mmmmm SLOTEMAKER en Co., Gouda, DE „IMPROVED" SINGER MACHINES, PUIKE QÏÏALITEIT iMüMn. J. H. ROODE. DIENSTBODE, ADVERTENTIÉN. GOUDSCHE ZANGVEREENIGING. A. DEKCKSEN, Bordeaux-, Rijn-, Moezel-, Champagne-, Madera- en Port-Wijnen. IW-ÏORL NIEUWSTE UITVINDING: Kenig Depót te GOUDA: Dubbelde Buurt B \o. 4. Goudsche Zangvereeniging. Het BESTUUR. 3 CENTS SIGAREN Merk LAS GRACIAS 2 V, CARAMBOLACE 2 ONION. m- Zie de ETALAGE. Diverse gebakjes: W. SCHALEKAMP, „de POSTHOORN" Rolterdam. Brouwerij de ADistel Amsterdam. Depót Zeugstraat G. 85. PALAIS de DAMES Ëpines H. J. M. KABEL, Kleeding-Magazijn ,de STAD PARIJS," Markt 62, Gouda. Eenige Fabrikanten der echte Singer Naaimachines. met osoilleerend ringspoeltje en hoogen arm. Op de Internationale Tentoonstelling te EDINBURGH in October 1886 ontvingen van alle geëxposeerde Naai machines, slechts de OR1GINEELE SINGER den hoogsten prijs: De Gouden Medaille- spoorweg van Cromvoirt naar 's-Hertogenboscli en daarmede in verband staande werken, was door de heeren Van Kerkwijk c. s. een amendement voorge steld, om slechts een gedeelte van het werk uit te voeren, waardoor eene bezuiniging van 2 millioen zou verkregen worden. Dit amendement werd door de heeren Van der Schrieck, Vos de Wael en Van Baar ernstig bestre den, terwijl ook de Regoering de aanneming er van ontried. Het amendt.-Van Kerkwijk c. s., om het werk te beperken tot aanleg eener verbinding Zwaluwe- 's-Bosch werd aangenomen met 38 tegen 22 stemmen. Het geheele ontwerp werd aangenomen met 44 tegen 16 stemmen. Omtrent de conclusie van de commissie in zake het rapport der laatst ingezonden Tjiomas-stukken luidende: aanneming voor kennisgeving en niet doen drukken dier stukken, werd conform beslist. Den Minister van Financiën dank te zeggen voor de door hem gegeven inlichtingen omtrent de Con- versiewet, gelijk de conclusie der commissie luidde, daartoe kon de heer Gildemeester niet besluiten. Hij constateerde, dat de Minister bij de behandeling der Conversiewet in de Eerste Kamer anders gespro ken had dan in de Tweede. In de Eerste Kamer is gebleken dat het contract met Rothschild slechts voor een bedrag van 100 millioen was, terwijl uit 's Ministers rede in de Tweede Kamor was op te maken, dat het volle bedrag (338 millioen) verzekerd was. Als lid der Eerste Kamer zou hij nimmer voor de Conversiewet hebben gestemd. De Minister van Financiën verklaarde, dat het nimmer zijn bedoeling was geweest, den indruk te vestigen, dat het volle bedrag verzekerd was. Dat zou eene misleiding zijn geweest beneden de waar digheid der Regeering. De conclusie der commissie is daarna aangenomen. De Kamer is gescheiden tot Maandag a.s. IVg ure. Dan is aan de orde de voortzetting der Grondwets herziening en wel over Hoofdstuk VIII. Dezer dagen had, in tegenwoordigheid van ver scheiden journalisten, te Parijs in de Salie des Folies-Bergère een proeve van hypnotisme plaats, even stuitend als nieuw. Zij geschiedde namelijk in een groote kooi, waarin zich twee leeuwinnen, Saida en Sarah, en een éjarige leeuw, Romulus, bevonden. De kooi was vooraan op het tooneel geplaatst. De leeuwin scheen angstig en gehoor zaamde ternauwernood; Romulus bleef onbeweeglijk in een hoek staanmaar Sarah gaf blijk van haar gewone luidruchtige ondeugendheid. De temmer Giacometti dwong haar, over zijn gestrekten arm te springen en over zijn gebogen rug, en liet ook de overige dieren met buitengewone stoutheid allerlei evolutiën uitvoeren. De great attraction echter was het optreden van den hypnotiseur de Torcy met zijn sujet te midden der weinig vertrouwbare familie. Lucia, een 20jarige brunette, was gekleed in het wit, en hare dichte lokken rolden los over haar schouders kortom een leeuwenbruid. De Torcy stelde haar met eenige woorden aan de toeschouwers voor, waarna hij, zonder verdere verklaringen over het magnetisme, zijn sujet in een soort voorkooi duwde, grenzend aan die waar de leeuwen in een hoek in bedwang werden gehouden. Lucia staat als het ware te slapen. De Torcy treedt de leeuwenkooi binnen en gebiedt haar, hem te volgen. Met schokkenden gang nadert het sujet de dieren, die roerloos blijven. Romulus slaapt; Sarah is bang; alleen Saïda brult De Torcy doet Lucia eenige poses aannemenhij laat haar knie len, mot opgeheven armen. Eerst drukt het gelaat van het meisje verbazing, daarna vreugde uit. Giaco metti legt alsnu de zweep over Saïda en Sarah, die om de als in een standbeeld veranderde vrouw ren nen. Saïda gaat op haar achterste pooten staan Giacometti opent haar muil, en De Torcy gelast het sujet naderbij te komen, aan welk gebod wordt voldaan. Eindelijk worden twee zware leuningstoelen in de kooi geplaatst. De Torcy en Giacometti leg gen het lichaam van het sujet, zoo stijf als een paal, op de leuningen der fauteuils. Door de zweep er toe gedreven, springen de leeuwinnen over dezen levenden slagboom. Er wordt een zonnetje aange stoken, dat een regen van vonken verspreidt, en nog altijd duurt het huiveringwekkend tooneel vfprt. Bij den laatsten sprong werpt Saïda Lucia onfver. Het meisje valt als eeu ziellooze massa ter aarde. De proeven duurden in het geheel ongeveer 20 minuten. Om er een einde aan te maken, deed De Torcy zijn sujet ontwaken in do kooi-zelve, door haar op het voorhoofd te blazen. Lucia scheen meer verbaasd dan verschrikt. Van de journalisten, die het vreeselijk tooneel bij woonden, heeft geen enkele naar het schijnt ge protesteerd. Aan eene beschrijving van het dezer dagen te Nijmegen beproefde stoomrijtuig Noviomagum, ont- worpen en vervaardigd dooor den heer P. van Rijn, werktuigkundige te Nijmegen, is het volgende ont leend: Genoemd rijtuig heeft eene totale lengte van 2.80 M., eene doorgangsruimte van 1.40 M. noodig, en is bestemd tot vervoer van vier personen onder welke de bestuurder is bogrepen. De bestuurder met een daarnaast zittend per soon rijden vooruit, de twee overige personen achteruit. De bestuurder zit rechts van de machine en be stuurt met het aldaar geplaatste handel het voer tuig. Hij kan met de linkerhand eiken handel yan de machine bedionen en tevens don ketel stoken. De wijze van sturen is gelijk aan die van drie- wielige velocipedes, en het voorstel als dat van een gewoon rijtuig. Het geheele rijtuig met inbegrip van ketel en machine, is bevestigd aan en op een geslagen ijzeren raam rustende op vier wielen, waar van de voorste als stuurwielen en do achterste als drijfwielen gebezigd worden. De middellijn van de stuurwielen is 75 c. M. en die van de drijfwielen 1.20 M. De krukas is ge plaatst op het voorste gedeelte van het raamwerk, rustende deze in gegoten ijzeren stoelen, welke met de fondatieplaat van de machine een geheel maken. Aan beiden uiteinden van de krukas bevinden zich kettingschijfjes, welke de beweging der machine door middel van kettingen overbrengen op eene onder den ketel zich bevindende tusschenas, waarop de overbreng- of tusschenwielen zijn geplaatst. De daarnaast geplaatste kettingschijven brengen de beweging verder op de voor- of drijfwielen over, en daar de som der verhouding van de verschillende kettingschyveu is als 1 37a, wordt eene snelheid aan den omtrek van de voorwielen verkregen van 509 M. per minuut, makende de machine bij eene drukking van den ketel van 4 atm. 475 omwen telingen. Door het aanbrengen van de bij het voertuig zich bevindende kleinere kettingschijven, kan de verhou ding met weinig moeite verwisseld worden tot eene mindere snelheid als 1 57a- De ligging der machine is hellend en bevindt zich onder den ketel. De op- en neergaande beweging der zuigers wordt door drijfstangen op de krukas overgebracht. Genoemde krukas bestaat uit twee gedeelten, welke aan- en ontkoppeld kunnen worden, naar gelang de krommingen of draaiing die het rijtuig heeft ie volgen. De ketel is gelijk in vorm als een locomobiel ketel, de romp is vervaardigd van ijzer, de vuurkiat en pijpplaat van roodkoper met roodkoperen vlampijpen, en heeft eene verwarnangsoppervlakte van 1,12 vier kante meters. Zij is btfproefd om op eene drukking van 7 atm. te kunnen werken. Tot berging van het benoodigde voedingswater zijn onder den ketel en onder do fijtuigbak twee reser voirs geplaatst, waaruit het voedingswater, hetwelk door den afgewerkten* stoom (die ook tevens door den schoorsteen afgeleid kan worden) verwarmd wordt, en door middel van eene aan de machine zich be vindende voedingspomp naar den ketel gebracht wordt, Ook kan bij eventueel gebrek aan de maphinepomp het voeden voor den ketel door middel van een aan het voertuig zich bevindend handpompje geschieden. Verder bevindt zich nog achter den ketel eene ber ging voor brandstof. Voorts zij nog aangemerkt, dat bij onverhoopte omstandigheden het rijtuig voorzien is van een rem- toestel, zoodanig ingericht, dat dit door middel van den voet in werking is te brengen. Volgens het verslag over het middelbaar onderwijs te Wageningen over 1886, telde de rijkslandbouw school bij den aanvang van dat jaar 148 leerlingen en 5 toehoorders; in den loop van het jaar hebben 35 leerlingen en toehoorders de school om verschil lende redenen verlaten. Bij het einde van 1886 be droeg het getal leerlingen 141, onder welke 7 toe hoorders. Voorts leest men in het verslag: „De vroeger uitgesproken wensch om meerdere uitbreiding van grond voor boschbouw en houtteelt bleef ook dit jaar onbevredigd. Dat de leerlingen, die het onder wijs van den heer Tutein Nolthenius volgen, het nut en voordeel inzien, kan men eenigszins nagaan uit den ijver waarmede zij dit onderwijs volgen en steeds tegenwoordig zijn bij de te maken uitstapjes naar de Edesche bosschon tot het nemen van proeven met de nieuwere werktuigen om boomen te vellen, te snoeien of w«l andere bewerkingen practisch mede te maken." Het gymnastieklokaal komt der commissie voor te klein en ongeschikt te zijn voor de oefeningen. Het was een genotvolle avond, dien de Goudsche Zangvereeniging j. 1. Dinsdag aan hare leden be zorgde. Reeds had het programma ons gezegd, dat men zeer gelukkig was geweest in de keus der stukken. I Vóór de pauze hadden wij het voorrecht, he lieve Mahrchen van Horn te hooren: der Rose Pilgerfahrteen meesterstuk van zachte en reine muziek. Het is alsof Schumann in deze compositie al wat daar liefelijks is in het rijk der tonen, heeft bijeengebracht. Een roos wil meer zijn dan een bloera zij wenscht nog iets anders dan te bloeien en te geuren. Zij wil beminnen en geluk kig zijn. Haar wensch wordt vervuld. De roos wordt Rosa. Maar als zij ergens aanklopt om huis vesting, wordt zij ruw afgewezen. Welk een bittere teleurstelling! Zij komt aan op een doodenakker, waar een meisje wordt begraven, dat in den bloei harer jaren van hartzeer is bezweken, daar hij, wien zij zoo innig lief had, haar schandelijk bedroog. „Baart trouwe liefde zooveel lijden zucht Rosa droef. De oude doodgraver erbarmt zich over de zwerveling, en neemt haar op onder zijn dak. Maar hij doet meer. Door zijn bemiddeling wordt zij de aangenomen dóchter van de ouders, die eenige dagen te voren hun kind hadden moeten missen. Thans is Rosa gelukkig; en haar geluk bereikt zijn toppunt als de zoon „des Försters" aan „des Miillers Töch- terlein" hart en hand biedt. Het Opwekkend brui loftslied verkondigt alras, hoe ieder zich in het geluk van het jonge paar verheugt. Dat zij, na aan eene dochter het leven geschon ken te hebben, niet tot het bloemenrijk terugkeert, maar als een engel in den hemel wordt opgenomen, is naar onze bescheiden meening een misgreep van den dichter, eon slot, dat bij het sprookje niet past. Toch, indien dit ook al een oogonblik ons een gevoel gaf van onbevredigd te zijn, weldra waren wij weder onder den aangrijpenden indruk van het geheel. Zachte aandoeningen had het in ons opgewekt. Het had ons beurtelings met liefe lijke en met weemoedige herinneringen vervuld. Het had ons toogesproken in de schoone en reine taal van het gevoel. Dat deze taal op uitnemende wijze werd ver tolkt, hierover was maar ééne stem. De bescheidenheid gebiedt ons, slechts in bedekte termen van de solisten te spreken. Wanneer een programma geene namen, maar alleen initialen ver meldt, dan waarschuwen deze den verslaggever voorzichtig te wezen. Immers dan zijn het geen artisten in den gewonen zin van het woord, die zich laten hooren, maar dilettanten, ook al zijn rij dit in eene ongewone beteekenis. Zóó was het hier. Laat ons hun do verzekering geven, dat het niet alleen erkentelijkheid was voor de bereidwilligheid, waarmede zy hunne medewerking verleenden, maar veel meer dan dit, eene warme hulde aan hun talent^ toen er van alle rijden zulke hartelijke bijvals betuigingen opgingen. Geldt dit in de eerste plaats de drie solisten, welke wij na de pauze nog een en andermaal mochten hooren, het zij niet minder gezegd tot de overigen, inzonderheid tot de Dames M. S. en G. v. d. L. De eerste vervulde haar be scheiden taak met de haar eigene liefelijkheid en zuiverheidde laatste deed niet alleen de altsoli geheel tot hun recht komen, maar betoonde zich ook ten volle berekend voor den moeilijken eisch om, in vereeniging met de eerste sopraan, de duo's in het tweede gedeelte te doen uitkomen als de glanspunten van het kunstwerk. De koren in dit stuk zijn niet talrijk en op eene enkele uitzondering na, ook klein. Maar zij werden goed en zuiver gezongen, en vooral ook con amore, iets wat het publiek terstond gevoelt en altijd hoog waardeert. Het mannenkoor: „Bist Du im Wald gewandelt" klonk inzonderheid tref fend schoon. Na de pauze werd ditmaal voldaan aan het ver langen van hen, die voor zulk een avond gesteld zijn op afwisseling. Eerst hoorden wij tweemaal hot koor. Er waren er, die Hillers compositie verkozen, misschien mede ter wille van Goethe's heerlijke woordety. Er waren er ook, die meer nog genoten van Bruchs Flucht der heiligen Familiewoorden van J. von Eichendorff. In dit verschil van smaak lag tevens eene stilzwij gende hulde opgesloten atm het koor. Immers, wanneer men het oneens is, aan welk «tuk de voor rang moet worden toegekend, dan begint men met het hierover eens te zijn, dat beide werken, ieder in hun soort, voortreffelijk zijn weergegevenen zoo was het inderdaad. Na deze beide koren mochten wij achtereenvol gens drie der solisten hooren. De heer T. B. M. van Amsterdam zong de Serenade van Franz Abt, en Rubinsteins-. Du bist wie eine Blume. Was onze verwachting hoog ge spannen, nadat wij hem in de tenorpartij van „der Rose Pilgerfahrt" hadden gehoord, zijn geluid en zijne voordracht beiden overtroffen haar nog in deze liederen, en bovenal kwam deze laatste uit in De Mol'8: „Ik kon een lied", waarmede hij de luide toejuichingen, die hem ten deel vielen, beantwoordde. De Heer J. A. v. W. uit Rotterdam was een goede bekende voor de meesten onzer. De partij ▼an den doodgraver had hij uitstekend gezongen, in die ühr van Löwe deed hij ons nog telk< en utc v», bij ons nog telkens daaraan denken. Maar toen hij Doms Schneeglöck- chen voordroeg, en hiermee bewees, hoezeer zijn stem ook in een geheel ander genre thuis is, oogstte hij zooveel betuigingen van sympathie in, dat hij zijne erkentelijkheid hiervoor niet beter kon bewijzen, dan door het laatste couplet te bisseeren. Ten laatste trad Mevr. van K. op. Men wist vooruit, dat men eene niet alledaagsche stem zou hooren, eene zeer verdienstelijke zangeres uit de Transcbe school. Met groot genot hadden wij haar reeds als Rosa gehoord, maar de „Scena ed Aria» van v. Beethoven deed ons eerst haar techniek in haar volle kracht bewonderen. De moeilijkste passages droeg zij voor met die gemakkelijkheid en met dat eigenaardig zelfvertrouwen, dat een oningewijde doet twijfelen aan hun moeilijkheid, maar voor den kenner het getuigenis medebrengt van eene buiten gewone kunstvaardigheid en een niet te miskennen meesterschap. Aan de blijken van erkentelijkheid en waardeering, zoowel van de zijde der Zangver eeniging als van de toehoorders kwam geen einde, voordat zij ons nog Susanna's Aria uit de Figaro ten beste had gegeven. Dat was een waardig slot- van een avond vol kunstgenot. Wegens bet vergevorderde uur werd het koor uit de „Paulus", dat ook nog op het programma vermeld was, uitgesteld tot eeu volgende gelegenheid. Een ieder verliet de zaal onder den vernieuw den indruk van de macht en de heerlijkheid der tonen, welke nooit hun bezielendo uitwerking mis sen, wanneer zij worden gewekt door da stem van een mensch, die in zijn zang ook iets van zijn hart weet te leggen. Aan den heer J. Spaanderman, die het Piano- accompagnement van der Rose Pilgerfahrt in handen had, komt eeu woord van lof toe; en aan den heer S. van Miiligen, den directeur der Zangver eeniging, brengen wij onzen hartelijken gelukwensch met deze zoo welgeslaagde uitvoering. X. W. O. B. Ondergeteekende betuigt bij deze zijnen harteiykeu dank aan den Heer ROEDOLF, die zich gekleed te water heeit begeven, en verder aan allen die pogingen hebben aangewend om hem uit het water te redden, waarin hij door een ongelukkig toeval viel. C. GOUDR1AAN. CORRESPONDENTIE. Naar aanleiding van het onlangs in deze coorant geplaatste Hoofdartikel onder den titel„Een Tijdschrift-artikel teatigt eeu onzer stadgenooten er onze aandacht op met verzoek van mededeeling in dit blad -— dat de redactenr van het Pharmaceviiech Weekblad aan xgne lezers heeft medegedeeld dat bij het artikel «au Dr. H. Simons in de Vragen des Tijde niet zal beantwoorden zooals eerst zijn voornemen was, daar hij van oordeel is dat in dat artikel zooveel dooreen- gcha speld wordt en niet alleen apothekers, maar ook genees kundige inspecteurs en raden en ook ezameu-commissien in die mate beklad worden, dat b(j in deze spreken geen zilver maar zwijgen goud acht. VSellicht zal nu een ander deskundige de zaak opnieuw ter sprake brengen. Voorspoedig bevallen vau een Meisje, I. M. BESZELZËN geliefde Echtgenoote van F. STROEVE. Gouda, 20 Mei 1887. v Voorspoedig bevallen van eene Dochter, G. van dee WOLF— Gouda, 21 Mei 1887. Koolmees. Nog treurende over het verlies van onze jongste lieveling ANTONETTA, werd heden ons ouderhart opnieuw getroffen door het over lijden van onzen oudsten Zoon, JOHANNE8 GIJSBERTOS HORDIJK, in den ouderdom van 24 jaar en 10 maanden. Zjjne droevige Ouders, Broeders en Zusters. Gouda, 20 Mei 1887. Bjj m^n vertrek naar elders roep ik mijne vrienden en bekenden een Hartelijk VAARWEL en tot WEDERZIEN toe. H. LAMBERT. Allen die iets te vorderen hebben van- verschuldigd zijn aan- of papieren onder zich hebben behoorende tot de nalatenschap van den Heer ANDRÉAS MOONS Az., in leven Grondeigenaar en Landbouwer en Koop man, gewoond hebbende te Gouda en aldaar overleden den 13 Mei jl., worden verzocht, daarvan vóór den 1 Juni a». opgave, betaling of afgifte te doen aan den Heer J. M. MOONS, te Reeuwijk, of ten Kantore van M'. I. MO LENAAR Notaris te Waddinxveen. De Heeren, die zich opgegeven hebben, of nog wenschen op te geven voor de aan de «Goudsche Zangvereeniging» verbonden Koor klasse, worden uitgenoodigd, zich DINSDAG den 24en MEI, des avonds ten 8 nre, te ver voegen bij den Heer van MILLIGEN, Gouwe C 33, tot bespreking van voor de oefeningen noodige maatregelen. Zjj die iets te vorderen hebben van of verschuldigd zijn aan C0RNELI8 GROE NENDIJK, Mr. Timmerman, vroeger gewoond hebbende te Gouda, worden verzocht, daarvan opgaaf, of betaling te doen, voor of uiterlijk op den 28" dezer maand, ten Kantore van den Heer MOZES van DANTZIG, Practizjjn, Turf markt te Gouda. Korte Groenendaal. TOMPOUCES, CHIPOLATA'S, EPINES, Fransch BANKET, KATTENTON- GEN, WELLINGTONS enz. enz., dagelijks versch voorhanden by Firma RAAIJ MA AKERS. Alle mogeiyke Beijersch-, Lager- en Gerste soorten uit bovenstaande Brouwerijen zyn steeds Gebotteld en per Fast verkrijgbaar in het Prijscouranten en Analysen gratis. Tegen AOGÜSTÜS aanstaande wordt GE VRAAGD een nette fatsoenlgke Adres Mevr. BIEZENAAR, Gouwe. Het fijnst, nieuw, en smakelijkst klein ge bak is CUISINIER, PATISSIER, Oosthaven B. 36. ONTVANGEN eene groote zending Engelsche Tricot Jongeh.-en Kinder-Pakjes voor de leeftijd van 2—3 jaren 1.50, voor de leeftijd van 3—4 jaren 1.75, 45 2.5—6 2.25, 67 2.50. Tevens enkele TRICOT PANTALONS, in alle afmetingen. LEVEREN steeds met succes hunne Voor de vele blgken van deelneming, gedurende de ziekte en bet overlgden van onze Zuster, Behuwdzuster en Tante, Mejuffrouw A. L. B. BRINKMAN ondervonden, betuigen wjj onzen harteljj^en dank. Uit aller naam, H. M. BRINKMAN. Voor de bewgzen van deelneming, ont vangen tgdens de ziekte en bp het overljjden van Mej. ADRIANA FRANCKEN, weduwe van den Heer P. Hoogland, betuigen de nage laten betrekkingen hun welgemeenden dank.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2