Buitenlandsch Overzicht.
Nationale Militie.
tv
Niet iedereen is in staat veel geld
uit te geven,
Onderzoek van de VERLOFGANGERS
der 1UÏLITIE te Lande.
POLITIE.
MARKTBERICHTEN
Gouda, 2 Juni 1887.
Burgerlijke Stand.
Reeuwijk
Zevenhuizen
de bijgevoegde vierde alinea. Meer waard dan
eene facultatieve bepaling omtrent aubsidieering, ia
een imperatief voorschrift in de Grondwet, zij hot
ook beperkt tot on- en minvermogenden. Hij be
streed de bezwaren van den heer De Beaufort;
alleen wordt vergoeding verlangd voor hetgeen on-
en minvermogenden, die de bijzondere school be
zoeken, anders aan den Staat zouden kosten.
Zijn voorstel zal in elk geval oneindig béter zijn
darf het bestaande artikel. Het zal een einde
maken aan den politieken schoolstrijd, door erken
ning van recht en rechtsgelijkheid.
De heer Lohman ontkende dit namens de anti
revolutionaire partij. Hoe verdienstelijk het voorstel
ook zijn moge, geen reden bestaat om de rechtsge
lijkheid enkel aan armen toe te kennen. Het voor
stel-Schaepman is geen solutie; het zal de onbil
lijkheden en moeilijkheden bestendigen. De anti
revolutionairen zullen nu geen voorstel doen, maar
de solutie overlaten aan den toekomstigen wet
gever.
De hoer van der Biesen verdedigde sterk het
voorstel, betoogde dat het slechts 1 millioen zou
kosten, en noodig was, daar onvermogenden thans niet
het onderwijs kunnen verwerven, wat zij verlangen.
De heer Van Baar zou vóór stemmen, ofschoon
het voorstel hem niet bevredigt.
De heer Mees hield vast aan het amendement-
De Beaufort en kon zich niet met de toevoeging
van het voorstel-Schaepman vereenigen, zou echter
dan alleen weder dat amendement voorstellen, als
van do overzijde werd voorgesteld de 3e en 4e
alinea van het voorstel-Schaepman te schrappen.
De heer Willink meende, dat, nu bleek dat toe
nadering onmogelijk was, men art. 194 onveran
derd moest laten, daar men het beginsel der neu
trale school niet mocht prijsgeven.
De heer Hartogli, krachtig voorstander der
neutrale school, wilde juist uit diepe overtuiging
en vertrouwen in zijn beginsel, den gewonen wet
gever geheel vrijlaten en geen grondwettigen band
aanleggen.
De heeren Van Hokten en Sanders pleitten ook
voor de vrijheid van een toekomstigen wetgever.
De heer Beelaerts zou uit zucht tot toenadering
en uit overtuiging, dat het amendement-De Beau
fort de schoolstrijd niet wegnam, alles doen, om
door vrijheid aan den wetgever dien strijd te doen
verdwijnen.
De heer Vos db Wael kondigde aan een voorstel,
om de 3e en 4e alinea van het voorstel-Schaepman
te schrappen.
Volgens den regenmeter der rijkslandbouwschool
te Wageningen bedraagt de gevallen regen geduren
de de Maand Mei 93.5 m.M. tegen 85 m.M. in Mei
1886, 83 in Mei 1885, en 54.5 in Mei 1884.
Met de lijnen van de Holl. en Oosterspoor
wegmaatschappij zijn op de beide Pinksterdagen
omstreeks 30,000 reizigers van Amsterdam ver
trokken.
Door de Rhijnspoorwegraaatschappij zijn gedu
rende de Pinksterdagen 9561 plaatsbiljetten van
daar naar elders uitgegeven. Het getal der langs
hare lijn te Amsterdam aangekomen passagiers was
10.453.
Aan de Avondpost wordt uit Amsterdam gemeld,
dat meu voor de Hollandsche Opera-voorstelling,
ter gelegenheid van het ^letterkundig congres, het
oog heeft op eene compositie van den heer Daniel
de Lange, op woorden van den heer H. de Veer.
De componist zou de voorwaarde gesteld hebben,
dat o. a. mevr. Fides de Vries worde geëngageerd
om zijne opera te helpen uitvoeren,.
Iemand, die een bezoek heeft gebracht aan het
leger des Heils, deelt in de Avondpost de volgende
pikante ontmoeting mede:
«Er heorschte een drukkende atmosfeer in de
zaal en terwijl ik nog rondkeek of niet hier of
daar een koel plaatsje voor eon open raam of deur
voor mij mocht te vinden zijn, trad daar een dienaar
op m|j toe met een handvol Heilsliederen en bood
mij een verzameling te koop aan. Ik strekte mijn
hand naar de liederen uit en inmiddels viel mijn oog
op 's mans jaskraag die op beide schouders met een
koperen S. prijkte. Ik betaalde en temet dwaalde
m|jn blik van de kraag naar het gelaat, dat er boven
uitstak, en van ontsteltenis liet ik mijn Heils-liede-
ren op den grond vallen. Hij was zoo beleefd ze
voor my op te rapen eu terwijl ik ze van hem aan
nam, zei ik: «Zeer gewaardeerde vriend! heb ik niet
het genoegen gehad, u voor korten tijd in andere
omstandigheden te kennen?''
O, meneer," sprak hij, de oogen ten Hemel
slaande: spreek mij niet van dien tijdP" Was niet
de Damstraat het gewone terrein uwer bezigheden
en bestonden dio bezigheden niet in het verkoopen
▼an ffRecht voor allen?" WTaart gij niet in die dagen
een verhard sociaal-democraat?"
Ja, wel verhard, meneer, zooals uwes zegt. Maar
de Heer heeft mijn hart geopend," zuchtte hij en
verdween onder de menigte. Van anderen moest ik
hooren, dat hij bekeerd was en dat die merk
waardige gebeurtenis had plaats gegrepen in de
omstreken van Weesp, terwijl hij met den blauwen
hemel tot dak wel wat koud in dezen tijd van
'tjaar maar toch altijd nog beter dan geen dak
zijn nachtrust genoot op een der daar geplaatste
openbare zitbanken. Bij die gelegenheid was hij
plotseling gewekt door een bovenaardsche stem, die
hem donderend toeriep: «Zondaar bekeer u!" naar
aanleiding van welke, blijkbaar welgemeende, verma
ning, 'de juist in benarde omstandigheden verkeerende
colporteur van Recht voor allen zich naar Amsterdam
gehaast en zich daar had laten aanwerven bij het
Leger des Heils, voor welk Leger hij thans, tegen
matige provisie, Heilsliederen en andere toepasselijke
geschriften te koop aanbiedt; gewis met even heilige
overtuiging als hij 't vroeger Recht voor All&i deed.
Met de meest welwillende gezindheid en zonder
den minsten twijfel aan de eerlijke bedoelingen
van het Leger des Heils, was ik naar de Gerard
Doustraat opgegaan, maar ik wou dat ik dien col
porteur niet gezien had. Het samenvallen van zijn
bekeering met de toevallige omstandigheden dat er
op het oogenblik voor sociaal-democraten geen brood
meer te verdienen is, tenzij ze werken als ieder
ander, maakte geen aangenamen indruk op mij; ik
had van de practische Engelschen zeker verwacht,
dat zij althans den schijn zouden gered hebben.
Eeno vreesölijke vergiftigingzaak is Zaterdag te
Weenen voor het- Hof behandeld. Een boer, zekere
Dackoff, uit een klein dorp in Galicië, had twee
zoons, waarvan de oudste, Jozef, getrouwd was. Uit
dien echt waren twee kinderen gesproten, die de
lievelingen des grootvaders waren. Maninka Dac
koff, de gade des ouden Dackoffs, en de ongetrouwde
zoon, Peter, waren evenwel van meening, dat de
vader zijne schoondochter zeer genegen was, meer
dan zulks een schoonvader betaamde. Peter Dackoff
meende bovendien, dat zijn vader den getrouwden
zoon meer zou nalaten dan hem. Daar kwam op
zekeren dag het plan bij hem op zijne schoonzustor
en hare beide kinderen uit den weg te ruimen, en
zijne moeder sterkte hem in dat plan. Op zekeren
Zondag verzocht Maninka Dackoff hare schoondochter
en kleinkindoren ten eten, doch de hóofdachotel,
piroggi*, werd door hen niet aangeroerd. Maninka
Dackoff en haar zoon Peter ergerden zich hierover,
want in die spijs Was een gift, dat zeker gedood
zou hebben. Maar de oude vrouw dacht: //Heden
is het niet gelukt met de piroggi, maar den volgen
den Zondag zullen jelui er wel van eten." De vol
gende week zaten allen weer aan tafel, en weer
was de piroggi hoofdschotel. Ditmaal had de boerin
twee schotels op tafel gezet met den spijs, en in
den eenen schotel was zij vergiftigd. «Kijk eens,
kinderen," sprak zij tot haar kleinkinderen, «hoe
lekker die piroggi er uitziet. Ik zal er goed van-
eten, volgt dus mijn voorbeeld." En waarlijk, do
grootmoeder scheen goeden eetlust te hebben, doch
eenige uren later kreeg zij hevige krampen en stierf.
Zij had van de vergiftigde piroggi gegeten en zich
in de schotels vergist. Kleinkinderen en schoondochter
bleven ditmaal gespaard. Peter Dackoff gaf nochthans
zijn duivelsch plan niet op, en eenige weken later
gelukte het hem in de spyzen, die zijne schoonzuster
en hare kinderen eten zouden, vergift te mengen.
De beide kinderen stierven, de moeder bleef in
leven, doch werd lam.
Peter Dackoff is door het Hof tot de doodstraf
veroordeeld.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag te 2
uren is in de stallen der Tramway-maatschappij te
New-York een hevige brand uitgebarsten. De oor
zaak is nog niet bekend. Het vuur breidde zich
met een schrikwekkende snelheid uit. In een kort
tijdsverloop werden al de aangrenzende gebouwen
een prooi der vlammen. Geheele blokken huizen
zijn in de Fifty-Thirdstreet, Fifty-Fourthstreet, Tenth
avenue en Eleventh avenue vernield.
Te 5 uren in den ochtend was men den brand
nog niet meester. Hartverscheurende tooneelen hadden
plaats. Mannen en vrouwen zag men bijna naakt
en om hulp schreeuwende hun woningen ontvluchten.
1600 paarden zijn verbrand.
Nader wordt gemeld dat er slechts een persoon
het leven verloor, terwijl er enkelen gewond zijn.
Er zijn, behalve de stallen, verscheiden wagens der
tramwegmaatschappij alsmede eene zeer groote hoe
veelheid voeder verbrand.
De schade wordt op 5 millioen dollars begroot.
Het cijfer der dooden ten gevolge van den brand
van de «Opéra-Comique" verandert met elk bericht,
omdat er onder het puin telkens weer lijken gevon
den worden en verder ook omdat van de gewonden
sommigen bezwijken. Men spreekt thans van 82,
waarvan 63 zijn herkend. In Notre Dame werd een
plechtige lijkdienst gehouden voor de 22 omgeko
men danseuses, koristen en figuranten, die daarna
op Père Lachaise werden begraven, Goblet, Car-
valho en Berthelot hielden redevoeringen.
De «Figaro heeft een inschrijving geopend;
reeds is 48.800 frs. bijeengebracht. Carvalho zelf
ontvangt belangrijke giften.
O. a. zond de Graaf van Parijs 10.000 frs., de
stad Pesth 5000 frs. de Grands Magazine du Lou
vre zonden 9286 frs. Overal in Frankrijk worden
door tooneoldirecties voorstellingen gegeven ten be
hoeve van de slachtoffers o. a. ook door Van Ham-
me, te Clermont-Ferrand.
Lloyd's «Universal Register" is onlangs verschenen.
Het boek is een zeldzaam volledige vraagbaak om
trent alles wat de beweging ter zee betreft. Alle
schepen van koopvaardij- en militaire vloten,
van alle landen ter wereld, met opgaaf van in
houd, snelheid van vaart, stoomvermogen, bewa
pening, kommando en wat al niet meer; alle dokken
en vluchthavens, met ele bijzonderheden over afme
tingen, dokgelden enz. vindt men in dit inderdaad
merkwaardig boek. Uit de opgaven van Lloyd's
blijkt dat Engeland de helft van de geheele scheep-
ruimte der wereld onder haar vlag heeft en dat SJ$
van 't scheepvaartvervoer aan de Britsche schepen
is toevertrouwd. De Engelsche koopvaardijvloot is
ongeveer 9 millioen ton groot; de Vereenigde Sta
ten van Amerika bereiken slechts 2 millioen ton, de
Britsche koloniën nog ll/t millioen, hetgeen ongeveer
met den tonneninhoud *van de Noorweegsche en
Duitsche koopvaardijvloten gelijk staat. In 1886 nam
't vervoer van Engeland met 329.000 ton, dat is
10 maal meer dan de vooruitgang van Frankrijk, toe.
Er werden in dit jaar nieuwe schepen in Groot-
Br'ttannië in de vaart gebracht met oen inhoud van
211.000 ton. Ook in snelheid van vaart winnen de
Engelsche schepen 't in het algemeen van de Fran-
sche en Duitsche.
Uit Rotterdam wordt aan de Avondpost gajj
schreven-.
Het verwondert mij geenszins, dat het bekende
adres van de Amsterdamsche koffiehuisbedienden aan
het bestuur hunner stad bij hunne Rotterdamsche
collega's navolging vindt. Deze collega's hebben
dezelfde redenen tot klagen als zij. Ook zij gaan
gebukt onder de mededinging der «kelluerinnen".
Sedert wij met Münchenor bier van allerlei
z/brau's" worden overstroomd en de Duitsche knei-
pen onze bierhuizen en cafó's verdringen, volgen de
bierdrinkers ook in dit opzicht do Duitsche zeden,
dat zij zich bij voorkeur laten bedienen door de
meisjes, die tegelijk met het Münchenor-brouwsel
op groote schaal hier worden geïmporteerd. Wat de
stamgasten meer aantrekt, het Duitsche bier of de
Duitsche kellnerin, zou nog moeten uitgemaakt
worden, maar zooveel is zeker, dat er weer menschen
zijn, die bier hebben leeren drinken alleen ter wille
van do bediening. Het schijnt, dat voor hen het
«echte" Münchenor bier zijnen smaak voornamelijk
ontleent aan de blanke hand, die hun glas toereikt,
of wel dat de zoete lach van de kellnerin voor het
bier is, wat het bouquet is voor den wijn.
Waar de kellnerin verschijnt, verdwijnt'de kellner.
Dit is eene onvermijdelijkheid. De koffiehuisbediende
deelt het lot van zoovelen op dit benedenrand, waar
niets bestendig is. De stoomboot heeft do trekschuit
verdrongen, de spoortrein de diligence en den bol
derwagen, en de tram de omnibus. En zoo verdringt
de biermamm'sel den koffiehuisbediende. Gelijk het
jagertje der trekschuit en de postillon der diligence
nog slechts voortleven in onze herinneringen, zoo is
de tijd niet ver meer af, dat ook de koffiehuisbe
diende alleen nog bij overlevering bekend zal zijn.
In den loop der tijden heeft hij verschillende gedaan
teverwisselingen doorleefd. Van «Jan" is hij «aan
nemer" en van «aannemer" kellner geworden. Helaas
wat wordt er thans van hem! In de laatste maan
den is het hier herhaalde malen voorgekomen, dat
gewezen kellners voor onze rechtbank terecht ston
den, beschuldigd van diefstal of van medeplichtig-
tigheid daaraau. Is het wonder? Bij tien-, ja bij
vijftigtallen loopen de mannelijke bedienden langs de
straat, te vergeefs naar werk zoekende; aldus klagen
de Amsterdamsche kellners in hun adres, en in de
tweede stad des rijks is het, naar verhouding van de
bevolking- en van de dorstigen, niet beter. Die
menschen hebben veelal niets anders geleerd dan
hetgeen noodig is om met oen blaadje met glazen
van het buffet naar een der tafeltjes te loopen en
met het leege blaadje terug te keeren, en het hoog
ste, waartoe zij het in hun vak kunnen brengen,
bestaat hierin, dat zij zich met een volgeladen blad
door een opeengepakte menschenhoop weten te wrin
gen, zonder u met vlekken te maken. Wat middel van
bestaan moeten zij dus aangrijpen, wanneer hun in
het aangeleerde vak het brood uit den mond wordt
gestooton
Ook de kellner heeft zijne verdienstelijkheid. Hij
komt niet, als zijne vrouwelijke collega, vertrou
welijk bij u aan uw tafeltje zitten. Hij stoot
niet «bij ongeluk" uw volle glas bier om, en
als hij het deed, zou hij u, zonder verdere kos
ten, een ander brengen. Nog veel minder drinkt hij
het door u bestelde glas bier voor uwen neus uit, of
vleit u om oen glas Münchenor voor zichzelf. Hij
verzuimt nooit u geld terug te geven, als gij met
groot geld betaalt, en met eeno fooi van vijf centen
utelt hij zich in den regel tevreden. Wanneer de
kellner bedenkt wat hij daardoor op de kellnerin
vóór heeft, is het dan te bevreemden, dat hij zich
tot de autoriteiten wendt met het verzoek, dat zij
de bediening der bierdrinkers door vrouwelijk per
soneel zullen verbieden?
Maar wat kunnen de autoriteiten er aan doen?
Reeds de goden op den Olymp lieten zich bedienen
door eene kellnerin (Hebe). De kellners kunnen er
zich dus niet op beroepen, dat zij de oudste brieven
hebben. En wel schijnen zij in zóóverre gelijk te
hebben, dat Duitschland, door kellnerinnen hier in
te voeren, er niet toe bijdraagt onze zeden te ver
beteren, maar daartegen kan bezwaarlijk door het pu
bliek gezag iets gedaan worden. Men kan geen
hooge inkomende rechten op dit importartikel leg
gen, noch deze dametjes als de Zigeuners aan de
grenzen afwijzen noch aan de kasteleins der bier
lokalen verbieden hun brouwsel aan de gasten te doen
toereiken door vrouwenhanden. Het eenige wat de
kellners zou kunnen helpen, zou zijn, dat de bier
drinkers zei ven terugkeerden tot eenvoudiger en
strenger zeden.
(1) De waakzaamheid aan onze grenzen tugen de Zigeuners
heeft niet belet, dat een Zigeuuerbaron tot iu bet hart van
het land binnendrong en overal goed ontvangen werd.
Voor do rechtbank te Arasterdam verscheen een
65-jarig man. Hem werd landlooperij ten laste ge
legd. Luid weenende gaf hij te kennen dat het
armbestuur van West-Souburg zijn geboorteplaats
hem naar Amsterdam had gezonden, om hem
maar kwijt te zijn. Hij ontving vrij transport. Ter
terechtzitting werd door een politie-beambte ver
klaard dat dergelyke praktijken meermalen door
vreemde armbesturen worden gepleegd. Men zendt
armlastigen, van wie men zich wenscht te ontdoen,
naar de hoofdstad. De gemeente-veldwachter gaat
dikwijls als geleider mede, brongt den ongelukkige
op den Dam en laat hem dan aan zijn lot over.
Zoo worden zelfs zieken naar de hoofdstad geëxpe
dieerd. Alleszins wenschelijk is het, dat de Regee
ring door hare tusschenkomst aan zulke praktijken
een eind wete te maken.
Het Franache ministerie is eindelijk gereed en
heeft reeds zijne opwachting gemaakt op het Blysée.
Tot groote verontwaardiging der Juttice is de heer
Be Heredia nog in het laatste oogenblik op zijn be
sluit teruggekomen. Hij zal nu de portefeuille van
openbare werken aanvaarden, terwijl de heeren Dau-
tresme en Barbe als ministers van handel en land
bouw zullen optreden. Alleen voor het ministerie van
posterijen en telegraaf, dat eerst door den heer
Cochery en later door den heer Granot werd waar
nomen, kon de heer Houvier niemand vinden, zoo-
t hem niets overbleef dan dezen tak van dienst
met zijn eigen ministerie, dat van financiën, te ver
eenigen.
Be meest bekende mannen zjjnde president, wien
zelfs de Juttice den lof niet kan onthouden, dat hij
een uitmuntend financier is j de minister van onder
wijs en schoone kunsten, Spulier, Gambetta's ver
trouwde vriend; en de minister van binnenl. zaken
en eeredienst Fallières. Be heer Flourens, die de
leiding der buitenlandsche zaken hoeft behouden,
heeft zich by de behandeling van de zaak-Schnaebelë
van zoo gunstige zijde doen kennen, dat ook zyn
aanbljjven de kracht van het kabinet vermeerdert.
Generaal Ferron, Boulanger's opvolger, is nu divisie-
generaal en staat bekend als een bekwaam militair.
Of hij ook een goed minister van oorlog zal zijn,
moet nog blijken. Bit is ook het geval met den
minister van marine Barbey, die niet tot de marine
officieren behoort, maar voor het departement Tharn
zitting heeft in den Senaat. Be nieuwe minister van
justitie Bosquet is lid der Kamer voor het departe
ment du Gard, doch van hem is niet veel meer be
kend, dan dat hij oen der ijverigste opportunisten is.
Be radicale Juttice laat zich zeer heftig uit tegeq
het nieuwe ministerie en noemt het slagen van den
heer Bouvier ;,un scandals accompli". Niet minder
hevig vaartCle'meuceau's bladuittegenden Senaat .Op
verlangen van den Senaat zegt de Juttice hoeft
Bouvier de republikeinsche beginselen en het alge
meen stemreoht verraden; welnu, hij kome daarom
met met zijne verklaring in het Palait Bourbon,
maar ga daarmede naar het Luxembourg. Want niet
in de Kamer maar in den Senaat behoort dit minis
terie thuis."
De Kamer hield Zaterdag een korte zitting en do
Senaat bekrachtigde het verleenen van 200.000 francs
ten behoeve van de slachtoffers van den brand in
de «Opéra Comique." Eenige senatoren eischten
dringend, dat de Regeering den toestand der schouw
burgen verbeterde, waarop de Minister Berthelot
verklaarde, dat zijn opvolger zeker in de eerste plaats
hieraan zijn aandacht zou wijden.
De ministerieele verklaring Dinsdag in de Kamer
afgelegd, werd door het centrum toegejuicht, doch
de linkerzijde viel den ministerpresident herhaalde
lijk en heftig in de rede.
De radicale linkerzijde vroeg verlof de Regeering
te interpelleeron over de algemeeno politiek. De
Rogeering verklaarde de discussie onmiddellijk te
aanvaarden.
Julien vroeg de Regeering zich duidelijk te ver
klaren over de hervormingen, welke zij'tot stand zal
brengen. Hij wenschte tevens te weten, of zij bereid
is de volstrekte gelijkheid van alle burgers te ver
zekeren.
De minister-president Bouvier antwoordde, dat
hij voor het oogenblik zich niet verder kon uit
laten.
De Minister van Oorlog gaf te kennen, dat hij
zich over het militaire ontwerp zal verklarenwanneer
dit in discussie komt; hij was voorstander van den3-ja-
rigen diensttijd. Hij betreurde het ontoereikende
van het effectief iu vredestijd.
De Kamer verwierp met 285 tegen 139 steramen
een motie van wantrouwen, door Julien voorge
steld.
De Minister-President stelde daarop voor, tot de
eenvoudige orde van den dag over te gaan, en de
Kamer vereenigde zich hiermede met 384 tegen 156
stemmen
Te Brussel ging het Dinsdagavond ontstuimig
toe. Verscheidene benden socialisten trokken door
de stad. Er ontstond een botsing met de politie.
De burgemeester heeft besloten, streng de hand te
houden aan de verordening, die samenscholingen van
meer dan vijf personen verbiedt.
Volgens berichten uit Berlijn zal wellicht Prins
Wilhelm in plaats van den Kroonprins naar Engeland
gaan om Koningin Victoria namens den Keizer te
complimenteeren, daar de keel van den Kroonprins
reizen minder gewenscht maakt.
Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat al de nog
aanhangige punten der additioneele artikelen van de
Egyptische conventie zijn afgedaan en Zaterdag ge-
teekend door Sir H. Drummond Wolff en de Turk-
scho gevolmachtigden. Al de discussiën over het
Egyptische vraagstuk heeten voorgoed afgeloopen.
De Porte heeft van al de mogendheden, met uit
zondering van Rusland, antwoord ontvangen op haar
laatste nota; zy verklaren zich bereid met den Sul
tan in overleg te treden, teneinde een middel te
vinden, waardoor de Bulgaarsche quaestio op afdoen
de wijze wordt opgelost. Volgens eene mededeeling
uit Petersburg zal ook de Rusissche Regeering de,
nota schriftelijk beantwoorden, doch zich tot niets
verbinden. Rusland zal den Sultan doen weten, dat
het geen redenen vindt om zijn houding ten op
zichte van Bulgarije te wijzigen. Voorloopig zou de
Russische Regeering zich tot haar afwachtende hou
ding blijven bepalen.
RECLAME
daarom moet men bij tijds voorbehoedmiddelen ne
men. Niemand dergenen, die lyden aan dik bloed
en dientengevolge faan huiduitslag, bloedsaandrang
naar hoofd of borst, aambeien enz. moest verzuimen
zijn lichaam door eene zuiveringskuur, die weinige
centen daags kost, frisch en gezond te houden. Men
neme daartoe het beste middel, n. 1. de Zwitsersche
pillen van den apotheker R. Brand, verkrijgbaar -"bij
de apothekers a 70 Cts. per doos, en lette nauwkeurig
op de handteekening van R. Brandt.
Echt te verkrygen by J. C. Zeldenryk en Co. te
Gouda.
-
BE BUBGEMEESTEB van GOÜBA, brengt ter
algemeene kennis, dat ingevolge art. 138 der Wét
op de NATIONALE MILITIE van den 19leB Au-
i/astus 1861 staatMad n° 72), de Inspectie
def Verlofgangers voor do Gemeente GO IJ-
DA, ia bepaald op Woensdag den 15d" Ju
ni 1887, ('es morgens ten 11 ure, op de STABS
TIMMERWERF aan de Turjmarkt alhier.
Dat daaraan behooBOT deel te nemen al de VER
LOFGANGERS der MlLfTi^i n* Bland, die
vóór don 1" April 11. in het genot'gestold zijn van
onbepaald verlof, ongeacht de lichting of de Ge
meente waartoe zij behooren, (dus ook zij die zijn
ingedeeld voor de lichting 1882) alleen zijn hiervan
uitgezonderd de verlofgangers die in de maand Juni
e. k. in werkelijke dienst moeten komen.
Voorts worden de Verlofgangert opmerkzaam ge-
maakt
a. dat zij volgens art. 140 der genoemde Wet, ter
Inspectie behooren te verschijnen iu uniform gekleed
en voorzien van de Kleeding- en Uitrustingstukken
hun bij het vertrek met verlof medegegeven, van
hunne Zakboekjes en van hunne Verlofpassen.
b. dat zij, volgens art. 130 der Wet, worden geacht
onder de wapenen te zijn, niet alleen gedurende
dien tijd dien het bedoeld onderzoek duurt, mhar
in het algemeen wanneer zij in uniform zijn gekleed
zoodat zij die ongeregeldheden plegen of zich aan
wanbedrijven schuldig maken bij het gaan naar de
plaats voor het onderzoek bestemd gedurende het on
derzoek en bij het naar huis keerente dier zake zul
len worden gestraft volgens het Crimineel Wetboek,
en het ^Roglement van Krijgstucht voor het krijgs
volk te lande, hij geuoerad art. 130 toepasselijk
verklaard.
c. dat hij die door ziekte niet kan verschijnen,
een attest van een Geneesheer of Heelmeester
door den burgemeester geviseerd, moet overleggen, en
d. dat degene welke zonder vergunning absent is,
volgens de Wet met arrest zal worden gestraft.
Gouda, den 1 Juni 1887.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
Bureau voor gevonden voorwerpen, geopend van
's namiddags 1 tot 3 uur.
Een 12-jarige Medaille, een Halsband van een
hond, twee Sleuteltjes, een zilveren Oorknopje, een
Portemonnaie, een zilveren Armband, een Scheermes.
Waarschijnlijk tengevolge der feestdagen was de
graanaanvoer heden al zeer zeer klein. Er bestond
veel vraag voor Tarwe tot de prijzen van vorige
week, waartoe echter verkoopers niet genegen waren.
In de overige artikelen kwam geen verandering.
Zeeuwsche Tarwe 8.30 a 8.75. Mindere
7.90 a 8.10. Polder Tarwe 8.a 8.25
Mindere 7.60 a 7.80. Afwijkende 7.20 a
7.40. R/>ode Tarwe 7.40 a 7.50 Angel
Tarwe 7.75 a 8.Zeeuwsche Rogge 5.70
a 6.Polderragge 4.60 k f 4.85. Bui
tenlandsche per 70 KG. 4.60 a f 4.75. Win-
tergerst 4.30 a ƒ4.60. Zomergerst f 4.a
4.40. Chevaliergerst ƒ5.a 5.75. Haver
pef Heet. 3.10 a 4.20^ en per 100 kilo 6.50
a 7.25. Hennepzaad Inlandsch 6.75 a 7.
Buitenlandsch f 5.a f 5.50. Bruine boonen
10.75 a 11.50. Witte boonen 8.a 8.50
Erwten: Inlandsche blauwe mesting/6.10 a ƒ6.25.
Buitenlandsche voererwten ƒ6.a ƒ6.10. Kanarie
zaad 10.a 10.25. Duivenboonen 6.50
a 7.10. Paardenbooner 5.75 a 6.20. Spelt
2.50 a 2.85. MaisAmerikaansche Mixed
5.65 a 5.75. Odessa ƒ5.50 a 5.75. Cin-
quantine ƒ5.90 a ƒ6.Alles per 100 kilo.
De veemarkt met gewonen aanvoer, de handel
traag, vette varkens 19 a. 21 ct. varkens voor
Londen 17V9 a 181/» ct. magere varkens en biggen
vlug, biggen 0.95. a 1.50 per week. Scha
pen 17 a 26 enlammeren 7.—. a 13
per stuk.
Aangevoerd 68 partyen Kaas, eerste kwaliteit
21.tot 23.tweede kwaliteit van 17
a 20.
Noordhollandsche 21.a 26.
Goeboter 1.10 a 1.20.
Weiboter 0.90 a 1.
GEBOREN30 Mei. Johaones, onders J. Plattee] eu H.
L. Zweedyk. Maria, oudera M. Sirre en G. van Wezel.
81. Willem, ouders A. LeeÖang en S. W. van Ryawijk.
OVERLEDEN: 80 Mei. M. E. Jansen, 11 ra. - 81. A.
A. Hofman, 4 w. A. Nederhoff, 6 m. J. Baartman,
75 j.
GEHUWD: 1 Jnni. G. P. Hogcnboom en C. C. van Ette.
- T. vau der Veer an J. Blok.
GEBORENJohannes, ondera J. de Hoog en M. van Zyl.
Bet je, ondera A. van Roon en P. A. Cramer.
OVERLEDEN T. van Baren, 19 j.
GEBOREN Kori, ouder» J. H. »iu d.r Torren en
P. J. C. Oosthoek. Hendrica Teuna, ouders J. He|j en
J. van Etsen.
OVERLEDEN 1 1. Vorkoom, 68 j.
ONDERTROUWDM. ven Brk en G. Houweling.
H. de Roojj en L- Kereer.
GEHUWD i M. Stifidbont en K. Komin.
P