Buitenlandsch Overzicht. ADVERTENTIÉN. Afloop vau Openbare Verkoopingen van Onroerende Goederen. MARKTBERICHTEN Gouda, 21 April 1887. Burgerlijke Stand. Gouderak Stolwijk: Heeuwjjk gaat. "Vfre bedoelen de bierbrouwerijen. Ten spijt van ,de eeuwige pruttelaars, die tot zelfs in 't hart van het Biesland of op St. Pieter, (die plaat- ren even buiten Maastricht waar het beste bier getapt wordt), de klacht uiten, dat het bier toch niet meer dat is, ten spijt van de bewering, dat de brouwers tegenwoordig blijken geven van zeer vruchtbare studie in de pharmacochimie, een studie, die terug zou werken op het edele Cambrinus-nat, ten spijt van dat alles wordt er toch nog een aardig glaasje Maa&trichtsch verorberd. Dat kan u blijken uit de mededeeling uit officieele bron, dat de 27 brouwerijen te Maastricht in den loop van 1886 niet minder dan 87.231.857s hectoliter bier hebben geleverd! Aangenomen nu (eigenlijk mag men zoo iets onzinnigs niet aannemen!) dat dit quantum geen louteringsproces heeft ondergaan voor en bij het uitschenken, dan geeft genoemd bedrag ons het achtbare getal van ruim zes en twintig millioen glazen. De schatkist hief over dat jaar aan bieraccijns de belangrijke som van 87.828.79Vj- Wanneer ik nu meedeel, dat, blij kens het zooeven verschenen provinciaal-blad, het getal inwoners van Maastricht bij het einde van 1$86 31.031 bedroeg, en go wilt hiervan de klein ste helft (de mannen) verminderen met een fatsoen lijk getal voor de kinderen beneden de jaren, waarin men reeds begint te offeren aan Oambrinus, dan zal bq deöliug van het restant op het drievierde van het aantal glazen (een vierde gerekend voor den uitvoer), een respectabel aantal potteke» aan 't licht komen, dat per hoofd door de sterkste helft onzer plaatselijke menschheid ingenomen wordt, 't Is waar, heel eerlijk zijn we niet, want daar zijn leden van de zwakkere helft, die heel aardig hare partij spelen in 't orkest, maar die willen we dan maar laten treden in de plaats der zieken, die niet meegeteld zqn. Aan het jaarverslag van de «Koninklijke vereeni- ging van gepensioneerde officieren van het Nederl. leger" ontleenen wij de volgende opgaven: In den loop van het boekjaar 1886/87 werd uit gekeerd: Voor hulp aan gewone leden ƒ225, tege moetkoming in verpl. en hegr. kosten 425, bijslag op de lagere pensioenen 7997, rentelooze voorschot ten aan leden ƒ800, zoodat er in het geheel ƒ9447 voor hulp 'en ^ondersteuning is verstrekt, met dien verstande dat de laatste post van 800, bij termijnen afbetaald, in de kas der vereeniging terug keert. Het aantal buitengewone leden is sinds het vorig verslag met 133 vermeerderd zoodat de vereeni- ging'thans 368 gewone en 325 buitengewone leden telt. Gedurende het 10-jarig bestaan der vereeniging is er reeds ƒ71.000 aan bulp en onderstand uitgekeerd. Men meldt uit Drente: Terwijl in de verschillende plattelandsdorpen al hier in sommige opzichten, nl. in de leefwijze, ze den en gewoonten des volks de meesto overeenkomst heerscht, is er in andere toestanden een hemels breed verschil. Zoo is b. v. de wijze, waarop de arbeidende standen hunne brandstof bekomen, een der meest in het oog vallende punten. Natuur lijk kan er in eene landstreek, waar geen kanalen zijn, van aankoopen bij honderd- of duizendtallen geen sprake zqn, om de eenvondige reden dat er als zoodanig geene brandstof te koop wordt aange boden. Iedereen moet hier zijne eigene brandstof delven of dit werk door arbeiders laten verrichten. Maar ieder is geen veeneigenaar. Nu moeten de n iet-eigenaren van turf veen «huren" zooals men dit noemt, hetwelk eigenlijk iseene zekere hoeveel heid ven, voor een jaar als brandstof toereikende, onuitgegraven koopen. Dit geschiedt bij het dagwerk. Een dagwerk is echter in onze «binnenvenen" (kleine venen, waar geen kanalen zijn en bijgevolg geen turf- afvoer naar andere provinciën plaats heeft) zóóveel als vier personen in óén dag verwerken. Voor zoo danige hoeveelheid betaalt men te Borger 6 tot 10, te Eksloo 3 0 4, terwijl te Sleen, te Valte en elders de niet-eigehaar eveneens vrij turf graaft als de eigenaar, zonder daarvoor iets te betalen. De laatste wqzo stamt af van den tijd, toen de markeverdeeling nog niet ^as geschied, waarin ieder een vrij gebruik van heideveld en binnenveen maakte. Ook de wijze van aanvoeren der droge turf is zeer verschillend in kosten. Dit verschil is veel grooter, dan de afstanden der venen, waar de turf wordt gegraven; van de dorpen of gehuchten. Te Borger betaalt men 0.50 a 0.75 per voer, en 12 tot 15 voeren (wagenvrachten) maken een dagwerk. Te Eksloo werkt de daglooner of zijn vrouw een halven dag bq den paardenhouder voor het inhalen fan een voer turf, en ta Valte en Sleen heeft dit ^te bee" (voor niet) plaats. Waar geen turfveen aanwezig is, zooals te Grollo, Schoonloo, Elp, enz. graaft men «zoden" (dunne schalen van den bovengrond), die overal ook voor niet-oigenaren van veld «voor het halen" zijn te bekomen. Schoolmeester te Kamerun te zqn is nu niet zoo'n bijzonder benijdenswaardige toestand. Dat leert een brief van den heer Krystaller, den Duitschen onder wijzer te Kamerun, aan zijn studie-vriend in Wnr- temburg. De heer Krystaller schrijft onder meer «Mijn schoenen zijn iederen morgen beschimmeld, mijn stalen pennen roesten. Om de twee, drie dagen moet ik mqn huisraad naar buiten dragen om het in de zon te laten drogen. Terstond bq mqn aan komst werd ik met het schoolgebouw aan dpn meest biedende verkocht. Drie dorpen twisten om school en schoolmeester: Tokotodorp (Bona Duma), Jos- dorp (Bona Priso) en Belldorp (Bona Ascho). Het laatste schijnt de meeste kans te hebben, daar zijn beheerscher «king" Bell, de meeste oli fantstanden, vrouwen en slaven heeft en dus het best kan betalen. Mijn school zal, indien de drie dorpshoofden het eens worden, binnen het jaar zijn gebouwd. Scholen willen zij allen, maar betalen willen zo niet. Koning Bell is, geloof ik, nog de meest ontwikkelde van de drie. Zqn huis is van hout opgetrokken zijn salon, waar ik jaloersch op ben, ziet er uit als een goed zolderkamertje. Uit het' verslag over 1886 vtfn het bestuur der Vereeniging van Nederlandsche steenfabrikanten blijkt, dat de pogingen tot het weren van het gebruik van Duitschen steen geslaagd zijn. De invoer daar van is thans van zeer weinig beteekenis. Belgische steenen worden echter nog met groote hoeveelheden ingevoerd, en vooral in Brabant, Zeeland en ook in Noord- en Zuid-Holland door bijzondere personen gebruikt. Het verslag meldt, wat het bestuur gedaan heeft in het belang der steenbakkerijen, bq de aanbeste ding van sluizen voor het Merwedekanaal en den her bouw van het badhuis te Scheveningen. In 1886 zijn opgeheven of hebben niet gewerkt: 17 waal-steenfabrieken, 5 fabrieken aan Rijn en Vecht, 10 fabrieken in Groningen en Friesland, 5 fabrieken in Brabant en Limburg, 1 fabriek in Zeeland. «Nog steeds blijft onze nijverheid, zoo eindigt het verslag, die nog voor weinige jaren onder de meest bloeiende van Nederland mocht gerekend worden haar kwijnend bestaan voortslepen. Wel zijn in enkele soorten de prijzen gestegen, doch van algemeene rij zing is nog geen sprake. Wat hiervan de oorzaak is? Er wordt nog steeds te veel geproduceerd; vraag en aanbod houden nog geen gelijken tred. Wat hieraan te doen? Allerlei middelen worden aan de hand ge daan. Men kan overeenkomsten sluiten, om slechts een zeker getal te fabriceeren, of om slechts gedu rende een bepaalden tijd te werken enz. De voort durende bloei eener nijverheid kan echter niet door kunstmiddelen verkregen worden. Wij kunnen alleen herhalen wat wij in ons vorig verslag gezegd hebben. De behoefte aan steenen is aanzienlijk minder dan eenige jaren geleden. Vooruitzicht, dat hierin spoe dig verandering zal komen, bestaat er niet. Produ ceer dus niet meer dan jaarlijks benoodigd is. Langs dien weg kan onze industrie weder in normalen toestand geraken." Volgens de rekening zqn de ontvangsten 797. 35Va, waaronder ƒ207.2378 als saldo van A°. P°. De uitgaven beliepen ƒ362.76, zoodat het saldo 434.59,/g bedraagt. Het,„Bestuur van de Vereeniging «Het pensioen- Verbond" heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met een adres, waarin het herinnert, meermalen den steun dier Vergadering te hebben ingeroepen in zqn streven, dat het zeer groote en steeds grooter wor dend overschot van het Pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren worde aangewend ton behoeve van een van 's Rijks wege te creëeren weduwen- en woeden- fonds. Het bestuur meent, dat de materie zoo uit voerig, nauwkeurig en wetenschappelijk onderzocht en uitgezet is in het rapport der Staatscommissie van 1881, dat bij goeden wil en voldoenden ijver van hen, die met de samenstelling van een ontwerp belast zijn, dit spoedig bij de Kamer zal kunnen in komen, terwijl zeker de Minister wel niet in gébreke zal blijven, voor zooveel dat van hem afhangt, spoed te bevorderen, indien aan Z. Exc. de belangstelling der Kamer iri dat onderwerp opnieuw mocht blijken. Het bestuur verzoekt de Kamer derhalve, bij ge- logenheid der behandeling van de aanhangige wijzi ging in de begrooting van het Burgerlijk Pensioen fonds den Minister te doen blijken, dat door haar acte is genomen van 's Ministers verklaring, eenige maanden geleden afgelegd, dat een ontwerp tot nadere regeling van dit onderwerp in bewerking is genomen. Met welgevallen ziet het^f. hbl.* terug op de afge- loopen «heerlijke feest week, en wie tot de algemeene opgewektheid, tot den heeriqken geest welke zich toonde, zeer veel heeft bijgedragen, is die doorluch tige vroüw, die daar in dat open rijtuig,zoo ver trouwend, hartelijk en eenvoudig, met haar kind aan haar zqde, zich overal vertoonde. Met een vriendelijken glimlach, een zacht en welwillend woord, heeft ze overal begroet en gedankt voor de hulde, den Koning bewezen. Waar H. M. gelegenheid er toe had, deelde zij mede hoe de Koning dankbaar was voor de genegenheid hem betoond; hoe hij met belangstelling vernam al wat in de stad gedaan was hem ter eere. «De jonge Koningin had een moeielijke taak. Want zij is een verstandige moeder, die niet alleen voor de verstandelijke en zedelijke opvoeding van haar veelbelovend kind zorgt, maar die voor haar gezondheid niet minder waakt. Te veel opwinding en vermoeienis moest vermeden eu toch moest der loyale, trouwe bevolking het kind, waarop aller oogen goricht zijn, zooveel mogelqk getoond worden. «Met veel tact en oplettendheid heeft de Koningin voor haar kind gezorgd, en tevens den Amsterdam mers getoond, hoe zij de volksliefde waardeerde, waarmede haar kind sinds den geboortedag omringd en beschermd is. «Wij zijn overtuigd, na al wat wo hoorden van groot en klein, dat wij in naam van alle Araster dammers spreken, als wq onzer jonge Koningin dankbare hulde brengen voor het vertrouwen in het volk van Amsterdam door baar getoond.- Dank voor haar -streven om overal in de groote stad, op IJ en Amstel, op de grachten en in de achterbuurten, bq dag en bij avond, steeds vriende lijk, eenvoudig en waardig zich te vertoonen met Haar lieflijk Kind, zoodat zij, hoe guur het weder ook mocht wezen, de Oranjezon wist te doen lichten in onze straten." En wat de houding der bevolking betreft, op wel sprekender wijze dan geschied is, kon Zij niet toonen «dat ze orde en wet liefheeft, dat ze afschuw heeft van oproermakers, dat ze van harte in de dynastie der Oranjes, hot stamhuis eert van stadhouders, veldvorsten, koningen, dat als het ware een symbool is van het vaderland, en aan alle partijen tot band strekt". Een predikant behandelde op de catechisatie de schepping des menschen, en besprak met de jongelui de waarheid, dat God uit éenen bloede het gansche menschelijk geslacht hoeft gemaakt. De zoon van een hooggeplaatst ambtenaar viel hem eindelijk in de rede met do woorden: «Maar dominó papa zegt altoos dat we van de apen af stammen." «Zoo mijn jongen", was het antwoqrd, «dat kan wel zqn. Maar met je particuliere familiebetrekkin gen hebben wo op 't oogenblik niets te maken." Voor een voortroffelqk Russisch kunstenaar, den ook bij ons te lande bekenden Dmitri Slawiansky d'Agreneff, zal het in de eerste dagon van Mei een gewichtig feest zijn; te Moscou zal dan het 25-jarig jubileum worden gevierd van dien bekenden artist, die aan het Russische nationale volksgezang zulke groote diensten heeft bewezen. Een merkwaardige levensloop is in die kwart eeuw door den heer Sla wiansky afgelegd. Aanvankelijk zich op den opera zang toegelegd hebbende, trad hij echter alleen bui tenlands in opera's op, doch wijdde zich, in Rusland teruggekeerd, uitsluitend aan de poëzie en de ge zangen van do Slavische volken. Met dit doel nam hij den naam «Slawiansky" aan, dien hij aan zijn familienaam D'Agreneff toevoegde. Op zijn reizen in de verschillende Slavische landen bracht hij over de 1000 Russische en Slavische melodiën en even zoo vele gedichten bijeen, waaronder 100 heldenzangen. Uit die melodiën leerde men, meer dan door sub jectieve beschrijvingen van geleerden, de geschiedenis van het Slavische ras kennen, zooals het volk se begrijpt, de kerkelijke rythmus der eerste jaren van het Christendom, het wapengekletter van den zege- pralenden held Dmitri Donskoy, het leenstelsel en de vereeniging „van Rusland tot oen machtigen Staat, verder het bijgeloof der verloopen eeuwen, de haat tegen slavernij en het geluk over de eindelqke verlossing. Uit deze eenvoudige melodiën heeft Slawiansky, met behulp zijner gado, mede oen uitstekende kunste nares, een schat van arrangementen te voorschijn geroepen, waarmede hq het Russische volksgezang in eere herstelde en den grondslag legde voor een eigen leven op muzikaal gebied. Zelfs vormde Sla- viansky een zangvereeniging uit kinderen, die hij in vele vakken onderwijs liet geven en behalve de theorie der muziek en den zang, iedor een instrument liet leeren, zoodat het koor naar willekeur in een orkest veranderd kan worden, Ook liet Slaviansky op zqn landgoed een klein theater inrichten, waarop deze kinderen practisch met de beginselen der dramatische kunst vertrouwd geraakton. Het is dit koor, waar mede hq op zijn kunstreizen door Europa zoo veel succes inoogstte. Geen wonder dat de stad zijner inwoning, Moscou, dat geheel het Slavische volk dezen verdienstelijken man op zqn feest hulde zal brengen. De twee eerste dagen van het feest (1 en 8 Mei) zullen gewijd zijn aan oVatiën en redevoeringen in de vergadering van den adel van Moscou (waartoe de heer D'Agreneff behoort). Den volgenden dag zal de jubilaris een concert geven. Groote Oranje-liefde bestond ook ten tijde van Willem den derde, Koning van Engeland. Getuige het volgende rqrapje, dat thans in herinnering wordt gebracht: Hij uteeg te paard en reed daarheen, Hij viel en brak zijn sleutelbeen, Komt! laat ons allen rijden hoenen, En breken onze sleutelbeen en Maandag te half drie zat maarschalk Bazaine in een vertrek zijner woning te Madrid, toen een Fransch- man verlangde, tot hem toegelaten te worden. De maarschalk, die door zijn gezondheidstoestand en oen gebroken been gedwongen wordt de kamer te hou den, wenschte geen bezoek te ontvangen, maar bij een tweede verzoek van deu Franschman, liet hij dezen tot zich toe. De bezoeker noemde zich cor respondent van den Courier de la Rochelle, en onder hield zich eenige oogenblikken met don maarschalk. Bij het afscheid nemen bracht hij Bazaine twee dolksteken in het hoofd too, en snelde toen de deur uit, roepende dat hij Frankrijk had gewroken en den verrader gestraft. De bedienden schoten toe en hielden den moor denaar in verzekerde bewaring, tot de politie ver scheen, die hem medevoerde. Er werden genees- heeren geroepen, die de wonden van den maarschalk voor weinig beteekenis verklaarden; de moordenaar heeft echter gezegd, dat de dolk vergiftigd was, zoodat voorloopig nog niets omtrent den afloop ge zegd kan worden. De misdaad maakte veel sensatie te Madrid. De gevangene verklaarde te zqn Louis Hillairaud, 37 jaar oud, handelsreiziger, geboortig uit La Rochelle. Hij was naar Madrid gekomen met het vaste voor nemen om Bazaine te dooden, en aldus Frankrijke vernedering en de overgave van Metz te wreken. Reeds sedert het beleg van Parijs koesterde hij dit voornemen. Hq was elegant gekleed. De medici hielden hem voor krankzinnig; hq hiell zich onder de handen der bedienden die hem vasthielden zeer rustig. Dit is volgens de berichten, door de meeste bla den, ook de Engelsche, die eigen correspondenten te Madrid hebben, ontvangen. De VoMtsche Zei- tung heeft een eenigszins afwqkend verslag. «Een eersten stoot naar de borst weerde de 76jarige grijsaard af; een andere stoot, naar het hoofd, trof hem. Twee pogingen van zijn slachtoffer, om het schelkoord te grijpen, wist de moordenaar te verhinderen; toen hij den maarschalk, met bloed overstroomd, zag ineenstorten, verliet hq de kamer." Reeds in 1884 was Hillairaud met hetzelfde doel te Madrid gekomen, maar onverrichter zake vertrokken. Bazaines rustig leven te Madrid, heeft zeker reeds menig Fransch patriot met ergernis vervuld, en een moordaanslag door een verhit landgenoot kan hem niet geheel onverwacht gekomen zijn. Men weet dat hq in het begin van Augustus 1876 het opperbevel voerde over het in Metz geconcen treerde leger. Na een vergoefsche poging om zich door het Duitsche leger heen te slaan, gaf Bazaine zich den 28sten October 1870 met 170,000 man, ammunitie en levensmiddelen aan prins Friedrich Carl over. Waarom dit geschiedde, kon niet dui delijk blijken; men sprak van verraadna zijn terug keer uit Duitsohland werd Bazaine voor den krijgs raad gedaagd, en met algemeene stemmer, veroordeeld tot degradatie en tot den dood. De maarschalk Mac-Mahon veranderde de doodstraf in twintig-jarige gevangenisstraf, en Bazaine werd op het fort St. Margue rite, aan de kust der Middellandsche Zee, tegenover Cannes, geplaatst. Een jaar later ontvluchtte hq, met behulp van zijne vrouw, zijn neef, en zijn voor- maligen adjudant-kolonel Villette. Hij begaf zich eerst naar Italië, toen naar Arenenberg naar keizerin Eu génie, naar België, naar Engeland, en vestigde zich eindelijk in Spanje, waar hij stil en terugge trokken leefde. In 1883 dèod hij een boek over den oorlog van 1870 verschijnen, waarin hij zich van schuld zocht vrij te pleiten; de publieke opinie in Frankrijk beschouwt hem echter nog steeds als een verrader. De Ieroche dwangwet ia in het Engelsche Lager huis in tweede lezing aangenomen; een hoofdelijke «temming had eigenlijk niet plaats over de tweede lezing; het pleit was reeds hoalecht door het echt (Jladstoneaansche amendement van Samuelaon, inhoudende dat de dwangwet zou strekken om de wanorde in Ierland te doen toenemen en den band tusschen Engeland en Ierland in gevaar te brengen. Dit amendement werd verworpen met 370 tegen 269 stemmen; de Regeering had dus een vrij aan zienlijke meerderheid van 101 stemmen. De Fransohe gezant te Londen, de heer Wadding- ton, vertoeft tegenwoordig te Parijs, ten einde de Fransche regeering mondeling in te lichten over den staat der vele quaesties, welke in den laat- sten tijd de verhouding tusschen de republiek en Engeland steeds minder vriendschappelijk maakten. De Time» geeft een uitvoerig verslag van hetgeen de gezant den minister van buitonlandsche zaken, den heer Flourens, daarover mededeelde, en daaruit blijkt, dat de heer Waddington een spoedige op lossing der gewichtigste punten van geschil waar schijnlijk acht. Vooreerst het Suez-kanaal. Overeenkomstig de besluiten der internationale conferentie werden de onderhandelingen hierover door de diplomatie voort gezet, en wel tusschen Engeland en Frankrijk op den grondslag, dat de vloten der mogendhoden ten allen tijde door het kanaal kunnen varen, dat geen versterkingen aan de oevers mogen, worden opge richt en dat de tenuitvoerlegging der bepalingen aan het toezicht eener internationale commissie zou worden opgedragen. De heer Waddington meende dat op de zen grondslag weldra een schikking tusschen beide landen verwacht kan worden, doch do onderhande lingen over Egypte, welke to Konstantinopel worden gevoerd, zullen wel niet zoo spoedig tot een be- slissenden uitslag leiden. Ten opzichte van de Somali-knst en de Nieuwe Hebriden zoekt men naar een grondslag, waarop een schikking tusschen Frankrijk on Engeland rao- gelijk is. Van deze quaesties zal die betreffende de Hebriden het eerst uit den weg zijn geruimd, en wel door Frankrijk het recht te verleenen er factorijen te vestigen en er soldaten heen te zen den, indien dit noodig is tot handhaving der orde. Een officieel beschermheerschap wordt echter niet afgekondigd en de eilanden worden niet bezet. Ook deelde de gezant gunstige berichten mede over den loop der onderhandelingen over de ten toonstelling van 1889. Deze stonden zeer gunstig en er bestond gegronde hoop om te gelooven, dat de Engelsche regeering daaraan zal deelnemen. De meeat gewichtige quaesties zonden dus vermoe delijk spoedig worden opgelost, zoodat de heer Wad dington het onmogelijk achtte, dat daarover eens ernstige verschillen tusschen Frankrijk en Engeland zullen ontstaan. De brief van Paus Leo XH1 aan bisschop Kre- mentz van Xeulen trekt natuurlijk in Dnitschland zeer de aandacht, omdat daardoor de aanneming der kerkelijke wet in het Pruisische Huis van Afgevaar digden wordt verzekerd. De Jfordd. AlUjem. Zeit. deelt den brief in het Latijn en Duitsch mede, doch onthoudt zich van beschouwingen. De Paus behandelde uitvoerig de geheele geschie denis van den cultuur/camp/ en komt tot de slot som, dat, nu het Heerenhuis reeds eenige amen dementen van bisschop Kopp van Fnlda heeft overgenomen, de katholieken dit ontwerp moeten goedkeuren, daar dit den weg opent voor een volkomen verzoening tusschen de Pruisische regee ring en den Paus. Langs diplomatieken weg zal de Paus trachten nog die verbeteringen in het lot der katholieken aan te brengen, welke nog niet door dit ontwerp worden geregeld. Het Huis der Afgevaardigden besloot een aan vang te maken met de behandeling van het ontwerp. De correspondent van de «Haarl. Crt." te Sofia schrijft, dat er zelden in een land verwarder toe stand is geweest dan tegenwoordig in Bulgarije; er is hier geen spraak van politieke partijen; die be stonden niet voor den tegenvvoordigen toestand en nog minder bestaan zjj nu. Voor zoover ik mij heb kunnen overtuigen, schrijft hij verder, «door eigen waarneming en door gesprekken met de geachtste staatslieden, zijn de zaken nu tot een punt gekomen, waarop een beslissing in den «enen of anderen geest niet meer kan uitblijven. Maar do groote meerder heid der oordeelvellingen, die ik vernam, heide over near het herstel van den Bussischen invloed. Er zijn lieden, die in den grond hans harten de'Snssen verfoeien, maar ziende dat de overige Mogend heden ten gunste van Bulgerije's onaftiankelijkheid niet tusschonbeide zullen komen zich nu liever aan Rusland willen onderwerpen dan den tegenwoor- digen toestand verlengd te zien. Zelfs in kringen, die het naast aan de Regeering zijn, heb ik die meening, zij het dan ook met zeker voorbehoud, hooren uiten. Het is zeker moeielijk een andere op lossing te voorzien, want de verwarring neemt met den dag toe». Het Paaschnommer van het officieele Russische blad heeft wel een lijst van onderscheidingen, maar Giers staat er niet op. RECLAME Het beste en goedkoopste middel. ben Heere R. Brandt, Zurich. WelEdele Heer! Ik heb een doosje van Uwe Zwitsersche Pillen ge bruikt voor bloedzuivering; e,n kan verklaren, dat de ontelbare puisten en zweertjes op mqn gelaat, door gebrek aan bloedzuivering ontstaan, na het gebruik van een doosje totaal verdwenen zijn. Hoog achtend, UEd. DW. Dienaar, L. van der Heijden, Nijkerk. Echt te verkrijgen bij J. C. Zeldenrijk en Co. te Gouda. VEILING 18 APRIL. Huis en Tuin R 581, Fluweelen Singel 3025. k. A. de Boom te Bergambacht. De aanvaar van granen was deze week grooter dan de vorige. Voor Tarwe was meer vraag en kon die dan ook 10 cent meer opbrengen, evenals puike Gerst en Buitenlandsche Rogge. Andere arti kelen zonder prqsverandering. Zeeuwsche Tarwe 7.75 a 8.20. Polder Tarwe 7.30 a 7.50. Mindere 7.10 a 7.25. Af wijkende 6.50 a ƒ7.-. Roode Tarwe ƒ6.60 a 7.—. Angel Tarwe 7.20 a 7.40. Zeeuwsche Rogge 5.50 a ƒ5.90. Polderrogge 4.60 a 4.80. Buitenlandsche per 70 KG. ƒ4.50 a 4.70. Wintergerst 4.40 a 4.85. Zomergerst 4.10 a 4.50. Chevaliergerst 5. a 5.60. Haver per Heet. ƒ3.a 4.10 en per 100 kilo 6.50 a 7.25. HennepzaadIn- landsch 6.75 a 7.Buitenlandsch 5. a ƒ5.50. Bruine boonen 10.75 a 11.50. Witte boonen 8.90 a 9.50. Buitenlandsche 6.25 a 6.50. Kookerwten 8.25 a 8.50. Niet kokende blauwe 6.50 a 6,75. Buitenlandsche voererw- ten 6.a 6.25. Kanariezaad 10.a ƒ10.50. Duivenboonen/6.50 a 7.10. Paarden- booner 5.75 a 6.20. Spelt 2.50 a 2.90. Mai»-. Bonte Amerikaansche 5.65 a 5.80. Odessa 5.50 a ƒ5.75. Cinquantine 6.75 a 7. Alles per 100 kilo. De veemarkt met goeden aanvoer, alle soorten vlug. Nuchteren kalveren van 3 tot 6. Vette varkens van 20 a 23 Ct. varkens voor Londen 18 a 19 ct. Magere biggen van 0,90 a fi 1,40 per week. Schapen flauw van 16.22. Aangevoerd 69 partijen Kaas, handel vlug, eerste kwaliteit 19.tot 21.tweede kwaliteit van 17 a 19. Noordhollandsche 21 a 24. Goeboter 0.85 a 0.90. Woiboter 0.65 a 0.78. GEBOREN18 April. Johanna Cathajina, ouders J. C. Schrave en J. C. van Leeuwen. 19. Adrianna Johanna*, ondera C. aan Duuren en E. van Balen. Wqnaoda Eli zabeth, oudera T. Snelieman en W. M. C. van Dorp. —20. Anna Adriana, ouders J. van der Zant en A. P. Meijer. OVERLEDEN 20 April. W. de Korte, 21 j. 10 m. A. Heerkens, 5 m. GEHUnü: 20 April. G. Tuijthof an M. G. Fraikin. L. C. de Kuoop en 6. M. van Hooff. J. van der Kleqn en M. Ott. 21. M. van den Brandeler en J. A. P. G. Klem. GEBORENKlaas, «aders H. Versnel en A. Loendersloot. Jannigje Margaretha, ouders T. de Brnin en M. Visser. Johanna Loozina, ouders J. Both en M. H. Noorlander. Nieolaaa Tennis, ouders J. H. Hilgera en A. de Jong. OVERLEDEN: G de Graaf, 0 m A Blanken, huisvr. van W Radder, 57 j ONDERTROUWD: A Terlouw, 23 j ei E Groeneveld, 20 j GEBOREN Willem, oudcra M Zijderlaan en N Flyan OVERLEDEN: A Koolwijk, 14 m GEBOREN Nieolaaa Cornelia, ouders P Uilenbroek en A E Verweg Jaosje, ondera M Oostrom en A Schouten OVERLEDEN P van Dam, 2 j Getrouwd MARTIN US van den BRANDELER Burgemeester van Scuunheim EN JOHANNA A. P. G. KLEM. Gouda, 21 April 1887.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

GC | 1887 | | pagina 2