ROODE KRUIS.
Buitenlandsch Overzicht.
Kleinhandel in Sterken Drank.
POSTERIJ EICT.
burgerlijke Stand.
Reeuwijk:
Stolwijk:
Haastrecht
Zevenhuizen
Voor (l»t bedrog beeft de Rechtbank te Leeuwar-
den genoemden A. Z. veroordeeld tot 6 maanden j
gevangenisstraf. De eisch was 1 jaar. j
In den booihandel gaat tegenwoordig in de Lang
straat weinig om, er is weinig vraag naar dit voor
deze streken zoo belangrijk handelsartikel, en het
moet al van de beste qualiteit zijn, wil men 13
per 500 KG. kunnen maken. Wie voor eenige
weken 14 kon krijgen, zou thans de koopers
naloopen om voor 13 te mogen afleveren. Ook
bet vee blijft buitengewoon laag in prijs, afgemol
ken of guste koeien worden voor de vetweiderij
voor 70 a 80 gekocht, een derde minder dan
gemiddeld in de laatste jaren. Kalfkoeien worden
door de Belgische kooplieden weinig of niet ge
kocht, zoodat voel veehouders, die er op gerekend
haddon, met de verkoopsom er van landpachters te
betalen, genoodzaakt zijn ze zelf te melken. Ook
de prijs der boter blijft laag en bedraagt thans
80 a 90 cent per KG.
Aan het mailoverzicht van het Bat. Hbl. is het
volgende ontleend
Dezer dagen ontvingen wij per telegraaf het be
richt, dat de gouverneur van Timor Delhi door op
standelingen vermoord is. Wie met den stand van
zaken op Portugeesch Timor bekend is, zal dat be
richt niet verwonderen. Niet alleen in de bevolking
toch, maar meestal ook in de manschappen van het
garnizoen hebben de regeerings-ambtenaren aldaar
dikwerf volslagen vijanden.
De reden hiervan ligt voornamelijk in de daar
heer8chende armoe en in de knevelarijen van allerlei
aard, waaraan de bevolking blootstaat. Wat het
garnizoen betreft, dit bestaat voor het meerendool
uit het schuim des volks en uit lieden, die uit de
strafgevangenis te Macao naar Timor zijn overgebracht.
Onder deze geïmproviseerde militairen heerscht zoo
weinig tucht, dat de officieren, allen van Portu-
geesche afkomst, dikwerf hun leven niet zeker zijn.
Vooralsnog verkeeren wij in de onzekerheid of de
opstand een civiel dan wel een militair karakter
beeft.
In de Indische wateren schittert de Portugeesche
marine door haar afwezigheid. Het is derhalve
zeer de vraag, of de Portugeesche regeering over
voldoende middelen beschikt, om den gepleegden
moord to wroken en den opstand te dempen.
Niet beter dan Timor Delhi is het lot der Ja-
vaausche koelies, indertijd gelokt naar do suikerplan
tages in Queensland. Uit ons welwillend tor inzage
gegeven schrijven uit Melbourne blijkt ons, dat onze
anne Javaantjes het in Queensland zoo hard te ver
antwoorden hebben, dat nog onlangs ruim twee hon
derd hunne plantages verlaten hebben on zich
gezamenlijk naar de overheid begeven hebben om
hulp te vragen. Waarschijnlijk zal dit hun echter
niet holpen en zullen zij gedwongen worden tot her
vatting van hun arbeid. De meeste suikerplantages
in Queensland verkeeren in insolventen staat, en
wanneer zij uit Java geen koelies hadden kunnen
krijgen, zouden de raeesten hare arbeid hebben
moeten staken bij gebrek aan werkvolk.
Voor het oogenblik ons oog latende gaan over
hetgeen er buiten Java voorvalt, vermelden wij met
ingenomenheid, dat de directeur van binnenlandsch
bestuur, de heer Van Vleuten, aan hot einde dezer
week, voor eigen rekening, zich naar Sumatra's
Westkust begeeft en daar een paar maanden zal
verblijven, ten einde zich persoonlijk te vergewissen
van de plaatselijke toestanden, met inbegrip van
die cultures, zoo van rijkswege als particuliere.
Terwijl de heer Van Vleuten zijn bijkans dertigja
rige loopbaan uitsluitend op Java gemaakt heeft,
ligt het voor de hand, dat Sumatra hem niet uit
eigen aanschouwing, maar slechts uit de boeken
bekend is. Dit zelf in te zien getuigt van 'sheeren
Van Vleuten's ernst on bewijst, dat met zijne be
noeming tot directeur van binnenlandsch bestuur in
derdaad de rechte man op de rechte plaats is ge
komen.
De Fransche kroonjuweeten worden nu in het
Louvre tentoongesteld en zullen deu 12en Mei ge
veild worden. De republikeinen meenden, dat zij
met die oude sieraden hun voordeel konden doen
en besloten van de opbrengst der verkooping een
fonds te stichten tot ondersteuning van gekwetste en
bejaarde werklieden, die niet meer werken kunnen.
Die juweelen, welke een historische waarde hebben
besloot men te bewaren in1 de prachtige verzame
lingen van de Musea te Parijs.
De man die misschien het meeste van deze steenen
weet, is de heer Germain Bapst, wienst vader,
grootvader en overgrootvader hofjuweliers waren. Hij
bezit het middel om de werkelijk kostbare steenen
te onderscheidon, want zijn handelshuis in de Rue
<TAhUh is vol documenten, welke daarop betrekking
hebben. Men verzocht den heer Bapst lid te zijn
van de commissie dio met do schifting der juweelen
belast is, maar hij kon dat om verschillende redenen
niet aannemen. Bapst is een der voornaamste han
delaars in juweelen in Europa, hij handelt met de
regeerende vorsten en was de juwelier van den graaf
van Parijs en de Napoleons.
Een Parijsch journalist bracht daarom den heer
Bapst een bezoek en vernam van hem eenige bijzon
derheden betreffende de historische schatten der
kroon. Wanneer men de kamer van den heer Bapst
binnentreedt, zegt hij, dan ziet men een kast
vol registers van de kroonjuweolen en laden vol
z,dossiers". Enkele bijzonder kostbare documenten
zijn in een lyst gevat en aan de wanden op
gehangen.
De heer Bapst vindt het zeer verkeerd, dat deze
diamanten worden verkocht, omdat zij een zeer be
langrijke rol in de geschiedenis van Frankrijk heb
ben vervuld. Zij hebben weerstand geboden aan
wetten, decreten, diefstallen en rooverijen en hebben
meer dan eens het land uit staatkundige moeilijk
heden gered. Bovendien heeft de regeering een zeer
slechten tijd gekozen. Er zijn in de laatste maanden
groote veilingen van diamanton geweest, waar slechts
lage prijzen werden besteed. Diamanthandelaars
alleen kochten wat, maar geen particuliere verzame
laars. De diamanten, welke geen waarde hebben
voor de musea, zullen weinig opbrengen en do dia
manten welke eene historische waarde hebben, zou
den een even goed figuur in onze musea maken,
als te Berlijn, waar prins Bismarck er spoedig het
etiket aan zal hangen: //Juweelen van de Fransche
kroon". Hoe weinig zelfs zulke diamanten tegen
woordig waard zijn, blijkt hieruit dat de «Sancy"
in 1867 op het Champ do Mars 700,000 fr. op
bracht en nog in Indië in den handel is, tegen veel
verminderden prijs.
Bij gelegenheid van het huwelijk van Frans I met
Eleonore van Oostenrijk werd de vorstelijke schat
kamer te Bordeaux gevestigd (Juni 1530). De ver
zameling werd toen geschat op eene waarde van
3,675,267 fr. Men telde er den beroemden //Cöte
de Bretagne" onder. Later droeg Diana de Poi
tiers de diamanten en bezat ze nog bij 's Konings
dood. Frans II oischte ze terug. Een kruis van
verschillende brillanten werd destijds op een millioen
fr. geschat en een prachtige diamant //la grande
table" was door Frans I gekocht voor 900,000 fr.
Catharina droeg do juweelen als Koningin en hield
er later onder Karei IX een waakzaam oog over.
In 1569 gaf Catharina de kroonjuweel als onder
pand voor het geld, dat zij leendo. Onder Hendrik
III waren bijnaalle juweelen in het buitenland: of
beleend bf door de overwinnaars medegenomen. In
1588 bleef er nog maar één steen over. Bij gele
genheid van het huwelijk tusschen Hendrik IV en
Maria de Medicis vindt men ze als door oen toover-
slag in Frankrijk terug, t Deze Koning vermeer
derde aanzienlijk de verzameling.
Een der steenen, de //Sancy," had eene wonderlijke
geschiedenis; hy werd op hot slagveld en in de
balzaal verloren. Een arbeider gebruikte hem eerst
om vuur te slaan en verkocht hem naderhand voor
1.20. Mazarin kocht dezen steen met de //Spiegel
van Portugal" van den hertog van Epernon. In
1792 werd de Sancy gestolen en behoort sedert niet
meer tot de Fransche kroonjuweolen. Josef Bona
parte vondhem terug in Spanje. Ondanks zijne
zwerftochten kan deze steen, welke eens 1,500,000
fr. waard was, geen kooper vipdon, die er 500,000
fr. voor goven wil. Onder Lodewijk XIV was de
koninklijke schatkamer het best voorzien. Mazarin
legateerde hem 8 prachtige steenon, welke gemon
teerd werden op een grooten ketting en zijn konink
lijken hals rersierden.
De hertog van Orleans kocht nu den Regent voor
2,500.000 fr. van Pitt, den gouverneur van Madras.
Deze werd geplaatst in den hoofdband van Lodewijk.
Eens tooide Marie Antoinette zich met al de kroon
juweolen, en het scheelde weinig of de opgetogen
koning had ze haar alle ten geschenke gegeven.
Toen kwam de groote diefstal. In 1791 werdon de
diamanten stilletjes onder de oogen der nationale
garde weggehaald. Vier a vijf dagen waren de
dieven mot ladders en touwen bezig totdat er van
de 25,000,000 fr, aan waarde, slechts 500,000 fr.
overbleef. Vele personen werden terecht gestold,
maar de ware schuldigen ontkwamen. Eenige der
juweelen werden spoedig teruggevonden; de Regent
werd later in een wijnhuis ontdekt en Napoleon
liet hem in het gevest van ayn degen zetten.
Voordat Napoleou keizer werd, behoorden dejwwee-
len aan de natie, maar onder zijne regeering werd
de verzameling aanmerkelijk vermeerderd. In 1814
nam Maria Louise ze naar Blois mede, maar in 1815
werden ze weder aan Lodewijk XVIII teruggegeven.
Deze schonk aan Wellington een kruis van den
Heiligen Geest, hetwelk op 650,000 fr. werd ge
schat.
Alle steenen werden opnieuw gezet voor de kroon,
welke Karei X bij gelegenheid zijner kroning droeg
en bleven in dezen toestand tot 1854, Godurend
de republiek van 1848 werden zij als nationaal
eigendom beschouwd en in het Louvre bewaard. In
1870 waren zij onder de hoede van den lieer
Rouland, gouverneur van de Fransche bank. In
1875 werden zij geborgen in de kelders van het
ministerie van financiën. De vader van den heer
Bapst schatte ze destijds op 21,000.000 frs. Het
is moeilijk te zeggen, hoeveel ze nu waard zijn.
De regeerings-coonnissie schatte ze tusschen 12 en
40 milloen frs.
De Regent, welke nu 1368/< karaat weegt, had een
gewicht van 410 karaat, eer Pitt hem te Londen
liet slijpeu. Saint-Simon beschrijft dien steen, als
een brillant van onwaardeerbare waarde, die zijno
weergade op de wereld niet heeft". Daarnaast staat
in waarde het diamanten zwaard van Lodewijk
XVIII, een der fraaist bewerkte en smaakvolste
stukken die ooit door een juwelier worden ver
vaardigd.
Bekend is voorts nog de Cóte de Bretagne, een
robijn van 200 karaat. Hij was eerst in een hals
snoer gezet en had den vorm van een A. Catharina
de Médicis liet dien met 9 paarlen zetten.
In 1588 werd de Cóte de Bretagne op 600,000 fr.
geschat. De steen bleef in de koninklijke schat
kamer tot 1749, toen de kroonjuwelier hem in eeu
orde van het Gulden Vlies zette. Gay, de graveur
van mme, de Pompadour's camées, gaf er den vorm
aan van een draak, welke in zijn bek het toiron d'or
hield. Niemand weet hoe de Vote, na den juwo-
lendiefstal van 1791, terugkwam.
Onder de juweolen zijn er nog ter waarde van
600,000 frs., die particulier eigendom van Napoleon
I waren. Hy kocht ze van zijn eigen geld. Worden
de diamanten verkocht, dan behoorde dit bedrag
aan Napoleon's wettige vertegenwoordigers te worden
uitgekeerd en die zijn, volgens zyn uitersten wil,
de officiers en soldaten, welke hun bloed en leven
veil hadden voor don roem en onafhankelijkheid
der natie van 17921815.
Volgens eene raodedeelmg van Br. Woriier Siemens
in den Electrotechnische Verein bezit de Keizer van
Rusland de grootste en prachtigste inrichting voor
electrisch licht in zijn winterpaleis te St. Petersburg.
Sedert eenigen tijd zijn allo vertrekken in dit ge
bouw, aan de oevers der Newa gelegen, met 12,000
gloeilampen verlicht, terwijl op de binnenplaatsen
en op het aan het paleis grenzende groote plein
56 booglampen zijn geplaatst. De machine voor deze
groote inrichting, die bij feesten in haar geheel in
werking wordt gebracht, zijn geplaatst in do kelder
ruimten en omvatten 8 stoommachines van ongeveer
2500 pkr., die met inbegrip der reservermachines
26 dynamo's drijven. De goheele inrichting is in
weinige maanden door de ingenieurs van het winter
paleis, onder medewerking der firma's Siemens en
Halske te St, Petersburg, aangelegd. Deze firma voor
ziet oveneens de geheele Newsky-Prospect en de
Morskoy, de belangrijkste en sierlijkste staten van
St. Petersburg, met electrisch booglicht, terwijl zy
de aanliggende huizen met gloeilicht bedient. Wat
electrische verlichting betreft, neeint dan ook St. Pe
tersburg wel de eerste plaats in onder alle stedon
der wereld.
Het nouveautés-huis Au Bon Marchéte Parijs
dat het belangrijkste der geheele wereld is, beslaat
een platten grond van 10,000 vierkante meter. Deze
ontzaglijke magazijnen, een der merkwaardigheden,
die de verbazing wekken van alle bezoekers der
hoofdstad van Frankrijk, behooren aan Mme Aristide
Boucicaut, weduwe van den stichter van het huis.
Deze uitmuntende dame behartigt met de grootste
zorgvuldigheid den geestelijken en rooreelon vooruit
gang harer 3500 bedienden. Zij heeft een pensioen
kas gesticht, waarvoor zij een millioen van haar per
soonlijk vermogen heeft gestort; zij laat den bedien
den gratis onderwijs geven en zich ontspannen.
Ook wordt er muziekonderricht geheven, dat
buitengewoon merkwaardig is; hierdoor vormen de
bodienden van den Bon Marche een orkest van 90
instrumenten en een koor van 70 mannen en 30
vrouwenstemmen; zij organiseeren herhaaldelijk zeer
toegejuichte concerten, 'szomers in den tuin véér
het huis, 'swinters in het magazijn-zolf.
Een middel om het zoogenaamde doorzweeten
van petroleum te voorkomen. Xe Génie Civil
geeft het volgende eenvoudige middel daartegen
aan, afkomstig van een oudprofessor in de natuur
kunde, dat wel algemoen verspreid verdiont te worden,
daar het gericht is tegen eene der grootsto onaan
genaamheden bij het gebruik van petroleum. Het
woord doorzweeten is eene zeer onjuiste uitdrukking,
daar zoowel metalen als glas en porselein volkomen
ondoordringbaar zijn voor petroleum; het hinderlijke
neerslag dat zich op de buitenvlakte der petroleum-
reservoirs vormt, ontstaat door condensatie van de
petroleum-dampen. Om het te voorkomen, breng©
men adti de buitenzijde onder den glasdrager oen
kleinen wollen ring aan; het 8 a 10 maal omwik
kelen met een wollen draad is voldoende en ver
hindert het overvloeien. Natuurlijk moet na eenigen
tijd de ring, die dan vol olie is, worden vernieuwd.
(Ing.)
HULP-COMITÉ te GOUDA.
VERSLAG over het jaar 1886/87.
Aan Leden en Begunstigers van hot Hu lp vrouwen-
Comité //het Roode Kruis" te Gouda, hebben wij
de eer ons verslag van de werkzaamheden en
verrichtingen aan te bieden loopende over het
veertiende dienstjaar.
Het ledental vermindert, waarom het noodzakelijk
is dat nieuwe leden voor ons Comité gewonnen
worden, zullen wij voort kunnen gaan met zieke
hulpbehoevende stadgenooten te voorzien van ver
sterkende middelen; dringeud verzoeken wij alzoo
beleefdelijk do lezers van dit verslag hunne be
langstellende medewerking te willen verleonen door
inededeeling van het goede doel onzer Vereeniging
aan Vrieudeu en Bekenden. Onbekendheid is bij
velen nog dikwerf oorzaak dat men niet als lid
toetreedt.
Zoo gaarne toch bedeelen wij de zieken zes
weken lang, zoo noodig langer, waarom het zoo
wen8chelijk is dat het ledental toeneme.
l)e gewone uitgaven te bestrijden uit de jaar-
lijksche contributiën kan niet, het is daarom te
meer dat wij gaarne melding maken van de vol
gende wolkome giften, die wij mochten ontvangen,
als in Maart 1886 van de hh. van Bentum en
Zoon alhier eene belangryke hoeveelheid quitantiën.
Evenals het vorig jaar hebben wij voor de volgende
giften ons alleen bepaald tot opgave van bedrag
en tijd, als in Maart ontvingen wij 1 en een
pakje pluksel, en 1.50. In Juni ƒ1, ƒ5,
'10, 1, 2 wellen dekens, een stoel en een raa
tras. Door mevrouw S. van N. N. 40.
In October mochten wy ontvangen een kinder
sprei geschikt ter verloting, waarvan de opbrengst
ten bate der vereenigingen //de Crèche" en «het
Roode Kruis" zou komen, in dank aan do milde
geefster, die onbekend wenscht te blijven, was alzoo
voor ons de welkome gift ƒ12.50. In Nov. 10,
1 en een pakje pluksel, door mej. H. B. van
N. N. 10, en in Januari 100 en 5. Nog
ontvingen wij 5 en 1 meermalen mochten
wij pakjes pluksel ontvangen. Openlijk betuigen
wij gaarne onzen welgemeenden dank voor al deze
belangrijke giften.
Tot ons innig leedwezen zullen wij onze waarde
Presidente door vortrek naar elders voortaan moeten
missen.
Openlijk brengen wij onzen hartelyksten dank
aan onze vriendelijke Voorzitster, wier welwillende
Ijver en liefde, de taak van de overige leden, van
liet Bestuur bizonder verlichtte.
Met innigen dank zullen wy steeds al het goede
en aangename door mevr. A. A. llemsing-Troost
als Presidente ons gedurende zes jaren betoond,
blijven gedenken en met weemoed zien wij haar
heengaan.
In Juni word het der contributiën door de
Penningmeesteresse mejuffr. G. W. de Jong aan
het Hoofd-Comité overgomaakt.
Dames Bestuurderessen werden als naar gewoonte
voorzien van soep-, kolen-en broodkaartjes, tengevolge
van ziekte ontbreekt er dikwerf in vele gezinnen
zéé veel. Gaarne worden dergelijke kaartjes dan ook
steeds met dankbaarheid ontvangen.
CJp aanvrage van hh. Geneeskundigeii kregen wij
127 zieken ter verzorging.
Aan hen werden uitgereikt
311,9* kilo rundvleesch.
694 eieren.
933* kan melk.
208 kilo broo<k
9 fl- vrijt».
8 soeplysten.
59 emmers steenkolen.
Door het Hoofd-Comité der Noderl. Vereeniging
ontvingen wy de gewone berichten en verslagon
der werkzaamheden.
De ziekenstoelen en de rustbanken worden steeds
gaarne door Bestuurderesson waar noodig in gobruik
gegeven, de herstellenden hebben er vaak nut van.
Wij bevelen ons met vertrouwen voor elke gift,
hetzij in geld, oud linnen, pluksel of neteldoek
beleefdelijk aan en wel in 't bizonder voor oud
linnen.
De rekening is nagezien en goedgekeurd door de
hh. J. W. Haverkamp Begemann en mr. W. Hemsing.
Gaarne brengen wij de geachte Leden on Be
gunstigers openlijk onzen oprechten dank voor
hunne getoonde belangstelling.
Met vertrouwen en aanbeveling ineenen wy ons
verslag te kunnen eindigen met de herinnering
aan de zoé laag mogelijk gestelde contributie
(jaarlyks minstens a 1.voor het lidmaatschap.
Het Bestuur,
Mevr. A. A. HEMSINGTroost, Presidente.
Mej. G. W. de JONG, Penningmeesteresse.
Mej. C. SaLTZER, Secretaresse.
Mevr. Wed. SCHOUTENHoefhamer, Bestuursl.
Mej. C. M. E. DUTÏLH,
Mej. J. M. SaLTZER,
Mej. N. I. SCHELLING,
Nu de verhouding tusschen frankrijk en Duitsch-
land geen aanleiding meer geeft tot onmiddelijke
bezorgdheid en de Oostersche quaestio in haar tijd
perk van stilstand blijft, schijnt voorloopig Afgha
nistan weer te moeten dienen tot verontrusting der
openbare meeuing. Van verschillende zijden komen
ten minste weer mededeelingen, dat de Bussen van
deu opstand in Afghanistan gebruik maken om hun
gebied in Midden-Azie uit te breiden.
De Duitsohe bladen wijzen op een zonderlinge
tegenstelling; in 1875 vroegen de Pruisische bis
schoppen iu overleg met het Cantrum te Kome, of
het niet wenschelijk zou zijn een voorstel in te die
nen tot wijziging van de kerkelijke wetten, ten ein
de vrede te sluiten met den Pruisischen Staat. 'sPau-
sen Staatssecretaris Antonelli Pius IX overleed 7
l'ebr. 1878 kenrde dit zeer beslist af en beval
de voortzetting van den Culturkampf. En 12 jaren
later is het precies andersom; Paus Leo XIM acht
de nieuwe kerkelijke wet, door het Pruisische Hee-
ronhuis aangenomen, een met hot canoniek recht
niet strijdige oplossing van den strijd, welks voort
zetting niet in het belang is van de Katholieke Kerk,
de Pruisische bisschoppen daarentegen zijn met de
leiders van het Centrum van meening, dat de belan
gen van de Kerk niet genoeg zijn behartigd en ver
langen wijziging van genoemde wet of anders voort
zetting van deu Calturkampf. Merkwaardig is ook
dat de ultramontaausche pers hij het verschil in de
zen zoo levendig partij trekt en de Pans afvalt.
Toch acht men 't niet waarschijnlijk, dat de ultra-
montanen het zoover zullen drijven in den Pruisi
schen Landdag, dat zij de kerkwet afstemmen; waar
schijnlijk zal althans de meerderheid voorstemmen
onder vorklnring dat inen het weinige voor lief neemt,
aangezien men voor 't oogenblik niet meer kan krij-
gen.
De veranderingen, walke in, het '.restaur van het
Bijksland zullen worden ingevoerd, houden bij voort-
düring de aandacht van Duitschland zeer bezig. Bij
den Rijksdag zal o. a. worden ingediend een voorstel
tot verandering der gemeentewet van Elzas-Lotha-
ringen, wat betreft de benoeming der burgemeesters.
Volgens de nog altijd aldaar geldende wet moeten
de burgemeesters uit de gemeenteraden benoemd wor-
wen, en het gevolg daarvan is, dat er bijna overal
in Elzas-Lotharingen burgemeesters r.yn, die zich
bij de «protestpartij* beblxin aangesloten. Te Berlijn
schrijft men het grootendeels hieraan toe, dat de
verkiezingen van Februari zoo ongunstig zijn uitge
vallen; ongunstig vooral in vergelijking met die van
drie en zes jaren geleden, toen het dén schijn had,
alsof do bevolking zich met de nieuwe orde van za
ken ging verzoenen. Dat dezo verandering in het
Bijksland een onaangenamen indruk tal maken, laat
sich hooren. Maar de heeron zijn in tijds gewaar
schuwd en zij hadden moeten bedenken, dat er met
de Pruisen niet te gekschoren valt.
In de laatste zitting van het Engelsche Lager
huis, welke door den koning der Belgen werd
bijgewoond, verklaarde de minister Smith, dat de
regeering Donderdag de begrooting aan de orde
zal stellen. Na do aanneming der Iersche wet
wordt dus geen vacantie gegeven, daar de meer
derheid der leden tot Pinksteren wil doorwerken,
teh einde den door het obstructionisme verloren
tjjd in te halen. De stemming, over de Iersche
wet is bepaald op gisteren. Namens de oppositie
zouden dan als sprekers optreden de heeren Glad
stone, Parnell en Sexton, terwijl de wet zou wor
den verdedigd door lord Hartingtou en den minister
voor Ierland Balfour.
Al zijn de Ieren bevreesd voor de nieuwe dwang-
wet, zij zullen daarom den strijd niet opgeven. Men
zegt dat er zelfs plan bestaat, als de n et aangenomen
is, aan het stelsel van boyootton een nog veel groo-
tere uitbreiding te geven en het toe te passen op
alle magistraatspersonen, politieagenten en op allen,
die verdacht worden van op de hand der Begeering
te zijn, op allen die als «unionisten" bekend staan.
Ook znllen de nationalisten met opzet sommige bo-
palingen der wet in zulk een massa overtreden, dat
het onmogelijk zal worden haar uit te voeren; zelfs
zouden tal van Araerikaansche leren ovorkomen om
de wet zoo brutaal mogelijk te overtreden, ten einde j
aldus te boproeven, de Engelsohe Regeering inet de j
Vereeniging Staten in moeilijkheden te brengen.
Bij de verkiezingen in Zweden blijven de vrijhan
delaars in het voordeel. Tot dusver zijn gekozen
110 tegen- en 46 voorstanders der graanrechten,
zoodat het vertrouwen der vrijhandelaars op de over
winning steeds toeneemt.
Gelijk men zich zal herinneren, werd de Rijksraad
door koning Oscar ontbonden, omdat de meerderheid
zich verklaarde voor het heffen van hooge invoer
rechten op granen en de koning zulk een ingrijpen
den maatregel niet wilde bekrachtigen, alvorens een
beroep te hebben gedaan op het volk.
TWEEDE CORRESPONDENTIE PARTIJ
tusschen Gouda en Utrecht.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Gouda Wit
E 2 E
D 1
B 3
A 4
E 2
C 3
A 5
A 4
X C 2
D 2 D 3
G X FS
C 2 D 1
D 3 D 4
E 2 X 4
A 1 A 3
D 1 X D
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Utrecht
E 7
B 8
G 8
A 7
F 8
B 7
D 7
B 5
C 8
D 8
B 4
C 3
o
G 4
C 6
C7
E 5
3) 7
C 5
F 6
Zwart
E 5
C 6
F 6
A 6
C 5
B 5
D 6
B 4
G 4
D 7
X O 3
C 2
o
X F 3
B 4
C 6
X O*
B 7
X D 4
E 8
LIJST van BRIEVEN geadresseerd aan onbeken
den door bemiddeling van het Postkanioor terug
te bekomen.
Wed. Struin, Amsterdam; J. E. Nievler, Amster
dam; N. Thier,.ArnhemP. Versteeg, Gouda; Mej.
van Driesten, Waildinxveen;
Uit REEUWIJK.
Van der Pol, Sloterdijk;
Verzonden geweest naar DUITSCHLAND:
Lintnaan, Keulen; L. Visscber, Ruhrot.
De Directeur van het Postkantoor,
SIMONS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
brengen ingevolge art. 5 der Wet van 28 Augustus
1881 (Staatsblad no. 97) ter openbare kennis:
dat bij hen is ingekomen van de navolgende
persoon'een verzoekschrift waarbij vergunning wordt
gevraagd om in de bij haar naam vermelde loca-
liteit sterken drank in het klein te mogen ver-
koopen, als:
Naam van de Verzoekster: Aanduiding der localiteit
A. Verschut, Echtg. van Vogelenzang
H. J. Begeer M. 208.
Gouda, den 18 April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Seoretaris,
BROUWER.
GEBOREN15 April. Willemina, ouden C L. Rietveld
en II. H. Dijkmaa. Johanna Wilhelcaina Margaretha,
onder» J. de tiruyl en H. Sloof. 16 Antonin», oudera T.
Boat ea A. M. Wagenaar. Daniel Lodewyk, ouder» A.
Vogel en J. Soer. 17. Neeltje, onder» W. de Grofil en
C. van Schravezand. Arie, onder» M. Koogman en A.
Scheer. Elizabeth, onder» H. Bennis en J. de Jong.
18. Gerardu», ouder» J. J. Koog en G. Maneabarg. Ja
cob» Henrietta, ouderr W. Verkaaik en S. A. de Hoog.
OVERLEDEN 15 April. H. Jasper», 74 j. - 17. B.
C. Dokter, 2 j. G. van Dnuren, 1 j. 10 m.
GEBOREN Maris, ouders H Verwaal en C Vermeulen
OVERLEDEN A Verwaal 7 j
ONDERTROUWD C Moerkerken en M Hnlseher
OVERLEDEN D Anker 9 m T den Ouden «2 j
L van Vliet 45 j
ONDERTROUWD: F N de Vlieger en J Boogerd
G KRO REK Marinas Cornelia, oudera C. Mulder cu C.
de Lange.
GEHUWD: A. de Groot en D Benschop
GEBOREN Jan, onder» C den Hertog eu M J Ros
OVERLEDEN: K Uijttenbroek, 22 j C W J Hoek,
6 m.
ONDERTROUWD: C Cammeraat en H Scheurwater.