Bulteolandsch Overzicht.
ADVERTENTIEN.
Lange Tlendeweg, D 12.
POLITIE.
Door den heer Kielstra werd aangedrongen op
betere bezoldiging van de machinisten der Marine
en niet-afsluiting van de werving voor het korps
Mariniers.
Door den heer Heldt werd nog aangedrongen op
eene spoedige indiening van de Pensioenwet voor
oude werklieden bij de werven, waarbij de heer
Seret het verlangen uitdrukte, dat ook voor de
werklieden bij de Landmacht eene pensioenregeling
mocht worden getroffen.
Nadat de Minister vau Marine eene spoedige
afdoening van de aangelegenheid, voor zoover hem
betrof, had toegezegd, werd de geheele begrooting
met algemeene stemmen aangenomen.
De conclusie der Commissie in zake de verklaring
door Nederland en België betreffende de te nemen
maatregelen tegen den z. g. handel in jeugdige
vrouwen en meisjes, werd aangenomen voor ken
nisgeving.
BH de conclusiën over de adressen van de heeren
Do Vos en Van Beest houdende klachten over het
beheer der gestichten Veenhuizen,* noemde de heer
Borgesius die gestichten een „Augias-stal," terwijl
de heer Van der Feltz vroeg, of den Minister de
vuile toestand in de gestichten bekend was, en wat
hij daaraan dacht te doen.
De Minister van Justitie verklaarde dat het ont
slag van de heeren De Vos en Van Beest eerst had
plaats gehad na een nauwkeurig onderzoek door
een vertrouwd ambtenaar van het Departement van
Justitie.
Ook door de heeren De Kanitz en Kist werd de
handelwijze van den Minister van Justitie in deze
afgekeurd.
De conclusie is daarna aangenomen.
Men schrijft aan de Leidsche Ct
Het eene jaar verschilt niet veel van het andere.
Als men meent dat de- langgerekte winter voorbij is
en de lente aanbreekt, ontstaat er bij zoelte van en
kele uren onweer, en de koude, die men vergeten
achtte, neemt weer de overhand. Voor een paar we
ken had men daarbij eene bijróaan waargenomen.
Het is bekend dat verschijnselen als bijzonnen en
bijmanen ontstaan door de werking van het licht der
zon en maan op tallooze ijskristallen, die zich in
het luchtruim bevinden en koude aankondigen. De
raad werd daarbij gegeven de kachels niet weg te
doen. Als op slag liep de wind naar het noorden,
waarbij hij hard begon te blazen en de beruchte
koude Mei-dagen bezorgde. Het is nu sedert veertien
dagen over geheel Europa veel te koud en meti
vraagt daarbij elkander af of de geleerden het nu
ernstig meenen dat de aardkorst hoe langer hoe meer
afkoelt. Ook heeft het niet aan nachtvorsten ontbro
ken. Dat hierbij de toch reeds achterlijke groei stil
staat en de snijdende wind aan het pas ontloken
groen en do bloemen schade doet, behoeft geen betoog.
Niet zonder reden wordt er van een voortreffelijk
fruit-jaar gewag gemaakt en daarvan geeft o. a. de
Betuwe hoog op. De kersenboomgaard en prijken met
eene weêrgalooze pracht van bloesems, de perenboo-
men gelijken een bloemruiker en de appelboomen be
loven niet minder. Maar het is te hopen dat van
de kersen, de peren- en appelboomen naar evenre
digheid ook een zoo overvloedigen pluk kan gedaan
worden. Er ligt tusschen den bloei en den oogst
nog een tijdsbestek waarin veel van de te verwachte
vrucht kan verloren gaan. Men kan geen hei! roe
pen, zegt men, voordat men over de brug is.
Het Vaderland bevat een artikel over het be
kende voorstel in zake het Sociaal Weekbladonder
den titel: „Het „Nut" en de Sociale gedachte."
Het k&n niet ontkend worden, wordt daarin gezegd,
dat het Nut wel aan een verjongingskuur behoefte
heeft. Minder omdat er weihig voor de Maatschappij
te doen zou zijn, dan wel omdat het programma
•ontbreekt en de omvang van het doel, in verband
met de bekrompenheid der middelen, dwingt tot een
kiezen, dat licht in een weifelend van don hak op
den tak springen ontaardt. Vergissen wij ons, vraagt
het blad, als wij meenen, dat de behoefte om voor
zichzelf tot klaarheid te komen en om het doel voor
de leden tot klaarheid te brengen, het voorstel van
het hoofdbestuur heeft in het leven geroepen Het
hoofdbezwaar is dan onzes bedunkens, afgezien van
de bedenkingen tegen vorm en inhoud van het blad,
dat men te veel kracht heeft willen concentreeren
op een arbeid, die slechts middel mag zijn in plaats
van doel, en van de beperkte financiën van de Maat
schappij te veel heeft gevergd.
Maar de stem tegen dit voorstel mag niet beteeke-
nen laten wij ons op het gebied der sociale quaestie
toch zoo weinig mogelijk bewegen. Wie de welspre
kende rede heeft toegejuicht, waarmede de voor
zitter, de heer Quack, de laatste jaarvergadering
heeft geopend, herinnere zich, hoe hij der Maat
schappij de taak heeft afgebakend, die in haar twee
den eeuwkring voor haar ligt. Hij bepaalde do
aandacht der vergaderiug bij «de sociale gedachte,
die in de stichting der Nieuwenhuijzens ligt opge
sloten, en die zij voortdurend moet verwerkelijken,
zoolang er levenskracht is in de Maatschappij." Hij
herinnerde, hoe het uitgangspunt der stichters was,
«het teeder medelijden oVer den staat des gemeenen
mans in het vaderland" en hoe dit uitgangspunt in
onzen democratisch en tijd andere daden eischt dan
in de vorige eeuw. Hij heeft haar een geheel pro
gramma van werkzaamheden voorgespiegeld, dat
slechts methodische ordening behoefde, om voorjaren
en jaren den arbeid der Maatschappij te bepalen.
Om deze woorden tot werkelijkheid te doen wor
den is het ongewijfeld noodig, dat kennis omtrent
de sociale vraagstukken wordt verspreid, dat de leden
van het hooge belang daarvan worden doordrongen,
dat propaganda worde gemaakt voor hun oplossing.
Koos liet hoofdbestuur niet het rechte middel, de
hoofdgédachte van zijn voorstel verdient beter lot
dan eenvoudige vorwerping, zonder meer. Dat be
greep het departement Gouda, het eenige zoover wij
weten, dat deugdelijke, opbouwende critiek leverde,
door het volgende besMit te nemen:
1. Het hoofdbestuur uit te noodigen bij de behan
deling van punt V der punten van beschrijving, ten
einde te komen tot een zuivere stemming, in 'de
eerste plaats het oordeel der vergadering te vragen
omtrent het beginsel van de zaak
2. het beginsel goed te keuren;
3. de voorgestelde overeenkomst met den heer
Tjeenk Willink af te keuren, en in geval tegen
deze wijze van behandeling bij het hoofdbestuur
bezwaren mochten bestaan, de volgende motie aan
de vergadering voor te stellen
De vergadering met het hoofdbestuur overtuigd
van de wonschelijkheid der verschijning van een
periodiek orgaan ter behandeling der vraagstukken,
waarbij het stoffelijk, geestelijk en zedelijk welzijn
van de groote menigte des volks betrokken is,
van oordeel dat het Sociaal Weekblad zich te veel
beweegt op het gebied der politiek, te veel het ken
merk draagt van een partijorgaan om den steun der
Maatschappij te mogen ontvangen,
acht de voorgestelde overeenkomst met den hoer
Tjeenk Willink niet in het belang der Maatschappij
en onthoudt daaraan hare goedkeuring.
Kon zulk een voorstel niet do basis vormen voor
nader overleg vraagt het Vaderland. En zoo in
dit voorstel nog altijd het bezwaar ligt, dat ook
bij ons weegt, dat de Maatschappij in de ver
leiding komt haar kracht te verspillen op journa
listiek gebied, ligt er dan ook niet een goede ge
dachte in het voorstel yan Botterdam om jaarlijks
een twaalftal kleine volksgeschriften op sociaal en
economisch gebied uit te geven, al is de vorm,
waarin het voorstel is gegoten, met opdracht van
de redactie aan een commissie buiten het hoofd
bestuur, voor dit hoofdbestuur te krasse motie van
wantrouwen om het te aanvaarden
Tot geruststelling en tevens tot waarschuwing
maakte voor korten tijd de vereeniging van genees
kundigen der stad Diisseldorf het volgende bekend:
Iq den laatsten tijd geven de dagbladen onder
hunne gemengde berichten zeer dikwijls verhalen
van bloedvergiftiging, na schijnbaar onbeduidende
verwondingen. Nu eens is het de steek van een
naald, waarmede een bonte, natuurlijk met eene
giftige verfstof gekleurde stof genaaid is; een anderen
keer de steek met eene pen, die van arsenicumhou-
denden inkt voorzien was. Hier is het eene kleine
afschaving van het been, welke door eene gekleurde
kous geïnfecteerd werd, daar eene snede, welke men
met postzegelpapier of ander giftig materiaal in
aanraking gebracht heeft. Meer dan eens springen
gedeelten van luciferskoppen in open wonden of
veroorzaken ook brandwonden, welke dan, doordien
de giftige phosphorus er in viel, do bron eener bloed
vergiftiging vormen, ten gevolge waarvan de vingers
eener hand, ja, een geheele arm geamputeerd moes
ten wordenDoor zulke berichten wordt het publiek
zonder grond angstig gemaakt. Al deze verhalen be
rusten of op geheel valsche beoordeeling van het
onderhavige geval, of op verzinning. Het is waar,
elke wonde, ook do onbeduidendste, kan het uitgangs
punt eener bloedvergiftiging worden, maar de giften
welke eene bloedvergiftiging veroorzaken zijn van
geheel anderen aard en het publiek als giften ge
woonlijk niet bekend. Het zijn de scheikundige stof
fen, welke zich bij het roesten, verweren, gisten enz.
van dierlijke of plantaardigijVstoffen vormen en die
in de geheelo atmosfeer in groote hoeveelheid voor
komen. Giften, zooals phosphorus, arsenicum, lood,
zureh enz., zijn voor dergelijke wondon niet schadelijk.
De brandende phosphorus wordt zelfs niet door het
lichaam opgenomen, daar hij zelf door de vorming
van de brandkorst de huid yp de plaats der wonde
onwerkzaam maakt. Arsenicum, koper, lood enz. zul
len in zoo buitengewoon gerjuge hoeveelheid zelfs
onder de gunstigste omstandigheden in het bloed
komen, dat van een vergiftiging zelfs geen sprake
kan zijn. Hot postzegolpapier bevat geen gif. Geheel
anders werken de zoogenaamde infeotiestoffen, die
uit het vuilnis enz. ontstaan. Van deze is de opname
in de wonde van eenige slechts met het microscoop
zichtbare deeltjes voldoende, om bij de aanraking
met de wondkorst of het bloed in hot ongunstigste
geval ook dit aan te tasten, eene aantasting, welke
blijkens de ervaring niet alleen snel om zich heen
grijpt, maar zich ook weldra in de inwendige organen
vertoont-en dikwijls eene spoedige oplossing ten ge
volge heeft. Gelukkig bezit overigens het menschelijk
lichaam tegen deze infectiokiemen een tamelijk groot
weerstandsvermogen. Wij herhalen het, het gevaar
van bloedvergiftiging bij bet binnendringen van «gif
ten" in toevallige wonden bestaat niet. Het is echter
voorzichtig, ook op de kleinste wonden te letten en
deze van het begin met zorg to behandelen en zeer
zindelijk te houden.
China zal spoedig voor de eerste maal in zijn
geschiedenis eigen munten gaan slaan. De heeren
Heaton, to Birmingham, hebben na langdurige onder
handelingen een contract gesloten voor de levering
van muntpersen en al wat verder voor een munt
noodig is, en een on ander moet binnen een jaar
in China zyn opgesteld. Tot nogtoe zijn do munten
die voornamelijk in de circulatie in China gebruikt
worden, kleine koperen stukken, ter grootte van een
Engelsche „halfpenny" en met een vierkant gat
waardoor men ze aan elkander rijgt. De waarde
die zij vertegenwoordigen is een duizendste van een
dollar of van ongeveer 3.De specie van hoo-
gere waarde is zilver in ballen of baren, waarvan de
waarde door wegen berekend wordt. Er is ,ook
eenig papiergeld en voorts circuleeren de Mexicaan-
sche dollars vrijelijk. Met de nieuwe machineriën
zullen dollars en zilverstukken van Vj> */i» Vin dol-
lar, alsmede koperstukken van Viooo dollar geslagen
worden. Do persen zullen 2,700,000 muntstukken
per dag ter waarde van 307,800 afleveren, en de
koperen stukken zullen ook het vierkante gat be
houden, dat sedert onheugelijke tijden bestaan heeft.
Op dat punt wilden de Chineozen niet toegeven.
Eens bezocht ik, schrijft een Eügelsch correspon
dent, met eenige vrienden Canton, en natuurlijk
gingen wij overal heen waar iets merkwaardigs was
te zien. Wij bezochten oen aantal pagoden en tem
pels, zijde-fabrieken, de inrichtingen tot kunstmatig
uitbroeien van eendeneieren, winkels van ivoor en
nephriet, pandjeshuizen, de winkels van slagers die
honden- en kattenvleesch verkochten, het wateruur
werk der stad; alle deze merkwaardigheden zijn
reeds voor onheuglijke tijden beschreven.
Gedurende onze zwerftochten door de kronkelende
straten der stad, tuitten ons de ooren van het geroep
om fooien. Waar wij ook gingen schreeuwden de
nog niet volwassen bezitters van een staart „Curas-
haw! Cumshaw!" (een fooitje, hoeren, een fooitje!)
en de volwassen Chineezen herhaalden dit. Wan
neer men aan het verzoek der kinderen niet voldeed,
dan veranderden zij hun geschreeuw in: „Fanquai!
fanquai!" (vreemde duivel, vreemde duivel). Onder
het eentonige geroep van cumshaw betradon wij het
yamun der overheid. Hier liet men ons de werk
tuigen zien, waarmede do bamboosstraf op de voet
zolen van de misdadigers wordt toegediend, benevens
rottings en korte knuppels om daarmede het gelaat
der valsche getuigon to slaan, duimschroeven en
pijnbanken om bekentenissen te ontlokken (volgens
de Chineesche wetten mag geen misdadiger ter
dood worden gebracht, alvorens hij zijne daad be
kend heeft); canquls, oen soort van kraag, waarbij,
wat grootte en stijfheid betreft, de boorden der Lon-
densche dandy's mastersnog niet halen. Hot zijn
rechthoekige houten vlakken, met gaten voor het
hoofd en de handen. Het sombere kleine vertrek,
waar deze foltertuigen geborgen waren, scheen ons
een beeld toe van een Europeesche gerechtszaal in
de Middeleeuwen.
Weinige oogenblikken later begaven wij ons in
onze draagstoelen door een zeer druk gedeelte der
stad naar de plaats der terechtstellingen. Op onzen
weg gingen wij nog voorbij de nieuwe Boomsch
Katholieke kathedraal, welke reusachtige spitse
torens zich in de wolken verliezen. De plaats der
terechtstelling was eene kleine rechthoekige, om
heinde ruimte, ongeveer 15 yards bij 50. Wij
gingen er door een poortje binnen. Rechts van
den ingang strekte zich een rij kleine huizen uit,
waarin pottenbakkers schenen te wonen; de ruwe,
nog ongebakken voorwerpen, welke zij vervaardigd
hadden, lagen overal op den grond verspreid om in
de zon te drogen. Wanneer er echter eene terecht
stelling moest plaats hebben, dan werd dit alles op
geruimd. Tegenover do huizen der pottenbakkers
was een hooge muur, tegen welks voet eenige zeer
groote aarden vazen stonden geleund, waarvan de
openingen op één na met aarde gevuld wareh. Nu
stelde onze gids ons voor aan drie armoedig gekleede
Chineezen, die bij onze komst vlak bij het poortje
aan een /aw&w-tafel zaten te dobbelen. De éSn,
een ruw wezen met een schelmenblik, was de scherp
rechter, en de beide andere kleine personen waren
zijne helpers. Door middel van onzen tolk zeiden wij
den scherprechter, dat wij de werktuigen wenschten
te zien, waarvan hij zich in zijn beroep bediende, en
dientengevolge haalde hij een kort, breed zwaard en
een lang mes voor den dag. Door middel van onzen
tolk hielden wij nu hot volgende gesprek met den
kerel.
„Hoe gebruikt gij dit zwaard? Waar is het blok?"
„Wij gebruiken geen blok. Wij laten de gevange
nen in twoe rijen knielen met het gelaat naar el
kander toe en met gebogen hoofden. Dan neem ik
het zwaard en fluks sla ik beurtelings aan weerszij
den een hoofd af, totdat al de hoofden gevallen zijn.
Het gaat net alsof gij met uw stok de toppen uit
het onkruid slaat.
„Slaat gij altoos met één slag het hoofd af."
„Altoos."
„Waartoe dient het mes
„Dat gebruiken wij voor de ling-che of dood door
messteken. Wij binden den misdadiger, die tot dezen
dood wordt veroordeeld, aan dat kruishout daar
ginds (hierbij wees hij naar twee ruwe, geschilderde
stukken, welke elkander kruisten) en wij beginnen
de oogleden, de ooren, den neus, enz. af te snijden en
eiudigen met een steek in het hart. Het aantal
sneden verschilt van 8 tot 120, al naar dat de
misdadiger een meer afschuwelijke misdaad heeft
bedreven."
Welke soort van misdadigers worden tot de ling-
che veroordeeld.
„Vadermoorders, raoedermoorders en vrouwen, die
hunne echtgenooten hebben gedood en verminkt
maken de meerderheid uit."
„Kunt gij goed slapen en eten, wanneer gij iemand
hebt ter dood gebracht?"
De drie scherprechters grinnikten eens op deze
vraag, daarom vervolgden wij:
„Hoeveel personen hebt gij wel eens op één dag
ter dood gebracht?"
„Ik heb zelf in twee minuten twintig hoofden
afgeslagen. Ziet gij die donkere vlek op den grond
daar ginder? Dat is van het bloed van de laatste
slachting."
„Wat wordt er met de lijken gedaan?"
„De vrienden halen de lichamen weg, maar wij
bewaren de hoofden in de vazen, daar ginds by den
muur, en wanneer wij er een groot aantal hebben, en
zij onherkenbaar zijn geworden, dan begraven wij
ze. Zoudt gy gaarne eenige van de hoofden zien?"
Wij bedankten hiervoor, en daar een mijner vrien
den zeer bleek werd en zich onwel begon te gevoe
len, lieten wij ons door onzen gids den terugweg
wijzen.
„Heeren, geeft ieder twintig ets. (Am.) fooi aan
de beulen," zeide de gids. Wij waren blijde daar
door verlost te worden van den starenden, schelen
blik van den „menschenslachter" en zoo eindigde
ons onderhoud met de scherprechters van het groote
Chineesche rijk.
Aan eene correspondentie uit Kotta Kadja, ddo.
3 dezer, ontleent de Javabode het volgende
Uit mijn laatste brieven en ook uit andere be
richten zal u wel zyn opgevallen, dat het hier
sedert eenigen tijd buitengewoon rustig was. Dit
tydperk van rust is thans, volgens ingewonnen be
richten, geëindigd. Sterke benden gewapende
Atjebers moeten zich hebben verzameld, om ons op
verschillende manieren afbreuk te doen. Eenige
dagen geleden zoudon zelfs by geheime nota door
den kolonel-gouverneur aan de officieren de dagen
bekend zijn genaakt, waarop gedurende de maanden
April, Mei en Juni aanvallen op onze troepen of
posten zullen worden gomaakt. Dit zal u mis
schien wel een weinig onwaarschijnlijk voorkomen,
maar toch is het zoo. De heeren Atjehers hebben
den dienst voor drie, maanden uitgemaakt.
In de zoooven bedoelde nota werd vermeld, dat
de aanvallen den 3Ion Maart zouden beginnen. Het
voorgovalleno in den nacht van dien datum heeft
dit bericht al vast waar gemaakt Eene bende
van ongeveer 200 man, goed gewapend, had zich
door de duisternis begunstigd door onze postenlinie
weten te dringen. Hun doel was Panteh-Perak aan
te vallen. Hun doel werd echter niet bereikt, daar
de bende in de nabijheid van Lamjong op eene hin
derlaag uit die benting stuitte. Er werd hevig ge
vuurd, doch handgemeen werd men niet.
Intus8chen Was van hier eene kolonne van on
geveer 150 man opgerukt met het doel den aanval
op Panteh-Perak af te weren. De troepen, welke
den vyand eveneens eene hinderlaag legden, werden
niet verontrust. De troep van Lamjong bekwam
een doode en twee gewonden (inlanders). De AtjoheTs
echter moeten zware verliezen hebben geleden men
spreekt toch van ongeveer 20 dooden, behalve de
gewonden.
Heden nacht werd Panteh-Perak beschoten, doch
niet hevig, zoodat mag worden verondersteld dat dit
door eenige zwervende Atjehers en niet door de zoo
even bedoelde bende is gedaan.
Op het oogenblik het is 8 uur in den morgen
hooren wij in de richting van Ketapan-Doea
sedert ongeveer een uur aanhoudend kanonschoten
vallen, afgewisseld door pelotonsvuren, waartusschen
ook het vuur van den vijand kan worden waarge
nomen. Er wordt gevochten, dat is zeker, doch
wat er aan de hand is, kan ik u nog niet berichten.
Den 30en Maart keerde per laatste trein alhier
terug het op den 15en te voren, onder commando
van luitenant Gerritsen uitgerukt, detachement, sterk
15 man. Deze troep had zich, aan boord van het
gouvernementsstoomschip Tegal, naar eene kampong
in de nabijheid van de reede van Segli begeven.
Het doel was de roovers die aan boord van eene
ciingaleesche brik, varende onder Engelsche vlag,
een bedrag van ongeveer 3000 dollars hadden ge
stolen, op het spoor te komen.
Gedurende veertien dagen begaf het detachement
zich 's nachts aan boord van de brik en bleef daar
tot 's morgens. Den veertienden dag, nadat niets
was bespeurd, kwam het oorlogschip Macassar daar
mede aan; de beide schepen namen nu stelling om
de kampongs, door welker bewoners de rpof was
gepleegd, te tuchtigen, liet hoofd werd eerst ge
sommeerd binnen vier en twintig uren het geroofde
bedrag te restitueeren, zullende anders de nabijge
legen kampongs wordjgn platgeschoten. Den vol
genden .dag kwam hij aan boord, waar het vereischte
bedrag door hem en zijne volgelingen den gezag
voerder werd ter hand gesteld.
Na het ontstolene te hebben teruggekregen,
zeilde de ciingaleesche brik weg, terwijl de oorlogs
bodems naar Oleh-leh terugkeerden, alwaar onze
troepen debarkeerden.
De hangende quaestie tusschen de Fransche be-
grootings-commissie en het ministerie is in de kamer
behandeld. Met 275 tegen 257 stemmen werd eene
voor de regeering aannemelijke motie verworpen,
zoodat de heer Goblet (lankondigde, dat het kabinet
zyn ontslag nam.
In België schijnt weer eene werkstaking op groote
schaal te worden voorbereid. Zoowel in de nabijheid
van Luik als in de omstreden van Charleroi staken
de werklieden in fabrieken en kolenmijnen bij hon
derden den arbeid, zoodat het getal der werkstakers
volgens eene socialistische raming reeds 10,000
bedraagt.
De regeering heeft pchter allo voorzorgsmaatre
gelen genomen ten einde elke rustverstoring te
voorkomen. Vele garnizoenen worden gereed ge
houden om eik oogenblik naar de bedreigde stre
ken te kunnen vertrekken en te Charleroi is de
burgerwacht reeds onder de wapenen. De meeste
directeurs der kolenmijnen waren reeds op de
werkstaking voorbereid, want Zaterdagavond namen
in vele mijnen de werklieden hun houweelen meê
naar huis, hetgeen een bijna zeker bewijs was dat
zij Maandag niet zouden terugkeeren.
Do beweging is het werk van den bekenden op
ruier Defuisseaux.
Gelyk men weet, scheidden zich op het jongste
congres der sociaal-democraten de bedaarde werklie
den van dezen leider af, daar zy niet langs revolu
tionairen weg, maar uitsluitend door een vredelie
vende propaganda, hun geschillen met de werkgevers
willen uitmaken. Defuisseaüx wil echter zijne plan
nen niet laten varen en heeft van uit Frankrijk,
waar hij sedert zijne veroordeeling verblijf houdt,
steeds betrekkingen onderhouden met zijne aanhan
gers onder do werklieden, die nu eene algemeene
werkstaking verlangen. Ofschoon de onverzoenlijken
verreweg in de minderheid zijn, hebben zij toch reeds
vele werklieden der andere partij, hetzij door over
reding, hetzij door bedreiging, tot hunne zyde over
gehaald.
De goede uitslag van de pogingen der opruiers
wordt tevens zeer bevorderd door het besluit der
Belgische kamer tot verhooging dor invoerrechten
op vee, want dezen maatregel, die den grooten
grondbezitters het meeste zal baten en de vleesch-
prijzen voor den burger aanmerkelijk doen stijgen,
heeft onder de werklieden groqte ontevredenheid opge
wekt, waarmede nu do zendelingen van Defuisseaux
hun voordeel doen.
Uit voorzorg heeft het garnizoen van Charleroi
op last der regeering alle kolenmijnen in den omtrek
dezer stad bezet, terwyl de gewone dienst door de
burgerwacht wordt verricht. Evenwel is tot dusver
nog nergens de orde verstoord.
Thans wordt bevestigd dat van 1 Juni af een
deel van het Duitsch-Engelsche postverkeer over
Vlissingen zal geleid worden. De mondelinge ver-
toogen, door de te Berlyn aanwezige Belgische onder
handelaars daartegen ingebracht, mochten te minder
baten, omdat er juist gedurende hunne aanwezigheid
bijpa dagelijks, ten gevolge yan het gebrekkige Bel
gische transito-verkeer, postbezendingen op zich lieten
wachten.
Verscheidene "bladen melden dat er nog in den
loop van deze zitting bij den Duitachen Bijksdag een
wetsontwerp zal inkomen tot scherpere vervolging
en bestraffing van spionnen.
Het Engelsche Lagerhuis verwierp na een lang
durig debat met 242 tegen 180 stemmen het amen
dement van Harcourt óp het eerste artikel der
lersche Coercion BUI. Dit amendement, dat eene
besnoeiing van het wetsontwerp beoogde ten op
zichte van openbare vergaderingen, het bewonen en
verhuren van grond en het huren van personen
voor arbeid, werd door Balfour bestreden als zijnde
eene poging tot boycotting der wet, waardoor deze
waardeloos zou worden.
Bureau voor gevonden voorwerpen, geopend van
i namiddags 1 tot 3 uur.
Een gouden mans Horlogeketting.
M A R K TBERICHTEN
Gouda, 18 Mei 1887.
De aanvoer van granen was heden onbeduidend,
waarschijnlijk ten gevolge de ongewono dag. Voor
tarwe bestond goede vraag, zoodat die vooral in de
puike soorten 10 cent meer kon opbrengen. In de
overihe artikelen kwam nipt verandering.
Zeeuwsche Tarwe 8.-U a 8.50. Polder Tarwe
7.60 a 7.95. Mindpre 7.50 a 7.60. Af
wijkende 7.-*- a 7.25: Koode Tarwe 7.10 a
7.30 Angel Tarwe/7i60 a 7.70. Zeeuwsche
H°goe °*60 a 6.Pölderrogge 4.60 a
4.85. Buitenlandsche per 70 KG. 4.60 a
4.75. Wintergeret 4.40 a 4.70. Zomergerst
4.a 4.30. Chovalibrgeret 5.a 5.75.
Haver per Heet. 3.10 4 4.20 en per 100 kilo
6.50 a 7.25. Hennepzaad: Inlandsch 6.75 a
7.Buitenlandsch [5.a ƒ5.50. Bruine boo-
nen 10.75 a 11.50. Witte boonen 8.a
8.75,. Erwten: Inlandsche blauwe mesting 6.10
a 6.40. Buitenlandsche yoererwten 6.a ƒ6.20.
Kanariezaad 10.a10.25. Duivenboonen
6.50 a 7.10. Paarclénbooner?. 5.75a 6.20.
Spelt niet aangeboden. Mais Amerikaansche Mixed
5.70 a 5.80. Odessa 5.50 a 6.—. Cin-
quantine 6.a 6.10. Alles per 100 kilo.
De veemarkt met goeden aanvoer, en vluggen,
handel met verhoogde prijzen Vette varkens voor
Londen 17 a 18 ct magere varkens en biggen vlug,
biggen 1.a 1.4Q per week.
Lammeren 7.a 11.per stuk.
Aangevoerd 43 partijen Kaas, eerste kwaliteit
19.tot 21.tweede kwaliteit van 17
a 19.
Noordhollandsche 21.-*- a 24.
Goeboter 1.10 a 1.20.
Weiboter 0.85 a 1.00.
burgerlijke Stand.
GEBOREN: 16 April. Pieter Antonie, oodera P. Visser
en C. J. Klamper. Pleantje Hendrik», onder» J. H. ran
Kleeft en C. J. Kwakernaat. Johanna, oudera A. Nienwen-
haiaen en A. van der Maaa. 17. Elizabeth Alida, ouders
A. den Braber en A. Verweij. Ezeehiel, oudera E. de Jong
en M. A. Sluiter.
OVERLEDEN: 17 April. J., C. Pietera, 2 m.
GEHUWD: E. W. de Keijzer en JL Bomer. C. H.
üenshroek en H. Slinken. P. Kooij en M. S. Tijbout.—
H. Hoogendoorn en G. J. van Stavel.
Allen die iets te vorderen hebben yan-
verschuldigd zijn aan- of papieren onder
zich hebben behoorende tot de nalatenschap
yan den Heer ANDRÉAS MOONS Az., in
leyen Grondeigenaar en Landbouwer en Koop
man, gewoond hebbende te Gouda en aldaar
orerleden den 13 Mei jl., worden yerzoeht,
daaryan róór den 1 Jnni a s. opgaye, betaling
of afgifte te doen aan den Heer J. M. MOONS,
te Reeuwijk, of ten Kantore yan M'. I. MO
LENAAR Notaris te Waddinxveen.
EL SALTO t
KING BUM BUM
HAVANA UITSCHOT
LA MODAJ
Alles zonder inlandsche Tabak.
Verkrjjgbaar in het Depót yan LEON N.
yAN PRAAG,
f30 p.M.