Zit- en Slaapkamer H. J. POLET, Gouda, Buitenlandseh Overzicht. KEJVMSGEEIIVG. ADVERTENTIEN. Grafzerken eo Monumenten, Gouda, 14 April 1887. Burgerlijke Stand. Z. M. verklaarde, dat, indien zijne gezondheids toestand zulk» gedoogde, hij, veel hoopte te gaan zien, H. M. de Koningin bezocht de zoogenaamde Jo denbuurten, waar vele bouquetten aan H. M. werdon aangeboden en door kinderen liederen werden ge zongen. Van elf uur tot half twaalf vertoefde de Koningin bij de volksspelen achter het Rijksmuseum en schepte vooral bizonder veel behagen in de wedloopen met hindernissen, waarom H. M. har telijk lachte. H. M. dankte de commissie, belast met de leiding der volksspelen, hartelijk voor het gesmaakt genoegen. H. K. H. Prinses Wilhelmina maakte een rijtoer door de versierde stad en werd overal luide toege juicht. Van 2.30 tot 4 uur bracht de Koningin, ditmaal vergezeld van Prinses Wilhelmina, bezoeken aan de Willemstraat, de Kinderspeeltuinen en de volksspelen buiten de Haarlemmerpoort, aan hot galjoot in de Heerengracht, en werd overal hartelijk, soms met dichtregelen, ontvangen. Ook des avonds deed H. M. met het Prinsesje een rijtoer door de stad, die schitterend verlicht was. Enkele illuminatiën slaagden niet ten gevolge van den vry sterken wind. De Hooge Raad heeft Dinsdag uitspraak gedaan in de zaak van P. van der Stadt en J. A. Fortuijn, door het Hof te Amsterdam veroordeeld ieder tot 6 maanden gevangenis wegens opzetting door gedrukte geschriften tot wederspannigheid zonder dat het tot wederspannigheid is gekomen. Deze qualiticatie berustte volgens 's Hofs arrest daarop dat do verspreide strooibiljetten de onmis kenbare strekking hadden op te zetten tot weder spannigheid, hetgeen niet alleen uit den geheelen toon waarin het stuk is gestel, blijkt, maar meer bepaald hieruit dat, nadat in onmiddelijk verbhnd met de woorden: „in plaats van brood krijgt gij, lood" tot vejreenigin» was aangespoord, ten slotte de Amsterd. burgerij werd opgewekt tegenover het ruw geweld der machthebbenden hare vereenigdo krachten te stellen. Naar des rechters oordeel kan dit niet anders worden opgevat dan als een opwekking oin door samenscholing in massa het handelónd optreden van politie en militaire macht onmogelijk te maken. Bovendien had het Hof nog aangenomen dat de in het slot voorkomende opwekking den Amst. burgerij niet anders kan worden verstaan dan als eene opruiing om geweld met geweld te keeren. Die slotwoordden luidden: „Stelt tegenover hun der machtigen ruw geweld uw zwakke krachten, zwak zoolang ge op u zelf blijft staan, maar machtig als ge naar een doel vereenigd streeft, naar de ver lossing uit de banden van knechtschap en dwinge landij." De Hooge Raad nu besliste dat deze woor den niet bevatten de opruiing of rechtstreeksche op wekking om eenig misdrijf, bepaaldelijk niet om het wanbedrijf of misdrijf van rebellie naar art. 209 C. P. plegen. Wel is feitelijk beslist door Hof en Rechtbank dat requiranten do boosaardige bedoeling hadden om tot wederspannigheid tegen politie en militaire jnacht op te ruien, doch de Hooge Raad besliste dat deze bedoeling ofschoon een stellig veroischte voor het in art art 217. 2e lid. C, P. bedoelde misdrijf niet uitmaakt, als het gesprokene, geschre vene of gedrukte woord geen opruiing tot feite lijkheid en gewelddadige wederspannigheid tegen de in art. 209 C. P. genoemde ambtenaren bevat. Wel .kan in tijden van onrust en opgewekte harts tochten \het publiceeren van dergelijke geschriften middelijk leiden om aan te sporen tot feitelijk en gewelddadig verzet "ftegen do openbare machten en het pleg en ven rebellie, maar art. 217, 2e lid straft alleen als zelfstandig misdrijf de onmiddelijke en rechtstreeksche, zij het dan ook van eenige voor waarde afhankelijk gestelde opzetting tot rebellie, die hot daarmede beoogde gevolg heeft gemist. Op deze gronden heeft de Hooge Raad het arrest van het Amsterd. Hof vernietigd en opnieuw ten principale rechtdoende verklaard dat het feit, den req. ten laste gelegd, noch misdaad, noch wanbe drijf, noch overtreding uitmaakt en hen te dier zake ontslagen van die rechtsvervolging. Niet minder dan 272 bezitters van winnende loten van de loterij der jongste Antwerpsche Ten toonstelling, d. i. bijna 10 procent, hebben verzuimd hun prijzen af te halen. Onder de gewonnen voorwerpen, zegt het Han delsblad va» Antwerpen, zijn er zeker van geringe waarde, maar er zijn er ook welke voor honder den, ja duizenden franken zijn aangekocht. De bezitters deier nummers kunnen alsnog er den prijs van krijgen, mits zij zich voor 27 April a. s. wenden tot den heer Amelin, Zijstraat 1, te Brussel; anders worden de niet afgehaalde voor werpen ten bate der schatkist verkocht. Aan een brief van den Atjeh-correspondent der Sumatra Ct.y van 6 Maart, is het volgende ontleend Een blokhuis is den 23n Februari jl. opgericht te Kota-Pagani, de plaats waaruit de optrekkende en afkomende wachten van het blokhuis Saban byna iederen dag door de Atjehers uit loopgraven werden beschoten. Den 23n Februari, 's nachts tegen 4 uren, ver trokken per extra-trein eenige troepen van verschil lende korpsen, ter sterkte van ongeveer 250 man, naar Oleh-leh, ten einde zich met de genie-werk lieden en 50 dwangarbeiders naar het emplacement te begeven, waar de versterking moest worden gé- plaatst. Reeds in den vroegen morgen begon het geschut der marine het terrein schoon te vegen, terwijl de artillerie van Lamtih eveneens haar best deed. Bij aankomst der trotepen óp het terrein werd een klein aantal Atjehers door ons vuur verdreven; zij losten eenige schoten op de onzen, met het gevolg dat do Europeesche sergeant Engelhardt sneuvelde en een inlandsch fuselier gewond werd. In den namiddag was de palissadeering opgericht, zoodat de troepen, welke in het blokhuis moosten blijven overnachten, tegen een vijandelijken aanval waren beschut. Do overigen keerden tegen den avond naar hun garnizoenen terug en werden, even als de te Kota-Pagani achtergeblevenen, des ande ren daags door verscho troepen afgelost. Den 24n werden de werkzaamheden voortgezot, zonder dat de troepen werden verontrust. Het ge schut liet zich dien dag niet hooren. Den 25n werdeu eenige kanonschoten door de marine gelost, ten einde opgomerkte Atjehers te noodzaken zich te verwijderen. De werkzaamheden werden rustig doorgezet. Den 26n was het blokhuis nagenoeg klaar en werd een aanvang gemaakt met het openkappen van het terrein. Don 2êu was de versterking gereed, zonder dat verdere ontmoetingen met den vijand hadden plaats gehad. De bezetting wordt dagelijks verwisseld. Het geregeld aflossen der wachten van het blok huis Saban zal dus met minder gevaar kunnen geschieden. Prof. Pekelharing en zijn gevolg hebben hun laboratorium geïnstalleerd in de recreatiesafti van de lijders der le afdeeling in het militair hospitaal. De te Kota-Radja per vorige westboot aangekomen militairen zijn allen door hen onderzocht. Verdor heeft de professor eenige patiënten, lijdende aan beri-beri, onder zijn behandeling genomen. Intusschen hebben zich, volgens oflicieele berich ten, in de laatste dagen veel meer acute gevallen van beri-beri voorgedaan. Het sterftecijfer der lijders isook aanmerkelijk gestegen. Betreffende de veiligheid' valt weinig te zeggen. Behalve het zonder ernstige gevolgen beschieten van eenige onzer posten, hebben zich geen merkwaar dige gevallen voorgedaan. De Beotorpatrouilies werden niet verontrust. Zou dit niet een weinig het gevolg zijn van het geducht pak slaag, waarop de heerüu aanvallers door de patrouille Van Neer werden getrakteerd? Zoo ja, dan wonsch ik hun „van hetzelfde laken een pak", en wel zoo spoedig mogelijk. Zonder op do sectorpatrouilles te vuren, wisten de Atjehers haar toch een gewonde te bezorgen, en wel door randjoe» (dorens) te planten in een met gras begroeide sawah, waar sommige patrouilles gewoonlijk doorheen gaan om een nabijgelegen voetpad te bereiken. Do Europ. sergeant Brutscher trapte in een randjoe, tengevolge waarvan deze in zijn voet drong. De afgebroken randjoe kon echter onmiddellijk uit de wond worden verwijderd zoodat genezing spoedig kan volgen. De eigenaar van den sawah werd door de patrouille medege voerd en gebracht naar den gouverneur, die hem naar dè oiviele gevangenis verwees. „Atjehsche omtrekken" zoo luidt een vlug schrift, door „Brutus" dezer dagen bij den boekhan delaar W. C. Oremer, te 's-Hage in 't licht gezonden. Het bevat een reeks van artikelen over Atjeh, door den schrijver in den jaargang 1886 van het te Samarang verschijnend dagblad „De Locomotief" ge plaatst. De 8clir. constateert in den aanvang, dat de At jehsche oorlog, welke werd ondernomen naar de voorstelling van hen, die hem waagden hls een strijd tegen het barbarisme, van den aanvang de volledige toewijding der natie heeft gemist. De Regeering meent hij hééft nooit een poging aangewend om van dien krijg een nationale zaAk te maken. Van het Gouvernement ging geen bezie lende werking uit en de woordvoerders der Indi sche pers deden als om strijd hun invloed geiden om hem'zoo impopulair mogelijk te doen worden of blijven. Wat men in 1873 beweerde, dat de oorlog ten einde kon gebracht worden door snelle, verrassende bewegingen en enkele beslissende slagen, is reeds gebleken zegt de schr. een miskenning te zijn geweest zoowel van den politieken toestand als van de topographische gesteldheid van Atjeh. De Atjeh-krijg is na 1874 ontaard in een volks oorlog. De historische weg moet nu gevolgd worden. Energie en geduld moeten door ons thans in Atjeh worden ontwikkeld. Geen geweld boven alles. Daar door maakt men geen einde aan een volksoorlog, hetzij men kans zie, de geheele bevolking te verdelgen, waartoe een talrijk leger gevorderd wordt, dat Ne derland niet in staat is, in de koloniën te organisee- ren en behoorlijk aan te vullen. De schr. acht den toestand van het Indisch leger allertreurigst en gelooft dat alleen daarom reeds geheel ons stelsel moet worden veranderd. Aan het voortdurend oorlogvoeren zonder vruchtbare resul taten, moet oordeelt de schr. een einde komen. Volgens den schr. speelt de godsdienstwaanzin in dezen oorlog de rol niet, die velen daarin hebben willen zien. De Atjeher is een, wat men zou kunnen noemen, liberaal Mohammedaan geworden. Hij haat ons niet omdat wij Christenen, maar omdat wij Nederlanders zijn. Kwam morgen een Britsch leger de plaats van het onze innemen, dan zou de oor log spoedig gedaan zijn zonder verder bloedvergie ten. Atjeh zou voor Engeland geen Birmah zijn. Voor het beëindigen van den oorlog wordt meer politiek dan militair beleid gevorderd. De Gouver neur van Atjeh moet een kolonel of generaal zyn, die de talonten en hel inzicht heeft van een generaal Hoche in de Vendée en van Eugèno De Beauhar- nais, van een generaal Kaufman in Khokand en van Von Manteuffel in Elzas-Lotharingen. Een Gouver neur van Atjeh behoeft zijn sabel- niet te trekken, maar hij 'inoet diplomaat wezen. In de geciteerde woorden ligt het kenmerkende van deze Atjeh-studie. De schr. sluit zich aan bij een uitdrukking van den heer Pruys van der Hoeven, volgens welke pacificeeren organiseeren is. Dit laatste woord moet echter niet genomen worden in admi- - nistratieven, maar in politieken zin. Geen meerdere ambtenaren, maar een bepaald staatkundig stelsel Wij moeten trachten, uit onze togenwoordige en nog altijd goede stelling itV Groot-Atjoh tot de heer schappij van Atjeh en Onderhoorigheden te geraken, m. a. w. het voornaamste gedeelte van het land en de kuststaten. Pacificatie met politieke onthouding ten opzichte van dat gedeelte van Groot-Atjeh, het welk buiten onze nederzettingen is gelegen, of zon der zich aan een waakzame politiek ten aanzien van do kuststaten te storen, is, volgens den schr., een hersenschim; doch, waar politieke onthouding niet mogelijk kan geacht worden, daar heeft de geschie denis bewezen, dat militaire ingrijpen zooals de expedition naar Tenom en Rigasas vaak nutteloos moeten worden genoemd en dus zoo weinig moge lijk behooren plaats te hebben. Nederland moet een machtige Atjehsche partij vormen, welke op zyn hand is. Onmogelijk kan dit niet zijn, indien de daartoe bekwame organen gezocht worden. Waarom vraagt de schr. is bet denkbeeld van den Minister van Koloniën Van Bloemen Waan- ders nooit ernstig overwogen om het Sultanaat te herstellen? De Gouvertieur-Generaal 's Jacob ver zette er zich tegen op grond van een weinig be duidend advies van aen Raad van Indië, die zich voor de onuitvoerbaarheid van dat denkbeeld onder meer beriep op de bekende proclamatie van gene raal Van Swieten, een argument dat uit het vin dingrijk brein van het Raadslid Levyssohn Norman was gohaald. De schr. wil, dat men de onderhandelingen her opende met Toewankoe Mohammed Daoed en dat men trachten moet de twee vijandige hoofden te winnen, die grooten invloed op hem uitoefenen. Voor de aanraking met de bevolking, die buiten de defensie-linie woout, moeten postcommandanten worden benoemd, die belast zijn met het vereenigd civiel en militair gezag. Die postcommandanten moeten de voelhorens zyn van het centraal bestuur te Kota Radja. Als organen van den Gouverneur moeten zij in hun persoon ook het vereenigd civiel en militair gezag voeren. Het bestuur moet verder krachtig worden gesteund door een uitstekend georganiseerde politie. Kwam dat tot 8tand dan zou meent de sohr. het leger in Atjeh kunnen worden ingekrompen. Zeven compagniën infanterie zouden naar Java en Suma tra's Westkust kunnen worden teruggezonden. 't Nemen van nog andere maatregelen wordt door den schr. aangeraden, welke in zijn pacificatiestelsel passen. Vermindering van do maritieme middelen in Atjeh zou, naar de schr, gelooft, niet van de invoering van zyn systeem het gevolg kunnen wezen. Wy zullen wel niet behoeven te wijzen op het belang der door ons kortelijk samengevatte broohure. Hoe men ook denke over de Atjeh-quaestie, steeds zal het ook zijn nut kunnen hebben van de denk beelden van den schrijver kennis te nemen. (Dagblad.) Naar men verneemt, zal de jaarvergadering voor de vrije universiteit dit jaar waarschijnlijk gehouden worden te Middelburg, op 30 Juni, onder presidium van prof. Rutgers, terwijl als naar gewoonte, na die vergadering eene meeting wordt belegd, waarin een der hoogloeraren het woord voert. Voor den in den avond van 29 Juni te houden bidstond moet prof. De Hartog als voorganger zijn uitgenoodigd. De Tijd verwondert zich, dat aan do uitsluiting der bedeelden van het kiesrecht niet meer aandacht is gewijd. Dat kan in de praktijk tot veel moeielijk heden aanleiding geven, en heeft nu reeds veel duis terheid over het geheele artikel verspreid. „Geen wonder! Immers, men kan vragen: Indien alleen zij die kenteekenen kunnen aanwijzen van maatschappe- 1 ijken welstand, tot de stembus worden toegelaten, waarom was het dan noodig, nog eens uitdrukkelijk de bedeelden uit te sluiten? Of zouden de kentee kenen van dien aard zijn, dat zij de mogelijkheid niet uitsluiten, dat hij, die ze heeft, onderstand ge niet? Maar dan zyn het geen kenteekenen van raaatschappelijken welstand. Die uitdrukkelijke uit sluiting schijnt dus volmaakt overbodig geweest te zyn. De praktische moeielijkheden, die van deze uit sluiting het gevolg zullen zijn, schetst de Tijd met verwijzing naar de regeling van het kiesrecht in Jie additioneele artikelen. Om de uitsluiting tot haar recht te laten komen; moet volgens art. 10 op den dag van de vaststelling der kiezerslysten de secre taris der gemeente een afschrift of afdruk daarvan aan het bestuur van elke der in de gemeente geves tigde instellingen van weldadigheid, ook van kerke- lijken en particulieren aard, toezenden. De besturen zijn verplicht binnen veertien dagen aan den ge meenteraad opgave te doen van de namen van alle op de lysten voorkomende personen, welke van hun nentwege onderstand hebben genoten. Tegen die op gave kan bezwaar worden ingebracht; dan moet de zaak weer voor die besturen worden gebracht, en zoo zij binnen 7 dagen het antwoord niet opzenden, worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoog ste honlerd gulden. „Wy voorzien van dat alles groote moeielijkheden. Om aan dien plicht te voldoen, zullen die instellin gen van weldadigheid het geheele jaar door aante kening behooren te houden van hunonderstand. En wat wordt door onderstand verstaan? En als nu die on derstand, gelyk het meestal voorkomt, is verloend aan de vrouw of de kinderen, moet daarom de man van de lijsten worden geschrapt? „En wie zijn de personen, die over al die vragen zullen te beslissen hebben? Niet zelden rijn het vrou wen, die het bestuur over instellingen van weldadig heid in handen hebben; vrouwen dus zullen belast worden met het nazien der kiezerslijsten. Wie had daaraan ooit kunnen denken? „Ook kan het gebeuren, dat in die besturen mannen van oen sterk gekleurde politieke richting sitting hebben. Is bet raadzaam, aan dezen invloed te ver- leenen op de vaststelling der kiezoralysten Dit alles en dog zooveel meer is de vracht van dat art. 80, hetwelk met eoo overgroote meerderheid door de Tweede Kamer werd aangenomen. Het eerste belsngrjjke nieuws over den politieken toestand wordt nu uit Weenen verwacht. Prins Lobanoff, de Russische gezant te Weenen, die eenige weken te Petersburg heeft doorgebracht, is naar zijn post teruggekeerd, en wel, naar men meent, met instructies van den czaar, welke bevor derlijk zuilen zijn kot het bewaren van dun vrede e...Q gv'Lii, uas l,eaai AlUAaiIUDI niet denkt aan de interventie in Bulgarije en rich tot zijne afwachtende houding zal blijven bepalen, zoolang de regenten aan het bewind zijn. In Bnlgarye heeft het vieron van prins Alexan- ««s veijsawlag op nieuw de gedaehte aan den terug keer van den vorst opgewekt. Te Sofia en Philip- popel werd toen weer de wensch naar Alexanders terugkeer geuit, maar uit Darmstadt volgde terstond de mededeeling, dat Ale'xander niet aan een terug keer naar zijn vorig vorstendom denkt. De groot- Hertog van Hessen heeft nu den linkervlengel van net oude paleis te Datmstadt tot zjjne beschikking gesteld en daar zal Alexander weldra voor goed zijn intrek nemen. Tegen de uitgeweken Bulgaren, die uit Buohareet oe oproeren in Bulgarije aanstoken, zal de llumeen- sche regeering strenger optreden. Naar aanleiding eener interpellatie hierover ver klaarde de miniBter-president Bratiano in de Kamer, est hij weldra een wetaontwerp zoude indienen tot aanvulling van het Bumeensche strafrecht. Bij dit ontwerp vraagt de regeering machtiging vreemde lingen, die zich in Rumenië aan misdaden schuldig maken, ter vonnissing over te leveren aan den rechter in het land, waar zij thuis hooren. De Pruieische Minister Puttkamer is te Rome en werd door den Paus ontvangen. Men brengt dit in verband met een easstdaags verwachte verklaring, van den Paus, waarin aan het centrum zou worden voor geschreven, hoe het ten opzichte van de kerkelijke wet in den Pruisischen Landdag moet handelen. De monstermeeting in Hyde-Park tegen de Iersche dwangwetis begunstigd door schoon weder en in de beste orde afgeloopen. Men berekent, dat er honderd duizend menschen bijeen waren; er is ge sproken tot in het oneindige door Gladstoneanen en Parndistensocialisten waren met hun roode vlaggen, wat een aardig effect maakte en alles is zonder ongelukken afgeloopen. Wjj hebben natuurlijk van het feit niet anders dan telegrafische berichten en volgens deze is de meeting uitstekend geslaagd op éen punt na; het vertoon was fraai, indrukwekkend wat het uiterlijke aanging, maar er ontbrak, wat znlke dingen stempelt de geestdrift. Het Engelsche Lagorjiuis begon eergisteren met de voortzetting van de tweede lezing der Iersche dwangwet. Als zeker wordt nu uit Berlijn gemeld, dat de Duitsche regeering, zoodra de Rijksdag weer bij eenkomt, terstond twee wotsontwerpen zal indienen, en wel tot wijziging der suikerbelastiug en tot in' voering eener nieuwe belasting op gedistilleerd. Daar de Fransche Ministers beloofd hebben de begrooting nog eens goed na te zien, wat er kan worden bespaard, heeft de commissie voorloopig geen vijandige motie aangenomen en is tot 2 Mei uiteengegaan. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OP NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN. Burgemeester en Wethouders van Gouda; Gelet op Art. 6 en 7 der Wet van den 2' Juni 1876, (Staatsblad n° 95.) Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre tarie ter visie zijn gelegd verzoeken, met bijlagen van: 1. J, G. de Beus om vergunning tot het oprichten eener bakkerij in het perceel gelegen in den Win terdijk wijk Q N« 115 kadaster Sectie A. N» 1278 2. K. vau Dort om veigunning tot het oprich ten eener slachterij in het perceel gelegon in de Keizerstraat, wijk K. No. 126 kadaster Sectie D. No. 1384. 3. K. van Ejjk om vergunning tot het plaatsen van een stoomwerktuig in het perceel gelegen in den Winterdijk, wijk Q. No. 119 Kadaster Sectie A. No. 2880. Dat op Woensdag, den 27 April 1887, des na middags ten 1 ure op het Baadhuia, gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente, van de ter zake in gekomen Schrifturen kan worden kennia genomen. Gouda, den 13 April 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. IARIIBERIC H^T EN Heden wns de markt voor granen zeer kalm mot kleino aanroeren. Tot onveranderde prjjzen ruimde het aangevoerde langzaam op. Zeeuwsche Tarwe 7.70 a/8.15. Polder Tarwe 7.20 a 7.40. Afwijkende 6.50 I 7.-. Roode Tarwe 6.80 k 7.—. Angel Tarwe 7.10 a 7.40. Zeeuwsche Rogge 5.60 a ƒ6.Polderrogge 4.60 a 4.80. Buiten- landsche per 70 KG. 4.40 a 4.60. Wintergerst 4.35 a 480. Zomergerat 4.10 a 4.50. Chevaliergerst 5.25 a 5.60. Haver per Heet. ft.i 4.10 en per 100 kilo 6.60 a 7.25. MaisAmerikaansche Mixed 5.70 it 5.90. Odessa 5.50 a ƒ.580. Oimjuentine 6.75 a 7. Alles per 100 kilo. Hennepzaad: Inlandsch 6.75 h 7.Buitenlandseh 5.it ƒ6.60. Bruine boonen 10.75 a 11.50.Witte boonen 9. a 9.50. Buitenlandscbe 6.25 a 6.50. Kook- erwten/8.25'a 8.75. Mestingerwten 6.50 a ƒ6.60. Kanariezaad 10.it 10.75. Duivenboonen 6.75 a 7.25. Paardenboonen 5.75 a 6.25. Spelt 2.50 a 2.90. De veemarkt met goeden aanvoer, 1ste kwaliteit vlug, inferieure traag, vette schapen traag van 14,22.—. Nuohteren kalveren grooten ?*n™er Tan 5 tot 6. Vette varkens van 20 a 23 Ct. varkens voor Londen 18'/, a 19'/, ct. Magere biggen goeden aanvoer van ƒ0,85 h ƒ1,40 per week. Aangevoerd 52 partijen Kaas, prijzen van 19. tot 21.tweede soort 17 a 19. Noordhollandsche 22 a 22, Goeboter 0.90 a 1. Weiboter 0.68 a 0.78. GEBOREN11 April. Grietjr, ouders G. vin der Louw e« G, den Riet. Geertrui Sophia Hendriks, ooders L. J. Boot en P. 8. Spruit. Johanna, oudera G. Lexmond en M. Geurts. Neeltje, ouders T. Zuiddam en L. Vonk. 18. Sara Maria, oudera J. B. de Jaeger en T. «an der Win den. Antonia Hendrika Barbara, oudera J. H. Faaij en A. van Leen wen. OVERLEDEN: 11 April. C. C. Rabouw, 4 J. 5 m. - li. M. A. Doornik, 1 j. 9 ra. D- van Peuraom, 23 j. 11 m. 18. J J. Kolater, l j. 3 m. L. A. Zegveld, 11 m. P. van de Velde, 8 j. J. Ooaterling, huia?r. ran L. Jan- aen, 66 j. GEHUWD: 18 April. B. Slingerland en C. C. Verhoog. Den 16 April 1887 hopen mijne geliefde Ouders J. ÖCHULING i ar en G. db JONG, hunne 25-JARIGE ECHTVER- EEH1G1NG te herdenken. M. SCHOLING. Geboren PIETERNELLA SÜZANNA, ouders: J. J. ZONNEVLJLLE en A. M. ACHTERBERGH. Gouda, 12 April 1887. Voorspoedig bevallen van een welge schapen Dochter, A. FAAIJ—van Leeuwen. Gouda, 13 April 1887! Voorspoedig bevallen Van een Dochter, C. M. OUWENEEL Leiden, 12 April '87. Gassmann. Heden overleed tot diepe droefheid van mg, mijne Kinderen en Behuwdkinderen, mijne geliefde Echtgenoote MARRETJE RKGTUIJT, in den ouderdom van 67 jaren. G. van der LEE. Hekendorp bij Oudewater, 9 April 1887. Eenige en algemeene kennisgeving. Allen die iets van mjj te, vorderen hebben, aan mjj verschuldigd zjjn, of papieren onder zich hebben, mjj toebehoorende, worden ver zocht, daarvan zoo spoedig raogeljjk, doch in ieder geval vóór den 1°. MEI a. s. opgave, betaling of afgifte te doen, ten Kantore van mjjn gemachtigde, den Notaris Ma. I«. MOLE NAAR te Waddinxveen. G. W. C. van DORT KROON. Waddinxveen, 13 April 1887. Een Heer z. b. b. b. h. zoekt eene met BEDIENING. Conditiën worden ingewacht onder No. |482 aan het Bureau dezer Courant. LEVERT tegen billjjke prjjzen. Steenhouwerij in de Zak, L. 298.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2