BERICHT VAN INSET.
HLEEmm HALFWAS
Aan de Ingezetenen
van GOUDA.
het HUIS en TUUT c. a.
Buitenlandsch Overzicht.
De Redact! k
APVERTENTIËN.
FEESTVIERING 19 FEBRUARI,
opMAANEAG 24 JANUARI1387,
o
POLITIE.
Burgerlijke Stand.
-
-
-
-
-
-
-
f
WOLLEN en KATOENEN
J. IJPELAAR Jz.,
De uitgestelde OPENBARE VERKOOPING
grofsmederij een klap met den stoomhamer, rijn arm
was natuurlijk af en mijnheer Van Rossum zond
hem weg, Het huishouden is ook weg en do man
is tot den bodelstaf gebracht. Daar geschiedt bijna
niets voor in ons Nederland. Er zqn echter gun
stige uitzonderingen".
Of wat zegt men van het volgende staaltje
Op een der grootste fabrieken gebeurt te 28/4 uur
een ongeluk, de werkman, die er door getroffen
wordt, sterft onmiddellijk. Toen de treurende wedu
we aan de fabriek kwam, werd kaar het loon haan
overledenen mam tot drie uur toe uitbetaald. De
werklui legden toen van hun weekloon een weinigje
bijeen en ondersteunden zoo de arme vrouw.
Deze staaltjes zijn bij tientallen uit het rapport te
halen. Inderdaad, uit deze enquête blijkt zonneklaar,
dat de tijd gekomen is, om veelzeer veel te verbeteren.
Wetenschappelijke onderzoekingen hebben aange
toond, dat de bekende aardappelziekte wordt veroor
zaakt door eene fungus, die zich het eerst op de
bladeren doet zien, zich daarna langs den stengel
voortplant, om eindelijk den knol aan te tasten en
jammerlijk te verwoesten.
Voor een deel worden de sporen dezer fungus
verspreid door het regenwater dat langs den stengel
loopt en, dezen weg volgende, tot dem jongen aard
appel doordringt. Hierdoor is het gemakkelijk te
verklaren, dat juist die knollen, welke in de onmid-
delijke nabijheid van den stengel of aan de opper
vlakte van den grond gelegen zijn, het eerst en het
sterkst door de ziekte worden aangegrepen. Is deze
bewering juist, dan kan als voorbehoedmiddel dienen
eene geschikte wijze van aanaarding en het zijdelings
overbuigen van den stengel, waardoor hij ophoudt de
geleider van het regenwater en van de sporen te zijn.
De eerste aanaarding geschiedt op den gewonen
tijd, de tweede aanaarding dient zoo hoog mogelijk
plaats te hebben, en wel wanneer de ziekte zich op
de bladeren begint te vertoonen. De meeste knollen
hebben zich dan reeds gevormd, en in den opge-
hoogden grond, waarin de meeste sporen gevonden
werden, zullen weinig of geen aardappelen meer voort
gebracht worden. Heeft de ziekte zich vóór 1 Augus
tus niet geopenbaard, dan mag deze laatste hoogo
aanaarding echter niet langer worden uitgesteld.
De verspreiding der ziekte van plant tot plant
van den eenen akker naar den anderqn kan wel niet
anders plaats hebben dan door sporen, welke do wind
in alle richtingen heendraagt. Hoewel dit onmogelijk
geheel kan worden tegengegaan, is het toch eenigs-
zins te verhoeden door op zwaren grond, tusschen
elke rij aardappelen, eene dubbele rij paardeboonen
te zaaien en op lichteren bodera gele lupinen,
welke voor dit doel bijzonder geschikt zijn.
Zoodoende belet men wel niet dat de ziekte zich
over of langs dezelfde rij verspreid maar de sporen
zullen toch verhinderd worden over te gaan naar
gezonde planten of andere rijen.
Reeds zijn op deze manier bij ons te lande proeven
genomen, die ten aanzien van de ziekte wel iets goeds
beloven, maar waarvan het gevolg is, dat men zoo
veel minder aardappelen kan verbouwen dan de be
doeling is.
J)e voeding onzer soldaten. Over de voeding onzer
soldaten wordt nu en dan geklaagd. Soms terecht
zegt de Arnh. Ctmaar zeer dikwijls ten onrechte.
Wanneer dit te recht geschiedt, dan kan dit te
recht nooit gegrond zijn op de omtrent de bedoelde
voeding bestaande voorschriften en bepalingen, wel
echter op de wijze volgens welke deze worden
uitgevoerd. Wordt er dan omtrent de wijze van
uitvoering dier voorschriften en bepalingen van
hoogerhand geen behoorlijk toezicht gehouden Het
is zeer moeielijk, ja onmogelijk, op deze vraag een
rechtstreeksch antwoord te geven. Zooals vrij alge
meen bekend is, neemt ons hooger krijgsbesttfur
steeds, in meerdere of mindere mate, met de eene
hand 'terug wat het met de andere heeft gegeven.
Zoo ook in zake „voeding van den soldaat". Die
voeding wordt, behalve het brood, verstrekt voor re
kening der verbruikers, zoodat in casu van de soldij
do kosten van voeding worden afgetrokken. Deze
afrekening geschiedt elke vijf dagen, intusschen onder
de bepaling, dat het alsdan uit te betalen overschot
der soldij een vastgesteld minimum niet mag over
schrijden, terwijl, zoo noodig, dat overschot tot aan
het vastgestelde minimum van Rijkswege moet wor
den aangevuld. Vandaar van hoogerhand eene voort
durende pressie op de bevelhebbers der korpsen
om die aanvulling onnoodig te maken, of, indien
deze niet kan worden ontgaan, op hare beurt, ze ook
tot het uiterste minimum te bepalen. Wat van de
pressie de gevolgen zijn, is licht te bevroeden.
Voeg hierbij dat do keuring der levensmiddelen
voor den soldaat, als regel, wordt opgedragen
aan hen, die uit den aard hunner dienstbetrekking
daartoe het minst bevoegd zijn, en men er de juist
daartoe geschikte personen, nl. die behoorende tot
den geneeskundigen en veterinaken dienst (artsen en
apothekers) geheel buiten houdt. In het gewone
vredesgarnizoen ligt tevens de taak onzer intendanten
geheel besloten binnen hunne bureau's.
Wanneer men dit alles in het oog houdt, dan is
het eenigszins te verklaren, hoe, zooals onlangs in
verschillende dagbladen werd gemeld, bijv. voor het
garnizoen te Leeuwarden de levering van het rund-
vleesch is aangenomen tegen 0.43, en diezelfde
levering voor het tuchthuis aldaar tegen/0.5 3 per KG.
De voorwaarden van die levering voor het genoem
de tuchthuis zijn het blad niet bekend, maar de
voorwaarden van die levering voor de soldaten in
onze garnizoenen zijn zoodanig, als menig welgezeten
burger zou doen watertanden.
Een enkol citaat:
„De koppen, nekken, halzen, het zoogenaamd hals-
vleesch, de pooten tot boven de knieschijf en bef
spronggewricht, de uierboorden, de uierbedden, lever,
long en andere ingewanden mogen niet voor vleesch
geleverd worden. De bij het vleesch te leveren
„beenderen" mogen niet meer dan een „vijfde" ge
deelte van het gewicht van het vleesch bedragen.
Voor te veel geleverde beenderen zal den volgenden
dag een gelijk gewicht aan versch vleesch terugge
geven worden."
Onder den indruk dezer rundvleesch-beschouwin-
gen gevoelt het blad zich alweder gedrongen tot do
erkenning van de waarheid, vervat in de spreuk
Les hommes sont tout, les règlements tres peu de chose,
De groote moeielijkheid in Rusland en in Europa
zegt de Daily News, is de bittere armoede der groote
massa, en in geen land is het lijden erger dan in
hot rijk van den Czaar. De vrijverklaarde lijfeige
nen worden door den geldschieter weder tot slaven
gemaakt. Na een menschenleeftijd, zoo zegt men, zul
len zij een landbouwproletariaat van 60 tot 70 milli-
oen zielen vormen met enkele duizende landheeren,
die eigenaars zijn van den grond. Reeds nu zullen
de meeste levenlang moeten werken, zonder dat
hunne schulden zullen zijn afgelost. De landheer en
de geldschieter is één persoon. De schuldenaar
werkt slechts, maar zijn arbeid kost niets dan zijn
onderhoud, zoodat de winst groot is en groot zal
blijven, zoolang er nog land kan worden uitgeput.
Hongersnood in de eene of andere provincie is
iets gewoons. Zij, die het land bebouwen, worden
slecht gekleed en soms in hot geheel niet betaald.
De sterfte in Rusland is verschrikkelijk hoog en dat
ligt niet aan het klimjaat, want Zweden en Noorwe
gen behooren tot de gezondste landen van Europa.
Terwijl op het platteland van Engeland jaarlijks 18
op de 1000 menschen sterven, is dat cijfer in Rus
land tusschen de 35 en 37 en in de dichtst bevolkte
provinciën van het midden 62. Van de tien kinderen
sterven acht, voordat zij den leeftijd van 10 jaron heb
ben bereikt. Do eischen van een bijna bankroeten
staat vermeerderen de ellende. De belastingen wor
den met den stok geïnd.
Staten-Generaal Eebste Kamer. Zittingen
van Donderdag 20 en Vrijdag 21 Januari.
In de zitting van Donderdag werd, alvorens tot de
voortzetting der beraadslaging over de Staatsbegroo-
ting over te gaan, met eenparige stemmen aange
nomen een wetsontwerp tot ruiling van gronden met
de gemeente Zutfen. Na kort debat werd Hoofd
stuk IV (Justitie) met algemeene stemmen aange
nomen.
Bij hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken) verklaarde
de Minister eene aanvulling der Kieswet noodig.
De quaestie der verkiezing voor een lid van den
gemeenteraad strekte daarvoor als bewijs.
Een nieuwe grensregeling tusschen Amsterdam en
Nieuwer-Amstel bleef de Minister wenschelijk en
noodig oordeelen.
Hoofdstuk V werd daarna mot eenparige stemmen
aangenomen.
Eveneens de Credietwet voor Marine, m. de
Hoofdstukken Financiën en Onvoorziene uitgaven.
Met 32 tegen 3 stemmen werd de Vestingbegroo-
ting, met 80 tegen 5 stemmen de begrooting van
Oorlog aangenomen.
Met 33 togen 1 stem werd de spoorwegbegrooting
aangenomen nadat de Minister van Waterstaat den
heer Fransen van do Putte de verzekering had
gegeven, dat eene definitieve regeling van de exploi
tatie der lijn Amersfoort-Nijmegen niet zal plaats
hebben dan onder voorbehoud dat de Wetgevende
macht die goedgekeurd zal hebben.
In de zitting van gisteren werd de begrooting
van Waterstaat behandeld. De heer Wertheim drong
o. a. aan op de vaartverbetering tusschen Rotterdam
en Amsterdam, met welken aandrang de heer van
der Breggen zich vereenigde.
Hoofdstuk „Waterstaat" werd aangenomen met 32
tegen 2 stemmen.
De Kamer is op reces gescheiden.
Uit Rozendaal wordt gemeld
Het zoutsmokkelen schijnt in dezen tijd voor velen
eene bron van inkomsten te zijp, en geen wonder,
er zijn afnemers genoeg, want vooral de boeren
kunnen in den slachttijd het zout best gebruiken.
Vpor veel minder geld dan hij het anders bij den
winkelier zou moeten gaan halen, wordt het hem
franco thuis gebracht. Gemak dient ook den boer,
en vooral als dat gemak nog voordeel bovendien
afwerpt. Alles leent zich tot smokkelen, vrouwen en
kinderen zoowel als mannen. Vóór eenigen tijd
werden een drietal vrouwen door de ambtenaren
aangehouden; en ten einde zióh toen beter uit de
voeten te kunnen maken, lieten zij het zout, dat in
eenen zak hij wijze van gordel om het lijf was ge
bonden, van onder de rokken op den grond vallen.
Mannen smokkelen veelal in combinatie, waarbij
dan oen of twee als verkenners dienst doen. Ieder
voert met zich een zak inhoudende ongeveer 40
a 50 K.G. zout, terwijl de verkenners ook wel een
zak op den rug hebben, doch hierin is heide, hout
of iets dergelijks. Wordt nu de troep onverwachts
door de kommiezen overvallen, dan legt men het
zoo aan dat de verkenners het eerst aan de beurt
zijnen terwijl de kommiezen zich met hen bezig
houden doch geen smokkelwaar ontdekken, zijn de
eigenlijke zoutdragers verdwenen en hebben gele
genheid gehad zich en hunne waar in veiligheid te
brengen.
Ondanks de vrij hooge premie die van rijkswege
op de aanhouding wordt gesteld, (voor ieder aange
houden smokkelaar, wanneer dit overdag geschiedt
5 gulden en 's nachts 10 gulden) schijnt het aan de
ambtenaren toch niet zoo gemakkelijk hem in handen
te krijgen. Men zou haast gelooven dat de smok
kelaars de kommiezen in slimheid overtreffen, want
het is volstrekt geen zeldzaamheid dat, nadat deze
laatsten soms uren achtereen door bosch en hei heb
ben gesurveilleerd, even nadat zij vertrokken zijn
honderden kilos zout worden binnengedragen.
„De kroon van de ex-keizerin Eugenie", zeide
een juwelier in Broadway dezer dagen tot een re
porter van egn Amerikaansch blad, en hij vertoon
de hem een kroon met diamanten overdekt.
„Dit belangwekkend en kostbaar souvenir der
Napoleons-dynastie," verhaalt de reporter, „heeft
eene merkwaardige geschiedenis. Kort vóór Sedan
kwam de keizerin tot de beschouwing, dat de
verschillende kronen die zij bij gelegenheden droeg,
niet in den stijl der eeuw waren. Zij gaf een
juwelier, Duriquet, de opdracht, eene kroon te l,aten
teekepen en bestelde deze, welke nu in Broadway
ligt. De keizerin droeg de kroon, nam haar mede
naar Engeland en behield haar, tot de keizerlijke
prins tegen de Zooloe's gevallen was. Toen begreep
de weduwe en beroofde moeder dat haar nooit eene
kroon meer te pas zou komen zij zond haar aan
Duriquet terug en ontving er den oorspronkelijken
prijs, 250,000 francs, voor terug. Duriquet was een
ijverig imperialist en behield, de kroon ongeschon-
dentoen een Amerikaan echter aanbood, haar ge
heel over te nemen, en er zelfs nog meer voor te
geven, weerstond hij niet.
De Amerikaan nam de kroon mede over zee, en
bood hem te New-York aan een veel bewonderde
prima-donna aan. De dame liet den brief aan haar
echtgenoot lezen, die den aanbidder den raad gaf
een meer sympathieken grond voor het planten zijner
verouderde liefde te zoeken. Het bericht dat de
prima-donna getrouwd was, trof den bewonderaar
zoo, dat hij ziek werd, en na zijn herstel de kroon,
aan een juwelier aanbood. De rand is van 2000
fraai geslepen oude diamanten in zilver gezet, naar
ouden stijl met goud gevoerd de steenen wegeh
van een kwart karaat tot acht karaten. De steen
in het midden voor het voorhoofd weegt vijftion
karaten. De kroon is 50 centimeter in omtrek, de
teekening stelt een krans van violenbladeren voor
met een krans van viooltjes als middenornament,
waarvan de steen van 15 karaten het middelpunt,
vormt."
Er wordt beweerd dat Adeline Patti onderhandelt
over het aankoopen van de kroon. Naar het bezit
van zuk een voorwerp te streven, waarmede zij zou
bedoelen in de Engelsche groote wereld, dus onder
vele van Eugénies vrienden te verschijnen, zou niet
voor haar goeden smaak getuigen.
Meer en meer wint de opvatting veld, dat de
eerste voorstellen tot regeling der Bulgaarsche quaestie
zullen uitgaan van de Turksche regeering, welke
daarbij handelt in overeenstemming met Rusland.
Zankoff is, gelijk men weet, reeds eenige dagen te
Konstantinopel en de Bulgaarsche deputatie wordt
er den 25en Januari verwacht. In overleg met deze
vertegenwoordigers der beide partijen in Bulgarije
zal de Porte een grondslag voor haar voorstellen
trachten te vinden. Volgens de „Times" zal de
Sultan beginnen met de afzetting te eischen van,
het regentschap, opdat de mogendheden krachtens
A
het tractaat van Berlijn eene nieuwe regeering over i
het vorstendom en Oost-Rumelie kunnen aanstellen.
Eene commissie uit het Pruisische Heerenhuis heeft
den Keizer het adres overhandigd, waarin het Huis
zijn leedwezen betuigt over het besluit van den
Rijksdag, betreffende de legerwet. Het adres is door
103 van de 285 leden vau 't Heerenhuis onderteekend.
In de Fremnnige Zeitung ontzegt Eugen Richter
den leden het recht om „namens het Pruisische
volk" te spreken, daar zij zeiven bijna niets behoeven
bij te dragen voor de „offers", welke de vermeerdering
van het leger eischt. „Van de 285 leden, zegt hij,
zijn 200 adellijke grondeigenaars, zoodat het eigen
lijke „belasting- en dienstplichtige" volk er niet is
vei tegen woordigd
De Duitsche ultramontanen hebben nu ook hun
kiesprogram gepubliceerd. Natuurlijk staat vrijheid
der kerk weer voorop. Wel wordt erkend, dat er
verbetering is gekomen,maar er zijn nog Rijkswet
ten af te schaffen, die „de Kerk aan den Staat over
leveren". Verder wordt uiteengezet, in hoever het
centrum in vermeerdering van lasten voor de Rijks
uitgaven, ook voor het leger, kan toestemmen en op
welke wijze zij die lasten wil verdeeld zien. Daarbij
wordt uitvoerig gesproken, niet alleen over belasting
stelsels, maar ook over maatregelen tot opbeuring
van den landbouw, beschermende rechten, wetten in
het belang van den handwerksstand enz. De natio-
naal-liberalen wijzen hiertegenover op het groote
verschil tusschen het centrum en zijn bondgeuootcn,
de vrijzinnigen. Blijft het centrum bij do verkiezingen
dez^ laatsten steunen en zonder dien steun loopt
de vrijzinnige partij gevaar haar 60 leden in den
Rijksdag tot een dozijn te zien verminderen dan
zendt hot zijn grootste tegenstanders in al de laatst
vermelde vraagstukken naar den Rijksdag. Ons
openbaar leven, merkt de „Kölnische" op is rijk aan
tegenstrijdigheden en zonderlingheden maar zeer
scherp steekt daaronder de tactiek der ultramonta
nen uit, die over den verderfelijken invloed van het
liberalisme klagen en toch zijn uiterste vertegenwoor
digers naar het Parlement hejÉgn zenden.
Te Leipzig is een ver$reBring gehouden van
1200 studenten en 70 professoren, waarin de be
kende historicus Maurenbrecher een warme rede
voering hield tegen Windthorst. In diepe veront
waardiging over de handelwijze van de meerderheid
van den Rijksdag werden telegrammen van hulde
verzonden aan den Keizer, aan den Koning van
Saksen, aan Bi&inarck en aan Moltke.
De adressen, die bij den Rijksdag waren inge
komen met verzoek om de legerwet aan te nemen,
waren 1059 in getal met 142.334 onderteekeningen.
Togen de legerwet waren 9 adressen van vereenigin-
geu gericht, die alleen door de besturen onder
teekend waren. In hoever het beweren van de
oppositie waar is, dat zij geen tegen-adressen heeft
willen uitlokken, ten einde aan het buitenland geen
schouwspel van verdeeldheid te geven, valt moeilijk
te beoordeelenhet kan even goed zijn, dat de
oppositie de adresbeweging togen de legerwet niet
wilde bevorderen, omdat zij vreesde, een slecht
figuur te zullen maken. a
De Fransche Kamer heeft de begrooting voor
Algiers goedgekeurd en begon daarna inet die voor
marine. Generaal Burdeau verlangde, dat de Regeering
geen jongens als cadetten zou aannemen, die hun
opleiding ontvingen op de school te Jersey, welke
door de uit Frankrijk verbannen Jezuïten is opge-
rjjëht. De heer Paul de Cassagnac verzette zich hier
tegen en ook de minister-president Goblet verklaarde,
dat de regeering geen reden had om aan dit ver
langen te voldoen.
In een bijeenkomst der commissie doelde de heer
Goblet mede, dat hij een voorstander is van geheele
scheiding van Kerk en Staat, maar het toch nu niet
raadzaam achtte dit voor te stellen, omdat de meer-
dorheid der Kamer er tegen is. Volgens hem zijn
niet meer dan 200 leden voor een dergelijken maat
regel. Mocht er echter een meerderheid voor op
heffing van het Concordaat worden gevonden, dan
zal de rogeering gaarne een ontwerp hiervoor in
dienen.
GEVONDEN en aan het Bureau van Politie ge
poneerd: Een gebreid Kinderboufantje, een Luijer,
een blauwe Rozenkrans, een blauw Kinderwantje,
een blauw gebruind Kinderhandschoentje, een Kin
derschoentje en een jongens Jasje.
CORRESPONDENTIE.
G. H. G. Wij willen gaarne melding maken fan de door
U bedoelde zaak, maar nu ia het daarvoor nog ta vroeg.
In het begin der volgende maand zullen wij het doen.
GEBOREN 20 Jan. Catharina Wilhelmii.a, ondera H. J,
Polet en N. Plomp. 21. Anniggir, ouders D. van lngen
en van Ëlten.
OVERLEDEN22 Jan. J. Sonsbeek, 64 j.
ONDERTROUWD 21 Jan. T. J. van der Horit, te Drnten,
40 j. eti M. F. van de Poll, 41 j. K. J. van der Meer,
40 j. en G. Teddema, 85 j.
Beden overleed onze innig geliefde Zoon
en Broeder, MARINUS HERMANUSCLANT,
in den jeugdigen leeftijd van ruim 20 jaren.
Dit aller naam,
Wed". SCHOUTEN HOOGENDIJK,
geb. van Walsum.
Gouda, 19 Jannari 1887.
Heden overleed plotseling onze jongste
lieveling, JOHANNES PETRUS, in den onder-
dom van bjjna zeven maanden.
A". GRENDEL, jj'.
J. M. GRENDEL-
Gouda, 22 Jannari 1887. van Leeuwen.
Heden overleed ten hnize van B. KOK,
Deventerstraat te Zwolle, in den ouderdom van
bijna 81 jaren, onze geliefde Vader en Be-
hnwdvader JOHANNES HENDRIK SMIT,
rnstend Godsdienstonderwijzer.
De Kinderen,
P. HEÜ8IJ.
H. G. HEUSIjLskit.
G. SMIT.
Zwolle, 20 Jannari 1887.
Voor de vele blijken van deelneming,
ondervonden bij het overlijden mijner geliefde
Echtgenoote, betuig ik mijnen harteljjken dank.
P. P. SOOS.
Gouda, 22 Jan. 1887.
Voor de vele bewijzen van deelneming,
zoowel van hier als van elders ondervonden, bij
het overlijden onzer geliefde tweede Dochter,
ANNA MARIA ALBERTINA, betuigen wjj,
ook namens onze Kinderen, onzen hartelijken
dank.
J, H. W. NABER.
A. NABER—Leusen.
Bloemendaal bij Gouda,
22 Jannari 1887.
De Steenfabriek IJSSELZIGTmet
Heerenhuis, Arbeiders- en Bnrgerwoningen en
verder aanbehooren, eenig Bouwland en diverse
Zellingen in de Gemeente Gouderak, benevens
eenige Zellingen onder Moordrecht en Ouderkerk
aid IJtel, den 19 JANUARI 1887 ten huize
van C. Ooms te Gouderak, ten overstaan van
Notaris SPRUIJT geveild, zijn in bod ge
bracht als volgt
Perceel No.
1
op.
7600—
i
2
5000—
i
3
3400—
3bii
1000—
4
9
1550—
5
250—
6
1000—
7
500—
8
150—
9
275
10
300
11
9
3400
12
.1250
13
800
14
200
15
9
2400
16
700
w»
17
1150'
Te zamen 30925.
De Afslag en Combinatie is bepaald op
WOENSDAG 26 JANUARI 1887, des voor
middags ten 11'/, nre, ter zelfder plaatse.
De Commissie ter regeling der Feestviering
bg gelegenheid van den 70"t"n Verjaardag van
Z. M. den Koning, stelt zich voor in de eerste
dagen- der volgende week, aan uwe woningen,
giften in te zamelen, ten einde dezen dag voor
velen een blijden dag te doen zijn.
De in te zamelen gelden znllen toch hoofd-
zakelyk worden gebruikt tot eene buitengewone
nitdeeling aan armen en bedeelden en tot het
onthalen van de onvermogende kinderen der
verschillende openbare en bijzondere scholen.
Daarom durft de Commissie zich onbe
schroomd tot U te wenden met de bede om eene
rnime gift.
De Commissie,
Mr. A. A. van BERGEN IJZEN DOORN,
Eere- Voorzitter.
G. J. STEENS ZIJNEN, Voorzitter.
H. W. G. KONING, j Onder-
Maj. O. C. van KE8TEREN,Voorzitten.
A. van REEDT DORTLAND, Penningm.
G. A. BOUTER.
E. S. CATS.
W. c. van DILLEN.
G. C. FORTUIJN DROOGLEEVER.
A. K. van deb GARDEN.
P. GOEDEWAAGEN.
J. M. NOOTHOVEN van GOOR.
H. G. HOEFHAMER.
D. HOOGENDIJK.
H. JAGER.
G. A. OUDIJK.
J. POST van deb BURG.
W. POST DROST.
C. W«. van de VELDE.
J. C. IJSSELSTIJN.
H- ENNO van GELDER, Secretarie.
De ondergeteekende beveelt zich beleefdelijk
aan tot het LEVEREN van
alsmede daarbij behoorende ORANJE KWAS
TEN en KOORDEN.
Westhnven, GOUDA.
van
aan de TURFMARKT te Gouda H. 158.
zal alsnn plaats hebben
's morgens 11 nre,
in «het Schaakbob d» te Gouda.
Betaaldag 24 Februari 1887.
In billetten alles breeder omschreven, en na
der onderricht te verkrggen ten kantore van
Mb. I. MOLENAAR, Notaris te Waddinxveen.
niet beueden de 17 jaar en geschikt voor Loop-
en Winkelwerk, kan dadelijk tegen vast sa
laris geplaatst worden. Men vervoege zich in
peVAtum, des middags van 5 tot 9 nre aan het
Kleeder-fÜagazgn «DE S£AD PARIJS» Markt
62 Qouda. I