onzer staatspar tijen, de gewildheid harer aanvoerders, de uitingen der openbare meening, het besef, dat wij hebben van de schrikkelijke kansen, welke ons een Europeesche oorlog zou doen loopqn, dan heeft raeo moeite om te begrijpen, hoe ten onzent een oorlogzuchtig bewind aan het roer zou kunnen komen en blyv eptegen over de oppositie in den Rijksdag kon de kanselier echter niet anders dan dit gevaar ia het licht stellen en vergrooten hij heeft het met tact en behendig heid gedaan hij heeft zorg gedragen niets te zeggen, dat ons beleedigen of ook maar kindereu kon, maar overdreven heeft hy, en het gevaar ernstiger afge schilderd, dan hij zelf het zag. De Oostenrykache reernten zyn tegen 20 Februari opgeroepen de gewone tijd is 1 April. Uit vrij goede bron wordt gemeld, dat Rusland de oandidatuur van den Mingreliër heeft laten vallen, op voorwaarde dat de Mogendheden de andere eischen helpen uitvoeren. De regenten zouden aftre den, waarop de Sobranje een tweemanschap zou benoemen, bestaande uit Grekoff en Zankoffdezen zouden dan de Sobranje ontbinden en nieuwe ver kiezingen uitschryvenTurksche en Russische com missarissen zouden het tweemanschap bijstaan tot de verkiezing van den nieuwen vorst. Ook Engeland zou hiertoe meewerken. Gelijk men weet, heeft de conferentie, welke de unionisten Chamberlain en Trevelyan met de heeren Morley en Haroourt, Gladstone's adjudanten, over de Iersche quaestie hielden, wederhaar zittingen verdaagd, totdat het Parlement byeenkomt. De Standard deelde mede, dat de conferentie geen resultaat heeft opgeleverd, doch de Daily New» sproekt dit tegen. Volgens Gladstone's blad hebben beide partyen, na langdurige en ernstige beraad slagingen, werkelijk een gemeonschappelykeu grond slag gevonden, breed genoeg om de onderhande lingen te kunnen voortzetten." Intussehen worden in het graafschap Kerry de uitzettingen der weerspannige pachters voortgezet. Op sommige plaatsen is het daarby weer tot ernstige botsiugea gekomen tusschen de politie en de bevolking, welke partij koos voor den pachter Het zoogenaamde Plan of Champaign is een bijoen- komst der Iersche liga te Cincinnati besproken en goedgekeurd. De voorzitter Fitzgerald seinde ter stond naar Ierland, dat de leiders der beweging op den steun der Amerikaansche Ieren konden rekenen. GEVONDEN en aan het Bureau van Politie ge deponeerd Een fantasie Broche, een zwarte kin der Boufante, een zijden kinder Boufante, een Hand doek, een kinder Handschoen gebreid, een blauwe Rozenkrans, een Flacon met gouden dop, een jon gens Oveijasje met bont, zeven Sleutels aan een ring. Ook kunnen inlichtingen gegeven worden omtrent een Zwaan die in bewaring is genomen. la brt rasdsveralag ia ona vorig ar. stut ia bet By- voegsel bl. 1 k. 2 regel 23 v. b. 8e wyk. Bit moet rijo 4e wyk. CORKESPONDENTIE G. M. e. d. P. Ia oca vorig nr. zeiden wij daidelyk dat uw brief niet geschikt waa voor ons blud. Dat is nog zoo 1 Dl Rkdactu. GEBOREN: 14 Jan. Johanna, oodcra J. Vergeer an C. J. Boare. Arie Cornelia, ouden J. Dinee en E. H. Glas beek. 15 Arie, oudera A. van der Wal en C. Vermeulen. Hermanus, oudera D. van Vliet en A. van Eyk. Ma ria Jacoinina, ouders J. H. Kok en M. J. West i.burger Huberta Elizabeth Maria, ouders P. J. Rijnaarts en A. L. Canevssciui. 16. Abraham Hendrik, oudars A. D. vac der Pool en G. van Wingerden. 0\ ERI EL)EN 14 Jan. W. van Dam, 62 j. 16 H. O. van Slaveren, 16 d. V. M. de Jona, 4 j. 2 m. 16. G. M. Deinmink, 2 j. 8 m W. F. van Erk, 4 j. II m. - J. PLtteel. 11 m. H. A. Hol. 16 m. - 17 C. L A. van Mierop, 19 j. E Schouten, 3 w. A. Kuijs, 56 j. *t* Bevallen van een Meisje A L. RIJN A ARTS, geb. Canïvascini. Gouda, 15 Januari_1387. Heden overl^d onze hartelijk gelietde Dochter en Zuster CAROLINE LOUISE AL- BERTINE, in den jeugdigen leeftjjd van 19 jaren. Uit aller naam, M'. J. H. van MIEROP. Gouda, 17 Januari 1887. Eenige kennisgeving. Heden overleed onze waarde Vader en Behuwdvader de heer ABRAHAM KUIJS, in den ouderdom van circa 57 jaren. A. KUIJS Ja. T. KUIJS— Gouda, 17 Januari 1887. van Dvijn. A. tan dbr STEEN en Echtgenoot, betuigen hunnen harteljjken dank voor de vele bewijzen van belangstelling bjj hnn feest op 2 Jannari ondervonden. Met wederkeerigen heilwensch brengt onder- geteekende hierbij zijn hartelijken dank aan allen, die hem op 1 Jannari bewyzen hunner belangstelling gaven. D'. D. TERPSTRA. Gouda, 15 Jan. 1887. Wordt gevraagd voor de Zaterdagen eene Adres WESTBAVEN B 158. Gevraagd door een Kantoorklerk KOST- en INWONING met vrij Schrijfkamertje by bur gerlieden. Prijsopgave met adres onder Ietter J. aan de Boekhandelaren A. KOK Com p., te Gouda.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2