BERICHT VAN INSET. HLEEmm HALFWAS Aan de Ingezetenen van GOUDA. het HUIS en TUUT c. a. Buitenlandsch Overzicht. De Redact! k APVERTENTIËN. FEESTVIERING 19 FEBRUARI, opMAANEAG 24 JANUARI1387, o POLITIE. Burgerlijke Stand. - - - - - - - f WOLLEN en KATOENEN J. IJPELAAR Jz., De uitgestelde OPENBARE VERKOOPING grofsmederij een klap met den stoomhamer, rijn arm was natuurlijk af en mijnheer Van Rossum zond hem weg, Het huishouden is ook weg en do man is tot den bodelstaf gebracht. Daar geschiedt bijna niets voor in ons Nederland. Er zqn echter gun stige uitzonderingen". Of wat zegt men van het volgende staaltje Op een der grootste fabrieken gebeurt te 28/4 uur een ongeluk, de werkman, die er door getroffen wordt, sterft onmiddellijk. Toen de treurende wedu we aan de fabriek kwam, werd kaar het loon haan overledenen mam tot drie uur toe uitbetaald. De werklui legden toen van hun weekloon een weinigje bijeen en ondersteunden zoo de arme vrouw. Deze staaltjes zijn bij tientallen uit het rapport te halen. Inderdaad, uit deze enquête blijkt zonneklaar, dat de tijd gekomen is, om veelzeer veel te verbeteren. Wetenschappelijke onderzoekingen hebben aange toond, dat de bekende aardappelziekte wordt veroor zaakt door eene fungus, die zich het eerst op de bladeren doet zien, zich daarna langs den stengel voortplant, om eindelijk den knol aan te tasten en jammerlijk te verwoesten. Voor een deel worden de sporen dezer fungus verspreid door het regenwater dat langs den stengel loopt en, dezen weg volgende, tot dem jongen aard appel doordringt. Hierdoor is het gemakkelijk te verklaren, dat juist die knollen, welke in de onmid- delijke nabijheid van den stengel of aan de opper vlakte van den grond gelegen zijn, het eerst en het sterkst door de ziekte worden aangegrepen. Is deze bewering juist, dan kan als voorbehoedmiddel dienen eene geschikte wijze van aanaarding en het zijdelings overbuigen van den stengel, waardoor hij ophoudt de geleider van het regenwater en van de sporen te zijn. De eerste aanaarding geschiedt op den gewonen tijd, de tweede aanaarding dient zoo hoog mogelijk plaats te hebben, en wel wanneer de ziekte zich op de bladeren begint te vertoonen. De meeste knollen hebben zich dan reeds gevormd, en in den opge- hoogden grond, waarin de meeste sporen gevonden werden, zullen weinig of geen aardappelen meer voort gebracht worden. Heeft de ziekte zich vóór 1 Augus tus niet geopenbaard, dan mag deze laatste hoogo aanaarding echter niet langer worden uitgesteld. De verspreiding der ziekte van plant tot plant van den eenen akker naar den anderqn kan wel niet anders plaats hebben dan door sporen, welke do wind in alle richtingen heendraagt. Hoewel dit onmogelijk geheel kan worden tegengegaan, is het toch eenigs- zins te verhoeden door op zwaren grond, tusschen elke rij aardappelen, eene dubbele rij paardeboonen te zaaien en op lichteren bodera gele lupinen, welke voor dit doel bijzonder geschikt zijn. Zoodoende belet men wel niet dat de ziekte zich over of langs dezelfde rij verspreid maar de sporen zullen toch verhinderd worden over te gaan naar gezonde planten of andere rijen. Reeds zijn op deze manier bij ons te lande proeven genomen, die ten aanzien van de ziekte wel iets goeds beloven, maar waarvan het gevolg is, dat men zoo veel minder aardappelen kan verbouwen dan de be doeling is. J)e voeding onzer soldaten. Over de voeding onzer soldaten wordt nu en dan geklaagd. Soms terecht zegt de Arnh. Ctmaar zeer dikwijls ten onrechte. Wanneer dit te recht geschiedt, dan kan dit te recht nooit gegrond zijn op de omtrent de bedoelde voeding bestaande voorschriften en bepalingen, wel echter op de wijze volgens welke deze worden uitgevoerd. Wordt er dan omtrent de wijze van uitvoering dier voorschriften en bepalingen van hoogerhand geen behoorlijk toezicht gehouden Het is zeer moeielijk, ja onmogelijk, op deze vraag een rechtstreeksch antwoord te geven. Zooals vrij alge meen bekend is, neemt ons hooger krijgsbesttfur steeds, in meerdere of mindere mate, met de eene hand 'terug wat het met de andere heeft gegeven. Zoo ook in zake „voeding van den soldaat". Die voeding wordt, behalve het brood, verstrekt voor re kening der verbruikers, zoodat in casu van de soldij do kosten van voeding worden afgetrokken. Deze afrekening geschiedt elke vijf dagen, intusschen onder de bepaling, dat het alsdan uit te betalen overschot der soldij een vastgesteld minimum niet mag over schrijden, terwijl, zoo noodig, dat overschot tot aan het vastgestelde minimum van Rijkswege moet wor den aangevuld. Vandaar van hoogerhand eene voort durende pressie op de bevelhebbers der korpsen om die aanvulling onnoodig te maken, of, indien deze niet kan worden ontgaan, op hare beurt, ze ook tot het uiterste minimum te bepalen. Wat van de pressie de gevolgen zijn, is licht te bevroeden. Voeg hierbij dat do keuring der levensmiddelen voor den soldaat, als regel, wordt opgedragen aan hen, die uit den aard hunner dienstbetrekking daartoe het minst bevoegd zijn, en men er de juist daartoe geschikte personen, nl. die behoorende tot den geneeskundigen en veterinaken dienst (artsen en apothekers) geheel buiten houdt. In het gewone vredesgarnizoen ligt tevens de taak onzer intendanten geheel besloten binnen hunne bureau's. Wanneer men dit alles in het oog houdt, dan is het eenigszins te verklaren, hoe, zooals onlangs in verschillende dagbladen werd gemeld, bijv. voor het garnizoen te Leeuwarden de levering van het rund- vleesch is aangenomen tegen 0.43, en diezelfde levering voor het tuchthuis aldaar tegen/0.5 3 per KG. De voorwaarden van die levering voor het genoem de tuchthuis zijn het blad niet bekend, maar de voorwaarden van die levering voor de soldaten in onze garnizoenen zijn zoodanig, als menig welgezeten burger zou doen watertanden. Een enkol citaat: „De koppen, nekken, halzen, het zoogenaamd hals- vleesch, de pooten tot boven de knieschijf en bef spronggewricht, de uierboorden, de uierbedden, lever, long en andere ingewanden mogen niet voor vleesch geleverd worden. De bij het vleesch te leveren „beenderen" mogen niet meer dan een „vijfde" ge deelte van het gewicht van het vleesch bedragen. Voor te veel geleverde beenderen zal den volgenden dag een gelijk gewicht aan versch vleesch terugge geven worden." Onder den indruk dezer rundvleesch-beschouwin- gen gevoelt het blad zich alweder gedrongen tot do erkenning van de waarheid, vervat in de spreuk Les hommes sont tout, les règlements tres peu de chose, De groote moeielijkheid in Rusland en in Europa zegt de Daily News, is de bittere armoede der groote massa, en in geen land is het lijden erger dan in hot rijk van den Czaar. De vrijverklaarde lijfeige nen worden door den geldschieter weder tot slaven gemaakt. Na een menschenleeftijd, zoo zegt men, zul len zij een landbouwproletariaat van 60 tot 70 milli- oen zielen vormen met enkele duizende landheeren, die eigenaars zijn van den grond. Reeds nu zullen de meeste levenlang moeten werken, zonder dat hunne schulden zullen zijn afgelost. De landheer en de geldschieter is één persoon. De schuldenaar werkt slechts, maar zijn arbeid kost niets dan zijn onderhoud, zoodat de winst groot is en groot zal blijven, zoolang er nog land kan worden uitgeput. Hongersnood in de eene of andere provincie is iets gewoons. Zij, die het land bebouwen, worden slecht gekleed en soms in hot geheel niet betaald. De sterfte in Rusland is verschrikkelijk hoog en dat ligt niet aan het klimjaat, want Zweden en Noorwe gen behooren tot de gezondste landen van Europa. Terwijl op het platteland van Engeland jaarlijks 18 op de 1000 menschen sterven, is dat cijfer in Rus land tusschen de 35 en 37 en in de dichtst bevolkte provinciën van het midden 62. Van de tien kinderen sterven acht, voordat zij den leeftijd van 10 jaron heb ben bereikt. Do eischen van een bijna bankroeten staat vermeerderen de ellende. De belastingen wor den met den stok geïnd. Staten-Generaal Eebste Kamer. Zittingen van Donderdag 20 en Vrijdag 21 Januari. In de zitting van Donderdag werd, alvorens tot de voortzetting der beraadslaging over de Staatsbegroo- ting over te gaan, met eenparige stemmen aange nomen een wetsontwerp tot ruiling van gronden met de gemeente Zutfen. Na kort debat werd Hoofd stuk IV (Justitie) met algemeene stemmen aange nomen. Bij hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken) verklaarde de Minister eene aanvulling der Kieswet noodig. De quaestie der verkiezing voor een lid van den gemeenteraad strekte daarvoor als bewijs. Een nieuwe grensregeling tusschen Amsterdam en Nieuwer-Amstel bleef de Minister wenschelijk en noodig oordeelen. Hoofdstuk V werd daarna mot eenparige stemmen aangenomen. Eveneens de Credietwet voor Marine, m. de Hoofdstukken Financiën en Onvoorziene uitgaven. Met 32 tegen 3 stemmen werd de Vestingbegroo- ting, met 80 tegen 5 stemmen de begrooting van Oorlog aangenomen. Met 33 togen 1 stem werd de spoorwegbegrooting aangenomen nadat de Minister van Waterstaat den heer Fransen van do Putte de verzekering had gegeven, dat eene definitieve regeling van de exploi tatie der lijn Amersfoort-Nijmegen niet zal plaats hebben dan onder voorbehoud dat de Wetgevende macht die goedgekeurd zal hebben. In de zitting van gisteren werd de begrooting van Waterstaat behandeld. De heer Wertheim drong o. a. aan op de vaartverbetering tusschen Rotterdam en Amsterdam, met welken aandrang de heer van der Breggen zich vereenigde. Hoofdstuk „Waterstaat" werd aangenomen met 32 tegen 2 stemmen. De Kamer is op reces gescheiden. Uit Rozendaal wordt gemeld Het zoutsmokkelen schijnt in dezen tijd voor velen eene bron van inkomsten te zijp, en geen wonder, er zijn afnemers genoeg, want vooral de boeren kunnen in den slachttijd het zout best gebruiken. Vpor veel minder geld dan hij het anders bij den winkelier zou moeten gaan halen, wordt het hem franco thuis gebracht. Gemak dient ook den boer, en vooral als dat gemak nog voordeel bovendien afwerpt. Alles leent zich tot smokkelen, vrouwen en kinderen zoowel als mannen. Vóór eenigen tijd werden een drietal vrouwen door de ambtenaren aangehouden; en ten einde zióh toen beter uit de voeten te kunnen maken, lieten zij het zout, dat in eenen zak hij wijze van gordel om het lijf was ge bonden, van onder de rokken op den grond vallen. Mannen smokkelen veelal in combinatie, waarbij dan oen of twee als verkenners dienst doen. Ieder voert met zich een zak inhoudende ongeveer 40 a 50 K.G. zout, terwijl de verkenners ook wel een zak op den rug hebben, doch hierin is heide, hout of iets dergelijks. Wordt nu de troep onverwachts door de kommiezen overvallen, dan legt men het zoo aan dat de verkenners het eerst aan de beurt zijnen terwijl de kommiezen zich met hen bezig houden doch geen smokkelwaar ontdekken, zijn de eigenlijke zoutdragers verdwenen en hebben gele genheid gehad zich en hunne waar in veiligheid te brengen. Ondanks de vrij hooge premie die van rijkswege op de aanhouding wordt gesteld, (voor ieder aange houden smokkelaar, wanneer dit overdag geschiedt 5 gulden en 's nachts 10 gulden) schijnt het aan de ambtenaren toch niet zoo gemakkelijk hem in handen te krijgen. Men zou haast gelooven dat de smok kelaars de kommiezen in slimheid overtreffen, want het is volstrekt geen zeldzaamheid dat, nadat deze laatsten soms uren achtereen door bosch en hei heb ben gesurveilleerd, even nadat zij vertrokken zijn honderden kilos zout worden binnengedragen. „De kroon van de ex-keizerin Eugenie", zeide een juwelier in Broadway dezer dagen tot een re porter van egn Amerikaansch blad, en hij vertoon de hem een kroon met diamanten overdekt. „Dit belangwekkend en kostbaar souvenir der Napoleons-dynastie," verhaalt de reporter, „heeft eene merkwaardige geschiedenis. Kort vóór Sedan kwam de keizerin tot de beschouwing, dat de verschillende kronen die zij bij gelegenheden droeg, niet in den stijl der eeuw waren. Zij gaf een juwelier, Duriquet, de opdracht, eene kroon te l,aten teekepen en bestelde deze, welke nu in Broadway ligt. De keizerin droeg de kroon, nam haar mede naar Engeland en behield haar, tot de keizerlijke prins tegen de Zooloe's gevallen was. Toen begreep de weduwe en beroofde moeder dat haar nooit eene kroon meer te pas zou komen zij zond haar aan Duriquet terug en ontving er den oorspronkelijken prijs, 250,000 francs, voor terug. Duriquet was een ijverig imperialist en behield, de kroon ongeschon- dentoen een Amerikaan echter aanbood, haar ge heel over te nemen, en er zelfs nog meer voor te geven, weerstond hij niet. De Amerikaan nam de kroon mede over zee, en bood hem te New-York aan een veel bewonderde prima-donna aan. De dame liet den brief aan haar echtgenoot lezen, die den aanbidder den raad gaf een meer sympathieken grond voor het planten zijner verouderde liefde te zoeken. Het bericht dat de prima-donna getrouwd was, trof den bewonderaar zoo, dat hij ziek werd, en na zijn herstel de kroon, aan een juwelier aanbood. De rand is van 2000 fraai geslepen oude diamanten in zilver gezet, naar ouden stijl met goud gevoerd de steenen wegeh van een kwart karaat tot acht karaten. De steen in het midden voor het voorhoofd weegt vijftion karaten. De kroon is 50 centimeter in omtrek, de teekening stelt een krans van violenbladeren voor met een krans van viooltjes als middenornament, waarvan de steen van 15 karaten het middelpunt, vormt." Er wordt beweerd dat Adeline Patti onderhandelt over het aankoopen van de kroon. Naar het bezit van zuk een voorwerp te streven, waarmede zij zou bedoelen in de Engelsche groote wereld, dus onder vele van Eugénies vrienden te verschijnen, zou niet voor haar goeden smaak getuigen. Meer en meer wint de opvatting veld, dat de eerste voorstellen tot regeling der Bulgaarsche quaestie zullen uitgaan van de Turksche regeering, welke daarbij handelt in overeenstemming met Rusland. Zankoff is, gelijk men weet, reeds eenige dagen te Konstantinopel en de Bulgaarsche deputatie wordt er den 25en Januari verwacht. In overleg met deze vertegenwoordigers der beide partijen in Bulgarije zal de Porte een grondslag voor haar voorstellen trachten te vinden. Volgens de „Times" zal de Sultan beginnen met de afzetting te eischen van, het regentschap, opdat de mogendheden krachtens A het tractaat van Berlijn eene nieuwe regeering over i het vorstendom en Oost-Rumelie kunnen aanstellen. Eene commissie uit het Pruisische Heerenhuis heeft den Keizer het adres overhandigd, waarin het Huis zijn leedwezen betuigt over het besluit van den Rijksdag, betreffende de legerwet. Het adres is door 103 van de 285 leden vau 't Heerenhuis onderteekend. In de Fremnnige Zeitung ontzegt Eugen Richter den leden het recht om „namens het Pruisische volk" te spreken, daar zij zeiven bijna niets behoeven bij te dragen voor de „offers", welke de vermeerdering van het leger eischt. „Van de 285 leden, zegt hij, zijn 200 adellijke grondeigenaars, zoodat het eigen lijke „belasting- en dienstplichtige" volk er niet is vei tegen woordigd De Duitsche ultramontanen hebben nu ook hun kiesprogram gepubliceerd. Natuurlijk staat vrijheid der kerk weer voorop. Wel wordt erkend, dat er verbetering is gekomen,maar er zijn nog Rijkswet ten af te schaffen, die „de Kerk aan den Staat over leveren". Verder wordt uiteengezet, in hoever het centrum in vermeerdering van lasten voor de Rijks uitgaven, ook voor het leger, kan toestemmen en op welke wijze zij die lasten wil verdeeld zien. Daarbij wordt uitvoerig gesproken, niet alleen over belasting stelsels, maar ook over maatregelen tot opbeuring van den landbouw, beschermende rechten, wetten in het belang van den handwerksstand enz. De natio- naal-liberalen wijzen hiertegenover op het groote verschil tusschen het centrum en zijn bondgeuootcn, de vrijzinnigen. Blijft het centrum bij do verkiezingen dez^ laatsten steunen en zonder dien steun loopt de vrijzinnige partij gevaar haar 60 leden in den Rijksdag tot een dozijn te zien verminderen dan zendt hot zijn grootste tegenstanders in al de laatst vermelde vraagstukken naar den Rijksdag. Ons openbaar leven, merkt de „Kölnische" op is rijk aan tegenstrijdigheden en zonderlingheden maar zeer scherp steekt daaronder de tactiek der ultramonta nen uit, die over den verderfelijken invloed van het liberalisme klagen en toch zijn uiterste vertegenwoor digers naar het Parlement hejÉgn zenden. Te Leipzig is een ver$reBring gehouden van 1200 studenten en 70 professoren, waarin de be kende historicus Maurenbrecher een warme rede voering hield tegen Windthorst. In diepe veront waardiging over de handelwijze van de meerderheid van den Rijksdag werden telegrammen van hulde verzonden aan den Keizer, aan den Koning van Saksen, aan Bi&inarck en aan Moltke. De adressen, die bij den Rijksdag waren inge komen met verzoek om de legerwet aan te nemen, waren 1059 in getal met 142.334 onderteekeningen. Togen de legerwet waren 9 adressen van vereenigin- geu gericht, die alleen door de besturen onder teekend waren. In hoever het beweren van de oppositie waar is, dat zij geen tegen-adressen heeft willen uitlokken, ten einde aan het buitenland geen schouwspel van verdeeldheid te geven, valt moeilijk te beoordeelenhet kan even goed zijn, dat de oppositie de adresbeweging togen de legerwet niet wilde bevorderen, omdat zij vreesde, een slecht figuur te zullen maken. a De Fransche Kamer heeft de begrooting voor Algiers goedgekeurd en begon daarna inet die voor marine. Generaal Burdeau verlangde, dat de Regeering geen jongens als cadetten zou aannemen, die hun opleiding ontvingen op de school te Jersey, welke door de uit Frankrijk verbannen Jezuïten is opge- rjjëht. De heer Paul de Cassagnac verzette zich hier tegen en ook de minister-president Goblet verklaarde, dat de regeering geen reden had om aan dit ver langen te voldoen. In een bijeenkomst der commissie doelde de heer Goblet mede, dat hij een voorstander is van geheele scheiding van Kerk en Staat, maar het toch nu niet raadzaam achtte dit voor te stellen, omdat de meer- dorheid der Kamer er tegen is. Volgens hem zijn niet meer dan 200 leden voor een dergelijken maat regel. Mocht er echter een meerderheid voor op heffing van het Concordaat worden gevonden, dan zal de rogeering gaarne een ontwerp hiervoor in dienen. GEVONDEN en aan het Bureau van Politie ge poneerd: Een gebreid Kinderboufantje, een Luijer, een blauwe Rozenkrans, een blauw Kinderwantje, een blauw gebruind Kinderhandschoentje, een Kin derschoentje en een jongens Jasje. CORRESPONDENTIE. G. H. G. Wij willen gaarne melding maken fan de door U bedoelde zaak, maar nu ia het daarvoor nog ta vroeg. In het begin der volgende maand zullen wij het doen. GEBOREN 20 Jan. Catharina Wilhelmii.a, ondera H. J, Polet en N. Plomp. 21. Anniggir, ouders D. van lngen en van Ëlten. OVERLEDEN22 Jan. J. Sonsbeek, 64 j. ONDERTROUWD 21 Jan. T. J. van der Horit, te Drnten, 40 j. eti M. F. van de Poll, 41 j. K. J. van der Meer, 40 j. en G. Teddema, 85 j. Beden overleed onze innig geliefde Zoon en Broeder, MARINUS HERMANUSCLANT, in den jeugdigen leeftijd van ruim 20 jaren. Dit aller naam, Wed". SCHOUTEN HOOGENDIJK, geb. van Walsum. Gouda, 19 Jannari 1887. Heden overleed plotseling onze jongste lieveling, JOHANNES PETRUS, in den onder- dom van bjjna zeven maanden. A". GRENDEL, jj'. J. M. GRENDEL- Gouda, 22 Jannari 1887. van Leeuwen. Heden overleed ten hnize van B. KOK, Deventerstraat te Zwolle, in den ouderdom van bijna 81 jaren, onze geliefde Vader en Be- hnwdvader JOHANNES HENDRIK SMIT, rnstend Godsdienstonderwijzer. De Kinderen, P. HEÜ8IJ. H. G. HEUSIjLskit. G. SMIT. Zwolle, 20 Jannari 1887. Voor de vele blijken van deelneming, ondervonden bij het overlijden mijner geliefde Echtgenoote, betuig ik mijnen harteljjken dank. P. P. SOOS. Gouda, 22 Jan. 1887. Voor de vele bewijzen van deelneming, zoowel van hier als van elders ondervonden, bij het overlijden onzer geliefde tweede Dochter, ANNA MARIA ALBERTINA, betuigen wjj, ook namens onze Kinderen, onzen hartelijken dank. J, H. W. NABER. A. NABER—Leusen. Bloemendaal bij Gouda, 22 Jannari 1887. De Steenfabriek IJSSELZIGTmet Heerenhuis, Arbeiders- en Bnrgerwoningen en verder aanbehooren, eenig Bouwland en diverse Zellingen in de Gemeente Gouderak, benevens eenige Zellingen onder Moordrecht en Ouderkerk aid IJtel, den 19 JANUARI 1887 ten huize van C. Ooms te Gouderak, ten overstaan van Notaris SPRUIJT geveild, zijn in bod ge bracht als volgt Perceel No. 1 op. 7600— i 2 5000— i 3 3400— 3bii 1000— 4 9 1550— 5 250— 6 1000— 7 500— 8 150— 9 275 10 300 11 9 3400 12 .1250 13 800 14 200 15 9 2400 16 700 w» 17 1150' Te zamen 30925. De Afslag en Combinatie is bepaald op WOENSDAG 26 JANUARI 1887, des voor middags ten 11'/, nre, ter zelfder plaatse. De Commissie ter regeling der Feestviering bg gelegenheid van den 70"t"n Verjaardag van Z. M. den Koning, stelt zich voor in de eerste dagen- der volgende week, aan uwe woningen, giften in te zamelen, ten einde dezen dag voor velen een blijden dag te doen zijn. De in te zamelen gelden znllen toch hoofd- zakelyk worden gebruikt tot eene buitengewone nitdeeling aan armen en bedeelden en tot het onthalen van de onvermogende kinderen der verschillende openbare en bijzondere scholen. Daarom durft de Commissie zich onbe schroomd tot U te wenden met de bede om eene rnime gift. De Commissie, Mr. A. A. van BERGEN IJZEN DOORN, Eere- Voorzitter. G. J. STEENS ZIJNEN, Voorzitter. H. W. G. KONING, j Onder- Maj. O. C. van KE8TEREN,Voorzitten. A. van REEDT DORTLAND, Penningm. G. A. BOUTER. E. S. CATS. W. c. van DILLEN. G. C. FORTUIJN DROOGLEEVER. A. K. van deb GARDEN. P. GOEDEWAAGEN. J. M. NOOTHOVEN van GOOR. H. G. HOEFHAMER. D. HOOGENDIJK. H. JAGER. G. A. OUDIJK. J. POST van deb BURG. W. POST DROST. C. W«. van de VELDE. J. C. IJSSELSTIJN. H- ENNO van GELDER, Secretarie. De ondergeteekende beveelt zich beleefdelijk aan tot het LEVEREN van alsmede daarbij behoorende ORANJE KWAS TEN en KOORDEN. Westhnven, GOUDA. van aan de TURFMARKT te Gouda H. 158. zal alsnn plaats hebben 's morgens 11 nre, in «het Schaakbob d» te Gouda. Betaaldag 24 Februari 1887. In billetten alles breeder omschreven, en na der onderricht te verkrggen ten kantore van Mb. I. MOLENAAR, Notaris te Waddinxveen. niet beueden de 17 jaar en geschikt voor Loop- en Winkelwerk, kan dadelijk tegen vast sa laris geplaatst worden. Men vervoege zich in peVAtum, des middags van 5 tot 9 nre aan het Kleeder-fÜagazgn «DE S£AD PARIJS» Markt 62 Qouda. I

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2