Builenlandsch Overzicht. Goudsctic Zangvereniging. KEWMSGEEHVG. ADVERTENTIÉN. Haar algemeene verbreiding hebben zij te danken aan degenen die er baat bij gevonden hebben, en het aantal dergenen, die gaarne een gunstig getnigenis er van afleggen, groeit steeds aan. Dat getuigenis is, dat de Zwit sersche Pillen van den apotheken R. Brandt het beste en goedkoopste laxeermiddel zijn. Bij de apothekers verkrijgbaar a 70 Cts. de doos. marktberichten Gouda, 26 Mei 1887. Burgerlijke Stand. Haastrecht Vilst Reeuwyk: Zevenhuizen in zooverre dit uitbreiding van het aantal vrijwilli gers wil; doch hij constateerde, dat men geen vrij willigers zou krijgen, wHnneer de moreele toestand van het leger niet verbeterd werd. De heeren Rooseboom en Van der Schrieck ver dedigden het leger tegen de aantijging van den heer Yan Baar, dat daarin goddeloosheid wordt gekweekt en do jongelui daar vloeken leeren. Ju stemming gebracht, werd het amendement- Schepel verworpen met 60 tegen 15 stemmen; dat van den heer Vyruly, verworpen met 51 tegen 22 stemmen, en dat van den heer Fabius verworpen met 59 tegen 15 stemmen. Punt a van het Regeeringartikel werd vervolgens aangenomen met 48 tegen 29stemmen, waarna de paragrafen 4 en 5 zonder hoofdelijke stemming wer den aangenomen Op 6, onder meer bepalende dat de dienstplich tigen te land krachtens eene wet buiten Europa kunnen gezonden worden, was een amendt. voorge steld door de Commissie van Rapporteurs, om te bepalen, dat die uitzending niet kan plaats hebben, zonder toestemming van de dienstplichtigen. Door den heer Reuther werd een amendt. van gelijke strekking voorgesteld, doch ook uitgebreid tot de zeemilitie. Het amendt.- Reuther werd verworpen met 54 tegen 24 stemmen, dat van do Commissie van Rap porteurs aangenomen met 68 tegen 8 stemmen, zoo dat de militie te land zondor toestemming van den dienstplichtige niet naar de koloniën kan gezonden worden. Het Regeeringsartikel, aldus gewijzigd, is aangeno men met 57 tegen 16 stemmen. Besloten wordt, den termijn voor de arbeidersen- quete te verlengen tot 1 Augustus en het voorstel Schaepman te behandelen na Hoofdstak IX. Zitting van Woensdag. De beraadslaging werd voortgezet over de wijzi gingen in Hoofdstuk VIII. Tengevolge van de aanneming van een daarop be trekking hebbend artikel, werd door de Regeering de bepaling, dat in de koloniën en bezittingen in andere werelddeelen eene krijgsmacht aanwezig zal zijn tot handhaving van het Nederlandsch gezag aldaar, teruggenomen. Bij artikel 8 (Staat van oorlog of beleg) werd uit voerig gediscussieerd en een drietal daarop voorge stelde amendementen van de hoeren Farncombe San ders, De Beaufort en Rooseboom verworpen. 8 word daarna zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 9 op. 10 werden evoneous zondor hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl het goheele Hoofdstuk word aangenomen met 55 tegen 20 stemmen. De discussie is daarna aangevangen over Hoofdstuk IX. 2 werd aangenomen met 59 tegen 7 stemmen. Over 3 en daarop voorgestelde araondementen- Van der Borch en Goekoop werd niet beslist. In Ons Noorden schrijft de heor Th. van dor Loos «Er is wedor «een kaper op de kust", zoo zegt de Landb. Kroniek van de «N. G. Ct." van 24 April 11. en dan wordt er medegedeeld hoe men er in Noord-Duitschland op uit is, de Italianen, die in 1885 op de marktte Leeuwarden 80 stuks vee koch ten, tot zich te trekken. Dat vee werd te Milaan verhandeld en verwierf de goedkeuring, op het eer ste gozicht reeds, welke gunstige indruk nog ver meerderd is sedert men weet dat de aangevoerde dieren, dank aan den gelijken vochtigen bodem in Noord-Italië met den onzen, zich uitstekend gehouden hebben. Vroeger, om den veestapel in die streken te ver beteren en aan te vullen, voorzag men zich van zwitsersche dieren, maar nu men mot ons vee ken nis gemaakt hoeft, is het te verwachten, dat vroeger of later de Zwitsers de concurrentie met de Frie zen niet kunnen volhouden. Bovendien is het niet gewaagd, te veronderstellen dat onze rundoren in Italië op den duur beter zullen aarden dan de Zwit sersche die afkomstig zijn van hoog, bergachtig land wat mede in het voordeel is van ons vee. En hoe groot die behoefte aan goed melkrijk vee is sedert men zich mot de borst op de boterberei- ding toelegt, blijkt daaruit, dat men achtereenvolgens in 1884 en '85 uit Zwitserland 4183 en 6842 stuks en bovendien uit Oostenrijk 5151 en 5371 stuks vee heeft ingevoerd. Hieruit kan men afloiden hoe groot onze afzet zou kunnen worden, als die ingenomen heid met ons vee zich uitbreidt en het vervolg leert, waarvoor reeds geen vrees meor bestaat, dat onze dieren in Italië goed kunnen gewennen. Duitschland wil echter die markt veroveren; het zal daartoe niets onbeproefd laten, en werkt met groote voortvarendheid, om zoo mogelijk de Italianen te overtuigen van de voortreffelijkheid zijner dieren, vóórdat dezen de gewoonte aannemen onze markten te bezoeken en bij ons hun inkoopen te doen. Daar toe moeteu ad verten tien geplaatst worden in de ita- liaansche bladen, en vooral in «U Sole;" verder denkt men te Miliaan te exposeeren, en wil men een vertrouwd porsoon derwaarts zenden, ten einde handelsbetrekkingen met italiaansche veehandelaars aan te knoopen. Voor het een en ander is geld noo- dig, maar daar is geen zorg meer voor, want reeds 1800 is er voor beschikbaar. En toch kan het noord-duitscho vee in melkrijkheid, noch in krach- tigen lichaamsbouw met het onze wedijveren; van daar dat men jaarlijks uit Duitschland hier een groot aantal fokdieren koopt tot veredeling van den vee stapel, en het gevoelen ligt daarom voor de hand, dat men het hier gekochte vee onder den naam van holsteinsch of oldenburgsch in Italië zal tentoon stellen en tot geld maken. De bedrijvigheid der nijvere bijen is wel is waar spreekwoordelijk geworden, maar hoeveel moeite zij zich geven om een kilogram honing te verzamelen, hiervan krijgen wij een denkbeeld, door de mede- deelingen van den natuurvorscher Wilson, die van enkele bloemen het suikergehalte onderzocht. Hij vond, dat honderd vijfentwintig bloesemknopjes van de klager een gram suiker geven; om een kilogram te verzamelen moeten de bijen dus honderdvijfen twintigduizend bloemknoppen bezoeken. Elke bloe semknop van de klaver bestaat evenwol uit ongeveer zestig bloemetjes, zoodat er ongeveer zevenmillioen- vijfhondordduizend bloemetjes, moeten worden uitge zogen. Daar echter in honing op honderd deelen zoo wat vijfenzeventig deelen zuivere suikor komen, moe ten de bijen om een kilogram honing te krijgen, rond gerekend,vijf millioon-zeshonderdduizend bloemen bezoeken. In vroeger tijd meende men dat de bijen in den honing de boste en geneeskrachtigste sappen van alle bloemen uit een streek bij elkaar brachten, waarom de alchimisten groote hoeveelheden honing distilleerden om daaruit //den steen der wij zen" te halen. Tegenwoordig besparen medelijdende men8chen aan de bijen hunnen arbeid, doordat zij kunstig nagebootste raten van was gieten, of ook wel echte uitgebogen raten nemen, die zy met een mengsel van witto stroop, suiker en honing vullen en met een heet yzer dichtsmelton. Boosaardigen noemen deze barmhartige lieden evenwel vervalschers. Dr. Kuyper valt de Arnhemsche rechtbank op he vige wijze aan, ondat zij aan kerkvoogden van Ben- nekom gelastte, het kerkgebouw voor den ringpre- dikant beschikbaar te stellon. De rechtbank vor- oordeeldo de handeling der kerkvoogden om de kerk te sluiten voor den predikant, door «het bevoegd kerkelijk gezag" aangewezen om de godsdienstoefe ning te leiden, en verklaarde dat kerkvoogden geen zelfstandigheid bezitten, maar gebonden zijn aan de reglementen der Ned. Herv. Kerk. Dr. Kuyper schrijft nu: wWat de rechters te Arnhem betreft, zij mogen toezien! Er is een Rechter, die eens ook over rech ters zitten zal! En wat ons aangaat, ons, doleerende, blijft altoos hoog de moed en blij de toon der har ten kloppen, want verdrukt te worden is ons niet vreemd, en het dragen van een bitter krnis ons niet ongewoon. Indien ze dit doen aan het groent hout, wat zal aan het dorre geschieden! Mijne vrienden, in de wereld zult ge verdrukking hebben, maar uw loon is groot in de hemelen! Neem dan uw kruis op en draagt het vroolijk uw Heiland na. Ook Hem heeft een rechter veroordeeld!" Zulk een onbetamelijken uitval zal geen rechter in Nederland zich aantrekken. Onze rechters spreken recht naar hunne overtuiging en het is verregaand aanmatigend te beweren, dat zy door een hoogeren Rechter zouden worden veroordeeld, omdat hunne overtuiging niet strookte met die van ds. Kuyper. Door zóó te schrijven zet de redacteur van de He raut zichzelven in den stoel des hoogsten Rechters. (Arnh. Ct.) Het einde der ministerieele crisis in Frankrijk is nog niet te voorzien. Het heet thans weder, dat Floquet weder mot het zooken naar een stel minis ters belast is. Eigenlijk is Clëmenceau, de afbreker van alle ministeries, de aangewezen man van het oogenblikof hij de opdracht zou aannemen, is een andere vraag; hij is slim genoeg om te weten, dat men hem in do Kamer geen week ministerpresident zou laten. Maar Grevy durft 't niet hierop te wagen; hij i9 bang voor Clemenceau met zijn radicalen; hij vreest, en hij kan er zijn reden wel voor hebben, dat deze lieden, eenmaal de teugels in de handen hebbend, ze niet licht weer zullen laten glippen en er alles aan wagen om meester te blijven van het terrein. En dan gaat het den weg op, waarvoor men reeds zoolang bevreesd was in Frankrijk, den weg van het hellend vlak, dat eindigt met het roodo voorhangsel. Volgens den Parijschen correspondent dor Köln. Ztg., wiens betrouwbaarheid in deze echter niet is boven verdenking, is de Russische diplomatie gve* rig in de weer om Frankrijk goede lessen te geven, hoe het best de ministerieele crisis is op te lossen* zoodat zelfs de Russische gezant, baron Mohren- heim, herhaaldelijk moet te kennen hebben gege ven, dat de czaar het ontslag van generaal Bou- langer ten sterkste zou afkeuren. Al moge dit bericht ook klinklaar verzonnen zijn, zoo wordt met den dag de toenadering tus- schen Frankrijk en Rusland grooter, terwijl de goede verstandhouding tusschen de Russische en Duitsche regeeringen in gelijke mate afneemt. Uit onthul lingen, door generaal Le Flo, die herhaaldelijk, het laatst van 1871 tot 1879, Fransch gezant te St. Petersburg was, in den Figaro publiek gemaakt, blijkt dat de vriendschap met Rusland niet van heden dateert. Reeds in 1875 zou, luidens de verklaringen van dozen diplomaat, Rusland aanbie dingen van vorst Bismarck, die toen Frankrijk te lijf wilde, van de hand gewezen hebben. Aan de krachtige tusschenkomst van Alexander II was het te danken, dat Duitschland niet ten tweeden male een oorlog met Frankrijk uitlokte. Met die onthullingen van generaal Le Fló, aan welker officieel karakter geen twijfel schijnt te be staan, valt het antwoord samen, door den minister president Tisza in het Hongaarsch huis van afge vaardigden gegeven op de interpellatie van den afgevaardigde Iranyi betrekkelijk de artikelen in de Nordd. Allg. Ztg. over de bezetting van Bosnië en de Herzegowina. In hoofdzaak komt het antwoord van Tisza hierop neer, dat vóór het uitbreken van den Russisch-Turkschen oorlog, tusschen Oostenrijk en Rusland een overeenkomst is gesloten, buiten Duitschland om, dat eerst later van het resultaat der onderhandelingen in kennis werd gesteld. Toen later uit de bepalingen van het verdrag van Stefano bleek, dat Rusland zich niet aan de clausulen der overeenkomst had gehouden, heeft Oostenrijk aangedrongen op het bijeenroepen van een Europeesch congres. Te Berlijn ontving Oosten rijk machtiging, met toestemming van vorst Gort- schakoff, dat het do provinciën Bosnië en de Herze gowina mocht bezetten. Aannemend dat de officieele verklaringen van Tisza ten volle waarheid bevatten, zoo blijkt daar uit, dat de Russisch-Oostenrijksche overeenkomst van vóór 1878 niet verborgen is gehouden voor Duitschland, dat verder de Russische regeering het noodig geoordeeld heeft ten eindede welwillend heid van Oostenrijk te winnen, dit het recht op de bezetting van Bosnië en do Herzegowina toe te staan onder voorwaarden, die wel is waar niet zijn verwezenlijkt. Het schijnt dus een feit te zijn, dat vorst Gorschakoff zijn goedkeuring heeft gehecht aan de Oostersche politiek van graaf Andrassy, zoodat men //verraad" van den overleden kanselier van Alexander II, zooals de Panslavische bladen zich uitdrukken, als bewezen moet aannemen. Met belangstelling zien wij het antwoord door de Russische pers op deze verklaringenvanTiszategemoet. Het Engelsche Lagerhuis is gisteren tot 6 Juni uiteengegaan. Vordert de Iersche dwangwet na de Pinkstervacantie niet meer dan tot heden, dan kan de behandeling wel den geheelen zomer duren. De beweging onder de werklieden in België houdt aan. Wel wordt de orde nergens gestoord, maar de werkstaking schijnt allengs ook ingang te vinden in de Borinage en de fabrieken bij Luik. Te Morlanwelz in het Centre belegden de di recteurs van een aantal mijnen en fabrieken eene bijeenkomst met de vertegenwoordigers der werk lieden. De belangrijke industrieele inrichtingen uit de geheele streek waren vertegenwoordigd. De werklieden verlangden lo. verwerping der wet tot verhooging der invoerrechten op graan; 2o. am nestie voor de veroordeelden wegens de ongere geldheden in Maart 1886 en 3o. algemeen stemrecht. Over de eerste twee punten werden partijen het spoedig eens. De patroons waren evenzeer tegen de nieuwe wet als voor de amnestie. Aldus werd besloten, dat de patroons de adressen zouden steu nen, welke de werklieden naar de regeering zullen zenden tot het verkrijgen van gratie voor de ver oordeelden en verwerping der verhooging der 4n- voerrechten op vee. Over het algemeen stemrecht werd niet gespro ken, daar dit een zuiver politieke quaestie was, maar wel werd beraadslaagd, over het benoemen van een scheidsgerecht, bestaande uit werkgevers en werklieden, tot het beslissen der geschillen en vormen van een algemeen pensioenfonds. De be raadslaging daarover werd echter niet ten einde gebracht en tot een volgende bijeonkomst uitgesteld. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Tot mijn spijt verscheen in Uw blad nog geen woord van protest tegen het stuk over de uitvoe ring der Zangvereeniging in Uw nummer van j. 1. Zondag. Ik wil niet zeggen dat de inzender de Vereeniging heeft willen vernederen, maar de indruk van zijn artikel is toch inderdaad, alsof iemand wilde zoggen: «Laten we de kinderen toch wat aanmoedigen; ze doen zoo hun best!" Meent men, dat dilettanten niet te streng beoordeeld moeten worden? Men mag bij hen niet dezelfde maatstaf aanleggen als bij kunstenaars; dat kan ik toegeven. Maar men beoordeele hen met het doel hen te ver- beteron, en zwaaie hun geen overdreven loftuitin gen toe. Vindt men dat te hatelijk, 'men zwijge dan geheel. Nu valt het mij moeielijk te gelooven, dat één verstandig mensch onder de uitvoerenden of onder de toehoorders uitdrukkingen zal beamen als: de muziek van de Rose werd «op uitnemende wijze vertolkt; hierover was maar één stem;" de (ik cursi veer) koren werden goed en zuiver gezongen, vooral ook con amore«het mannenkoor was treffend schoon," de beide kleine koren werden «voortreffelijk weergegeven." Het is voor een uitvoerder niet gemakkelijk het uitgevoerde zelf te booordoclen, maar, willende pro testeeren tegen voor mijn gevoel minder vleiende welwillendheid, stel ik togenover bovengenoemde bêweringen de volgende, die nagenoeg in overeen stemming zijn met do meeningen van onbevooroor deelde lieden uit de werkende en niet-werkende leden. De algemeene indruk van de «Rose" was niet gunstig, omdat door de onbegrijpelijk langzame' uit voering, vooral van de solostukken, die Schumann niet voorgeschreven heeft, de compositie te lang duurde, en het zachte en liefelijke in zekere slaperige sen timentaliteit ontaardde. Aan de uitvoering der koren viel een verschillend lot ten doel. De vrou wenkoren, in 't bizonder het eerste en laatste, klon ken raat en onzeker, wat ten deele mag toegeschre ven wordeu aan het ongewone om bijna dadelijk na de solisten in te moeten vallen; het mannen koor werd wel mot zeker entrain gezongen, maar was niet «treffend schoon"; het vereischt een fijner nuanceering; het begrafeniskoor was goed; aan «o seVge Zeit" viel als welverdiende hulde aan de ijverige studie van den directeur en de trouw-op- komende leden eenig applaus ten deeldaarom was het te meer opvallend dat het zoo «in het gehoor liggende" bruiloftskoor ongemerkt voorbij scheen te gaanwas wellicht het tempo te snol in verband met het syllabische van «Ion zang, en werd daardoor de toon klankloos? De uitvoering der kleinere koren verdiende lof, vooral dat van Hiller. Ik veroorloof mij, als algemeen resultaat, het oor deel, dat de Vereeniging bewezen heeft, iets te kun nen presteereu, maar dat veel beter had kunnen zijn by trouwer opkomst op de repetitiën. Mochten beoordeelingen als die van den Heer B. er toch niet toe leiden, dat menigeen, ofschoon eigen zwakheid gevoelende, denkt: «Ten slotte is men toch tevreden". Want vooreerst zou men zich daarin'wol eens kun nen vergissen, en ten tweede is dat bijzaak, daar de Vereeniging onderlinge oefening ten doel heeft, en nooit volkomen tevreden ovor zich-zelve behoort te zijn. Wanneer ik dus ook gaarne den directeur met de laatste uitvoering geluk wensch, dan is het niet, om dat zij «zoo welgeslaagd" is, maar omdat vooruit gang duidelyk is waar te nemen. Een werkend lid der Vereeniging. Bovenstaande brief is door ons ter inzage gege ven aan onzen verslaggever van de besproken uitvoe ring, t die ons daarop het volgend schrijven deed toekomen. De Redactie. Geachte Redactie Van de mij door u aangebodene gelegenheid tot repliek wil ik slechts een spaarzaam gebruik maken. «Het is voor een uitvoerder niet gemakkelijk het uitgevoerde zelf te beoordeelon." Dat zal wel waar wezenbovenstaand protest bewijst het ten over vloede op nieuw. De schrijver acht het dan ook noodig zijne beweringen te versterken door de ver zekering, «dat zij nagenoeg in overeenstemming zijn met de meeningen van onbevooroordeelde lieden uit de werkende en niet-werkende leden." Maar wat blijft er over van deze versterking, als men bedenkt, dat ieder onwillekeurig den editenaam: «onbevoor oordeeld" pleegt toe te kennen aan die lieden, welke het toevallig met hem eens zijn Het «werkend lid" kan moeilijk gelooven, dat één verstandig mensch de goedkeurende uitdruk kingen, uit het verslag aangehaald, beamen kan. Zeer vriendelijk gezegd is dit nietmaar dat het niet zoo kwaad is bedqpld, blijkt al spoedig hieruit, dat do schrijver op eóno dier woorden zeif het zegel drukt, als hij zegt «de uitvoering dor kleinere koren verdiende lof." Ik had dien ver dienden lof gegeven met het woord «voortreffelijk." En ziehier dui al vast één verstandig mensch, die op één punt nagenoeg beaamt, wat ik schreef. Voorts is jaen neeneen harde strij 1. Ik ont ken, dat de uitvoering onbegrijpelijk langzaam was, en dat de compositie te lang duurde. Ik blijf be weren, dat do algemeene indruk zeer gunstig was. Maar aangezien het eerste door een kunstrechter, en het tweede door een hoofdelijke stemming uitgemaakt zou moeten worden, stel ik den schrijver beleefdelijk voor, dat wij het op deze punten eenvoudig oneens blijven. Ten slotte: het blijkt duidelijk, dat mijn verslag den schrijver zekere vrees heeft aangejaagd, dat de werkende leden op hunne lauweren zouden gaan rusten. Nu is de vrees altijd eene slechte raadsvrouw geweest, die zelfs den verstandigsten mensch wonder lijke parten kan spelen. Hem gaf zij den raad, op die lauweren duchtig af te dingen, ten einde zulk een rusten te voorkomen. Wie zou voor zulk eene goede bedoeling geen sympathie gevoelen? Maar is die methode wel aan bevelingswaardig? Voorts moeten, naar het mij voorkomt, vragen als deze: of de werkende leden we^ trouw genoeg opkomen bij de repetitiën, niet in het openbaar be handeld worden, maar in besloten kring, in een on der onsje. Daar wekkó men elkander op! Daar moedige men elkander aan Het publiek geve eenvoudig de outvangene in drukken ter goedor trouw weder. Dat nu deed Uw Vees laogevee. Gouda, 26 Mei '87. RECLAME Echt te verkrijgen bij J. C. Zeldenrijk en Co. te Gouda. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda; Gezien art. 8 der Wet van den 2n Juni 1875, {Staatsblad no. 95.) Doen te weten: Dat zij vergunning hebben verleend aan de Direc tie der Stearine Kaarsenfabriek te Gouda en hare rechtverkrijgenden, tot het uitbreiden (vervanging van twee oude stoomketels dÓ5r nieuwe) dier fabriek gelegen aan den Rotterdaraschen dijk kadaster sectie E no. 1282. Gouda, den 24 Mei 1887. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gou da, brengen ter kennis van de ingezetenen; dat het primitief Kohier der plaatselijke directe belasting op de inkomsten in deze Gemeente, voor het dienstjaar 1887, door Gedeputeerde Staten van Zuidholland goedgekeurd, in afschrift gedurende vijf maanden voor een ieder ter lezing is nedergelegd op de Secretarie dezer Gemeente, en dat voormeld Kohier ter invordering i9 toegezonden aan den Ge meente-Ontvanger. Gouda, den 24 Mei 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. l>e Secretaris, BROUWER. KENNISGEVING. Do BURGEMEESTER van Gouda, brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat door den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen enz. te Rotterdam, op den 24 Mei 1887 is executoir verklaard het Kohier van het Patentrecht no. 9 4e kwartaal dienst 1886/87. Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld in handen van den Heer Ontvanger, dat ieder, die daarop voorkomt verplicht is, zijnen aanslag op don bij de wet bepaalden voet te voldoen, en dat heden ingaat de termijn van Drie Maanden, binnen welken de reclames behooren te worden ingediend. Gouda, don 26 Mei 1887. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De aanvoer van granen was heden wederom niet groot. De stemming is over het algemeen zeer vast Tarwe zet haar rijzende beweging geregeld voort zoodat hiervoor weder 15 a 20 ct. meer besteed werd. Overige artikelen als hieronder genoteerd. Zeeuwsche Tarwe 8.20 a 8.65. Mindere 7.70 a 7.90. Polder Tarwe 7.75 a 8. Mindere 7.50 a 7.60. Afwijkende 7.10 a 7.35. Roode Tarwe 7.30 a 7.40 Angel Tarwe 7.70 a 7.90. Zeeuwsche Rogge 5.70 a 6.Polderrogge 4.60 a 4.85. Bui- tenlandsche per 70 KG. 4.60 a 4.75. Win- tergerst 4.30 a 4.60. Zomergerst 4.—r a 4.40. Chevalierger8t 5.a 5.75. Haver per Heet. 3.10 a 4.20 en per 100 kilo 6.50 a 7.25. Hennepzaad: Inlandsch 6.75 a 7. Buiten]andsch 5.a 5.50. Bruine boonen 10.75 a 11.50. Witte boonen ƒ8.a 8.50 Erwten: Inlandsche blauwe mesting/6.10 a ƒ6.25. Buitenlandsche voererwten ƒ6.a 6.20. Kanarie zaad 10.a 10.25. Duivenboonen 6.50 a 7.10. Paardenbooner 5.75 a 6.20. Spelt 2.50 a 2.85. MaisBonte Amerikaansche 5.65 a 5.75. Odessa 5.50 a 5.75. Cin- quantine 5.90 a 6.Alles per 100 kilo. De veemarkt met tamelijken aanvoer, handel iets trager, vette varkens 19 a 23 ct. varkens voor Londen 17 a 18.1/, ct. magere varkens en biggen gewoon, biggen* 1.—. a 1.35 per week. Scha pen gewonen handel, schapen 17 a 28 en lammeren 7.a 12.per stuk, nugtere kalveren 4 a 8 per stuk. Aangevoerd 83 partijen Kaas, eerste kwaliteit 20.tot 21.50, tweede kwaliteit van 17 a 19. Noordhollandsche 20.a 25. Goeboter 1.05 a 1.20. Weiboter 0.85 a 0.95. VERBETERING. In ous vorig nr. staat in het eerste bericht van „Binnen land* abusievelijk „universiteit te Erfurt*. Dit moet zijn „universiteit te Freiburg GEBOREN 23 Mei. Willem, ouders W. Labey en J. H. van der Zwalm. Adrianus Jacobus, M. IJsselstijo en J. W. van den Berg. - 25. Maria ouders G. de Jongen N. Borger. Jacob en Willem, ouders G. Hortensius en G. Ooms. OVERLEDtN 24 Mei. M. Palsgraaf, 17 j. - C. van deu Akker, huisvr. van C. de Jong, 63 j. A. de Vroom, 6 j. 7 m. 25. G. J. van der Kleij, 2 j. 11 m. GEHUWD 25 Mei. P. rau Dam en M. W. van Vleoten. J. de Jong en G. de Hoog. GEBOREN t Fetraa Marinas, onders M. Knoers en G. J. Vergeer. Johanna Maria, ouders J. van Wezel aa A. Kraan Hendrik, onders G. van BrenkeDn en A. Hom burg. OVERLEDEN C. Kooijman, 86 j GEBOREN: Albert Cornells, ouders F. Vermeij en A. Heijkoop. Jacob, ouders J. W. de Jong en A. de Groot. OVERLEDEN M. van Leeuwen, 50 j. M. Noorlander, 28 j GEHUWD: P. C. Groenescher en C. Vermeulen. GEBOREN: Adrianus, ouders A. Bosman en J. Keijzer. Meinsje en Jannetje, ouders C. van Mullen en J. van den Beek. BEHUWD: A. tan Rys en J. J. Verhoef. M.Strijd- horst en K. Koman. Getrouwd JOSEPHUS JOHANNES PEETERS, van Gouda en ANNA ALIDA tan der HARG, die, ook namens wederzijdsche Familie, hnnnen hartelijken dank betuigen voor de vele blijken van belangstelling, bij hun Huwelijk onder vonden. Bodegram25 Mei 1887. Tot onze diepe droefheid, kregen wij beden de treurige tijding dat onze eenigst geliefde Zoon JOHANNES HERMANES ADAM, Sergeant bij het O. I. Leger, welke op den 4B December 1886 met het Stoomschip «Zuid-Holland» is vertrokken, den 22" December te Marseille in den ouderdom van 24 jaren en 8 maanden is overleden. J. HUBERT. H. H. L. HUBERT— Gouda25 Mei 1887. Bouwman.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 2