Zit- en Slaapkamer
H. J. POLET, Gouda,
Buitenlandseh Overzicht.
KEJVMSGEEIIVG.
ADVERTENTIEN.
Grafzerken eo Monumenten,
Gouda, 14 April 1887.
Burgerlijke Stand.
Z. M. verklaarde, dat, indien zijne gezondheids
toestand zulk» gedoogde, hij, veel hoopte te gaan
zien,
H. M. de Koningin bezocht de zoogenaamde Jo
denbuurten, waar vele bouquetten aan H. M. werdon
aangeboden en door kinderen liederen werden ge
zongen. Van elf uur tot half twaalf vertoefde de
Koningin bij de volksspelen achter het Rijksmuseum
en schepte vooral bizonder veel behagen in de
wedloopen met hindernissen, waarom H. M. har
telijk lachte.
H. M. dankte de commissie, belast met de leiding
der volksspelen, hartelijk voor het gesmaakt genoegen.
H. K. H. Prinses Wilhelmina maakte een rijtoer
door de versierde stad en werd overal luide toege
juicht.
Van 2.30 tot 4 uur bracht de Koningin, ditmaal
vergezeld van Prinses Wilhelmina, bezoeken aan de
Willemstraat, de Kinderspeeltuinen en de volksspelen
buiten de Haarlemmerpoort, aan hot galjoot in de
Heerengracht, en werd overal hartelijk, soms met
dichtregelen, ontvangen.
Ook des avonds deed H. M. met het Prinsesje
een rijtoer door de stad, die schitterend verlicht
was. Enkele illuminatiën slaagden niet ten gevolge
van den vry sterken wind.
De Hooge Raad heeft Dinsdag uitspraak gedaan
in de zaak van P. van der Stadt en J. A. Fortuijn,
door het Hof te Amsterdam veroordeeld ieder tot 6
maanden gevangenis wegens opzetting door gedrukte
geschriften tot wederspannigheid zonder dat het tot
wederspannigheid is gekomen.
Deze qualiticatie berustte volgens 's Hofs arrest
daarop dat do verspreide strooibiljetten de onmis
kenbare strekking hadden op te zetten tot weder
spannigheid, hetgeen niet alleen uit den geheelen
toon waarin het stuk is gestel, blijkt, maar meer
bepaald hieruit dat, nadat in onmiddelijk verbhnd
met de woorden: „in plaats van brood krijgt gij,
lood" tot vejreenigin» was aangespoord, ten slotte
de Amsterd. burgerij werd opgewekt tegenover het
ruw geweld der machthebbenden hare vereenigdo
krachten te stellen. Naar des rechters oordeel kan dit
niet anders worden opgevat dan als een opwekking
oin door samenscholing in massa het handelónd
optreden van politie en militaire macht onmogelijk
te maken. Bovendien had het Hof nog aangenomen
dat de in het slot voorkomende opwekking den
Amst. burgerij niet anders kan worden verstaan dan
als eene opruiing om geweld met geweld te keeren.
Die slotwoordden luidden: „Stelt tegenover hun
der machtigen ruw geweld uw zwakke krachten,
zwak zoolang ge op u zelf blijft staan, maar machtig
als ge naar een doel vereenigd streeft, naar de ver
lossing uit de banden van knechtschap en dwinge
landij."
De Hooge Raad nu besliste dat deze woor
den niet bevatten de opruiing of rechtstreeksche op
wekking om eenig misdrijf, bepaaldelijk niet om
het wanbedrijf of misdrijf van rebellie naar art. 209
C. P. plegen.
Wel is feitelijk beslist door Hof en Rechtbank
dat requiranten do boosaardige bedoeling hadden
om tot wederspannigheid tegen politie en militaire
jnacht op te ruien, doch de Hooge Raad besliste dat
deze bedoeling ofschoon een stellig veroischte
voor het in art art 217. 2e lid. C, P. bedoelde
misdrijf niet uitmaakt, als het gesprokene, geschre
vene of gedrukte woord geen opruiing tot feite
lijkheid en gewelddadige wederspannigheid tegen
de in art. 209 C. P. genoemde ambtenaren bevat.
Wel .kan in tijden van onrust en opgewekte harts
tochten \het publiceeren van dergelijke geschriften
middelijk leiden om aan te sporen tot feitelijk en
gewelddadig verzet "ftegen do openbare machten en
het pleg en ven rebellie, maar art. 217, 2e lid straft
alleen als zelfstandig misdrijf de onmiddelijke en
rechtstreeksche, zij het dan ook van eenige voor
waarde afhankelijk gestelde opzetting tot rebellie, die
hot daarmede beoogde gevolg heeft gemist.
Op deze gronden heeft de Hooge Raad het arrest
van het Amsterd. Hof vernietigd en opnieuw ten
principale rechtdoende verklaard dat het feit, den
req. ten laste gelegd, noch misdaad, noch wanbe
drijf, noch overtreding uitmaakt en hen te dier zake
ontslagen van die rechtsvervolging.
Niet minder dan 272 bezitters van winnende
loten van de loterij der jongste Antwerpsche Ten
toonstelling, d. i. bijna 10 procent, hebben verzuimd
hun prijzen af te halen.
Onder de gewonnen voorwerpen, zegt het Han
delsblad va» Antwerpen, zijn er zeker van geringe
waarde, maar er zijn er ook welke voor honder
den, ja duizenden franken zijn aangekocht.
De bezitters deier nummers kunnen alsnog er
den prijs van krijgen, mits zij zich voor 27 April
a. s. wenden tot den heer Amelin, Zijstraat 1, te
Brussel; anders worden de niet afgehaalde voor
werpen ten bate der schatkist verkocht.
Aan een brief van den Atjeh-correspondent der
Sumatra Ct.y van 6 Maart, is het volgende ontleend
Een blokhuis is den 23n Februari jl. opgericht
te Kota-Pagani, de plaats waaruit de optrekkende
en afkomende wachten van het blokhuis Saban
byna iederen dag door de Atjehers uit loopgraven
werden beschoten.
Den 23n Februari, 's nachts tegen 4 uren, ver
trokken per extra-trein eenige troepen van verschil
lende korpsen, ter sterkte van ongeveer 250 man,
naar Oleh-leh, ten einde zich met de genie-werk
lieden en 50 dwangarbeiders naar het emplacement
te begeven, waar de versterking moest worden gé-
plaatst. Reeds in den vroegen morgen begon het
geschut der marine het terrein schoon te vegen,
terwijl de artillerie van Lamtih eveneens haar
best deed.
Bij aankomst der trotepen óp het terrein werd
een klein aantal Atjehers door ons vuur verdreven;
zij losten eenige schoten op de onzen, met het
gevolg dat do Europeesche sergeant Engelhardt
sneuvelde en een inlandsch fuselier gewond werd.
In den namiddag was de palissadeering opgericht,
zoodat de troepen, welke in het blokhuis moosten
blijven overnachten, tegen een vijandelijken aanval
waren beschut. Do overigen keerden tegen den
avond naar hun garnizoenen terug en werden, even
als de te Kota-Pagani achtergeblevenen, des ande
ren daags door verscho troepen afgelost.
Den 24n werden de werkzaamheden voortgezot,
zonder dat de troepen werden verontrust. Het ge
schut liet zich dien dag niet hooren.
Den 25n werdeu eenige kanonschoten door de
marine gelost, ten einde opgomerkte Atjehers te
noodzaken zich te verwijderen. De werkzaamheden
werden rustig doorgezet.
Den 26n was het blokhuis nagenoeg klaar en
werd een aanvang gemaakt met het openkappen
van het terrein.
Don 2êu was de versterking gereed, zonder dat
verdere ontmoetingen met den vijand hadden plaats
gehad. De bezetting wordt dagelijks verwisseld.
Het geregeld aflossen der wachten van het blok
huis Saban zal dus met minder gevaar kunnen
geschieden.
Prof. Pekelharing en zijn gevolg hebben hun
laboratorium geïnstalleerd in de recreatiesafti van
de lijders der le afdeeling in het militair hospitaal.
De te Kota-Radja per vorige westboot aangekomen
militairen zijn allen door hen onderzocht. Verdor
heeft de professor eenige patiënten, lijdende aan
beri-beri, onder zijn behandeling genomen.
Intusschen hebben zich, volgens oflicieele berich
ten, in de laatste dagen veel meer acute gevallen
van beri-beri voorgedaan. Het sterftecijfer der
lijders isook aanmerkelijk gestegen.
Betreffende de veiligheid' valt weinig te zeggen.
Behalve het zonder ernstige gevolgen beschieten
van eenige onzer posten, hebben zich geen merkwaar
dige gevallen voorgedaan. De Beotorpatrouilies
werden niet verontrust. Zou dit niet een weinig
het gevolg zijn van het geducht pak slaag, waarop
de heerüu aanvallers door de patrouille Van Neer
werden getrakteerd? Zoo ja, dan wonsch ik hun
„van hetzelfde laken een pak", en wel zoo spoedig
mogelijk.
Zonder op do sectorpatrouilles te vuren, wisten
de Atjehers haar toch een gewonde te bezorgen, en
wel door randjoe» (dorens) te planten in een met
gras begroeide sawah, waar sommige patrouilles
gewoonlijk doorheen gaan om een nabijgelegen
voetpad te bereiken. Do Europ. sergeant Brutscher
trapte in een randjoe, tengevolge waarvan deze
in zijn voet drong. De afgebroken randjoe kon
echter onmiddellijk uit de wond worden verwijderd
zoodat genezing spoedig kan volgen. De eigenaar
van den sawah werd door de patrouille medege
voerd en gebracht naar den gouverneur, die hem
naar dè oiviele gevangenis verwees.
„Atjehsche omtrekken" zoo luidt een vlug
schrift, door „Brutus" dezer dagen bij den boekhan
delaar W. C. Oremer, te 's-Hage in 't licht gezonden.
Het bevat een reeks van artikelen over Atjeh, door
den schrijver in den jaargang 1886 van het te
Samarang verschijnend dagblad „De Locomotief" ge
plaatst.
De 8clir. constateert in den aanvang, dat de At
jehsche oorlog, welke werd ondernomen naar de
voorstelling van hen, die hem waagden hls een
strijd tegen het barbarisme, van den aanvang de
volledige toewijding der natie heeft gemist. De
Regeering meent hij hééft nooit een poging
aangewend om van dien krijg een nationale zaAk te
maken. Van het Gouvernement ging geen bezie
lende werking uit en de woordvoerders der Indi
sche pers deden als om strijd hun invloed geiden
om hem'zoo impopulair mogelijk te doen worden of
blijven.
Wat men in 1873 beweerde, dat de oorlog ten
einde kon gebracht worden door snelle, verrassende
bewegingen en enkele beslissende slagen, is reeds
gebleken zegt de schr. een miskenning te
zijn geweest zoowel van den politieken toestand als
van de topographische gesteldheid van Atjeh.
De Atjeh-krijg is na 1874 ontaard in een volks
oorlog. De historische weg moet nu gevolgd worden.
Energie en geduld moeten door ons thans in Atjeh
worden ontwikkeld. Geen geweld boven alles. Daar
door maakt men geen einde aan een volksoorlog,
hetzij men kans zie, de geheele bevolking te verdelgen,
waartoe een talrijk leger gevorderd wordt, dat Ne
derland niet in staat is, in de koloniën te organisee-
ren en behoorlijk aan te vullen.
De schr. acht den toestand van het Indisch leger
allertreurigst en gelooft dat alleen daarom reeds
geheel ons stelsel moet worden veranderd. Aan het
voortdurend oorlogvoeren zonder vruchtbare resul
taten, moet oordeelt de schr. een einde
komen.
Volgens den schr. speelt de godsdienstwaanzin in
dezen oorlog de rol niet, die velen daarin hebben
willen zien. De Atjeher is een, wat men zou kunnen
noemen, liberaal Mohammedaan geworden. Hij haat
ons niet omdat wij Christenen, maar omdat wij
Nederlanders zijn. Kwam morgen een Britsch leger
de plaats van het onze innemen, dan zou de oor
log spoedig gedaan zijn zonder verder bloedvergie
ten. Atjeh zou voor Engeland geen Birmah zijn.
Voor het beëindigen van den oorlog wordt meer
politiek dan militair beleid gevorderd. De Gouver
neur van Atjeh moet een kolonel of generaal zyn,
die de talonten en hel inzicht heeft van een generaal
Hoche in de Vendée en van Eugèno De Beauhar-
nais, van een generaal Kaufman in Khokand en van
Von Manteuffel in Elzas-Lotharingen. Een Gouver
neur van Atjeh behoeft zijn sabel- niet te trekken,
maar hij 'inoet diplomaat wezen.
In de geciteerde woorden ligt het kenmerkende
van deze Atjeh-studie. De schr. sluit zich aan bij
een uitdrukking van den heer Pruys van der Hoeven,
volgens welke pacificeeren organiseeren is. Dit laatste
woord moet echter niet genomen worden in admi- -
nistratieven, maar in politieken zin. Geen meerdere
ambtenaren, maar een bepaald staatkundig stelsel
Wij moeten trachten, uit onze togenwoordige en nog
altijd goede stelling itV Groot-Atjoh tot de heer
schappij van Atjeh en Onderhoorigheden te geraken,
m. a. w. het voornaamste gedeelte van het land en
de kuststaten. Pacificatie met politieke onthouding
ten opzichte van dat gedeelte van Groot-Atjeh, het
welk buiten onze nederzettingen is gelegen, of zon
der zich aan een waakzame politiek ten aanzien van
do kuststaten te storen, is, volgens den schr., een
hersenschim; doch, waar politieke onthouding niet
mogelijk kan geacht worden, daar heeft de geschie
denis bewezen, dat militaire ingrijpen zooals de
expedition naar Tenom en Rigasas vaak nutteloos
moeten worden genoemd en dus zoo weinig moge
lijk behooren plaats te hebben. Nederland moet
een machtige Atjehsche partij vormen, welke op
zyn hand is. Onmogelijk kan dit niet zijn, indien
de daartoe bekwame organen gezocht worden.
Waarom vraagt de schr. is bet denkbeeld
van den Minister van Koloniën Van Bloemen Waan-
ders nooit ernstig overwogen om het Sultanaat te
herstellen? De Gouvertieur-Generaal 's Jacob ver
zette er zich tegen op grond van een weinig be
duidend advies van aen Raad van Indië, die zich
voor de onuitvoerbaarheid van dat denkbeeld onder
meer beriep op de bekende proclamatie van gene
raal Van Swieten, een argument dat uit het vin
dingrijk brein van het Raadslid Levyssohn Norman
was gohaald.
De schr. wil, dat men de onderhandelingen her
opende met Toewankoe Mohammed Daoed en dat
men trachten moet de twee vijandige hoofden te
winnen, die grooten invloed op hem uitoefenen.
Voor de aanraking met de bevolking, die buiten
de defensie-linie woout, moeten postcommandanten
worden benoemd, die belast zijn met het vereenigd
civiel en militair gezag. Die postcommandanten
moeten de voelhorens zyn van het centraal bestuur
te Kota Radja. Als organen van den Gouverneur
moeten zij in hun persoon ook het vereenigd civiel en
militair gezag voeren.
Het bestuur moet verder krachtig worden gesteund
door een uitstekend georganiseerde politie. Kwam
dat tot 8tand dan zou meent de sohr. het
leger in Atjeh kunnen worden ingekrompen. Zeven
compagniën infanterie zouden naar Java en Suma
tra's Westkust kunnen worden teruggezonden.
't Nemen van nog andere maatregelen wordt door
den schr. aangeraden, welke in zijn pacificatiestelsel
passen. Vermindering van do maritieme middelen
in Atjeh zou, naar de schr, gelooft, niet van de
invoering van zyn systeem het gevolg kunnen
wezen.
Wy zullen wel niet behoeven te wijzen op het
belang der door ons kortelijk samengevatte broohure.
Hoe men ook denke over de Atjeh-quaestie, steeds
zal het ook zijn nut kunnen hebben van de denk
beelden van den schrijver kennis te nemen.
(Dagblad.)
Naar men verneemt, zal de jaarvergadering voor
de vrije universiteit dit jaar waarschijnlijk gehouden
worden te Middelburg, op 30 Juni, onder presidium
van prof. Rutgers, terwijl als naar gewoonte, na die
vergadering eene meeting wordt belegd, waarin een
der hoogloeraren het woord voert. Voor den in den
avond van 29 Juni te houden bidstond moet prof.
De Hartog als voorganger zijn uitgenoodigd.
De Tijd verwondert zich, dat aan do uitsluiting
der bedeelden van het kiesrecht niet meer aandacht
is gewijd. Dat kan in de praktijk tot veel moeielijk
heden aanleiding geven, en heeft nu reeds veel duis
terheid over het geheele artikel verspreid. „Geen
wonder! Immers, men kan vragen: Indien alleen zij
die kenteekenen kunnen aanwijzen van maatschappe-
1 ijken welstand, tot de stembus worden toegelaten,
waarom was het dan noodig, nog eens uitdrukkelijk
de bedeelden uit te sluiten? Of zouden de kentee
kenen van dien aard zijn, dat zij de mogelijkheid
niet uitsluiten, dat hij, die ze heeft, onderstand ge
niet? Maar dan zyn het geen kenteekenen van
raaatschappelijken welstand. Die uitdrukkelijke uit
sluiting schijnt dus volmaakt overbodig geweest te zyn.
De praktische moeielijkheden, die van deze uit
sluiting het gevolg zullen zijn, schetst de Tijd met
verwijzing naar de regeling van het kiesrecht in Jie
additioneele artikelen. Om de uitsluiting tot haar
recht te laten komen; moet volgens art. 10 op den
dag van de vaststelling der kiezerslysten de secre
taris der gemeente een afschrift of afdruk daarvan
aan het bestuur van elke der in de gemeente geves
tigde instellingen van weldadigheid, ook van kerke-
lijken en particulieren aard, toezenden. De besturen
zijn verplicht binnen veertien dagen aan den ge
meenteraad opgave te doen van de namen van alle
op de lysten voorkomende personen, welke van hun
nentwege onderstand hebben genoten. Tegen die op
gave kan bezwaar worden ingebracht; dan moet de
zaak weer voor die besturen worden gebracht, en zoo
zij binnen 7 dagen het antwoord niet opzenden,
worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoog
ste honlerd gulden.
„Wy voorzien van dat alles groote moeielijkheden.
Om aan dien plicht te voldoen, zullen die instellin
gen van weldadigheid het geheele jaar door aante
kening behooren te houden van hunonderstand. En wat
wordt door onderstand verstaan? En als nu die on
derstand, gelyk het meestal voorkomt, is verloend
aan de vrouw of de kinderen, moet daarom de man
van de lijsten worden geschrapt?
„En wie zijn de personen, die over al die vragen
zullen te beslissen hebben? Niet zelden rijn het vrou
wen, die het bestuur over instellingen van weldadig
heid in handen hebben; vrouwen dus zullen belast
worden met het nazien der kiezerslijsten. Wie had
daaraan ooit kunnen denken?
„Ook kan het gebeuren, dat in die besturen mannen
van oen sterk gekleurde politieke richting sitting
hebben. Is bet raadzaam, aan dezen invloed te ver-
leenen op de vaststelling der kiezoralysten Dit alles
en dog zooveel meer is de vracht van dat art. 80,
hetwelk met eoo overgroote meerderheid door de
Tweede Kamer werd aangenomen.
Het eerste belsngrjjke nieuws over den politieken
toestand wordt nu uit Weenen verwacht.
Prins Lobanoff, de Russische gezant te Weenen,
die eenige weken te Petersburg heeft doorgebracht,
is naar zijn post teruggekeerd, en wel, naar men
meent, met instructies van den czaar, welke bevor
derlijk zuilen zijn kot het bewaren van dun vrede
e...Q gv'Lii, uas l,eaai AlUAaiIUDI
niet denkt aan de interventie in Bulgarije en rich
tot zijne afwachtende houding zal blijven bepalen,
zoolang de regenten aan het bewind zijn.
In Bnlgarye heeft het vieron van prins Alexan-
««s veijsawlag op nieuw de gedaehte aan den terug
keer van den vorst opgewekt. Te Sofia en Philip-
popel werd toen weer de wensch naar Alexanders
terugkeer geuit, maar uit Darmstadt volgde terstond
de mededeeling, dat Ale'xander niet aan een terug
keer naar zijn vorig vorstendom denkt. De groot-
Hertog van Hessen heeft nu den linkervlengel van
net oude paleis te Datmstadt tot zjjne beschikking
gesteld en daar zal Alexander weldra voor goed zijn
intrek nemen.
Tegen de uitgeweken Bulgaren, die uit Buohareet
oe oproeren in Bulgarije aanstoken, zal de llumeen-
sche regeering strenger optreden.
Naar aanleiding eener interpellatie hierover ver
klaarde de miniBter-president Bratiano in de Kamer,
est hij weldra een wetaontwerp zoude indienen tot
aanvulling van het Bumeensche strafrecht. Bij dit
ontwerp vraagt de regeering machtiging vreemde
lingen, die zich in Rumenië aan misdaden schuldig
maken, ter vonnissing over te leveren aan den
rechter in het land, waar zij thuis hooren.
De Pruieische Minister Puttkamer is te Rome en
werd door den Paus ontvangen. Men brengt dit in
verband met een easstdaags verwachte verklaring, van
den Paus, waarin aan het centrum zou worden voor
geschreven, hoe het ten opzichte van de kerkelijke
wet in den Pruisischen Landdag moet handelen.
De monstermeeting in Hyde-Park tegen de Iersche
dwangwetis begunstigd door schoon weder en
in de beste orde afgeloopen. Men berekent, dat er
honderd duizend menschen bijeen waren; er is ge
sproken tot in het oneindige door Gladstoneanen
en Parndistensocialisten waren met hun roode
vlaggen, wat een aardig effect maakte en alles is
zonder ongelukken afgeloopen.
Wjj hebben natuurlijk van het feit niet anders
dan telegrafische berichten en volgens deze is de
meeting uitstekend geslaagd op éen punt na; het
vertoon was fraai, indrukwekkend wat het uiterlijke
aanging, maar er ontbrak, wat znlke dingen stempelt
de geestdrift.
Het Engelsche Lagorjiuis begon eergisteren met de
voortzetting van de tweede lezing der Iersche
dwangwet.
Als zeker wordt nu uit Berlijn gemeld, dat de
Duitsche regeering, zoodra de Rijksdag weer bij
eenkomt, terstond twee wotsontwerpen zal indienen,
en wel tot wijziging der suikerbelastiug en tot in'
voering eener nieuwe belasting op gedistilleerd.
Daar de Fransche Ministers beloofd hebben de
begrooting nog eens goed na te zien, wat er kan
worden bespaard, heeft de commissie voorloopig
geen vijandige motie aangenomen en is tot 2 Mei
uiteengegaan.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OP NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN.
Burgemeester en Wethouders van Gouda;
Gelet op Art. 6 en 7 der Wet van den 2' Juni
1876, (Staatsblad n° 95.)
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre
tarie ter visie zijn gelegd verzoeken, met bijlagen
van:
1. J, G. de Beus om vergunning tot het oprichten
eener bakkerij in het perceel gelegen in den Win
terdijk wijk Q N« 115 kadaster Sectie A. N» 1278
2. K. vau Dort om veigunning tot het oprich
ten eener slachterij in het perceel gelegon in de
Keizerstraat, wijk K. No. 126 kadaster Sectie
D. No. 1384.
3. K. van Ejjk om vergunning tot het plaatsen
van een stoomwerktuig in het perceel gelegen in
den Winterdijk, wijk Q. No. 119 Kadaster Sectie
A. No. 2880.
Dat op Woensdag, den 27 April 1887, des na
middags ten 1 ure op het Baadhuia, gelegenheid is
om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te
brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag
op de Secretarie der Gemeente, van de ter zake in
gekomen Schrifturen kan worden kennia genomen.
Gouda, den 13 April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
IARIIBERIC H^T EN
Heden wns de markt voor granen zeer kalm mot
kleino aanroeren. Tot onveranderde prjjzen ruimde
het aangevoerde langzaam op.
Zeeuwsche Tarwe 7.70 a/8.15. Polder Tarwe
7.20 a 7.40. Afwijkende 6.50 I 7.-.
Roode Tarwe 6.80 k 7.—. Angel Tarwe
7.10 a 7.40. Zeeuwsche Rogge 5.60 a
ƒ6.Polderrogge 4.60 a 4.80. Buiten-
landsche per 70 KG. 4.40 a 4.60. Wintergerst
4.35 a 480. Zomergerat 4.10 a 4.50.
Chevaliergerst 5.25 a 5.60. Haver per Heet.
ft.i 4.10 en per 100 kilo 6.60 a 7.25.
MaisAmerikaansche Mixed 5.70 it 5.90.
Odessa 5.50 a ƒ.580. Oimjuentine 6.75 a 7.
Alles per 100 kilo. Hennepzaad: Inlandsch 6.75
h 7.Buitenlandseh 5.it ƒ6.60. Bruine
boonen 10.75 a 11.50.Witte boonen 9.
a 9.50. Buitenlandscbe 6.25 a 6.50. Kook-
erwten/8.25'a 8.75. Mestingerwten 6.50 a ƒ6.60.
Kanariezaad 10.it 10.75. Duivenboonen
6.75 a 7.25. Paardenboonen 5.75 a 6.25.
Spelt 2.50 a 2.90.
De veemarkt met goeden aanvoer, 1ste kwaliteit
vlug, inferieure traag, vette schapen traag van
14,22.—. Nuohteren kalveren grooten
?*n™er Tan 5 tot 6. Vette varkens van 20 a
23 Ct. varkens voor Londen 18'/, a 19'/, ct. Magere
biggen goeden aanvoer van ƒ0,85 h ƒ1,40 per week.
Aangevoerd 52 partijen Kaas, prijzen van 19.
tot 21.tweede soort 17 a 19.
Noordhollandsche 22 a 22,
Goeboter 0.90 a 1.
Weiboter 0.68 a 0.78.
GEBOREN11 April. Grietjr, ouders G. vin der Louw
e« G, den Riet. Geertrui Sophia Hendriks, ooders L. J.
Boot en P. 8. Spruit. Johanna, oudera G. Lexmond en
M. Geurts. Neeltje, ouders T. Zuiddam en L. Vonk.
18. Sara Maria, oudera J. B. de Jaeger en T. «an der Win
den. Antonia Hendrika Barbara, oudera J. H. Faaij en A.
van Leen wen.
OVERLEDEN: 11 April. C. C. Rabouw, 4 J. 5 m. - li.
M. A. Doornik, 1 j. 9 ra. D- van Peuraom, 23 j. 11 m.
18. J J. Kolater, l j. 3 m. L. A. Zegveld, 11 m. P.
van de Velde, 8 j. J. Ooaterling, huia?r. ran L. Jan-
aen, 66 j.
GEHUWD: 18 April. B. Slingerland en C. C. Verhoog.
Den 16 April 1887 hopen mijne
geliefde Ouders
J. ÖCHULING
i ar
en
G. db JONG,
hunne 25-JARIGE ECHTVER-
EEH1G1NG te herdenken.
M. SCHOLING.
Geboren
PIETERNELLA SÜZANNA,
ouders: J. J. ZONNEVLJLLE
en
A. M. ACHTERBERGH.
Gouda, 12 April 1887.
Voorspoedig bevallen van een welge
schapen Dochter,
A. FAAIJ—van Leeuwen.
Gouda, 13 April 1887!
Voorspoedig bevallen Van een Dochter,
C. M. OUWENEEL
Leiden, 12 April '87. Gassmann.
Heden overleed tot diepe droefheid van
mg, mijne Kinderen en Behuwdkinderen, mijne
geliefde Echtgenoote MARRETJE RKGTUIJT,
in den ouderdom van 67 jaren.
G. van der LEE.
Hekendorp bij Oudewater,
9 April 1887.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Allen die iets van mjj te, vorderen hebben,
aan mjj verschuldigd zjjn, of papieren onder
zich hebben, mjj toebehoorende, worden ver
zocht, daarvan zoo spoedig raogeljjk, doch in
ieder geval vóór den 1°. MEI a. s. opgave,
betaling of afgifte te doen, ten Kantore van
mjjn gemachtigde, den Notaris Ma. I«. MOLE
NAAR te Waddinxveen.
G. W. C. van DORT KROON.
Waddinxveen, 13 April 1887.
Een Heer z. b. b. b. h. zoekt eene
met BEDIENING. Conditiën worden ingewacht
onder No. |482 aan het Bureau dezer Courant.
LEVERT
tegen billjjke prjjzen.
Steenhouwerij in de Zak, L. 298.