Buitenlandsch Overzicht. man de St Janskerk uit de Gemeentekas eene •om van 2400.uitgekeerd ais schadeloosstel ling voor gemis van begrafenisrechten. Makingen en Krenkingen voor godsdienstige doeleinden, krachtens machtiging aanvaard. Voor zoover ons bekend is vielen in het afge- loopen jaar ten deel aan de Dia.onie der Hervormde Gemeente een legaat groot 1000.en aan de Kerkvoogdij dier Gemeente een legaat groot 8000.besproken door wylen den heer F. A. van Lange J.Iz. alhier, en aan de Evangelisch-Luthersche Gemeente een legaat groot 200.besproken door wijlen Mej. J. F. C. Weiland alhier en een legaat groot f 500.besproken door wijlen den heer C. Hornes alhier. ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Scholen voor lager onderwys. De toestand van het Lager Onderwijs in deze Gemeente geeft alleszins reden tot tevredenheid. Belangrijke wijzigingen vielen niet voor. Zoowel de hoofden der scholen als de onderwij zers en onderwijzeressen vervulden hunne taak met grooten ijver. Als lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs nam de heer C. C. Knaap, die aan de beurt van aftreding was, zijn ontslag, nadat hij gedurende vele jaren die betrekking met groote t belangstelling had waargenomen. In zijne plaats werd benoemd de heer Dr. J. S. G. Gleuns. Het aantal leerlingen der openbare scholen is aan het einde van het jaar eenigszina toegenomen. Dit was inzonderheid het geval op de beide Tweede Burgerscholen. Het getal der sohoolgaande kinderen uit naburige gemeenten is met 18 vermeerderd. Het bedroeg op 31 December 11. 109. De tijd van toelating voor de beide Kostelooze Scholen is 1 April en 1 October, voor de Tusschen- sohool om de acht maanden en die voor de vier Bur gerscholen ééns per jaar en wel half Augustus. Het schoolgeld bedraagtop de Tussctienschool 0.10 per weekop de Eerste Burgerschool voor jongens en op de Eerste Burgerschool voor meisjes f 1.50 per maandop de Tweede Burgerschool voor jongens 50.per jaar en op de Tweede Burgerschool voor meisjes f 40.per jaar. Voor leerlingen, die elkander in den tweeden graad van bloedverwantschap bestaan, wordt het schoolgeld verminderd met '/s wanneer twee en met zoo er meer gelijktijdig een of meer scholen bozoeken. Kinderen van onvermogende ouders kunnen om niet op de Burgerscholen worden toegelaten en kinderen van minvermogende ouders tegen beta ling op de Eerste Burgerscholen van 0.80 per maand, op de Tweede Burgerschool voor jongens van 4 en op de Twoede Burgerschool voor meisjes van 3 per drio maanden. Op 31 December ontvingen op de le Burger school voor jongens 1, op de 2e Burgerschool voor jongens 3 en op de le Burgerschool voor meisjes 2 leerlingen kosteloos onderwijs. De gebouwen verkeeren in goeden staat. Op de 2e Kostelooze School moesten eenige nieuw ingeschreven leerlingen wachten op plaatsen. De leermiddelen en do schoolmeubelen zijn in voldoenden toestand. De banken der 2e Burger school voor meisjes zullen door nieuwe worden vervangen. Aan de beide Kostelooze Scholen en de Tus- schenschool zijn schoolbibliotheken verbonden, waar van veel gebruik gemaakt wordt en waarmede de hoofden dier scholen zeer ingenomen zijn. De kosten van het Lager Onderwijs beliepen voor zoover zij tot nu toe kunnen worden opge- geven 69383.86®. In den nacht van Zaterdag op Zondag brak te Botterdam een binnenbrand uit in het danshuis en café chantant „Cosmopoliet" aan den Schiedamschen dijk aldaar, welke, ontstaan in een pakhuis onder het café, niettegenstaande de krachtige pogingen der O brandweer zoodanige uitbreiding verkreeg dat het gebouw aan de achterzijde grootendeels is uitgebrand en men den brand eerst Zondagochtend meester werd, terwjjl acht handbrandspuiten en drie stoom spuiten hunne medewerking verleenden. De eigenaar Dijkman werd, waarschijnlijk door den rook, door een paar brandmeesters bewusteloos gevonden en nadat dr. Hellegers hulp had verleend, welke echter niet baten mocht, naar het ziekenhuis getransporteerd, waar hg omstreeks 11 uur 's mor gens reeds is overleden. Een der spuitgasten kreeg een ernstige verwonding aan het hoofd, daar hij getroffen werd door een bijl welke van den steel vloog. Men schrijft van de Zaan: Te Oostzaan heeft een zeer treurig voorval plaats gehad, dat de gansche gemeente in ontroering brengt. De rijkspolitie let soherp op visscherjj-overtro- dingen, maar tast in hare bekeuringen wel eens miB. Zoo meenden de brigadier-majoor titulair van Zaan dam met den rijksveldwachter van Assendelft eenige dagen geleden den visscher Jb. Hartog te bekeuren, maar bij onderzoek bleek dat zjjn net volkomen aan de bepalingen voldeed. Een andermaal, reeds eenigen tijd geleden, werd de visscher Gerrit Hottentot, van Oostzaan, door de rijksveldwachters bekeurd, doch door den kanton rechter vrijgesproken. Deze voorvallen veroorzaken eene gespannen ver houding. De politie heeft eene moeielijke taak te vervullen; zjj weet dat hier en daar met de voor schriften de hand gelioht wordt, en als zij oene enke le maal ongelukkig toegrijpt waar geen delict is, klaagt de visscher in niet malsche woorden over den overdreven dienstijver. Zaterdagmorgen was Gerrit Hottentot wederom aan het ophalen zjjner netten; een rijksveldwachter met den gemeenteveldwachter uit Oostzaan waren in de buurt, bekeurden hem wegens het visschen in verboden vischwater en wilden zjjn vischtnig in be slag nemen. Wat toen gebeurd is, moet met zeker heid uit de instructie blijken. Hottentot, een be jaard man, schijnt zich verzet te hebben; kort daarop knalden twee schoten uit den revolver van den ge meente-veldwachter, met het treurig gevolg, dat Hottentot kort daarna overleed. De bevolking is daarover zoer gebelgd. Uit de gerechtelijke behandeling der zaak moet blijken of het verzet van Hottentot van dien aard was, dat de pistoolschoten gerechtvaardigd kunnen worden. In elk geval, zegt men niet ten onrechte, kan een ge oefend schutter iemand wel buiten gevecht stellen, zonder hem doodelijk te verwonden. De toorn der menigte openbaarde zich Zondag- mofgen op betreurenswaardige wijze. Bij den bur gemeester en den predikant te Oostzaan werden de glasruiten ingeworpen. Eene spoedige openbare behandeling der zaak voor de rechtbank is het beste middel om de rust in de gemoederen te herstellen. Omtrent de ramp op den Donau deelt de Neue Treie Presse nadere bijzonderheden mede. Onder leiding van den abt Johan Spiesz en andere geestelijken ondernamen 300 pelgrims, mannen, vrouwen, en kinderen, de bedevaart van Paks naar Kalocsa. Ze zouden den Donau oversteken met de zoogenaamde Birkoer-pont, die sedert jaren de gemeenschap tussohen beide oevers onderhoudt. Men beweert, dat de boot, die door het veeljarig gebruik broos en verrot was, zooveel menschen uiot dragen kon. Bovendien woei de wind zeer hevig, dat don overtocht nog gevaarlijker 'maakte. Hoe de ramp werd veroorzaakt, daaromtrent loopen de meeningen uiteen. Het meest waarschijnlijk is, dat by het slingeren van het vaartuig de menschen aan eene zijde te veel stonden opeengehoopt zoodat de pont kantelde, het water naar binnen stroomde en de op varenden als het waro verzwolg. De abt Spiesz wierp zjjn mantel af, scheurde zich het mishemd van het lijf, ontdeed zich snel van zijn bovenkleederen, zegende met opgeheven kruis de wegzinkende menigte en sprak een laatste gebed. Dit alles was het werk van weinige oogenblikken. Daarop stortte zich de eerwaarde heer in den stroom en redde zich door naar don oever te zwemmen. Een kind, dat in de golven dreigde om te komen, kon hij nog redden. Dat slechts betrekkelijk een gering aantal zich konden redden, is vooral daaraan too te schrijven, dat de vrouwen en kinderen, die niet konden zwem men, zich aan de mannen vastklemden, waardoor deze medegesleurd werden in de diepte. Menig huis in Paks staat leeg. De bewoners hebben hun dood in de golven gevonden. De minister van binnenlandsche zaken, die al spoedig de treurmare ontving, nam terstond de noo- dige maatregelen om den nood der achtergeblevenen te lenigen. De werkzaamheden van het opvisschen der lijken worden nog steeds voortgezet. Verschrik kelijke bijzonderheden deelt men mede omtrent deze lykententoonstelling aan de beide Donau-oevers. De laatste berichten luiden, dat zich ruim vierhonderd menschen en nog twee met paarden bespannen wa gens op de pont bevonden. Honderd twee-en-twintig menschen werden gered. Tweehonderd en vijf lijken zijn uit de Donau opgevischt, waarvan reeds 109 zijn ter aarde besteld. Nog 95 personen worden vermist. Men beschuldigt de varensgezellen beschon ken te zijn geweest. In Moskou heeft het gemeentestuur, naar aanlei ding van een desbetreffend verzoek der telephoon- maatschappij, het oplaten van vliegers in de stad verboden. De zoogenaamde «staarten» der vliegers, die veelal uit boomschors zijn gevlochten, geraken zeer dikwijls in de telephoondraden verward, waar zjj blijven hangen en bij regenachtig weder hinder lijke storingen veroorzaken. Het wegruimen van deze lastige overblijfselen geschiedt daar door ver branding met benzinelampjes. Van de laatste zeven aardappeloogsten was die in het jaar 1881 de beste, als zjjnde het totale cjjfer der opbrengst 73 millioen gulden, meer dan een derde deel van den in dat jaar ruimen oogst in Nederland. Telt men den roggeoogst van dat jaar, 25 millioen gl., de haver 19 mUlioen gulden, de tarwe 16 millioen, de gerst 10 millioen en de boek weit 6 millioen gulden, bijeen, gevende 76 millioen gl., dan heeft men slechts 3 millioen meer dan de aardappelopbrengst alleen. Is dus deze teelt voor ons gansche land van groot belang, voor de veen koloniën is zij dat in het bijzonder. Alleen Wilder- vank verbouwt 1198 H.A, en Veendam 1511 H.A. met aardappelen, welke beide gemeenten in 1884 p.m. 1 mill. HL, dus '/so ™u den geheelen Nederl. oogst, leverden. Toch hebben we nog geen aard appelen genoeg in ons land. De comsumtio: gere kend ieder inwoner op 3 HL. 'Bjaars, geeft 13 mill. HL. Verder wordt deze knolvrucht in het groot voor veevoeder gebruikt, vooral wanneer de fabrieksprijs laag is. Dan de fabrieken, 16 in de veenkoloniën, gerekend 'sjaars a 15,000 balen meel 240,000 balen, waarvoor 10 maal, dus 2.4 millioen HL. aardappelen moeten verwerkt worden. In 1881, toen in ons land 23 millioen HL. verbouwd werd, was de invoer nochtans 2'/, millioen HL. meer dan de uitvoer. Uit een Londenschen brief in hot Bil. lichten wjj het volgende staaltje van de ervaringen in het leven eens staatsmans «En laat mij dit nu besluiten met een klein incident, dat opmerkelijk was. Tegen 8 uren op Piccadilly wandelende, hoorde ,ik plotseling aan de andere zijde van den weg een vreeseljjk gejuich, gemengd met gefluit en gesis. Ik denk, daar is iets gaande, kruip onder een paard door en dwars door een vigilante (want geheel Piccadilly was met rijtui gen geblokkeerd, die slechts stapvoets konden voort bewegen) en bevond mij aan de andere zjjde van den weg, en wat zie ik 1 Een eenvoudige victoria, door een eenvoudig paard getrokken en daarin een eerwaardig oud heer met eene oude dame, met haar grjjze krulletjes aan weerszijden van haar hoofd neerhangende. Een blik op den man was mjj genoeg om te zien dat het Gladstone was, dio nota bene waarschijnlijk voor zijn pleizier uit dineeren ging. Zeker had hij niet geweten, dat er zoo'n menigte op Piccadilly was, anders had hij wel een coupé genomen. Hij werd hij den geheelen weg over uit gejouwd en uitgefloten. Ben eenigszins bejaarde vrouw naast mij schold hem uit dat het een lust was, en toen ik haar toevoegde «Look here, mother, don't be so excited," zeide zij Oh I could put my umbrella in his oye and then that «old cat" next to him." Zoo werd een der eerste staatslieden van onze eeuw behandeld. Waarschijnlijk moet dat voor een man, die jaren lang voor den voorspoed van zijn land gewerkt heeft, een smartelijk iets zijn, zoo uitgejouwd te worden, alsof hij een zakkenroller was, die door de politie werd opgebracht." «Eén troost is het, dat het in de volgende straat misschien weer geheel anders was, want zoo gaat 't met het straat-publiek, ten believe waarvan de «old man" zoovele duizenden redevoeringen heeft Beeds achttien eeuwen geleden kenden de Bomei- nen honderd-vijf-en-negentig bedwelmende dranken, de variëteiten van soorten niet medegerekend, reeds toen bestond de gewoonte den wijn te vervalschen, en hem onder betere etiquetten dan hij verdiende in den handel te brengenreeds toen verstond men de kunst, aan nieuwen wyn den smaak van ouden te geven en, zooals het heet, den wijn te gipsen. Men kan dit en veel meer vernemen van Dioscorides, over wien dr. Kobert, hoogleeraar aan de universiteit to Dorpat, in zijne inwijdingsrede ge titeld «Over den toestand der artsenijkunde voor acht tien eeuwen", merkwaardige mededeelingen doet. Aangaande den gegipsten wijn verklaarde Dioscorides, dat hij schadelijk is voor de zenuwen, een loom hoofd bezorgt, verhit en eene nadeelige werking op de blaas uitoefent. Dioscorides doet ons de wijze kennen waarop sommige alcoholische dranken werden toebereid, en op grond van deze mededeelingen waagt Kobert het te verzekeren«In het oude Bome van den Keizerstijd moeten loodvergiftigingen ten minste even veelvuldig zijn voorgekomen als bij ons tuberculose en lues te samen.» Het werk van Diosoo rides De materia medica, die zestien eeuwen lang de voorname bron voor alle kennis van medicijnen was en thans nog bij de Turksche artsen die aan zienlijke plaats inneemt, kan, zegt prof. Kobert, den geneeskunstbeoefenaren van den tegenwoordigen tijd nog menigen nuttigen wenk geven. Wanneer alle overige medicamenten bij waterzucht in den steek laten, dan moet men, zoo verklaart de oude n' rmakoloog, zijne toevlucht nemen tot heete zand en; dus wordt hier een middel aanbevolen, dat voor eene vernuftige uitvinding van deze eeuw door gaat. En zoo kan men ook dingen van Dioscorides leeren, die thans weder nieuw zijn. Terwijl voor en na hem allen de stof der materia medica eenvoudig alphabetisch of naar uitwendige kenmerken ordenden, bracht Dioscorides zijne middelen in een pharma- kognostisch systeem, en beproefde hij tevens, waar het maar eenigszins mogelijk was, de planten naar den samenhang der werkingen te groepeeren. Eerst de beroemde voorganger van Kobert op den leer stoel te Dorpat, prof. B. Buchheim, nam de me thode van Dioscorides weder op en paste haar vol slagen toe. Om de groote wetenschappelijke verdiensten van Dioscorides, bij welke die van Plinius, een man zonder eenige critiek, geheel in; de schaduw tre den, wenscht Kobert, dat zoowol medici als phi- lologen voortaan meer hunne aandacht aan dien ouden beoefenaar der artsenijkunde schenken. Onder den titel «Oorlogs-jantjo, zooals hij eet en drinkt", gaf het officieel orgaan van De Tentoonstel ling van Voedingsmiddelen, naar aanleiding van de aanwezigheid van een kombuis der marine in het tentoonstellingsgebouw, eenige aardige schetsjes. Wij ontloenen daaraan het volgende: Op mijn woord van zeeman verzeker ik u, dat men naar zee moet gaan, om gezonde magen en fabelachtige eetlust te vinden. «Dat komt van de zeelucht," zeggen de geleer den, die niets met rust kunnen laten. Maar als do zeelucht een goed middel is tegen slechte magen, moet men er veol van innemen, anders werkt het juist omgekeerd. Hoe moet nu die eetlust gestild wordenEen zeeman, als hij het gaat mecnon, ziet dikwijls in drie maanden niet meer land dan uwees, als u uw oogen dichtdoet, maar veel meer sterren dan uwees, wanneer u met uw hoofd togen een lan tarenpaal loopt. Een schip echter heeft met veel burgemeesters en huisjesmelkers gemeen dat het een dikken buik beeft. Die eenmaal goed volgestopt, heeft het ge noeg om twee of drie honderd man acht maanden lang aan niets gebrek te laten hebben, plus een paar honderd ton steenkolen, om, als het eens niet waait, te kunnen stoomen. Aan water is geen gebrek zoo lang er zeewater en brandstof is. Jantje kookt het zeewater in een ketel, vangt den damp in een anderen ketel op, laat dien bekoelen, en dan zit in den eersten ketel het zout en in den anderen zuiver drinkwater. Bocus, focus, passet Men moet het maar wetenI Wanneer zoo'n oorlogsschip in dienst komt, is het eerete werk het opmaken van de rollen: de kwar- tierrol, de baksrol enz. d. w. z. dat de equipage verdeeld wordt in twee kwartieren en in bakken van hoogstens 16 man. De kwartieren lossen elkaar in zee op wacht om de vier uur af, en de bakken zjjn, om zoo te zeggen, tafeltjes of clubjes in de restauratie, die bjj koud en slecht weer in tusschendeks, bij warm en goed weer op het dek gehouden worden. Elke bak heeft een komaliewant (servies), een baksmeester (de president van den bak) en een zeuntje (de kellner of bediende). De provoost is hoofd van de zeuntjes. Het kommaliewant is van hout. Zilver raakt maar weg, en glas breekt maar. En wat krijgt Jantje wel te eten? Met Jantje in de haven bemoei ik mjj niet. Dan is hjj maar een half mensch, eet aardappelen, groen tesoep, versch vleesch, kommiesbroed, hutspot en andere rare spijzen van den wal; dan dineert hjj bjj zjjn moeder, bij Trui do vrouw, of Leen, de keuke- meid van den admiraal, ja, misschien wel aan de «tabbeldflt". Maar in zee staat Jantje, als hjj geen wacht heeft, om half zeven op, wanneer de tamboer «overal» heeft geslagen. Dan sjort hjj zjjn hangmat en bergt die in de verschansing, gaat zich wssschen en kam men en krijgt dan aan den bak een stevig bord gort, met brood, kaas en koffie. Stroop wordt niet verstrekt, maar met een beetje suiker en allerlei geheimzinnige bestanddeelen weot hjj afwisseling in overvlood aan te brengen. Na een halfuur wordt «laag water» gefloten, d. w. z. dat het uit is met den vloed van goede din gen, en de ebbe weer intreedt. Nu beginnen de werkzaamheden, en wanneer hjj niet ziek is of stout geweest is, krijgt hij om half twaalf een borrel. Dat komt eetu socman toe. Twaalf uur is het uur van middagschaften. Dan wordt aan de bakken rondgediend: erwtensoep met spek of gezouten vleesch, en twee maal 's weeks grauwe erwten met speknat en «kaantjes", een zeer geliefde spijze, beter bekend onder den naam van «bramstagloopers" of «raasdonders", omdat ze op het einde der reis wel eens wat hard worden en dan op het bord en in de maag soo kunnen rollen en rommelen, weet u? Ook de snert is heel lekker en verschijnt geregeld op de tafels van officieren en adelborsten, vooral van adelborsten, die, slechte huishoudsters als ze zjjn, hun tafelgeld in de haven opmaken met diners te geven aan burgemeester en wethouders, ouderlingen en diakenen, en dan in zee al spoedig «op kaap snert varen", d. w. z. net eten wat de matrozen krijgen. Het middagmaal duurt */s uur- Is die tjjd ver streken, dan roept de provoost met stentorstem; «Bootsman en schieman hebben geschaft! Enter op met je bakken. Achter en voor laag water!" De zeuntjes ruimen den boel op, en Jantje gaat een halfuur of drie kwartier lezen, brieven schrijven, studeeren ofdutten. Mog eenmaal, en wel te vijf uur, komt de equi page aan de bakken, om «theewater te drinken", d. w. z. dat ze koffie krjjgt met beschuit (niet die van Huntley Palmers), kaas en boter. Daarna krijgen zij niets meer en kunnen het er wel mee stellen. Als hors oeuvre wordt bij de malen augur ken verstrekt, en een paar maal in de week wordt een glas water met limoensap uitgegeven, anders krijgt Jantje scheurbuik van al dat zoute eten. Zeep krijgt hij 20 lood in de week, en tabak kan hjj koopen bjj den officier van administratie. Is er een beter leven dan dat van Jantje? Het leven echter van den kok is niet zonder schaduwzijde. Soms beloeft hij recht tragische ge beurtenissen, bijv. wanneer hij juist de kachels heeft aangelegd en er dan een zee in de kombuis slaat, die de vuren dooft en hem met al zijn potten en pannen over dek doet rollen. 1 Wanneer hjj de gort of boonen heeft laten aan- brandon of ongaar aflevert, is hij zijn leven en zeer gewis zijn sergeantsstrepen niet zeker. Ook loopt het maken van een rumsaus voor de adelborsten zelden zonder kleerscheuren af. Er is bij die gele genheid altijd evenveel geharrewar in de kombuis als er weinig rum in de saus is. Ten slotte wil ik u nog een episode uit het leven van scheepskok Gortrjjk verhalen voor welker waar heid ik als ooggetuige insta. Weet dan, dat in 1886 een opstand der Alfoeren van het eilank Ceram door onze troepen en marine gedempt was, door een dnizendtal Alfoeren van Ternate en Almaheire (doodsvjjanden van die van Ceram/ op de opstandelingen los te laten. Deze hulp troepen ontvingen een dagloon, maar geen voedsel, waarvan het gevolg was, dat .hun scherpzinnigheid, om de verborgen voorraden van den vijand te vin den, verdubbeld was, Een zwerm sprinkhanen kon den te veld staanden en opgelegden oogst niet schooner afeten. Op deze wjjze bracht de honger den vijand spoedig tot onderwerping. De hulptroepen werdon nu per oorlogsbodem weer naar hun woonplaats teruggevoerd. Treurig en ver magerd zagen de bruine krijgers er uit. Stil op het dék en op do brug neergehurkt, verbeidden ze het uur waarop hun de geliefde rjjst zou worden ver strekt. 1 Tegen den middag werd een reusachtige balie vol rjjst door den kok en zjjn helpers onder de brug geplaatst, en zjj hielden zich gereed om met het luiden der klok de uitdeeling te beginnen. Dit kleine uitstel was den hongerigen te veel, Plotseling liet een der naakte krjjgers zich boven van do brug plompverloren in de balie vallen, en hjj tastte toe met al de vermogens van zijn gretige handen en machtig gebit. Nauw zagen dit de ande ren, of, alle zelfbedwang verliezende, stortten zjj zich in en om de balie, en een kwartier uur lang zag men niets dan een krielende bruine massa, waarop de kok en zjjn helpers zonder eenig gevolg met hun groote lepels los sloegen. Onvermoeid zet de Fransche kamer haar discus- aiën over de militaire wet voort, welke der armee in staat zal stellen, wanneer noodig, de republiek buiten haar grenzen met kracht van wapenen te doen eer biedigen. In het eenigszins eentonige debat bracht Zaterdag de kwestie betrekkelijk den dienstplicht dor seminaristen en leden der godsdienstige congregraties een welkome afwisseling. Bisschop Freppel stond moedig op de bres en haalde zijn argumenten, waar hij ze vinden kon. De clericalen hadden, ten einde de kamer mee gaande te maken, het onderwijs aan de seminaristen kwestie gekoppeld,, maar zonder succes. Eerst werd een amendement, strekkende om die jongelieden, welke zich verplichtten tien jaren lang zich aan het onderwijs te wijden, en de seminaristen van den militairen dienst vrij stellen, verworpen. Gelijk lot viel een ander amendement ten deel, dat de se minaristen in tijd van oorlog in do ambulances en hospitalen wilde dienst laten doen. Voorloopig schijnen de Fransche kamers nog niet aan de zomerrust te denken. Toch wil men weten, dat de regeering wachten zal om het budget 1888 op het bureau der kamer van afgevaardigden neer te leggen tot de vertegenwoordiging gereed is naar huis te gaan, teneinde nieuwe heftige discissies en inter pellaties te voorkomen. De officiëele Engelsche //London Gazette" maakt een schrijven van de Koningin openbaar, waarin zij de bevolking haren dank betuigt voor de hartelijke ontvangst op haar tocht naar de Abdy van West minster; die ontvangst heeft H. M. diep getroffen en zal haar tot aanmoediging strekken bij de ver vulling harer dikwijls moeilijke taak gedurende haar overige levensdagen. t De verkiezingen voor den BeiersChen Landdag zjjn in zoover afgeloopen, dat men den uitslag over zien kan. Het resultaat is voor de ultramontanen, die ook daar altijd zulk een hoog woord hebben gevoerd, niet opwekkend; zij zijn geslagen; tot hun lof zij gezegd, dat zij het eerlijk bekennen. In het gunstigste geval zullen in den nieuwen Landdag zitten 75 ultramontanen tegen 85 in den vorigen; tegenover hen zullen staan 72 liberalen, 6 conservatieven en 6 gematigd Katholieken. De Landdag bestaat uit 159 leden, de meerderheid is derhalve 80. Geen enkele partij is dus zoo geluk kig over de meerderheid te beschikken, maar er kan een meerderheid tegeu de ultramontanen ge maakt worden. Daarbij wordt van verschillende zijden verzekerd, dat de ultramontanen op die 75 nog niet eens vast kunnen rekenen, daar er onder de verkozenen eeni gen zijn, die zich liever zullen aansluiten bij de gematigde Katholieken. Voor het Ministerie Lutz, welks val reeds tallooze malen is voorspeld, is de uitslag een schitterende overwinning een Landdag, waar geen enkele partij een meerderheid heeft, is voor een handige Regee- ring altijd een vermakelijk ding. Er wordt naar de oorzaak van den achteruitgang der ultramontanen veel gevraagd en ook veel over geschreven. Als hoofdreden kan men aannemen, dat de ultramontanen hun nederlaag in de eerste plaats te danken hebben aan hun overdrijving; de meerderheid der menschen heeft een afkeer van uitersten en geeft de voorkeur aan den middelweg. En het pleit van de gematigden, van de gemiddel den was gewonnen, sedert de tegenwoordige Paus door zijn brieven in de bekende militaire quaestio de ultramontanen op do vingers tikte en over de hoofden van de ultramontanen heen met Pruisen vrede sloot. Koning Milan van Servië wordt heden te Weenen verwacht en zal tijdens zijn verblijf in die stad in het keizerlijk paleis logeeren. Aanvankelijk was de Servische vorst, die te Rei- chemberg leen kuur moet ondergaan, niet van plan zich te Weenen op te houden, want hij vreesdo dat hij daar, na de verandering der Servische regeering,op geen prettige ontvangt kon rekenen, Keizer Frans Jozef dacht er echter anders over. Langs officieuzen weg liet de keizer te Belgrado weten, dat de koning, ook na het optreden van het ministerie Risticz, op den Hof burg een welkome gast zou wezen. De Servische vorst wjjzigde toen zqn reisplan en gaat nu over Weenen naar Rei- chemberg. Dit is de lezing, welke betreffende Milan's reis naar Weenen wordt gegeven. Volgens de République franqaise hoeft de Servische vorst besloton afstand té doen van de kroon, doch met zekerheid is hierover nog niets bekend. Gedurende de laatste maanden werd dit gerucht reeds meermalen ver spreid, en wel naar aanleiding van de slechte ver standhouding, welke tusschen den koning en koningin Nathalie, een Russische prinses, heerscht. Naar men weet, vertoeft de koningin reeds sedert eenige weken met den 11-jarigen kroonprins in de Krim. TWEEDE CORRESPONDENTIE PARTIJ tusschen Gouda en Utrecht. Positie na den 26en zet van zwart: Wit, Koning G 1, Kasteelen B 8 en F 1, Raads- heeren A 4 en B 4, Pionnen A 5, B 2, E 5, F 2, F 3 en H 2. Zwart, Koning G 8, Kasteelen B 8 en F 8, Paard D 5, Pionnen A 6, C 4, D 6, F 7, G 7 en H 7. Vervolg: Gouda Wit Utrecht Zwart 27 zet. B 4 A 3. 27 zet. C 4 X B 3. 28 F 1 D 1. 28 D 5 B 4. 29 E 5 X D 6. 29 F 8 ïf 8. 30 h D 6 D 7. 30 G7-G6.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 5