Anthonie Jacobus v.Wijngaebdt e&w bi vscbui, TE HUUR GEVRAAGD DAGMEISJE, Sociëteit „Ons Genoegen." 9W. BEGEER, Builenlandsch Overzicht. Burgerlijke Stand. Moordrecht Reeuwijk Haaatreoht Zevenhuizen APVERTENTIÉN. Heden ONTVANGEN Vulling 1887. SLOTHMAKER cn Co. Sedert Zondag Vermist: Wimpels en Sjerpen. SCHENK cn Zn. Steeds voorhanden J. GEK HITSEN, Universeel ZUIVERINGSZOUT. Coiffeur, OOSTHAVEN, B. 42. hpefyzere in tweeën men zal de stukken daarvan, als pertretlijstjes opgemaakt, ter gedachtenis bewaren. In een der buitenlandsche bladen worden de vol- gende bijzonderheden betreffende den duitschen kanonnenkoning Krupp en zijn werkplaatsen ge meld. t De stichter dezer thans over de geheele wereld vermaarde fabriek was Friedrich Krupp, die ze in 1810 grondvestte. Toen hij 16 jaren later stierf, droeg zijn weduwe verder zorg voor de opvoeding van hun zoon, den veertienjarigen Alfred, den tegen- woordigen kanonnenkoning. Deze kwam in 1848 aan het hoofd der zaakwelke toen in alles behalve bloeienden toestand verkeerde. Hij is nu 74 jaren en heeft van het zaakje een reusachtige zaak ge- maakt. Verkeerdelijk meenen sommigen, dat Krupp alleen kanodnbn maakt, het grootste gedeelte van hetgeen uit zijn werkplaatsen komt bestaat in rails, raderen, assen, schroeven enz. Mot zijn ge schut is Krupp niet goedkoop en wel om de een voudige reden, dat men het in andere landen namaakt. Aan Engeland vroeg hij niet lang geleden voor twee van zijn beste stukken gesehut de bagatel van 20 millioen mark? Dat Engeland dien prijs wat hoog vond, zal wel niemand ver wonderen. Dat hij overigens, hoewel enorme prijzen bedin gende, niet vïór alles aan geldelijke winst denkt, bewijst zyu meermalen voorgekomen weigering om .bestelde stukken van kanonnen te leveren uit vrees dat het metaal, 't welk men er bij zou gebruiken, het door hem gebezigde staal een slechten naam zou kunnen bezorgen. 't Is uiterst moeilijk om vergunning te bekomen, zijn werkplaatsen te mogen bezoeken, minder omdat Krupp bang is, dat men hem zijn geheimen zal afzien, dan wel uit bezorgdheid voor het werk,, waarbij de grootste nauwkeurigheid wordt vereischt, daar de kleinste vergissing de ernstigste gevolgen zou kunnen na zich sleepen. Vóór eenigen tijd is het echter een Amerikaan gelukt de verlangde ver gunning te bekomen. Omtrent ft geen hij gezien heeft deelt hij het volgende mede In de werkplaatsen zijn 1558 ovens, 439 stoom ketels en 450 stoommachines, met een totaal van 18,500 paardenkrachten, 82 stoomhamers, enz. enz. In de stad Essen hebben de terreinen der onder neming'een uitgestrektheid van meer dan 226 hec taren; terwijl, blijkens de telling van September 1881, het aantal zijner werklieden 19,605 bedroeg. In de laatste jaren werd jaarlijks 7V< millioen meter gas verbruikt; thans echter, nu ook electrisch licht wordt aangewend, is dit cyfer aanmerkelijk vermin derd, De arbeiders werken 12 a 13 uur daags, binnen dien tijd l1/» schaftende. Des Zondags en op een paar hooge feestdagen statut het werk ge heel stil. Het huis, waarin Alfred Krupp het eerste levens licht aanschouwde, bestaat nog en wordt door den eigenaar in zoo hooge eere gehouden, dat hij het zelfs heeft laten photographeeren en dephotographieën met een toepasselijk opschrift aan zijn werklieden heeft doen uitreiken. Eenige mijlen buiten Essen bewoont hij met zijn eenigen zoon een prachtige villa. Zijn jaarlijksch inkomen wordt geschat op 5 millioen Mark. Hoewel Krupp zijn tijd schier geheel wijdde aan het zoeken daar óieutve vindingen en aan proeven, verloor hij toch het welzijn van zijn ondergeschikten niet uit het oog. In 1863 liet hij voor het steeds aangroeiend personeel 140 woningen bauwen. Door jaarlijks bij te bouwen, is dat cijfer thans gestegen tot 4000 woningen, met meert dan 16,000 bewo ners. In die arbeiderswijken,^ met haar breédo, goed onderhouden straten, vihdt men voorts kost huizen, waarin 2000 ongetrouwde werklieden ge huisvest zijn, 160 woningen Voor de beambten, 2 badinrichtingen, 2 ziekenhuizen, scholen, katholieke en protestantsche kerken enz. Elke woning gelijkvloers do huur is gering heeft een moestuintje. Iedere werkman moet lid zijn van een zieken- en pensioenfonds; bij sterfgeval worden de begraafkoaten uitgekeerd. Bekwame ge neeskundigen en heelkundigen, alsmede een oogarts, met vast honorarium, tyn aan dfi inrichting verbon den. Him die niet meer kunnen werken, en aan weduwen wordt pensioen verstrekt, en degenen die blijkens een attest, door twee artsen geteekend, tij delijk ongeschikt voor den arbeid zijn, krijgen onder steuning. Krupp heeft met tal van levensverzekeringmaat schappijen overeenkomsten gesloten; ieder arbeider kan de maatschappij kiezeD, waaraan hij de voorkeur geeft. Eindelijk heeft hy nog een instelling in het leven geroepen tot goedkoopo verschaffing van levensbehoeften: brood, vleesch, bier, kruideniers waren, schoenen, manufacturen, meubelen enz. Van deze goedkoope instelling kunnen alle Essenaars profiteeren, ook zij, die niet in dienst zijn der fabriek. In strijd met hun tot vernieling strekkenden arbeid zijn de werklieden der geschutgieterijen niet minder gemoedelijke, vreedzame lieden dany do overigen, en reikt hun veroveringszucht niet veel verder dan de zich telkens herhalende trek naar een Schappen deugdelijk bier. Ze zijn tevreden. Het beste bewijs daarvan is wel dit, dat werkstakingen te Essen een ongekend artikel is. Aan het strand van het Duitsche Noordzeeplaatsje Busum waren onlangs verscheidene kinderen op het ijs aan het spelen, toén plotseling een ijsschots, van ongeveer 4 meter in het vierkant, losraakte en met drie kinderen de zee indreef. Op het hulpgeroep der kleinen kwamen honderden menschen aanloopen; maar niemand wist hulp te bieden; de schots dreef verder en verder, en weldra zag men de kinderen nog slechts als kleine zwarte stipjes, tusschen het drijfijs. Eindelijk echter ondernam een kloeke schipper, Hans Beiber, met nog drie anderen een poging om hen te redden.' Na een langen en gevaarvollen tocht met een boot, welke zij af en toe over het jjs droegen of sleepten, bereikten zij eindelijk de open zee, en kwamen zij bij de kinderen die reeds half verstijfd waren. Beiber bracht hen, zwemmende, alle drie van de schots naar de boot. Na een zeer moeielijken tocht over de ijsschotsen (de boot was lek geworden en gezonken) kwamen de mannen ein delijk, met de kinderen op den rug, weder op het strand aan, waar zij met luid gejuich ontvangen werden. Men bood Beiber een ruime belooning aan, maar hij weigerde die, ofschoon hij zeer arm is. Hij had, zei hij, niets meer dan zijn plicht gedaan. Een vreeselijk geval van watervrees wordt uit Pont d'Aspach(Haute-Alsace) aan de Figaro gemeld. Een groote dolle hond kwam het dorp Soppo-le- Haut inrennen juist toen de bevolking ter kerke ging. Voor men kon vluchtep had het woedende dier vier personen gebeten, d. a. een klein meisje, wier ge zichtje geheel opengescheurd werd. Het dier rende daarop door naar het aangrenzende Soppe le-Bas, waar het vijf personen wondde. De angst in beide dorpen is onbeschrijfelijk, want men herinnert zich nog levendig hoe weinige jaren geleden eenige inwoners, die door een dollen hond waren gebeten, een gruwelijken dood stierven. De hond was echter nog niet gevangen. Weldra vertoonde hij zich to Pont d' Aspach. Hier beet hij verscheidene honden en wierp een wandelaar om, gelukkig Zonder hem te wonden. Iets verder te As- pach beet hij een jongetje in de hand en eindelijk te Cernay weder een aantal honden en een melkboer. Nauwelijks was het feit te Pont d'Aspach bekend geworden of de heer Stekelin, een goed jager, liet zijd rijtuig inspannen en ging het dier achterna.' Het geluk diende hem, want dicht bij Cernay kwam de hond in volle vaart op zijne paarden aan. De hew Stekelin legde aan en schoot het dier morsdood. De hond werd onderzocht en het bleek dat men werkelijk met een geval van watervrees van de hevigste soort te doen had, OVer óóne zaak is men het hier eens de negen slachtoffers moeten onverwijld naar Pasteur worden gebonden. Daar alle gebetenen tot de armen behboren, heeft men der Begeering ver zocht deze lieden op staatskosten naar Parijs te zenden. Met het adres van het hoofdbestuur der Neder- landeche Vereeniging tot beecherming van dieren aan den haagschen Gemeenteraad, om het wandelen der paaschossen door de stad te verbieden, neemt de Nbr. op de volgende aardige wijze een loopje: i Hierdoor nu voelen de nederlandsche, en vooral de haagsche runderen zich gekrenktzy wenden zich thans tot den vermaarden dierenbeschermer in ruste, en in alle stallen ligt een adres ter ondertee- kening van den volgenden inhoud «Wij, ossen van 's Grnvenhgge, wenden ons tot u, o Salomonin wien wij met dankbare ontroering een beschermer gedenken, Wiens vertrok wij nog altijd betreuren, want met u is de wijsheid heengegaaii. Wees gij onze voorspraak I «De bescherming, aan ons geslacht verleond, hebben wij steeds van harte toegebulkt, en dat onze vier voetige natuurgenooten opgenomen werden in het asvl van wijlen mevr. Tan Manen, heeft onze goed keuring weggedragen, zelfs al was het ons niet ver gund daarin oude of gebrekkige koeien opgenomen te zien, want wij wisten dat het onze bestemming is, aan u en uw gelijken tot voedsel te verstrekken, en berustten daarin. «Thans echter heeft het Genootschap, waarvan gij vroeger het sieraad wa&rt, ook de bescherming tot ons uitgestrektmaar zij bewijst die oplettendheid op een wijze, welke wij betreuren. «Salomon, wij zijn miskend «Het was de glorie van ons geslkcht, eenigen onzer omstreeks Paschen bewonderd te zien door het mensch- dom, als zij de straten werden rondgeleid. Van kalfsbeen af werd het ons ingeprent, daarnaar te streven dat was, zoo zeiden de wijzen van onzen stam, het toppunt van ossenroem, en nog altijd wezen zij ons op een trourig tijdperk van den voortijd, toen er in het land van Egypte, zeven jaren voorbijgingen zonder dat aan een onzer voorouders, die eer te beurt viel. «Wat toen geschiedde wegens hongersnood, zou dat nu geschieden wegens bescherming «Wees gij de wreker onzer eer, o Salomon «Zie, wij zijn maar ossen, doeh hebben toch ook ons eergevool. „Niemand onzer, wien do gewaardeerde onder scheiding te beurt viel, of hij was fier op de lin ten en bloemen, waarmede kop en staart getooid waren, en op den mirtenkrans om den gespierden nek. Wat de Vereeniging in haar adres zegt van do pooten onzer helden, is louter onzin, en de stra ten van 's-Grtivenhage zijn zoo niet, of zy kunnen het er even goed op uithouden, zooveel zwaar lijvige heeren en dames, die toch niet onder het juk der bescherming gebracht worden. «Ja, dat was de vroolijkste dag huns levens, elk rechtschapen runderhart verheugde zich, en de verheffing van den stom deed een bljj geloei rond gaan door geheel het Westland. De geboden bescherming wordt door ons beschouwd als uitgegaan van vijandige zijde. Misschien is het een jaloersche koe, nijdig omdat deze eer uitslui tend aan het sterke, en niet aan het zwakke ge slacht te beurt valtmisschien is het een vleesch- houwer, die naijverig is op den forsehen, vetten paaschos van zijn mededinger, wij weten het niet. „Maar gij, Salomon, onderzoek het en red ons De heer Dermout, die onlangs in Den Haag zijn te Batavia gebrouwen bier liet keuren, deelde toen mede „dat het werkvolk in zijn bierbrouwerij te Batavia, de eerste inrichting van nijverheid van dien aard in Indië, geheel bestaat uit inlandersen dat deze arbeiders zulk eene intellectualiteit ontwikkelen, en van znlk eene toewijding blijk geven, dat alles uit stekend marcheert. De heer Dermout stelde den Ja- vaanschen werkman vór boren den Europeeschen werkmanen beweerde tevens, dat de Indische werkgast in drie maanden meer en degelijker leert, dan de arbeider in Europa in drie jaren.» Naar aanleiding van dit oordeel maakt ook in De Indische Mail de heer P. C. Hujjser eenige opmer kingen over den Javaanschen arbeider. „Het is waar, zegt hij, dat de inlander, in betrek kelijk korten tjjd, voor verschillenden arbeid is te bekwamen. Als teekenaar op de topografische bureaux; als landmeter by de 'Statistieke opname; als machinist by stoomwerktuigen; als opzichter bjj den Europee schen landbouw; voor welk vak men hem ook wenscht op te leiden altijd geeft hij blijken van begrip, leerlust en eerzucht. Hij is niet zoo gehaast en voortvarend als de Europeaan; maar wat hy doet, doet hij goed en geacheveerd, onder zachte leiding van hooger ontwikkelden.Van den Javaan kan men alles ma ken, doch met zachtheid en geduld.Alleen zijne begrippen omtrent strikte naleving van overeenkom sten, laten, in het oog van den Nederlander, wel te wenschen over. Aan de verbetering hiervan kan dé wetgever veel doen. En van dit volk is in vroe gere jaren verklaard, dat het zonder lijfstraffen niet was te regeeren dat het zonder dwang niet wilde werken dat het dom en lui was. Maar welk volk zoude niet dom en lui worden, onder een stelsel, als dat van de Oost-Indische Compagnie en niet laag gezonken blijven, onder de toepassing van een stelsel van cultuur- en heerendiensten, als nu nog heden teh dage in Indië van kracht is.» In de locomotief van 4 Dec. a. p. wordt in een stuk, getiteld „de verplichte diensten op Java en Madura», beweerd door den schrijver, dat hy uit officieele stukken hoeft ontleend, dat in het geheele jaar 1882, de bevolking, per huisgezin verdiend heeft, bij de Stoats-koflie-cultuur: In Japara 42 centen In Baiy'oemaaslO In Bantam 43 Deze voorbeelden zjjn nu, weliswaar hoogst on gunstige uitzonderingen op het geheelen traagheid en onwil van de bevolking zullen ook wel van invloed zijn geweest op deze ininime cijfers, maar dit neemt niet weg, dat ondor een Bestuur, dat inderdaad volkswelvaart beoogt, zulke feiten niet haddon mogen plaats vinden.» Evenals Duitschland en Busland, heeft nu ook OostenrijkHongarije den uitvoer van paarden ver boden. Zoowel te Petersburg als te Weonen, wordt als reden voor dit besluit opgegeven, dat men, nu Duitschland het eerst zijn gebied sloot, groote aan- koopen en daardoor buitengewone vermindering van den voorraad paarden in Busland en Oostennjk- Hongarije vreest. Vooral uit Busland was de uitvoer tot dusver zeer aanzienlijk. Volgens een opgaaf van een der Berlynsche bladen ontving Duitschland in 1886 bij na 15,000 paarden uit Busland, terwijl het aantal Bussische paarden, dat elk jaar, hoofdzakelijk voor de cavalerie der garde, naar Oostenrijk gaat, op 45,000 wordt geschat. Nu Busland dus den uit voer verbood, moesten Oostenrijk en Hongarije wel volgen, indien zij ten minste een voldoenden voor raad paarden voor buitengewone behoeften beschik baar wilden houden. Te Berlijn is de toestand aanmerkelijk kalmer geworden, daar de onjuistheid der verspreide ge ruchten van alle kanten wordt bevestigd. Zoo ver zekert ook de doorgaans goed ingelichte National. Zeit., dat er geen sprake is van een oorlogsleening. Over de plannen der regeering zegt het Berlijnsche blad „Het is een feit, dat in regeeringskringen wordt gesproken over een leening. Dit bericht wordt in verband gebracht met een langdurig onderhoud, dat de minister Von 8cholz gisteren met prins Bismarck had. Wy laten in het midden, of dit waar is, maar herinneren slechts dat zoowel de Duitsche als de Pruisische regeering in het bezit ecner machtiging is tot het sluiten van leeningen tot een vry .aanzienlijk bedrag. Men denke slechts aan de kanalen en de spoorwegen, terwijl bovendien het tekort der Pruisische begrooting en de kosten der militaire wet door een leening moeten worden gedekt.» De Nat. Zeit. waarschuwt dus tegen geruchten over een oorlogsleening, indien werkelijk öf Duitsch land een leening gaat sluiten. Tot dusver hebben de onderhandelingen der ge zanten te Konstantinopel over de Bulgaarsche qnaes- tie zich bepaald tot afzonderlijke samenkomsten van enkele gezanten met den heer de Nelidoff en de Turksche ministers. Gisteren werd Kaltschoff met do instructies der regenten te Konstantinopel ver wacht. Zoodra de Porte zich met dezen afgezant en ZankofF in betrekking heeft gesteld, zal zy een voor stel doen, dat in een gemeebappelijke bijeenkomst d«r gezanten zal worden behandeld. Uit Könstantinopel wordt bevestigd, dat tusschen Busland en Oostenryk eene aanmerkelijke toenade ring is ontstaan, zoodat de Porte nog steeds op een gunstigen uitslag harer bemiddeling blijft hopen. De Fransche Kamer zal weldra gereed zijn met de begrooting. Op het programma staat dan de ver hooging der graanrechten, want de regeering heeft afgezien van haar plan om eerst de legerwet aan de orde te stellen. Over de graanrechten waren in den ministerraad de gevoelens verdeeld. Er werd toen besloten, dat ieder minister zijne vrijheid zou behouden. De mi- nistor van landbouw, de heer Develle, die voor de verhooging is, zal nu dezen maatregel op zijn eigen verantwoordelijkheid in de Kamer verdedigen. In de Italiaansche Kamer is het Maseowahkrediet met 317 tegen 12 stemmen aangenomen, nadat voort af de eenvoudige orde van den dag, door de Begee ring geweigerd, met 216 tegen 181 stemmen ver worpen was. Het schijnt dat de oppositie, nadat zij haar hart eens lucht gegeven had, voor de verant woordelijkheid van het overnemen der Begeering op dit oogenblik is teruggedeinsd. De Paus heeft in een nader schrijven, gericht aan den Nuntius te Munchen, Di Pietro, de redenen meegedeeld, die hem bewogen hebben tot aannoming van het septennaat te adriseeren, een advies, dat Windthont aan zjjn partygenooten verzwegen heeft, zoodat vele leden van het Centrum bjj de stemming daarvan geen kennis droegen. De Paus bljikt voor het septennaat te zjjn; lo. omdat de hulp van het centrum bij deze gelegenheid gunstig zou hebben teruggewerkt op de definitieve herziening der Meiwetten; 2o. omdat het septennaat op het be houd van den vrede van invloed zou zyn, en dit behoud den Paus wonscheljjk voorkomt. De Paus verklaart verder, dat hjj liefst zelf booordeelt, wat al of niet in het belang van het Katholieke geloof moet worden geacht. De heer Von Franckenstein wordt ten slotte verzocht dit schrijven ter kennis van de leden van het Centrum te brengen. Wij behoo- ven nauw op te merken, dat dit schrijven een zware slag is voor Windthorst, uit een politiek oogpunt beschouwd. Uit Munchen wordt gemeld, dat de Katholieke Beiersche afgevaardigden, die een candidatuur voor den Bjjkadag aanvaardden, onder voorbehoud dat voor het septennaat zullen stemmen, niet van plan zjjn zich geheel van het Centrum af tu scheiden. Wanneer zij worden gekozen, zullen zij doel bljjven uitmaken van de party, doch een meer onafhankelijk standpunt ton opzichte van den leider Windthorst aannemen. I V G E ZONDEN. had in de kunstenaars-wereld een vrij goeden naam en dien had hij verkregen door zijne eigenaardige opvatting van het landschap. Voor een groot deel waren het Gelderscho landschappen, die uit zijn penseel vloeiden, maar hij bezat noch de wilde phantasie van Bilders, 'noch het romantische van Lieste, evenmin de grootsche en imposante op rat ting van een Koekkoek, die dan ook alleen in staat was de Majesteit van een eeuwenheugend woud terug te geven en toch hadden zijn schilderwerken iets bekoorlijks, zij boeiden door den gloed en het leven dat alomme in die zachte tinten verspreid lag, want de schilderijen van van Wijngaerdt waren natuurlijk en gaven ons uit de natuur altijd een passage terug, die- ons iets aangenaams in herinne ring bracht. Hoewol hij de eerste leiding van Jacob de Meijer in Rotterdam ontving, had hij zijn talent grootendeels aan zich zelf te danken, en aan de kunstreizen, die hij in 1833, 38 en 40 in Duitsch land en België met zoo veel succes deed. Gouda was langen tijd zijn woonplaats en ook het centrum, waaruit zijne werken door geheel Neder land verspreid werden, hij was aldaar benoemd aan de stedelijke teekenschool en verliet in 1861 zijn woonplaats om zijne benoeming aan de kweekschool te Haarlem te aanvaarden. Onder de vele leerlingen die hij in Gouda opleidde mogen ook die in de schilderkunst genoemd wordende overleden J. Rost van Haastrecht en de beer D. J. van Vreumingen Dz. Onder zijne schoonste stukken kunnen wij dat op het Museum Boymans aanschouwen waarin zijn talent het schitterendst is uitgespreid. Bij de vele dierbare herinneringen aan zijn ge zellig kunstenaarsleven bestaat er nog in Gouda bij éen onzer geachte ingezetenen, die steeds voor kunst gloeit, zijn portret, geschilderd door den beroemden Rotterdamschen kunstschilder Van der I-aar. B. TWEEDE CORRESPONDENTIE PARTIJ tusschen Gouda en Utrecht. Gonda Wit Utrecht Zwart 1. E 2 E 4 1. E 7 E 5 2. G 1 F 3 2, B 8 C 6 8. B I C 8 3. G 8 F 6 4. F 1 B 5 4. A 7 A 6 5. B 5 A 4 6. F 8 C 5 o o 6. B 7 B 5 7. A 4 B 3 7. D 7 D 6 8. A 2 A 4 8.. B 5 B 4 9. C 3 E 2 9. C 8 G 4 10. C 2 C 8 10. D 8 D 7 GEBORENft Pebr. Gerrt, oidkra L. J. Battermin en H. ten NapcL Jacobua, ooders A. Bennis en A. vnn den De* 1. OVERLEDEN: 6 Pebr. C. i. Benacor, 9 j. C. P. Binnendijk, 1 j. 2 m. 0. P. ran der Horst, 9 na. 7. J. Koet, 9 M. J. Lioschoten, baisvr. van P. Sterk, 65 j A. Woerlee, An. J. C. W. Ter Broggeo, 75 j. GEBORENBertha, ooders D. Rook en B. Frederiks. Hendrik Jan, ooders J. de Jong en J. san der kag. OVEKI.EDËN s A. Ketel, 8 m. J. G. ven Triet, 17 N. van der Wegde, 4 es. ONDERTROUWDJ. Delesan, (wonende te Goada) 21 J. en J. 11. vnn der Knü, 24 j. Stolwijk GEBORENMarrigje, ouders C. C. van Bemroel en A. M. Haelde. Fieter, ouders H. Molenaar en M. Mndde. Gerrit, oudera P. Noomen cn I». koolwijk. Teuntje, oaders J. da Vrg en JL van Dam. ONDERTROUWD: E. A. Kademaker en N. da Vries. GEBOREN: Alida Maria, oudera J. Stolwijk en J. Mou nts. V\ ilheliuins, ouders W. Stolwgk en A. Meenkamer OVERLEDEN i M. vnn der Laan. 81 jaar. W. W. de Bruin. OVERLEDEN C. iid Duyrendyk, 17 j. VÜ8ti GEBOREN Mcrrijrj. WiDempjr. 1. Schap .o W. de Groot. GEBOREN i Cornelia Geertje, o.Jero W. Jongeneel en W. vnn Wingerden Marin JPetronelln Gamdina, onder. J. klapwyk eu N. de Jong. GEHUWD: W. Sebroknlihoek en G. vnn Mallan. P. van der Jagt en L. Hordyk. OVERLEDEN: W. C. vnn der Bank, 6 d. - H. Bor- Heden overleed onverwacht mijn ge liefde Vader J. C. W. ter BRUGGEN, in den ouderdom van bijna 76 jaren. J. C. W. ter BRUGGEN. Gouda, 7 Februari 1887. De meest bekende natuurlijk geneeskrachtige Bronwateren Steeds voorhanden. Er wordt GEVRAAGD een fatsoenlijk om dadelijk in dienst te treden, P. G. goed met Kinderen omgaan is vereischte. Adres bnrean van dit blad. Een zwart langharig HONDJE, circa 3 maanden ond, met witte voetjes, wit pontje aan de staart, witte borst en ring om den hals. Bjj terugbezorging kan op belooning gerekend worden. i. KROMHOUT, Gouwe. KROPSLA, Brussel WITLOF a 171/, cent per Pond. Blauwe KASDRUIVEN, MANDARIJNEN, Mainzer ZUURKOOL a 16 cent per Kilo. DOPERWTEN, PRINOES8EBOONTJES, SNIJBOONTJES, WORTELTJES, POSTE- LIJN, ANDIJVIE, alles per blik van 1 liter inhond, a 50 cent per blik. Zelf opdraaiende Blikjes SARDINTJES per blik 35 cent, 10 blikken a 32'/. cent. Korte Groenendaal. Commissarissen der Sociëteit «Ons Genoegen» brengen ter kennisse van HH. Leden ingevolge Art. 30 van het Reglement, dat bg gelegenheid van de Tooneelvoorstelling op WOENSDAG den 9 FEBRUARI 1887, de SOCIËTEIT van den avonds ZES UÜR at zat GESLOTEN zijn. Namens het Bestuur, J. O. IJSSELSTIJN, Secretarie. Gouda, 8 Februari 1887. Het echte, algemeen gunstig bekende UNI- VERSEEL-ZUIVERINGSZOUT. een zeker mid del tegen Maagkwalen, Zuur, Braking, Hartwater enz., is thans echt verkrijgbaar in pakjes a 15 Cent, pakjes a 27Cent en heele pakjes a 50 Cent, te Gouda bjj J. H. Boers, Apoth.te Alphen a/d. R. bjj L. Varosfieau Zoonte Oude- water bjj T. Jonker Idenburg; te Schoonhoven by Wed. Wolff Zoon, T. H. Hehewerth en G. Santmante Boekoop bij J. van Bergen, Chemische fabriek, Zevenaar. Beveelt zich minzaam aan voor bet Knippen van Engelsche ponnais en kinderen Kappen. Uw Dienaar, P. C. W. BEGEER. tegen MEI a. s. een HUIS met TUIN hnor- prjjs 2 a 300—. Brieven onder letter C. ter Boekdrukkerij van B. A. VERZIJL, Korte Tiendeweg.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2