Buitenlandsch Overzicht.
ADVERTENTIÉN.
Afloop vau Openbare Verkoopingen
van Onroerende Goederen.
MARKTBERICHTEN
Gouda, 21 April 1887.
Burgerlijke Stand.
Gouderak
Stolwijk:
Heeuwjjk
gaat. "Vfre bedoelen de bierbrouwerijen. Ten spijt
van ,de eeuwige pruttelaars, die tot zelfs in 't hart
van het Biesland of op St. Pieter, (die plaat-
ren even buiten Maastricht waar het beste bier
getapt wordt), de klacht uiten, dat het bier toch
niet meer dat is, ten spijt van de bewering, dat
de brouwers tegenwoordig blijken geven van zeer
vruchtbare studie in de pharmacochimie, een studie,
die terug zou werken op het edele Cambrinus-nat,
ten spijt van dat alles wordt er toch nog een
aardig glaasje Maa&trichtsch verorberd. Dat kan
u blijken uit de mededeeling uit officieele bron,
dat de 27 brouwerijen te Maastricht in den loop
van 1886 niet minder dan 87.231.857s hectoliter
bier hebben geleverd! Aangenomen nu (eigenlijk
mag men zoo iets onzinnigs niet aannemen!) dat
dit quantum geen louteringsproces heeft ondergaan
voor en bij het uitschenken, dan geeft genoemd
bedrag ons het achtbare getal van ruim zes en
twintig millioen glazen. De schatkist hief over
dat jaar aan bieraccijns de belangrijke som van
87.828.79Vj- Wanneer ik nu meedeel, dat, blij
kens het zooeven verschenen provinciaal-blad, het
getal inwoners van Maastricht bij het einde van
1$86 31.031 bedroeg, en go wilt hiervan de klein
ste helft (de mannen) verminderen met een fatsoen
lijk getal voor de kinderen beneden de jaren, waarin
men reeds begint te offeren aan Oambrinus, dan
zal bq deöliug van het restant op het drievierde
van het aantal glazen (een vierde gerekend voor
den uitvoer), een respectabel aantal potteke» aan
't licht komen, dat per hoofd door de sterkste
helft onzer plaatselijke menschheid ingenomen wordt,
't Is waar, heel eerlijk zijn we niet, want daar zijn
leden van de zwakkere helft, die heel aardig hare
partij spelen in 't orkest, maar die willen we dan
maar laten treden in de plaats der zieken, die niet
meegeteld zqn.
Aan het jaarverslag van de «Koninklijke vereeni-
ging van gepensioneerde officieren van het Nederl.
leger" ontleenen wij de volgende opgaven:
In den loop van het boekjaar 1886/87 werd uit
gekeerd: Voor hulp aan gewone leden ƒ225, tege
moetkoming in verpl. en hegr. kosten 425, bijslag
op de lagere pensioenen 7997, rentelooze voorschot
ten aan leden ƒ800, zoodat er in het geheel ƒ9447
voor hulp 'en ^ondersteuning is verstrekt, met
dien verstande dat de laatste post van 800, bij
termijnen afbetaald, in de kas der vereeniging terug
keert. Het aantal buitengewone leden is sinds het
vorig verslag met 133 vermeerderd zoodat de vereeni-
ging'thans 368 gewone en 325 buitengewone leden telt.
Gedurende het 10-jarig bestaan der vereeniging is
er reeds ƒ71.000 aan bulp en onderstand uitgekeerd.
Men meldt uit Drente:
Terwijl in de verschillende plattelandsdorpen al
hier in sommige opzichten, nl. in de leefwijze, ze
den en gewoonten des volks de meesto overeenkomst
heerscht, is er in andere toestanden een hemels
breed verschil. Zoo is b. v. de wijze, waarop
de arbeidende standen hunne brandstof bekomen,
een der meest in het oog vallende punten. Natuur
lijk kan er in eene landstreek, waar geen kanalen
zijn, van aankoopen bij honderd- of duizendtallen
geen sprake zqn, om de eenvondige reden dat er
als zoodanig geene brandstof te koop wordt aange
boden. Iedereen moet hier zijne eigene brandstof
delven of dit werk door arbeiders laten verrichten.
Maar ieder is geen veeneigenaar. Nu moeten
de n iet-eigenaren van turf veen «huren" zooals men
dit noemt, hetwelk eigenlijk iseene zekere hoeveel
heid ven, voor een jaar als brandstof toereikende,
onuitgegraven koopen. Dit geschiedt bij het dagwerk.
Een dagwerk is echter in onze «binnenvenen" (kleine
venen, waar geen kanalen zijn en bijgevolg geen turf-
afvoer naar andere provinciën plaats heeft) zóóveel
als vier personen in óén dag verwerken. Voor zoo
danige hoeveelheid betaalt men te Borger 6 tot
10, te Eksloo 3 0 4, terwijl te Sleen, te Valte
en elders de niet-eigehaar eveneens vrij turf graaft
als de eigenaar, zonder daarvoor iets te betalen.
De laatste wqzo stamt af van den tijd, toen
de markeverdeeling nog niet ^as geschied, waarin
ieder een vrij gebruik van heideveld en binnenveen
maakte. Ook de wijze van aanvoeren der droge
turf is zeer verschillend in kosten. Dit verschil is
veel grooter, dan de afstanden der venen, waar de
turf wordt gegraven; van de dorpen of gehuchten.
Te Borger betaalt men 0.50 a 0.75 per voer,
en 12 tot 15 voeren (wagenvrachten) maken een
dagwerk. Te Eksloo werkt de daglooner of zijn
vrouw een halven dag bq den paardenhouder voor
het inhalen fan een voer turf, en ta Valte en Sleen
heeft dit ^te bee" (voor niet) plaats. Waar geen
turfveen aanwezig is, zooals te Grollo, Schoonloo,
Elp, enz. graaft men «zoden" (dunne schalen van
den bovengrond), die overal ook voor niet-oigenaren
van veld «voor het halen" zijn te bekomen.
Schoolmeester te Kamerun te zqn is nu niet zoo'n
bijzonder benijdenswaardige toestand. Dat leert een
brief van den heer Krystaller, den Duitschen onder
wijzer te Kamerun, aan zijn studie-vriend in Wnr-
temburg. De heer Krystaller schrijft onder meer
«Mijn schoenen zijn iederen morgen beschimmeld,
mijn stalen pennen roesten. Om de twee, drie dagen
moet ik mqn huisraad naar buiten dragen om het
in de zon te laten drogen. Terstond bq mqn aan
komst werd ik met het schoolgebouw aan dpn meest
biedende verkocht. Drie dorpen twisten om school
en schoolmeester: Tokotodorp (Bona Duma), Jos-
dorp (Bona Priso) en Belldorp (Bona Ascho).
Het laatste schijnt de meeste kans te hebben,
daar zijn beheerscher «king" Bell, de meeste oli
fantstanden, vrouwen en slaven heeft en dus het
best kan betalen. Mijn school zal, indien de drie
dorpshoofden het eens worden, binnen het jaar zijn
gebouwd. Scholen willen zij allen, maar betalen
willen zo niet. Koning Bell is, geloof ik, nog de
meest ontwikkelde van de drie. Zqn huis is van
hout opgetrokken zijn salon, waar ik jaloersch op
ben, ziet er uit als een goed zolderkamertje.
Uit het' verslag over 1886 vtfn het bestuur der
Vereeniging van Nederlandsche steenfabrikanten
blijkt, dat de pogingen tot het weren van het gebruik
van Duitschen steen geslaagd zijn. De invoer daar
van is thans van zeer weinig beteekenis. Belgische
steenen worden echter nog met groote hoeveelheden
ingevoerd, en vooral in Brabant, Zeeland en ook
in Noord- en Zuid-Holland door bijzondere personen
gebruikt.
Het verslag meldt, wat het bestuur gedaan heeft
in het belang der steenbakkerijen, bq de aanbeste
ding van sluizen voor het Merwedekanaal en den her
bouw van het badhuis te Scheveningen.
In 1886 zijn opgeheven of hebben niet gewerkt:
17 waal-steenfabrieken, 5 fabrieken aan Rijn en
Vecht, 10 fabrieken in Groningen en Friesland, 5
fabrieken in Brabant en Limburg, 1 fabriek in Zeeland.
«Nog steeds blijft onze nijverheid, zoo eindigt het
verslag, die nog voor weinige jaren onder de meest
bloeiende van Nederland mocht gerekend worden haar
kwijnend bestaan voortslepen. Wel zijn in enkele
soorten de prijzen gestegen, doch van algemeene rij
zing is nog geen sprake. Wat hiervan de oorzaak is?
Er wordt nog steeds te veel geproduceerd; vraag en
aanbod houden nog geen gelijken tred. Wat hieraan
te doen? Allerlei middelen worden aan de hand ge
daan. Men kan overeenkomsten sluiten, om slechts
een zeker getal te fabriceeren, of om slechts gedu
rende een bepaalden tijd te werken enz. De voort
durende bloei eener nijverheid kan echter niet door
kunstmiddelen verkregen worden. Wij kunnen alleen
herhalen wat wij in ons vorig verslag gezegd hebben.
De behoefte aan steenen is aanzienlijk minder dan
eenige jaren geleden. Vooruitzicht, dat hierin spoe
dig verandering zal komen, bestaat er niet. Produ
ceer dus niet meer dan jaarlijks benoodigd is. Langs
dien weg kan onze industrie weder in normalen
toestand geraken."
Volgens de rekening zqn de ontvangsten 797.
35Va, waaronder ƒ207.2378 als saldo van A°. P°.
De uitgaven beliepen ƒ362.76, zoodat het saldo
434.59,/g bedraagt.
Het,„Bestuur van de Vereeniging «Het pensioen-
Verbond" heeft zich tot de Tweede Kamer gewend
met een adres, waarin het herinnert, meermalen den
steun dier Vergadering te hebben ingeroepen in zqn
streven, dat het zeer groote en steeds grooter wor
dend overschot van het Pensioenfonds voor burgerlijke
ambtenaren worde aangewend ton behoeve van een
van 's Rijks wege te creëeren weduwen- en woeden-
fonds. Het bestuur meent, dat de materie zoo uit
voerig, nauwkeurig en wetenschappelijk onderzocht
en uitgezet is in het rapport der Staatscommissie
van 1881, dat bij goeden wil en voldoenden ijver van
hen, die met de samenstelling van een ontwerp
belast zijn, dit spoedig bij de Kamer zal kunnen in
komen, terwijl zeker de Minister wel niet in gébreke
zal blijven, voor zooveel dat van hem afhangt, spoed
te bevorderen, indien aan Z. Exc. de belangstelling
der Kamer iri dat onderwerp opnieuw mocht
blijken.
Het bestuur verzoekt de Kamer derhalve, bij ge-
logenheid der behandeling van de aanhangige wijzi
ging in de begrooting van het Burgerlijk Pensioen
fonds den Minister te doen blijken, dat door haar
acte is genomen van 's Ministers verklaring, eenige
maanden geleden afgelegd, dat een ontwerp tot
nadere regeling van dit onderwerp in bewerking
is genomen.
Met welgevallen ziet het^f. hbl.* terug op de afge-
loopen «heerlijke feest week, en wie tot de algemeene
opgewektheid, tot den heeriqken geest welke zich
toonde, zeer veel heeft bijgedragen, is die doorluch
tige vroüw, die daar in dat open rijtuig,zoo ver
trouwend, hartelijk en eenvoudig, met haar kind
aan haar zqde, zich overal vertoonde. Met een
vriendelijken glimlach, een zacht en welwillend woord,
heeft ze overal begroet en gedankt voor de hulde,
den Koning bewezen. Waar H. M. gelegenheid er
toe had, deelde zij mede hoe de Koning dankbaar
was voor de genegenheid hem betoond; hoe hij
met belangstelling vernam al wat in de stad gedaan
was hem ter eere.
«De jonge Koningin had een moeielijke taak.
Want zij is een verstandige moeder, die niet alleen
voor de verstandelijke en zedelijke opvoeding van
haar veelbelovend kind zorgt, maar die voor haar
gezondheid niet minder waakt. Te veel opwinding
en vermoeienis moest vermeden eu toch moest der
loyale, trouwe bevolking het kind, waarop aller oogen
goricht zijn, zooveel mogelqk getoond worden.
«Met veel tact en oplettendheid heeft de Koningin
voor haar kind gezorgd, en tevens den Amsterdam
mers getoond, hoe zij de volksliefde waardeerde,
waarmede haar kind sinds den geboortedag omringd
en beschermd is.
«Wij zijn overtuigd, na al wat wo hoorden van
groot en klein, dat wij in naam van alle Araster
dammers spreken, als wq onzer jonge Koningin
dankbare hulde brengen voor het vertrouwen in
het volk van Amsterdam door baar getoond.- Dank
voor haar -streven om overal in de groote
stad, op IJ en Amstel, op de grachten en in de
achterbuurten, bq dag en bij avond, steeds vriende
lijk, eenvoudig en waardig zich te vertoonen met
Haar lieflijk Kind, zoodat zij, hoe guur het weder
ook mocht wezen, de Oranjezon wist te doen lichten
in onze straten."
En wat de houding der bevolking betreft, op wel
sprekender wijze dan geschied is, kon Zij niet toonen
«dat ze orde en wet liefheeft, dat ze afschuw heeft
van oproermakers, dat ze van harte in de dynastie
der Oranjes, hot stamhuis eert van stadhouders,
veldvorsten, koningen, dat als het ware een symbool
is van het vaderland, en aan alle partijen tot band
strekt".
Een predikant behandelde op de catechisatie de
schepping des menschen, en besprak met de jongelui
de waarheid, dat God uit éenen bloede het gansche
menschelijk geslacht hoeft gemaakt.
De zoon van een hooggeplaatst ambtenaar viel
hem eindelijk in de rede met do woorden: «Maar
dominó papa zegt altoos dat we van de apen af
stammen."
«Zoo mijn jongen", was het antwoqrd, «dat kan
wel zqn. Maar met je particuliere familiebetrekkin
gen hebben wo op 't oogenblik niets te maken."
Voor een voortroffelqk Russisch kunstenaar, den
ook bij ons te lande bekenden Dmitri Slawiansky
d'Agreneff, zal het in de eerste dagon van Mei een
gewichtig feest zijn; te Moscou zal dan het 25-jarig
jubileum worden gevierd van dien bekenden artist,
die aan het Russische nationale volksgezang zulke
groote diensten heeft bewezen. Een merkwaardige
levensloop is in die kwart eeuw door den heer Sla
wiansky afgelegd. Aanvankelijk zich op den opera
zang toegelegd hebbende, trad hij echter alleen bui
tenlands in opera's op, doch wijdde zich, in Rusland
teruggekeerd, uitsluitend aan de poëzie en de ge
zangen van do Slavische volken. Met dit doel nam
hij den naam «Slawiansky" aan, dien hij aan zijn
familienaam D'Agreneff toevoegde. Op zijn reizen in
de verschillende Slavische landen bracht hij over de
1000 Russische en Slavische melodiën en even zoo
vele gedichten bijeen, waaronder 100 heldenzangen.
Uit die melodiën leerde men, meer dan door sub
jectieve beschrijvingen van geleerden, de geschiedenis
van het Slavische ras kennen, zooals het volk se
begrijpt, de kerkelijke rythmus der eerste jaren van
het Christendom, het wapengekletter van den zege-
pralenden held Dmitri Donskoy, het leenstelsel en
de vereeniging „van Rusland tot oen machtigen
Staat, verder het bijgeloof der verloopen eeuwen, de
haat tegen slavernij en het geluk over de eindelqke
verlossing.
Uit deze eenvoudige melodiën heeft Slawiansky,
met behulp zijner gado, mede oen uitstekende kunste
nares, een schat van arrangementen te voorschijn
geroepen, waarmede hq het Russische volksgezang
in eere herstelde en den grondslag legde voor een
eigen leven op muzikaal gebied. Zelfs vormde Sla-
viansky een zangvereeniging uit kinderen, die hij in
vele vakken onderwijs liet geven en behalve de theorie
der muziek en den zang, iedor een instrument liet
leeren, zoodat het koor naar willekeur in een orkest
veranderd kan worden, Ook liet Slaviansky op zqn
landgoed een klein theater inrichten, waarop deze
kinderen practisch met de beginselen der dramatische
kunst vertrouwd geraakton. Het is dit koor, waar
mede hq op zijn kunstreizen door Europa zoo veel
succes inoogstte.
Geen wonder dat de stad zijner inwoning, Moscou,
dat geheel het Slavische volk dezen verdienstelijken
man op zqn feest hulde zal brengen. De twee eerste
dagen van het feest (1 en 8 Mei) zullen gewijd
zijn aan oVatiën en redevoeringen in de vergadering
van den adel van Moscou (waartoe de heer D'Agreneff
behoort). Den volgenden dag zal de jubilaris een
concert geven.
Groote Oranje-liefde bestond ook ten tijde van
Willem den derde, Koning van Engeland. Getuige
het volgende rqrapje, dat thans in herinnering wordt
gebracht:
Hij uteeg te paard en reed daarheen,
Hij viel en brak zijn sleutelbeen,
Komt! laat ons allen rijden hoenen,
En breken onze sleutelbeen en
Maandag te half drie zat maarschalk Bazaine in
een vertrek zijner woning te Madrid, toen een Fransch-
man verlangde, tot hem toegelaten te worden. De
maarschalk, die door zijn gezondheidstoestand en oen
gebroken been gedwongen wordt de kamer te hou
den, wenschte geen bezoek te ontvangen, maar bij
een tweede verzoek van deu Franschman, liet hij
dezen tot zich toe. De bezoeker noemde zich cor
respondent van den Courier de la Rochelle, en onder
hield zich eenige oogenblikken met don maarschalk.
Bij het afscheid nemen bracht hij Bazaine twee
dolksteken in het hoofd too, en snelde toen de
deur uit, roepende dat hij Frankrijk had gewroken
en den verrader gestraft.
De bedienden schoten toe en hielden den moor
denaar in verzekerde bewaring, tot de politie ver
scheen, die hem medevoerde. Er werden genees-
heeren geroepen, die de wonden van den maarschalk
voor weinig beteekenis verklaarden; de moordenaar
heeft echter gezegd, dat de dolk vergiftigd was,
zoodat voorloopig nog niets omtrent den afloop ge
zegd kan worden.
De misdaad maakte veel sensatie te Madrid. De
gevangene verklaarde te zqn Louis Hillairaud, 37
jaar oud, handelsreiziger, geboortig uit La Rochelle.
Hij was naar Madrid gekomen met het vaste voor
nemen om Bazaine te dooden, en aldus Frankrijke
vernedering en de overgave van Metz te wreken.
Reeds sedert het beleg van Parijs koesterde hij dit
voornemen. Hq was elegant gekleed. De medici
hielden hem voor krankzinnig; hq hiell zich onder
de handen der bedienden die hem vasthielden zeer
rustig.
Dit is volgens de berichten, door de meeste bla
den, ook de Engelsche, die eigen correspondenten
te Madrid hebben, ontvangen. De VoMtsche Zei-
tung heeft een eenigszins afwqkend verslag. «Een
eersten stoot naar de borst weerde de 76jarige
grijsaard af; een andere stoot, naar het hoofd,
trof hem. Twee pogingen van zijn slachtoffer,
om het schelkoord te grijpen, wist de moordenaar
te verhinderen; toen hij den maarschalk, met
bloed overstroomd, zag ineenstorten, verliet hq de
kamer."
Reeds in 1884 was Hillairaud met hetzelfde
doel te Madrid gekomen, maar onverrichter zake
vertrokken.
Bazaines rustig leven te Madrid, heeft zeker reeds
menig Fransch patriot met ergernis vervuld, en
een moordaanslag door een verhit landgenoot kan
hem niet geheel onverwacht gekomen zijn. Men
weet dat hq in het begin van Augustus 1876
het opperbevel voerde over het in Metz geconcen
treerde leger. Na een vergoefsche poging om zich
door het Duitsche leger heen te slaan, gaf Bazaine
zich den 28sten October 1870 met 170,000 man,
ammunitie en levensmiddelen aan prins Friedrich
Carl over. Waarom dit geschiedde, kon niet dui
delijk blijken; men sprak van verraadna zijn terug
keer uit Duitsohland werd Bazaine voor den krijgs
raad gedaagd, en met algemeene stemmer, veroordeeld
tot degradatie en tot den dood. De maarschalk
Mac-Mahon veranderde de doodstraf in twintig-jarige
gevangenisstraf, en Bazaine werd op het fort St. Margue
rite, aan de kust der Middellandsche Zee, tegenover
Cannes, geplaatst. Een jaar later ontvluchtte hq,
met behulp van zijne vrouw, zijn neef, en zijn voor-
maligen adjudant-kolonel Villette. Hij begaf zich
eerst naar Italië, toen naar Arenenberg naar keizerin
Eu génie, naar België, naar Engeland, en vestigde
zich eindelijk in Spanje, waar hij stil en terugge
trokken leefde. In 1883 dèod hij een boek over
den oorlog van 1870 verschijnen, waarin hij zich
van schuld zocht vrij te pleiten; de publieke opinie
in Frankrijk beschouwt hem echter nog steeds als
een verrader.
De Ieroche dwangwet ia in het Engelsche Lager
huis in tweede lezing aangenomen; een hoofdelijke
«temming had eigenlijk niet plaats over de tweede
lezing; het pleit was reeds hoalecht door het
echt (Jladstoneaansche amendement van Samuelaon,
inhoudende dat de dwangwet zou strekken om de
wanorde in Ierland te doen toenemen en den band
tusschen Engeland en Ierland in gevaar te brengen.
Dit amendement werd verworpen met 370 tegen
269 stemmen; de Regeering had dus een vrij aan
zienlijke meerderheid van 101 stemmen.
De Fransohe gezant te Londen, de heer Wadding-
ton, vertoeft tegenwoordig te Parijs, ten einde de
Fransche regeering mondeling in te lichten over
den staat der vele quaesties, welke in den laat-
sten tijd de verhouding tusschen de republiek en
Engeland steeds minder vriendschappelijk maakten.
De Time» geeft een uitvoerig verslag van hetgeen
de gezant den minister van buitonlandsche zaken,
den heer Flourens, daarover mededeelde, en daaruit
blijkt, dat de heer Waddington een spoedige op
lossing der gewichtigste punten van geschil waar
schijnlijk acht.
Vooreerst het Suez-kanaal. Overeenkomstig de
besluiten der internationale conferentie werden de
onderhandelingen hierover door de diplomatie voort
gezet, en wel tusschen Engeland en Frankrijk op
den grondslag, dat de vloten der mogendhoden
ten allen tijde door het kanaal kunnen varen, dat
geen versterkingen aan de oevers mogen, worden opge
richt en dat de tenuitvoerlegging der bepalingen aan
het toezicht eener internationale commissie zou worden
opgedragen. De heer Waddington meende dat op de
zen grondslag weldra een schikking tusschen beide
landen verwacht kan worden, doch do onderhande
lingen over Egypte, welke to Konstantinopel worden
gevoerd, zullen wel niet zoo spoedig tot een be-
slissenden uitslag leiden.
Ten opzichte van de Somali-knst en de Nieuwe
Hebriden zoekt men naar een grondslag, waarop
een schikking tusschen Frankrijk on Engeland rao-
gelijk is. Van deze quaesties zal die betreffende
de Hebriden het eerst uit den weg zijn geruimd,
en wel door Frankrijk het recht te verleenen er
factorijen te vestigen en er soldaten heen te zen
den, indien dit noodig is tot handhaving der orde.
Een officieel beschermheerschap wordt echter niet
afgekondigd en de eilanden worden niet bezet.
Ook deelde de gezant gunstige berichten mede
over den loop der onderhandelingen over de ten
toonstelling van 1889. Deze stonden zeer gunstig
en er bestond gegronde hoop om te gelooven,
dat de Engelsche regeering daaraan zal deelnemen.
De meeat gewichtige quaesties zonden dus vermoe
delijk spoedig worden opgelost, zoodat de heer Wad
dington het onmogelijk achtte, dat daarover eens
ernstige verschillen tusschen Frankrijk en Engeland
zullen ontstaan.
De brief van Paus Leo XH1 aan bisschop Kre-
mentz van Xeulen trekt natuurlijk in Dnitschland
zeer de aandacht, omdat daardoor de aanneming der
kerkelijke wet in het Pruisische Huis van Afgevaar
digden wordt verzekerd. De Jfordd. AlUjem. Zeit.
deelt den brief in het Latijn en Duitsch mede, doch
onthoudt zich van beschouwingen.
De Paus behandelde uitvoerig de geheele geschie
denis van den cultuur/camp/ en komt tot de slot
som, dat, nu het Heerenhuis reeds eenige amen
dementen van bisschop Kopp van Fnlda heeft
overgenomen, de katholieken dit ontwerp moeten
goedkeuren, daar dit den weg opent voor een
volkomen verzoening tusschen de Pruisische regee
ring en den Paus. Langs diplomatieken weg zal
de Paus trachten nog die verbeteringen in het lot
der katholieken aan te brengen, welke nog niet
door dit ontwerp worden geregeld.
Het Huis der Afgevaardigden besloot een aan
vang te maken met de behandeling van het ontwerp.
De correspondent van de «Haarl. Crt." te Sofia
schrijft, dat er zelden in een land verwarder toe
stand is geweest dan tegenwoordig in Bulgarije; er
is hier geen spraak van politieke partijen; die be
stonden niet voor den tegenvvoordigen toestand en
nog minder bestaan zjj nu. Voor zoover ik mij heb
kunnen overtuigen, schrijft hij verder, «door eigen
waarneming en door gesprekken met de geachtste
staatslieden, zijn de zaken nu tot een punt gekomen,
waarop een beslissing in den «enen of anderen geest
niet meer kan uitblijven. Maar do groote meerder
heid der oordeelvellingen, die ik vernam, heide over
near het herstel van den Bussischen invloed. Er
zijn lieden, die in den grond hans harten de'Snssen
verfoeien, maar ziende dat de overige Mogend
heden ten gunste van Bulgerije's onaftiankelijkheid
niet tusschonbeide zullen komen zich nu liever
aan Rusland willen onderwerpen dan den tegenwoor-
digen toestand verlengd te zien. Zelfs in kringen,
die het naast aan de Regeering zijn, heb ik die
meening, zij het dan ook met zeker voorbehoud,
hooren uiten. Het is zeker moeielijk een andere op
lossing te voorzien, want de verwarring neemt met
den dag toe».
Het Paaschnommer van het officieele Russische
blad heeft wel een lijst van onderscheidingen, maar
Giers staat er niet op.
RECLAME
Het beste en goedkoopste middel.
ben Heere R. Brandt, Zurich. WelEdele Heer!
Ik heb een doosje van Uwe Zwitsersche Pillen ge
bruikt voor bloedzuivering; e,n kan verklaren, dat
de ontelbare puisten en zweertjes op mqn gelaat,
door gebrek aan bloedzuivering ontstaan, na het
gebruik van een doosje totaal verdwenen zijn. Hoog
achtend, UEd. DW. Dienaar, L. van der Heijden,
Nijkerk.
Echt te verkrijgen bij J. C. Zeldenrijk en Co. te
Gouda.
VEILING 18 APRIL.
Huis en Tuin R 581, Fluweelen Singel 3025.
k. A. de Boom te Bergambacht.
De aanvaar van granen was deze week grooter
dan de vorige. Voor Tarwe was meer vraag en
kon die dan ook 10 cent meer opbrengen, evenals
puike Gerst en Buitenlandsche Rogge. Andere arti
kelen zonder prqsverandering.
Zeeuwsche Tarwe 7.75 a 8.20. Polder Tarwe
7.30 a 7.50. Mindere 7.10 a 7.25. Af
wijkende 6.50 a ƒ7.-. Roode Tarwe ƒ6.60
a 7.—. Angel Tarwe 7.20 a 7.40.
Zeeuwsche Rogge 5.50 a ƒ5.90. Polderrogge
4.60 a 4.80. Buitenlandsche per 70 KG.
ƒ4.50 a 4.70. Wintergerst 4.40 a 4.85.
Zomergerst 4.10 a 4.50. Chevaliergerst 5.
a 5.60. Haver per Heet. ƒ3.a 4.10 en
per 100 kilo 6.50 a 7.25. HennepzaadIn-
landsch 6.75 a 7.Buitenlandsch 5.
a ƒ5.50. Bruine boonen 10.75 a 11.50. Witte
boonen 8.90 a 9.50. Buitenlandsche 6.25 a
6.50. Kookerwten 8.25 a 8.50. Niet kokende
blauwe 6.50 a 6,75. Buitenlandsche voererw-
ten 6.a 6.25. Kanariezaad 10.a
ƒ10.50. Duivenboonen/6.50 a 7.10. Paarden-
booner 5.75 a 6.20. Spelt 2.50 a 2.90.
Mai»-. Bonte Amerikaansche 5.65 a 5.80.
Odessa 5.50 a ƒ5.75. Cinquantine 6.75 a 7.
Alles per 100 kilo.
De veemarkt met goeden aanvoer, alle soorten
vlug. Nuchteren kalveren van 3 tot 6. Vette
varkens van 20 a 23 Ct. varkens voor Londen 18 a
19 ct. Magere biggen van 0,90 a fi 1,40 per
week. Schapen flauw van 16.22.
Aangevoerd 69 partijen Kaas, handel vlug, eerste
kwaliteit 19.tot 21.tweede kwaliteit van
17 a 19.
Noordhollandsche 21 a 24.
Goeboter 0.85 a 0.90.
Woiboter 0.65 a 0.78.
GEBOREN18 April. Johanna Cathajina, ouders J. C.
Schrave en J. C. van Leeuwen. 19. Adrianna Johanna*,
ondera C. aan Duuren en E. van Balen. Wqnaoda Eli
zabeth, oudera T. Snelieman en W. M. C. van Dorp. —20.
Anna Adriana, ouders J. van der Zant en A. P. Meijer.
OVERLEDEN 20 April. W. de Korte, 21 j. 10 m.
A. Heerkens, 5 m.
GEHUnü: 20 April. G. Tuijthof an M. G. Fraikin.
L. C. de Kuoop en 6. M. van Hooff. J. van der Kleqn
en M. Ott. 21. M. van den Brandeler en J. A. P. G.
Klem.
GEBORENKlaas, «aders H. Versnel en A. Loendersloot.
Jannigje Margaretha, ouders T. de Brnin en M. Visser.
Johanna Loozina, ouders J. Both en M. H. Noorlander.
Nieolaaa Tennis, ouders J. H. Hilgera en A. de Jong.
OVERLEDEN: G de Graaf, 0 m A Blanken, huisvr.
van W Radder, 57 j
ONDERTROUWD: A Terlouw, 23 j ei E Groeneveld,
20 j
GEBOREN Willem, oudcra M Zijderlaan en N Flyan
OVERLEDEN: A Koolwijk, 14 m
GEBOREN Nieolaaa Cornelia, ouders P Uilenbroek en A
E Verweg Jaosje, ondera M Oostrom en A Schouten
OVERLEDEN P van Dam, 2 j
Getrouwd
MARTIN US van den BRANDELER
Burgemeester van Scuunheim
EN
JOHANNA A. P. G. KLEM.
Gouda, 21 April 1887.